menu

Hier kun je zien welke berichten J.Ch. als persoonlijke mening of recensie heeft gemarkeerd.

Jacoba, Dochter van Holland - Simone van der Vlugt (2009)

2,5
Recent zag ik in het Dordrechts Museum een schilderij met een voorstelling van Jacoba van Beieren bij het lichaam van Willem van Arkel. De beschrijving suggereerde dat Jacoba gevoelens voor haar vijand had opgevat en dus ‘gewonnen maar ook verloren’ had. Dat klonk als een verhaal waar ik wel meer van wilde weten. Ik had natuurlijk op zoek kunnen gaan naar een biografie maar ik houd nu eenmaal veel meer van historische fictie. Tot mijn plezier vond ik een boek over Jacoba van de hand van Simone van der Vlugt, een schrijfster die ik als kind graag las.

Het eerste dat me opviel is dat deze roman voor volwassenen nauwelijks verschilt van de jeugdromans van Van der Vlugt (althans, hoe ik ze me herinner). Dit boek is niet diepgravender of complexer of schokkender dan ik als 10-jarige had aangekund. Nu is dat an sich geen probleem (ik heb de afgelopen jaren meerdere boeken van Thea Beckman met plezier herlezen) maar omdat dit boek wel expliciet voor volwassenen bedoeld is viel het me toch wat tegen.

Desondanks beviel de eerste helft van het boek me prima. Jacoba is een vrouw met een sterke wil, in een machtspositie waar men niet zomaar een vrouw accepteert. Ik heb nooit veel van de Hoekse en Kabeljauwse twisten geweten, maar Van der Vlugt weet het simpel uit te leggen – hoewel ik denk dat de meeste moderne lezers meer sympathie zullen voelen voor de Kabeljauwse standpunten, terwijl Jacoba Hoeks was. Hoe dan ook, het zijn tumultueuze tijden en dat levert genoeg stof op voor wat dramatische ontwikkelingen. De schrijfster gaat er soms wat snel overheen, maar het is in ieder geval spannend.

Maar dan… Jacoba vertrekt naar Engeland en het verhaal zakt volledig in. Lange tijd zit ze maar een beetje te wachten tot de mannen om haar heen bepalen hoe het verder gaat. Nu begrijp ik dat dat een heel realistisch scenario is voor vrouwen in die tijd, maar ik snap niet waarom de schrijfster hier alle tijd voor neemt terwijl ze Jacoba’s politieke acties alleen maar zijdelings benoemt. Het zou minder erg zijn als Humprey een interessant personage was geweest, maar omdat dat niet het geval is ergerde ik me nogal aan Jacoba’s beurtelingse hunkering naar hem en roze wolk met hem. Later in het boek verdwijnt hij ook vrijwel vanuit het niks van het toneel en dat heeft ongeveer geen consequenties voor het verhaal.

Wat ik het onbegrijpelijkst vind, is dat de epiloog interessanter is dan de pakweg 150 pagina’s ervoor. Het is mij een raadsel waarom het verhaal stopt na Jacoba’s ontsnapping uit Gent terwijl er, getuige de epiloog, daarna nog veel meer gebeurde dat ontegenzeggelijk vele malen interessanter is dan Jacoba’s tijd in Engeland. Ik had graag historische fictie gelezen over Jacoba’s huwelijk met Frans van Borssele, dat al dan niet in het geheim gesloten werd en tegen het zere been van Filips de Goede stootte, om maar een voorbeeld te noemen. Ik had trouwens ook graag beter uitgewerkte antagonisten gehad. En ik had graag iets meer gezien van Willem van Arkel (de hele reden dat ik dit boek wilde lezen). Eigenlijk had ik gewoon liever gehad dat er iemand een goed boek over het leven van Jacoba van Beieren had geschreven (als iemand een suggestie heeft…).

Als je weinig hebt met geschiedenis is dit misschien een toegankelijk boek. Dat kan ik met enige moeite bedenken als reden om dit te gaan lezen. Van der Vlugt schrijft verder vlot en toegankelijk, en zeker in de eerste helft van de boek is het ook nog wel eens spannend. Ik verwachtte er alleen meer van. Alles bij elkaar net genoeg voor 2.5 ster.

Jane Eyre - Charlotte Brontë (1847)

5,0
Jane Eyre – waar moet ik beginnen? Dit is één van mijn favoriete en meest gelezen boeken, met een verhaal en personages die ik steeds meer ga waarderen. De eerste keer dat ik dit boek las is alweer een poos geleden, ik weet er niet veel meer van behalve dat ik Jane een beetje raar vond. Inmiddels waardeer ik de personages en de diepte in het verhaal juist steeds meer.

Jane Eyre is misschien wel één van de meest ontwikkelde personages in de literatuur, ze heeft zoveel verschillende kanten en maakt zoveel ontwikkelingen door. Aan de andere kant is ze bescheiden en moet je vaak tussen de regels doorlezen om al Janes kanten te kunnen zien. Jane is beheerst, rationeel en lijkt vaak zelfs koel, maar diep in haar sluimert een gepassioneerde geest en een heftig gevoel voor rechtvaardigheid. Jane werkt hard en kan heel gewillig zijn, ze lijkt een braaf meisje en ze heeft ook zeker principes, maar soms wordt het haar teveel en schiet ze uit haar slof. Jane zelf zegt ook dat ze niet goed een balans kan vinden tussen blinde onderdanigheid en vurige opstandigheid. Aanvankelijk bevreemden mij die tegenstellingen in haar wat, maar nu vind ik dat ze haar juist geloofwaardiger maken als personage.

En dan Mr. Rochester… Na rijp beraad heb ik geconcludeerd dat een dreigende, donkere, mysterieuze man als hij toch wel aantrekkelijker is dan een beschaafde gentleman à la Mr. Darcy. Mr. Rochester is raadselachtig, maar toch echt, juist omdat we al heel snel doorkrijgen dat hij verre van perfect is. Mr. Rochester en Jane hebben een bijzondere band met elkaar, eigenlijk al vanaf het begin. Hoe zij met elkaar omgaan is vaak verre van normaal, misschien niet eens altijd gezond, maar ze passen toch prima bij elkaar. Charlotte Brontë weet het heel aannemelijk te maken dat Jane zich juist prettig voelt bij Mr. Rochesters ruwe manieren en onvoorspelbaarheid. Hij maakt het haar wel heel erg moeilijk soms, dat wordt in de scène vlak voordat hij bekent dat hij van haar houdt en met háár wil trouwen in plaats van met de onuitstaanbare Miss Ingram zelfs gemeen, maar gelukkig weet Jane hem later genadeloos terug te pakken als ze eenmaal verloofd zijn en zij hem, heel verstandig denk ik, beurtelings aantrekt en afstoot.

Een ongewone romance als die tussen de gouvernante en de heer des huizes kan sowieso op mijn waardering rekenen, maar het geluk wordt de arme Jane natuurlijk niet zomaar in de schoot geworpen. Door de opbloeiende liefde waren we toch bijna vergeten dat er ondertussen allerlei verdachte dingen gebeuren op het oude, afgelegen Thornfield. Als de ontknoping komt is dat een schok, de scène erna is niet minder dan een drama. Het gesprek tussen Jane en Mr. Rochester waarin hij haar uitlegt waarom hij met haar wilde trouwen en haar heel duidelijk maakt dat hij verloren zal zijn zonder haar is een bijzonder intense dialoog, één van de meest memorabele in fictie. Net als Jane was ik als lezer verscheurd: Jane moet weg, het is niet juist dat zij als zijn vrouw met hem leeft terwijl hij getrouwd is met een ander, maar ze passen zo goed bij elkaar en je weet dat ze bij elkaar moeten zijn. Misschien dat hedendaagse lezers dat dilemma niet zo zien als Jane, maar zelfs als je geen bezwaar hebt tegen bigamie, denk ik dat het niet goed zou zijn als Jane bij Mr. Rochester bleef. Ik denk dat ze gelijk heeft om te vrezen dat ze gewoon de volgende in de rij zou zijn, eerst geliefd, daarna afgedankt. Jane heeft eigenlijk geen keus, maar dat maakt het niet minder pijnlijk voor haar of voor mij als meelevende lezer!

Eigenlijk gelukkig voor ons, want zo kunnen we nog wat langer van Jane Eyre genieten. Een nieuw, boeiend personage wordt geïntroduceerd: St. John Rivers. Hij verschilt sterk van Mr. Rochester, maar toch krijgt hij al snel een soortgelijke macht over Jane. Zij maakt zich ondergeschikt aan hem, maar in tegenstelling tot bij Mr. Rochester maakt het haar ellendig. De indrukwekkende, bewonderenswaardige maar ook angstaanjagende en bijna onmenselijke St. John laat Jane bijna doorschieten in het andere uiterste: in plaats van een prettig leven in zonde, een leven dat alleen bestaat uit plicht en alle gevoelens daaraan ondergeschikt maakt. Dat Jane daar bijna voor valt, verbaast mij niet; het is de enige manier om haar voorgoed van Mr. Rochester te scheiden.Gelukkig komt vervolgens de natuur zelf in opstand, zoals Jane dat uitdrukt, en komt uiteindelijk toch nog alles terecht.

Er zijn wel wat kleine minpuntjes in het verhaal. Soms neigt een beschrijving of dialoog naar melodrama, soms komt een plotwending wel heel gemakkelijk uit de lucht vallen. De laatste zinnen heb ik altijd een vreemde manier gevonden om een verhaal als dit te eindigen. Maar er is zoveel wat daarvoor compenseert dat ik het verhaal er niet op af kan rekenen.

Ik houd van het verhaal met de vele dramatische wendingen en soms griezelige ondertonen. Ik houd ervan dat personages eerst een boel ellende moeten ondergaan, om daar vervolgens gelouterd en als beter mens uit te komen. Ik houd van de personages en hun diepgang, de bijzondere banden die zij met elkaar hebben. Ik houd ervan om een personage lang genoeg te volgen om te kunnen zien hoe een karakter zich ontvouwt en ontwikkelt. Ik houd van de worstelingen, de keuzen die gemaakt moeten worden tussen wat goed is en wat goed voelt, de tegenstelling tussen verstand en gevoel. Jane Eyre heb ik meerdere malen gelezen en zal ik hopelijk nog vaker lezen. Dit boek hoort in mijn top tien.

Jevgeni Onegin - Alexander Poesjkin (1833)

Alternatieve titel: Jewgeni Onegin

4,0
Tot mijn verbazing heb ik Jevgeni Onegin met veel gemak en plezier gelezen. Ik heb niet heel veel 'ervaring' met poëzie en een roman in verzen leek dan ook een uitdaging. Al snel bleek echter dat Poesjkins stijl en ritme heel meeslepend zijn: na een paar regels leest het net zo gemakkelijk als proza. Af en toe moet de schrijver/vertaler zich in een rare bocht wringen om de woorden mooi in het metrum te laten passen, maar meestal lijkt het alsof Poesjkin geen enkele moeite heeft moeten doen om een verhaal compleet in verzen te vertellen.

Wat moet dit moeilijk zijn om te vertalen, en wat zou het fijn zijn om niet in vertaling te hoeven lezen. Ik heb vanzelfsprekend geen idee in hoeverre de door mij gelezen vertaling recht doet aan het origineel, en dat weet je denk ik ook pas als je het origineel wel kunt lezen. Poesjkins stijl met zijn ironie en weemoed lijkt me nog beter uitkomen in de oorspronkelijke taal - poëzie komt vanzelfsprekend altijd beter uit in de oorspronkelijke taal.

Het verhaal is wellicht wat ondergeschikt aan stijl en vorm maar is desalniettemin interessant. Tot mijn eigen verwondering kon ik het vrij abrupte eind wel waarderen (Poesjkin geeft hier zelf een mooie verklaring voor), andere gaten in het verhaal vond ik dan weer jammer. Ik had toch iets meer willen lezen over Tatjana's keus om met een ander te trouwen. Dat vind ik dus minder, maar over het algemeen overheerst de bewondering.

Voor nu vier sterren, wellicht na een herlezing in de toekomst hoger.

Joenost - Lev Tolstoj (1857)

Alternatieve titel: Jongelingschap

3,5
Dit laatste deel van de trilogie (in de vertaling van Arthur Langeveld Studentenjaren geheten) heb ik jaren later dan de vorige twee delen gelezen. Geen idee waarom daar zoveel tijd tussen zat, want zover ik mij kan herinneren heb ik de vorige twee delen met plezier gelezen. Nadeel nu is dat ik sommige personages (en vooral hun onderlinge relaties) niet altijd goed thuis kon brengen. Gelukkig maakt dat verder niet uit voor de leesbaarheid van het verhaal. De korte hoofdstukken doen mij af en toe aan columns of afleveringen van een feuilleton denken; er zit wel een grotere verhaallijn in, maar veel hoofdstukken zijn ook goed los te lezen.

Zoals altijd weet Tolstoj de dingen op onnavolgbare wijze uit te drukken. Al ontbreken grootse, dramatische ontwikkelingen, Tolstoj schrijft net zo treffend als altijd. Nikolajs worstelingen met zijn eigen ideeën over hoe hij zou moeten zijn en zijn onvermogen om die ideeën in de praktijk te brengen, zijn bijna obsessieve aandacht voor wat anderen van hem denken, zijn gedrag dat niet bij hem past en ook nooit het gewenste effect lijkt te hebben, zijn pogingen om verliefd te worden en te blijven, zijn drang om alles toch maar comme il faut te doen... Alles wordt bijzonder treffend (ik kan er geen beter woord voor vinden) beschreven. Eigenlijk denk ik dat de meeste pubers met gelijksoortige problemen worstelen, maar ja, krijg de gemiddelde hedendaagse tiener maar eens zover om Tolstoj te lezen.

Studentenjaren is geen groot meesterwerk als Anna Karenina, maar het is duidelijk geschreven door dezelfde, zeer getalenteerde schrijver. Ik geloof dat dit één van zijn eerste werken was en dat Tolstoj toen hij dit schreef nog behoorlijk jong was. Een natuurtalent blijkbaar.

Jonkvrouw - Jean-Claude van Rijckeghem en Pat van Beirs (2005)

3,5
Alleraardigst. Een verhaal over een vrouw die in opstand komt tegen de mannen om haar heen in een tijd dat een dochter soms werd gezien als een straf van God, dat kan ik altijd wel waarderen. Marguerite heeft pit, dat sowieso. Dit boek heeft me heel vaak doen glimlachen.

Het grootste mankement is dat vooral de serieuze gedeelten vaak te snel eindigen. Een paar jaar geleden heb ik dit boek al eens eerder gelezen en het deel waarin Marguerite met haar kersverse echtgenoot wordt opgesloten in een kluis omdat de pest is uitgebroken is me altijd bijgebleven. Nu ik het herlees, vind ik het jammer dat de schrijvers er niet meer mee gedaan hebben, volgens mij is het een plotwending waar best wat potentie in zit. Vanaf dit punt gaat het verhaal eigenlijk veel te snel voorbij. Het zwaardgevecht met haar vader vind ik een originele vondst, maar vrijwel direct daarna is het boek afgelopen en dat vind ik heel jammer. Ik zou graag hebben gelezen hoe Marguerite en haar vader met elkaar om zouden gaan na deze confrontatie. Tussen twee haakjes, de vader is voor mij sowieso het meest interessante personage in dit boek en de relatie met zijn dochter is het meest interessante thema. Een epiloog zou inderdaad wel een goed idee zijn, Marguerite is nog zo jong als het boek afgelopen is en er staat nog behoorlijk wat op haar te wachten.
Iets meer diepgang had ook wel gemogen, trouwens. Zeker na het uitbreken van de pest lijkt mij dat er genoeg drama is om aanleiding te geven tot zelfreflectie van de hoofdpersoon, maar die is helaas minimaal. Dit was een uitgelezen gelegenheid om Marguerite echt volwassen te laten worden. Jammer.

De humor mag men dan voorspelbaar vinden, maar het is toch een soort van jeugdboek en ik kon er in ieder geval wel om lachen. Bovendien wordt het middeleeuwse leven zo kleurrijk en nietsverbloemend beschreven dat ik mild gestemd word. Het hele boek is zo vol van leven dat ik er, ondanks de minpunten, toch erg van genoten heb.

Jude the Obscure - Thomas Hardy (1895)

Alternatieve titel: Oproerige Harten

4,5
Waarom lees ik toch boeken als Jude the Obscure? Net als het vorige boek van Thomas Hardy dat ik heb gelezen, Tess of the D’Urbervilles, is Jude the Obscure allesbehalve een boek waar je vrolijk van wordt. Dat wist ik van te voren, en toch heb ik het gelezen. Nu ik het uit heb, heb ik er zeker geen spijt van dat ik het gelezen heb, maar het is zeker een aanslag op je humeur.

Jude lijkt al vanaf het begin voorbestemd om een ellendig leven te leiden en nooit te kunnen bereiken wat hij werkelijk wil. Het wordt vrijwel onmiddellijk duidelijk dat zijn ambities veel te hoog gegrepen zijn en daarnaast ook niet begrepen worden door de mensen om Jude heen. Jude heeft een persoonlijkheid die het hem niet gemakkelijk maakt in de samenleving waarin hij opgroeit. Als hij Sue ontmoet, lijkt hij eindelijk dan toch iemand te hebben gevonden die de dingen op dezelfde manier ziet als hij. Toch bekroop me al in het stadium van hun voorzichtige vriendschap het gevoel dat het voor Jude en Sue niet goed zou aflopen. Ik verwachtte eerlijk gezegd dat Jude zou proberen zijn ongelukkige huwelijk verborgen te houden voor Sue en dat dat geheim hen uiteindelijk zou achtervolgen, maar het pakt heel anders uit.

Jude en Sue zitten beide gevangen in het keurslijf van de maatschappij, waarin geen plaats is voor hun moderne levensvisie. De manier waarop Jude en Sue met elkaar omgaan wordt door de mensen om hen heen niet begrepen. Echter is het niet (alleen) de sociale druk die hen ten onder doet gaan, het is de manier waarop zij er mee omgaan. Zolang ze zich er niets van aantrekken wat de wereld van hen denkt hebben ze genoeg aan elkaar. Het is pas na een verschrikkelijke gebeurtenis dat ze beiden de dingen anders gaan zien, en hun nieuwe visie drijft hen uit elkaar en veroordeelt hen tot een vreugdeloos leven.

Het blijft voor mij een klein raadsel waarom ik Thomas Hardy lees. Zoals ik al zei, je wordt er niet vrolijk van. Daarnaast is het taalgebruik soms best lastig te volgen als je het verhaal niet in vertaling leest. Na verloop van tijd wen je daar wel aan, en als je er goed op let zie je soms ineens hoe mooi het taalgebruik van Hardy eigenlijk is. Maar je moet er wel moeite voor doen, dus. Bovendien duurde het mijns inziens behoorlijk lang voordat het verhaal een beetje op gang kwam. Als Jude voor het eerst in Christminster komt, ziet hij in een soort visioen al de wijze mensen die hier vóór hem hebben rondgelopen – een behoorlijk lang en weinig interessant hoofdstuk. Voordat Jude Sue leert kennen, gebeurt er eigenlijk niet zo veel. Desalniettemin heb ik de laatste honderd pagina’s in hoog tempo verslonden, want dan volgen de dramatische gebeurtenissen elkaar in hoog tempo op. Misschien waren de eerste hoofdstukken gewoon een heel lange aanloop? Bovendien denk ik dat het begin van het verhaal nodig is om Jude te begrijpen en om met hem mee te voelen. Hetzelfde geldt voor Sue, die weliswaar niet de hoofdpersoon is, maar misschien wel het fascinerendste personage. Zij maakt het voor de mensen om haar heen én voor haarzelf niet gemakkelijk, en lijdt daar uiteindelijk zelf het meest onder.

Een heleboel kommer en kwel in Jude the Obscure, dus. Blijkbaar heeft Thomas Hardy een gave waardoor mensen boeken als deze toch willen lezen. Net als Tess of the D’Urbervilles is Jude the Obscure op de één of andere manier toch bijzonder mooi. Het blijft sterk in je hoofd zitten nadat je het uit hebt (voor mij is dat een kenmerk van een goed boek) en roept allerlei tegenstrijdige gevoelens in je op. Nu maar hopen dat Thomas Hardy ook een boek heeft geschreven waar je minder droevig van wordt maar dat net zo goed is als Jude the Obscure.