menu

Hier kun je zien welke berichten JJ_D als persoonlijke mening of recensie heeft gemarkeerd.

Na Rubu Pameti - Miroslav Krleža (1938)

Alternatieve titel: Op de Rand van het Verstand

3,0
Het feit dat ik anderhalve maand aan 'Op de rand van het verstand' heb gespendeerd, is op zich geen goed teken. Nochtans toont Miroslav Krleža zich een revolutionair observator en is het quasi ondenkbaar dat hij de verdorvenheid en de gecultiveerde domheid van de mens en het feit dat deze 15 jaar later zou culmineren in een vreselijke wandaad (de holocaust) zo exact kon voorspellen. Hoe dan ook heeft het boek iets tijdloos: de menselijke observaties, maar vooral de bespiegelingen, overstijgen tijd en ruimte en prikkelen de lezer in de 21e eeuw nog steeds probleemloos.

Het groote minpunt aan het boek is echter de drammerigheid: Krleža valt teveel in herhaling en vooral de eerste 100 bladzijden lijkt het tempo totaal weg te vallen. Wie doorbijt, krijgt interessante ideeën en prachtige personages voorgeschoteld. Dit culmineert in een uiterst beklemmend slot, waarbij je de rillingen over je lijf voelt lopen. Krleža heeft aanvankelijk teveel de neiging te veralgemenen en schrijft zodanig pessimistisch dat je er zelf haast depressief van wordt.

In zijn geheel geen absoluut overtuigende roman, maar Krleža had zeker en vast veel talent in zijn lenden. Moet misschien ooit eens iets anders van de man proberen...

De kamer gonst van het menselijk leed, uit de afgrond wellen dikke modderstromen op die in hartstochten verzanden, de damp van gloeiende theepotten slaat op je keel; je krijgt een brok in je keel en tracht die weg te slikken, niet naar je maag, niet naar beneden, volgens de wetten van de zwaartekracht, maar naar boven, naar de glazen gewelven van je verstand, waar alle gebouwen zonder dak zich openen en waar alles loodrecht omhoog vliegt, waar alle bewegingen doorzichtig worden en doorschijnend worden in een volmaakte schoonheid, aangenaam en welluidend...

Hallucinant gewoon, hoe zintuigelijk Krleža soms schrijft. En dan die slotzinnen...

Nemureru Bijo - Yasunari Kawabata (1961)

Alternatieve titel: De Schone Slaapsters

3,0
De ironie der banale realiteit wil dat toekomstig Nobelprijswinnaar Yasunari Kawabata zijn bekendste novelle, ‘De slapende schonen’, niet wilde afwerken. Met tegenzin gebeurde dat dan toch, maar aan het resultaat is die onwil niet te merken. Toch is het ontzettend vreemd dat juist dit boek als een meesterwerk bekend staat onder literatuurkenners. Waaraan ontleend dit boek zijn status van klassieker?

De schrijfstijl is mild en gelaten, doch weinig bijzonder of poëtisch. Inhoudelijk vormen (zoals de plot hierboven ook aangeeft) de bespiegelingen van de oude man de basis, maar tot nieuwe inzichten leiden deze niet. Misschien moet men zelf al op leeftijd zijn om de positie van deze man volledig te begrijpen: de dood is niet veraf meer, doch nog niet merkbaar aanwezig. Eguchi behoort namelijk niet tot de “veilige mannen”, en die vreemde sensatie van macht dwingt hem tot het onder ogen (moeten) zien van zijn angstwekkende, compulsieve neigingen. Dat is ten minste één (oppervlakkige?) versie van de feiten.
Wat Kawabata werkelijk probeert te vertellen is – vrees ik – ongrijpbaar voor de Westerse lezer; volgens het nawoord wil hij tot uitdrukking brengen dat “vergiffenis van schuld en verzoening met de dood door middel van het erotisch benaderde tot stand kunnen worden gebracht”. Hoe of wat dringt niet meteen door…

Desondanks gaat van ‘De schone slaapsters’ een indringende, tintelende sensualiteit uit. Het boek is net kort genoeg om niet te gaan vervelen, en elke nieuwe vrouw brengt een ander gevoel (dat bij het erotische aanleunt) te weeg bij de lezer.
Misschien zijn het wel een groep van “oude, veilige mannen voor wie de nacht doorbrengen bij een jong vrouwenlichaam een goddelijk genoegen is” die dit boek tot een ‘must read’ hebben uitgeroepen. Wie zal het zeggen?
2,75*

Neoliberale Waanzin. Flexibel, Efficiënt en Gestoord, De - Paul Verhaeghe (2012)

Alternatieve titel: Paul Verbraekenlezing #7

4,0
Paul Verhaeghe sprak deze redevoering uit in het kader van de Paul Verbraeken-lezing anno 2012. Kort nadien zou 'Identiteit' verschijnen, het boek waarin hij dezelfde ideeën meer uitvoerig uiteenzet. Het vertoog is virtuoos geschreven, uitstekend gedocumenteerd en logisch opgebouwd. Verder is de penvoering vinnig en expliciet moreel geladen, de stijl beknopt en steeds helder, het discours overwegend ernstig doch gekruid met humor. De resultante mag een bijzonder overtuigende kritiek heten op onze actuele maatschappelijke koers. Het is een holle frase, maar toch: iedereen zou dit boekje moeten lezen.

Nooit Meer Slapen - Willem Frederik Hermans (1966)

3,5
Willem Frederik Hermans? Als die naam valt, wordt het onmiddellijk een paar seconden stil. Zo'n eerbiedwaardige stilte, je weet wel. Vervolgens heeft men het over een geraffineerd stilist – de Nabokov van de Nederlandstalige letteren? – en een meesterverteller. Proef op de som: is ‘Nooit meer slapen’ daar een illustratie van?

Nou, vertellen kan Hermans in ieder geval. Via de roman kruipt de lezer in het hoofd van een neurotisch hoofdpersonage dat om de verkeerde redenen met de verkeerde voorbereiding aan een verkeerde onderneming begint. Alles staat in het teken van zijn honger naar succes, waardoor hij stekeblind blijft voor de veelvuldige schoonheid van zijn excursie. De landschappen, het menselijk contact met wat eigenlijk prachtige mensen zijn, de roes van de ontbering, …: allemaal beoordeelt Alfred het in het aanschijn van het resultaat. Hij schat het proces niet naar waarde, en net daarin ligt bij voorbaat zijn falen besloten.

Met groot vakmanschap dringt Hermans de lezer het claustrofobische wereldbeeld van zijn hoofdpersonage op. Gaandeweg manifesteren zich in de taal ook neurotische trekken. Die wordt meer benepen, haar vervreemding van wat vermoedelijk werkelijk is beangstigd. Gevolg is dat je ‘Nooit meer slapen’ in een mum van tijd uit hebt. Omdat Hermans weet hoe hij spanning met mondjesmaat moet opbouwen, hoe hij die moet vasthouden en hoe hij die tenslotte op de spits kan drijven.

Toch gooien enkele minder goed uitgewerkte en voorspelbare verhaalelementen wat roet in het eten. De rol van de professoren blijft bijvoorbeeld onduidelijk. En in plaats van Alfred onbewust getuige te laten zijn van het natuurwonder waar hij naar op zoek was – ook hier blijft hij uiteraard blind voor! – had de schrijver kunnen kiezen voor een scherpere ethische veroordeling. De dwaling van deze jongeman schuilt immers in zijn ambitie – een ambitie die hem misschien nu reeds verbindt met het schijnheilige ras der professoren? Inhoudelijk had Hermans die parallel misschien kunnen fileren?

Goed…graag gelezen? Jazeker! Absoluut! Maar een boek van uitzonderlijke kwaliteit, een roman die de lezer de ogen opent? Eigenlijk niet – daarvoor zijn de “filosofische” franjes te basaal, de inzichten te schaars, de probleemstelling die ten grondslag ligt aan de vertelling te duidelijk. Tenslotte, een groot stilist? Misschien, want Hermans heeft inderdaad geen woord teveel op papier gezet. Wat ik van een groot stilist verwacht is echter taal die dwingt tot stilstand, taal die naar zichzelf verwijst, naar haar eigen wonderlijke pracht, taal van een ongelofelijke intensiteit. Die heb ik hier gemist: de plot vraagt om een bezwerende stijl, 'Nooit meer slapen' heeft die ook, maar het is taal in functie van spanning, geen taal in functie van taal (lees: in functie van de ontroering die taal teweeg kan brengen).

Wat allemaal niet wegneemt dat ‘Nooit meer slapen’ erg genietbaar is. Mij lijkt het echter vooral een boek om adolescenten voor het lezen te winnen. Daar is niets mis mee, maar het mag wat mij betreft ook meer zijn. Meer? Meer abstractie. En: minder concrete handeling. Ziedaar...de sleutel tot een interessanter boek?

3,5*

Noruwei no Mori - Haruki Murakami (1987)

Alternatieve titel: Norwegian Wood

2,5
Met Haruki Murakami heb ik absoluut geen probleem, zolang zijn verhalen maar niet te lang worden uitgesponnen. ‘Ten Zuiden van de Grens’ was in die zin helemaal op mijn maat gesneden: eenzame, gevoelige personages in een kolkende wereld die net iets te snel pulseert opdat de karakters zouden kunnen volgen, in amper 200 bladzijden. Het dààr geschapen “Murakami-universum” loopt parallel met de wereld die wij kennen, is minstens even hard en uiteindelijk raakt iedereen gedesillusioneerd (goede bedoelingen ten spijt), maar toch proeven de personages een extra dimensie die voor het blote oog verborgen blijft. De godverlaten karakters die louche jazz-clubs opzoeken en tot een stuk in de nacht alcohol nuttigen, het heeft tegelijk iets vertederends als iets heel stoer.
Murakami beschouwde ik tot voor kort dan ook als de Wong Kar-Wai van de Aziatische literatuur (en dat wil al wat zeggen ), maar daar kwam na ‘Norwegian Wood’ helaas verandering in.

Het is ontluisterend om lijdzaam te moeten toezien hoe Murakami schaamteloos dezelfde ingrediënten toevoegt: eenzaamheid, jazz, alcohol en een ongezonde hoeveelheid seks (zeker in de absurde finale ) zijn deze keer weeral hét handelsmerk van het hoofdpersonage, en hier hebben ze een eerder tegenovergesteld effect. Watanabe transformeert van een eigenzinnige eenzaat in een besluitloze zielepoot, en het in initium nog magische universum van Murakami stuikt met dit personage in elkaar.
De overige karakters kampen met dezelfde problemen als de centrale figuur, maar echt doortastend met elkaar communiceren lukt niet. Dat is de tragiek van al deze karakters, en het gegeven is zeker en vast sterk genoeg om een meeslepend verhaal mee op te bouwen.

Waarom lukt dat dan niet? Zoals reeds aangegeven valt Murakami teveel in herhaling, maar daarmee is nog niet alles gezegd. Immers, de schrijfstijl is een tweede grote euvel. Murakami mag nog zoveel poëtische pretenties hebben, veel geslaagde metaforen of diepzinnige formuleringen vallen er uit ‘Norwegian Wood’ niet te puren – integendeel. De taal is eerder van een kinderachtige eenvoud, en nergens vindt Murakami een toon die we enigszins naturel zouden kunnen noemen.

Toch is ‘Norwegian Wood’ niet helemaal verwerpelijk. De eerste helft van het boek leest immers aangenaam weg, los van de aanvankelijk nog heel charmante personages. Murakami schrijft zichzelf echter de dieperik in: het tragische lot van een schrijver met writers block? Binnen een jaar toch maar eens één van zijn magisch-realistische romans uitproberen – misschien kan ik daar iets mee.
2,5*

Noyade, La - Roger Martin du Gard (1983)

Alternatieve titel: De Verdrinking

3,5
Wie verdrinkt? Wie niet? Behalve de noodlottig-onafwendbare verdrinking waarin het verhaal culmineert, is het in Roger Martin du Gards ‘La noyade’ een en al verdrinking: voor de lezer, voor de militair die zichzelf compleet verliest in zijn amour fou, en voor de bakkersknecht die het lijdend/leidend voorwerp/onderwerp is van de novelle. Koortsige zinnen, eigenlijk schijnbaar haastig gekrabbelde dagboeknotities, duwen het publiek kopje onder in wat een heftig, zintuiglijk, zinnelijk taalbad is: ocharme honderd of wat bladzijden verhaal, waar de auteur zoveel werkelijk gevoel in wist te stoppen dat hij vreesde dat de fictie wel eens met realiteit kon worden verward.

Klik voor de volledige recensie.

Nutshell - Ian McEwan (2016)

Alternatieve titel: Notendop

3,5
‘Hamlet’ verteld vanuit de onderbuik!
Jawel, dat is letterlijk te nemen…

Wie Ian McEwan associeert met een delicaat parfum dat ruikt naar melancholische ernst niet gespeend van menselijke warmte (denk ‘On Chesil Beach’, of ‘Atonement’, of...), krijgt hier een totaal ander auteur te zien. McEwan verbindt hoge cultuur – Shakespeare als ultieme representant van de Britse toneelkunst en bij uitbreiding de rijkdom der letteren wereldwijd – met een misdaaddebacle dat uit een stationsromannetje weggelopen lijkt. Met als verteller: een ongeboren embryo, weifelend tussen to be or not to be, heen en weer geslingerd tussen de (machts)geile Claude (Claudius) en de grillen van zijn moeder Trudy (ofte Gertrude)…

Perfect is ‘Notendop’ geenszins. Vooral de metafysisch geladen mijmeringen van de verteller zijn af en toe bij de haren gesleept, en zij doorbreken de cadans van het eigenlijke narratief, dat op zijn beurt niettemin ettelijke hilarische passages bevat, en nog verdomd spannend is ook. Leve de schrijver die zijn oeuvre verrijkt met titels die het statuut van de roman in zekere zin bevragen! Want relevant is de vraag naar de verhouding tussen literaire artisticiteit en populaire cultuur absoluut – altijd geweest trouwens.

In een (obligate) notendop: vermoedelijk minder sprankelend in vertaling, maar nog steeds een geestige trip, zonder meer.

3,25*