menu

Hier kun je zien welke berichten J.Ch. als persoonlijke mening of recensie heeft gemarkeerd.

Happy Prince and Other Stories, The - Oscar Wilde (1888)

Alternatieve titel: De Gelukkige Prins en Andere Verhalen

4,5
Oscar Wilde is mijns inziens briljant, zijn humor is echt de mijne. Aangezien hij aan romans niet zoveel geschreven heeft moet ik het doen met toneelstukken en korte verhalen. Van de laatste heb ik onlangs een bundel gekocht en ik heb er absoluut geen spijt van.

Zijn het sprookjes? Het zijn in ieder geval verhalen met pratende dieren (en standbeelden, en stukken vuurwerk), maar ik zou dit niet aan elke willekeurige kleuter willen voorlezen. Ik denk dat die er ook weinig van zou snappen. De verhalen zijn altijd ironisch en soms zelfs cynisch, en eindigen niet met een 'nog lang en gelukkig'. In tegendeel, de verhalen zijn vaak behoorlijk wrang.

Wilde combineert die wrangheid met een boel humor en weet het zo voor elkaar te krijgen dat je in een verhaal van een paar bladzijden zowel zou kunnen huilen als hardop lachen. Daarnaast weet hij ook nog eens maatschappijkritiek erin te stoppen en staat er op elke bladzijde wel een zin die het onthouden waard is. Kom maar op met de volgende serie korte verhalen.

Helse Paradijs, Het - Thea Beckman (1987)

3,5
Nadat het lezen van Kinderen van Moeder Aarde een plezierig feest van herkenning bleek, moest natuurlijk ook de opvolger eraan geloven. Dit deel wordt grotendeels vanuit het perspectief van de Badeners verteld. Waar in het vorige deel alle Badeners doorgaans over dezelfde kam geschoren werden, doet Beckman nu moeite om er individuele personages van te maken, en dat doet het verhaal veel goeds. Kilian Werfel is zo'n typische Beckman-held: nieuwsgierig, intelligent en met een functionerend moreel kompas, maar feilbaar genoeg om je mee te kunnen identificeren. De officieren zijn ook niet allemaal schurken, hoewel ze natuurlijk wel allemaal dezelfde verkeerde denkbeelden hebben. Meer dan in het vorige deel echter zien we echter nu hoe verschillend de Badeners ermee omgaan als die denkbeelden aangetast worden door wat ze in Thule doormaken. Subtiliteit is nog altijd niet Beckmans sterke kant, maar de personages krijgen iets meer de ruimte om zich te ontwikkelen.

Het gaat er in dit tweede deel wat heftiger aan toe dan in het vorige deel. Niet alleen het land zelf lijkt de Badeners vijandig gezind, ook de Thulenen hebben een stuk minder schroom om slachtoffers te maken dan bij de vorige Badense invasie. Er wordt een paar keer genoemd dat dit de Thulenen in gewetensnood brengt, maar dat wordt niet goed uitgewerkt. We krijgen niet te zien hoe bijvoorbeeld besloten wordt om de bosbrand aan te steken, terwijl dat wel een cruciaal moment moet zijn geweest. Sowieso komen de Thulenen er bekaaid van af qua aanwezigheid (de Konega, mijn favoriete personage uit het eerste deel, komt nauwelijks aan het woord) en karakterontwikkeling. Fijn dat de Badeners in dit deel wel als individuen worden beschreven, maar jammer dat dit dan weer ten koste gaat van de Thulenen. Die zijn allemaal opgeruimd, vastbesloten en vol vertrouwen - daar ging ik me op een gegeven moment toch wat aan ergeren. En ik snap nog steeds niet wat iedereen toch ziet in die Thura.

Het Helse Paradijs zit goed in elkaar qua plot en is in dat opzicht misschien wat volwassener dan het eerste deel. Minder familieperikelen, meer identiteits- en integratieproblematiek. Er vallen slachtoffers - ik was alweer helemaal vergeten dat het boek toch behoorlijk schokkend eindigt. Aan de andere kant is er in dit tweede deel minder terug te vinden van het plezier waarmee de schrijfster haar utopische samenleving heeft geschapen, en dat is jammer. Al met al kom ik daarom op dezelfde waardering uit als voor de voorganger.

Hidden Places - Lynn Austin (2001)

Alternatieve titel: De Boomgaard

4,0
Dit is denk ik mijn favoriet van Lynn Austin. Christelijke fictie is niet mijn favoriete genre, vooral omdat bijna alles uit Amerika komt en dat ook duidelijk te merken is. Ik als nuchtere Nederlander kan me nog wel eens ergeren aan de vele overdrijvingen en het gebrek aan subtiliteit. In dit opzicht valt Lynn Austin nog mee, zij schrijft namelijk verhalen die zo boeiend zijn dat je bereid bent haar heel wat te vergeven. Bovendien is zij, vooral in dit boek, minder scheutig met cursieve zinnen die moeten aangeven wat de hoofdpersoon denkt (Wat is er toch met hem? Houdt hij niet meer van me?) dan veel van haar collega's en dat is mijns inziens een goede zaak.
Lynn Austin staat bij mij vooral bekend als iemand die ervan houdt om verhalen in verhalen te vertellen, en zij doet dat dan ook zeer bedreven. In dit boek krijg je niet alleen het verhaal in het heden van Eliza Wyatt te horen, maar bijvoorbeeld ook het verhaal van haar ouders, het verhaal van haar man en schoonouders en zelfs de geschiedenis van de gestoorde tante van haar man. Die verhalen samen blijken heel bepalend te zijn voor het heden van de personages, en Austin verweeft ze zo dat je dit onmiddellijk aanneemt. Eigenlijk is het een soort familiekroniek die je voorgeschoteld krijgt. Het mooiste en ook meest trieste deel is wanneer Eliza vertelt over haar overleden man, die zoveel van haar hield terwijl zij die liefde nooit volledig heeft kunnen beantwoorden, en die door de koppigheid van zijn vader uiteindelijk een afschuwelijke dood sterft. Arme kerel. Hij is in heel het verhaal misschien wel het grootste slachtoffer.
Een thema dat de schrijfster wel vaker gebruikt, is het principe van voor de schuld van de ouders laat ik de kinderen boeten, en ook het derde geslacht en het vierde, wanneer ze mij haten uit de Tien Geboden. Hier is het het harde en liefdeloze gedrag van Eliza's schoonvader Frank Wyatt dat doorwerkt in de komende generaties. Echter, het moet uiteindelijk natuurlijk ook weer goedkomen en daar speelt het Christelijk geloof een grote rol in.
In deze roman slaagt Austin erin haar personages tot leven te brengen en te laten groeien op een geloofwaardige manier. Het verhaal is mooi, soms ook vermakelijk en leest goed weg. Ik heb het nu minstens drie keer gelezen en hoewel je dan bepaalde minpunten steeds beter opvallen, blijf ik het verhaal erg mooi vinden. Voor mij is dat voldoende om een boek een goed boek te noemen.

His Bloody Project: Documents Relating to the Case of Roderick Macrae - Graeme Macrae Burnet (2015)

Alternatieve titel: Zijn Bloedige Plan: Documenten Gerelateerd aan de Zaak van Roderick Macrae

4,5
Eens in de zoveel tijd komt het voor dat ik een boek lees omdat de titel mijn aandacht trekt. His Bloody Project is een fantastische titel, hoewel ik het om die reden alleen niet gelezen zou hebben. Het zou ook net zo goed een dertien-in-een-dozijn-thriller kunnen zijn. Dit verhaal speelt zich echter af in 1869 in de Schotse Hooglanden, en dat was genoeg reden voor mij. Gelukkig maar, want wat een meesterlijk boek is dit! De opzet is ongewoon (zie de plotbeschrijving hierboven) en de schrijver maakt hier heel slim gebruik van.

Een groot deel van het boek bestaat uit het verslag van Roderick Macrae zelf. Nergens lijkt hij ook maar een poging te doen om zijn onschuld te bewijzen of zijn daden te verontschuldigen. Zijn stijl is sober en haast pijnlijk openhartig. Tussen de regels door lees je wat voor ellendig en uitzichtloos leven hij gehad moet hebben, maar Roderick beklaagt zich niet. Het duurde niet lang voordat ik een grote sympathie voor hem had opgevat. Burnet laat die sympathie vervolgens keihard botsen met afschuw om de gruwelijkheden die Roderick heeft begaan. Dat was een wonderlijke ervaring. Ik merkte tot mijn verbazing dat ik, bij de beschrijving van de daadwerkelijke moorden beland, bijna bang was dat hij niet in zijn opzet zou slagen.

Rodericks verslag zou opzichzelfstaand al een goed verhaal zijn geweest. Het heeft wat overeenkomsten met Achtendertig Nachten, dat ik ook erg kan waarderen. Burnet gaat echter nog een paar stappen verder. Nu hij de lezer geconfronteerd heeft met twee zeer tegenstrijdige gevoelens – sympathie en afschuw – laat hij de hoofdpersoon berechten. Zo word je haast gedwongen om zelf ook een oordeel te vellen, of in ieder geval een kant te kiezen. De aanklager beweert dat Roderick bij zijn volle verstand was en de moorden gepleegd heeft vanwege duidelijke motieven. In die motieven heeft de lezer inzicht gekregen, waardoor de moorden niet gerechtvaardigd worden, maar tot op zekere hoogte wel begrijpelijk. De verdediging beweert dat Roderick lijdt onder ‘moral insanity’ en dat hem zijn daden niet aangerekend kunnen worden.

Ikzelf had moeite om een keus te maken. Vanwege mijn sympathie voor de hoofdpersoon hoopte ik op vrijspraak. Aan de andere kant zou het Roderick geen recht doen om te zeggen dat hij ‘morally insane’ is – hij had immers invoelbare redenen om tot zijn daad te komen. En is vrijspraak (levenslange opsluiting in een gesticht) wel beter dan veroordeling (de galg)? Ik kon niet tot een beslissing komen, en had geen andere keus dat het boek zo snel mogelijk uitlezen. Ik heb zelden dat mijn hart letterlijk sneller gaat kloppen bij het lezen van een boek, maar bij His Bloody Project had ik het tweemaal: tijdens Rodericks beschrijving van de moorden, en tijdens de ontknoping van de rechtszaak.

Voor een boek van nog geen 300 pagina’s heeft de schrijver er bewonderenswaardig veel thema’s in kunnen krijgen. Het verschil tussen schuld en verwijtbaarheid en tussen feiten en waarheid staan het meest op de voorgrond. Maar het gaat bijvoorbeeld ook over de band tussen vader en zoon, over het harde leven in een ‘achtergestelde’ regio, over machtsmisbruik en wraak, over een benauwende samenleving waaruit een afwijkend individu niet kan ontsnappen. His Bloody Project wordt zo een bomvol boek dat toch subtiel en gebalanceerd is, en dat je een hoog tempo uitleest. Dit alles tegen een historische achtergrond die ik interessant vind, maar die niemand hoeft af te schrikken. Burnet heeft een prettige schrijfstijl en zijn Engels is goed te volgen (hoewel er ook een Nederlandse vertaling is). Minpunten kan ik nauwelijks bedenken; ik had alleen graag meer gezien van de relatie tussen Roderick en zijn zus Jetta. Dat was het boek maar een paar pagina’s langer. Desalniettemin is het een van de fascinerendste boeken die ik in lange tijd gelezen heb. Absoluut een aanrader.

Hobbit, The - J.R.R. Tolkien (1937)

Alternatieve titel: De Hobbit

4,0
Het was alweer een tijd geleden dat ik The Hobbit gelezen had en in mijn herinnering is het een beetje een ondergeschoven kindje in vergelijking met The Lord of the Rings. Na herlezing vind ik die reputatie toch niet helemaal verdiend. Als je met LotR begint en daarna pas dit boek erbij pakt, kan ik me voorstellen dat The Hobbit teleurstelt, maar het is natuurlijk ook de bedoeling dat je het andersom doet. Dan blijkt The Hobbit zowel een prettige opstap naar het grotere werk als een heel leuk boek op zichzelf.

In vergelijking met LotR is The Hobbit vooral wat gecondenseerder. Men noemt het regelmatig een 'boekje' maar met 289 bladzijden mag het van mij gewoon een boek heten. Een boek met een iets lichtere toon en vooral een stuk meer vaart dan z'n grote broer. Natuurlijk lever je dan ook iets van de diepgang in, maar het viel mij met deze laatste lezing op dat er best wel serieuze thema's worden aangesneden (vooral vanaf het moment dat Smaug dood is). Het tempo is redelijk hoog; het ene avontuur volgt het andere op en de sfeer wordt geleidelijk grimmiger. De trollen waren nog wel grappig, de aardmannen zijn al een stuk enger, de wolven en spinnen zijn serieus griezelig en dan moet de draak nog komen. Het mooie van draken is dat ze zowel fysiek bedreigend zijn als gevaarlijk slim. Ik vond het dan ook jammer dat de interactie tussen Bilbo en Smaug zo kort is en Smaug uiteindelijk vrij snel uitgeschakeld wordt. Maar misschien moet dan het grootste gevaar nog komen.

En net als in LotR is het grote gevaar niet eens een tastbare vijand. Omwille van de schat, en dan met name de Arkensteen, dreigt een allesvernietigende oorlog - als dat geen duidelijke vooruitwijzing is naar LotR weet ik het ook niet meer. Dan wordt ook duidelijk dat Tolkien tussen de avonturen door wel degelijk bezig is geweest met karakterontwikkeling. Bilbo's moed blijkt al uit eerdere aanvaringen met spinnen en draak, maar pas als hij zijn vrienden verraadt om een oorlog te voorkomen komt de reikwijdte ervan aan het licht.

Bilbo is dus een goed ontwikkeld personage, waar zijn reisgenoten helaas wat bleekjes bij afsteken. Dat kan misschien ook niet anders met dertien dwergen, maar toch. Sommige krijgen één karaktereigenschap mee (Thorin is eerzuchtig, Bombur is vooral dik, Fili en Kili zijn de waaghalzen van het stel), sommige alleen een naam. Het had geen kwaad gekund om iets meer tijd en aandacht aan hen te besteden. Gandalf is dan wel weer interessant, en de figuur van Beorn vond ik eigenlijk ook wel intrigerend. Waar Tolkien nooit moeite mee heeft, is het beschrijven van de wereld die hij gecreëerd heeft. Het Demsterwold bijvoorbeeld is zo levendig omschreven dat het bijna een personage op zich is. Het kost ook weinig moeite om je in te leven in Bilbo als hij verdwaald is in de tunnels van de aardmannen - en tegen Gollem aanloopt (één van de hoogtepunten van het boek).

Er zijn wel wat dingen aan te merken op The Hobbit. Ik noemde al dat de dwergen matig zijn uitgewerkt (en de dwergen die wel een 'gezicht' krijgen leggen even tussen neus en lippen door het loodje). Sowieso is het einde een beetje te snel voor mij. En af en toe krijgen we een glimp te zien van avonturen die zich buiten het boek afspelen of zich eerder al hebben afgespeeld (de komst van Smaug naar de Eenzame Berg, of de belevenissen van Gandalf) en ik vind het dan zo jammer dat we daar verder niets van te zien krijgen. Ik ben daarnaast geen groot liefhebber van de liederen, maar ik denk dat dat er een beetje bij hoort.

Ik kan niet ontkennen dat The Hobbit bij lange na niet zo episch is als The Lord of the Rings. Dat maakt het voor mij niet per se een slechter boek. Grootste pluspunt is waarschijnlijk dat er meer vaart in zit; je hoeft je nooit door een taai hoofdstuk heen te worstelen. Onafhankelijk van LotR is The Hobbit een kleurrijk, sfeervol en spannend boek dat je moeiteloos uitleest en dan toch niet oppervlakkig is. Dat is toch een prestatie op zichzelf.

Hollow Hills, The - Mary Stewart (1973)

Alternatieve titel: De Holle Heuvels

3,5
Arthur is hier! Waar The Crystal Cave eindigde met de conceptie van Arthur, behandelt The Hollow Hills de periode tot hij als Hoge Koning wordt uitgeroepen. Ondanks de langverwachte komst van Arthur vond ik dit tweede deel toch wat minder dan het eerste.

Merlijn is natuurlijk de eigenlijke hoofdpersoon, maar hij heeft na de dood van zijn vader zijn leven geheel gericht op de komst van Arthur. Als die eenmaal geboren is en veilig ondergebracht is het vervolgens wachten tot hij oud genoeg is om een rol van betekenis te gaan spelen. Daar kakt het verhaal wat in. Merlijn gaat op reis, noemt halfslachtig wat plaatsen en mensen maar echt boeien wil het niet. Stewart had ofwel meer moeten investeren in Merlijns tijd in het buitenland (en zijn existentiële crisis als hij zijn magie lijkt te zijn kwijtgeraakt) ofwel de periode met een paar regels moeten samenvatten. Nu voelt het als een verplichte opvulling. Jammer.

Als Merlijn eenmaal het Woeste Woud intrekt en Arthur ontmoet is mijn interesse meteen weer gewekt. Arthur is nog een kind maar houdt een grote belofte in zich. Dat weet Stewart dan wel weer uitstekend te beschrijven. Ze blijft ook onverminderd goed in het soepel vermengen van mythes en geschiedenis; zo combineert ze de verhalen van het zwaard in de steen en Excalibur uit het meer met de historische figuur van Macsen Wledig. In het tweede deel van het boek zien we ook wat meer interacties tussen Merlijn en andere niet-inwisselbare personages. Omdat Merlijn zo’n afstandelijk personage is, is het nodig om hem in relatie met anderen te zien, of mijn betrokkenheid bij hem neemt af. Ambrosius en Niniane worden daarom node gemist. Andere boeiende personages (Ygraine, Morgause, Lot) zien we maar kortdurend verschijnen. Hopelijk zien we in het volgende deel meer van hen.

De kiemen van het onheil worden alvast gezaaid: Merlijn krijgt onverklaarbare huiveringen als Arthur het Keltische woord guenhwyvar gebruikt, en de slinkse Morgause verleidt de onwetende Arthur, zodat Mordred verwekt wordt. Op de oogst moeten we echter nog wachten. Eigenlijk voelt The Hollow Hills meer als een epiloog van het eerste deel en een proloog voor het derde. Op zichzelf is het boek daarom net wat minder indrukwekkend dat The Crystal Cave. Hopelijk stijgt het laatste deel hier nog bovenuit.

Horse and His Boy, The - C.S. Lewis (1954)

Alternatieve titel: Het Paard en de Jongen

4,5
The Horse and His boy is een beetje een vreemde eend in de bijt tussen de andere Chronicles of Narnia. Allereerst speelt het zich nauwelijks af in Narnia, er komen dit keer geen personages van onze wereld in de wereld van Narnia terecht, en qua tijdlijn past dit deel ook niet zo goed. De rest van de kronieken valt nog wel chronologisch te lezen, maar dit deel speelt zich af tijdens de laatste pagina's van The Lion, the Witch and the Wardrobe en daarom is het maar de vraag, als je de boeken op volgorde wilt lezen, wanneer je aan dit deel begint. Ik heb de boeken vele keren gelezen, dit keer las ik The Horse and His BoyPrince Caspian, als ik The Voyage of the Dawn Treader nog moet lezen, maar dat was eigenlijk toevallig.

Ondanks dat The Horse and His Boy dus wat afwijkend is, kan ik er net zo goed van genieten als van de verhalen die zich daadwerkelijk in Narnia afspelen. Ik moet alle zeven delen weer even gelezen hebben om te bepalen welke ik de leukste vind (als ik al ooit kan kiezen) maar dit deel komt zeker hoog te staan. Net als de andere boeken is ook dit boek weer heel avontuurlijk, met onder meer een reis door de woestijn, een belegerd kasteel en een complot dat wordt afgeluisterd. Net als de andere boeken wordt alles verteld op de prettige manier die Lewis zo eigen is. Ik vind het boek in het geheel niet te kinderlijk voor volwassenen, hoewel ook niet te volwassen voor kinderen. Lewis heeft duidelijk veel plezier gehad in de dialogen, wat je bijvoorbeeld merkt aan het verhaal dat Aravis vertelt en de scène met de Tisrok. Daar zit meer dan genoeg humor in voor volwassenen.

Het verhaal is erg spannend en de personages zijn bijzonder goed gelukt. Shasta mag ik graag omdat hij zo vreselijk nuchter is en een talent heeft voor droge opmerkingen. Prins Corin is één grote baal strijdlustig enthousiasme en kattenkwaad. Aravis is een heel strijdbaar personage, wat ik altijd graag mag zien bij vrouwen en meisjes. Natuurlijk kibbelen zij en Shasta heel wat af en natuurlijk kijkt zij nogal op hem neer. Brie heeft ook zeker geen gebrek aan eigendunk. Zoals verwacht zorgt Lewis (via Aslan) ervoor dat iedereen zijn lesje leert en er als beter mens/dier uitkomt. Het lesje dat Rabadash leert is daarbij natuurlijk de leukste...

Fijn dat we de Pevensies nog terugzien in dit deel. Aan de ene kant vind ik het heel erg jammer dat Peter niet in het verhaal voorkomt, maar aan de andere kant laat dit wel meer ruimte over voor Edmund. Het is goed om hem als volwassen man te zien die duidelijk zijn les uit The Lion, the Witch and the Wardrobe niet vergeten is. De rol die Aslan in het verhaal speelt, hoewel je pas aan het eind leest hoe hij eigenlijk het hele verhaal aanwezig is geweest, zelfs als kat die Shasta komt troosten als hij bang en alleen is, vind ik hier ook erg mooi gedaan.

Eigenlijk heb ik heel weinig aan te merken op The Horse and His Boy. Ik heb het bijna in één ruk en met het grootste plezier gelezen, zelfs al was het de zoveelste keer. Nu snel verder met de volgende...

House of Names - Colm Tóibín (2017)

Alternatieve titel: Het Huis van de Namen

3,0
Ik had hoge verwachtingen toen ik begon aan House of Names. Ik heb al veel verschillende bewerkingen van het verhaal gelezen en heb onlangs De Oresteia in het theater gezien. Zoals voor alle goede verhalen geldt, ben ik naar elke nieuwe bewerking weer nieuwsgierig. Er worden lang niet zoveel romans geschreven die gebaseerd zijn op Griekse mythologie als ik wel zou willen, dus al met al genoeg reden om uit te kijken naar dit boek.

Het eerste deel stemde me hoopvol. Klytaimnestra vertelt over de moord op haar dochter met zoveel haat en bitterheid dat het bijna tastbaar wordt. Het brengt een verandering in haar teweeg die je heel erg benieuwd maakt naar hoe het voor haar zal eindigen (al is dat strikt genomen geen verrassing meer). Ze merkt al snel genoeg dat ze zichzelf in een lastige positie gebracht heeft en het is fascinerend om te zien hoe ze hiermee omgaat. Over dit eerste deel niets dan lof.

Het blijkt helaas ook meteen het beste deel te zijn geweest (opvallend ook, trouwens, dat in de beschrijving hierboven vrijwel alleen dit deel samenvat). Na de moord op Agamemnon volgen we vrijwel alleen nog Orestes en Elektra. Orestes woont lange tijd in een afgelegen huis met twee vrienden, een deel van het verhaal dat best leesbaar is maar praktisch niets toevoegt aan het geheel. Elektra is opgesloten in het paleis waarin er een constante maar nauwelijks concrete dreiging van gevaar heerst. Dat is aanvankelijk interessant maar gaat op een gegeven moment vervelen. De dreiging wordt namelijk nooit bewaarheid en de situatie staat eigenlijk compleet stil tot de terugkeer van Orestes en de moord op Klytaimnestra. Pas daarna komt Elektra zelf in actie - en dat zien we dan weer alleen vanuit het oogpunt van Orestes, waardoor de opgeleefde interesse voor Elektra weer snel uitdooft.

Sowieso is Klytaimnestra het enige personage dat mij echt interesseerde. Elektra blijft te veel op afstand en Orestes is te veel een pion voor zo ongeveer iedereen om hem heen. Aigisthos lijkt wel boeiend maar komt niet tot leven en Leander is een vlak en saai personage. Toen tegen het einde van het boek Leanders zus Ianthe op het toneel verscheen nadat Orestes haar onder de lijken van haar dode familieleden heeft getrokken leek ze wat nieuw leven in het verhaal te blazen. Tóibín doet echter helemaal niets met haar personage behalve haar inzetten in een vierhoeksverhouding die mij even onrealistisch als irrelevant toescheen.

Wat mij opviel is dat alle verwijzingen naar de Trojaanse Oorlog angstvallig vermeden worden. Ik snap dat het niet de focus is van het boek maar de schrijver doet wel heel duidelijk zijn best om Troje te vermijden. Hij gebruikt 'nieuw veroverd territorium' en dat soort vage beschrijvingen waardoor het alleen maar opvalt dat hij de naam niet noemt, zonder dat het mij duidelijk wordt wat daar het doel van is. Wat ik daarnaast raar vindt, is dat hij een groot deel van het eind van het verhaal weglaat. Orestes wordt nadat hij zijn moeder vermoord heeft, tot waanzin gedreven door de furiën. Het staat Tóibïn natuurlijk vrij om zelf te kiezen welke elementen hij overneemt uit de mythologie, maar dit deel vind ik juist het interessantst aan het personage. In plaats van deze mooie dramatische ontwikkeling krijgen we een Orestes te zien die vooral verongelijkt is omdat de nieuwe leiders niet in hem geïnteresseerd zijn. De schrijver maakt nog een halfslachtige verwijzing naar de oorspronkelijke verhalen door de geest van Klytaimnestra aan Orestes te doen verschijnen maar die scène stelt niets voor en lijkt meer een afterthought (weet hier geen goede vertaling voor, excuus).

Een laatste kritiekpunt is dat het einde vrij abrupt komt. Niet met een abrupte wending of open einde; het lijkt er meer op dat het papier op was of de schrijver geen zin meer had. Sowieso krijg ik de indruk dat de schrijver zich uitgeleefd heeft op het eerste deel en daarna maar wat heeft aangemodderd. Dan vind ik Mykene, dat deels hetzelfde verhaal beschrijft, een stuk beter geslaagd.

Omwille van het sterke eerste deel een zuinige drie sterren.

House of Special Purpose, The - John Boyne (2009)

Alternatieve titel: Het Winterpaleis

2,5
Niet wat ik ervan verwacht had, helaas. Ik had nog niet eerder iets gelezen van John Boyne, maar omwille van zijn The Boy in the Striped Pyjamas had ik toch wel redelijk hoge verwachtingen. Toen ik het boek meenam hoopte ik dat het een verhaal zou zijn over Rusland aan het begin van de twintigste eeuw, gerelateerd aan de laatste tsaar, maar helaas bleek dat anders te zijn dan ik hoopte. Al heel snel werd voor mij duidelijk dat Zoya in feite Anastasia was en dat dit één van de vele Anastasia-is-echt-ontsnapt-aan-de-slachting-verhalen was, iets wat al lang niet meer origineel genoemd kan worden en wat ook wel eens beter is uitgevoerd. Misschien erger ik me juist wel hieraan omdat ik het lot van de laatste tsaar altijd interessant gevonden heb en er veel over heb gelezen, en om het dan op zo'n manier verhaald te zien is teleurstellend. Ik had meer gehoopt op het persoonlijke relaas van iemand die er dichtbij genoeg stond om alles te zien maar veraf genoeg om nog een soort van objectief te blijven. Iemand die het drama voor zijn ogen ziet voltrekken zonder er enkele invloed op te kunnen uitoefenen.

Helaas, zo gaat het niet. Na een onwaarschijnlijke gebeurtenis komt Georgy in Sint Petersburg terecht, wat ik nog bereid ben aan te nemen omwille van het verhaal. Wat er nu echter volgt gaat ver voorbij de grens van geloofwaardigheid: niet alleen wordt Georgy de belangrijkste bewaker van de tsarevitsj, hij komt ook nog in nauw contact met de tsaar zelf die zijn diepste gedachten met hem deelt, gaat een romance aan met diens dochter, is persoonlijk betrokken bij de moord op Raspoetin, is getuige wanneer de tsaar troonsafstand doet, en leeft nog lang en gelukkig met diens enige overgebleven dochter. Hét mysterie van het boek zou toch moeten zijn hoe Anastasia uit het Ipatiev-huis weet te ontkomen, maar dat lijkt geen enkel probleem te vormen. Ook vinden de revolutionairen het blijkbaar niet zo erg om de koninklijke familie af te maken terwijl er één dochter vermist is. Deze verwikkelingen vragen meer van mijn goedgelovigheid dan zou moeten.

De centrale romance valt tegen, vooral in de jonge jaren van Georgy. De dialogen en beschrijvingen van zijn gevoelens zijn clichématig en tenenkrommend. Na het vertrek uit Rusland komt de relatie tussen Georgy en Zoya beter uit de verf en komen er een aantal interessante aspecten aan bod, die helaas maar heel matig worden uitgewerkt, zoals Zoya's overspel, zelfmoordpogingen en haar schuldgevoel na de dood van Leo. Daar had nog wel iets moois mee gedaan kunnen worden. In plaats daarvan krijgen we van alles te weten over Georgy, waarvan de meeste dingen totaal niet van belang zijn, zoals zijn ontmoeting met een bepaalde belangrijke Engelsman (de geloofwaardigheid daalt nog verder) en zijn gesprek met de vrouw die verantwoordelijk was voor de dood van Arina.

Verdere kritiekpunten zijn het taalgebruik, dat soms meer iets lijkt voor een kinderboek, en het feit dat er wel heel gemakkelijk de kant van de keizerlijke familie gekozen wordt. Georgy is een boer die oorspronkelijk uit een miserabel klein dorpje komt, maar eenmaal in Sint Peterburg laat hij dat moeiteloos achter zich en kan niet begrijpen waarom anderen de keizerlijke familie hun weelde misgunnen. Iets meer innerlijk conflict had zeker geen kwaad gekund. En hoe komt het dat Georgy zomaar Frans en Engels spreekt? Voor Zoya is dat vanzelfsprekend, maar voor Georgy zeker niet. Bovendien werd er in het huishouden van de tsaar vermoedelijk meer Frans dan Russisch gesproken, zeker als men wilde dat de bedienden niets zouden meekrijgen. Dit huishouden zou natuurlijk een uitzondering op de regel kunnen zijn, maar dit lijkt mij meer een zwak punt in het plot.

Een boel gemiste kansen dus. Erg jammer voor een boek dat zoveel potentieel leek te hebben nadat ik de achterkant had gelezen. Ik hou van verhalen over Rusland, ik lees graag over tsaar Nicolaas II en zijn gezin, maar niet op deze manier. 2,5 ster.