menu

Hier kun je zien welke berichten misterfool als persoonlijke mening of recensie heeft gemarkeerd.

Zauberberg, Der - Thomas Mann (1924)

Alternatieve titel: De Toverberg

5,0
Lange boeken bevatten soms overtollige passages die de narratief niet ten goede komen. Immers werpen schrijvers vaak verscheidene interessante vragen op, waarvan er maar enkele diepgravend worden uitgewerkt. De grootste kracht van De Toverberg is mijns inziens de wijze waarop Tomas Mann gevarieerde thematiek uitwerkt en op logische doch emotionele wijze verbindt. Dat doet Mann bovendien zeer pluriform. Voor de bondigheid, licht ik er drie punten uit:

Ten eerste wordt tijd vernuftig vervlochten met de constructie van het boek. Bij aankomst in het sanatorium liggen minutieuze details onder het vergrootglas, maar na verloop der dagen blijken enkel curiosa de moeite van het opmerken waard. Een statische omgeving als een sanatorium is zo bij uitstek voer voor een vergelijking tussen objectief en subjectief tijdsverloop.

Ten tweede is het sanatorium ook een uitstekende plaats om te spelen met de thematiek van iatrogene schade. Dit is de term voor het leed dat medici veroorzaken in hun pogingen iemand te helen. Allereerst is te wijzen op de institutionalisering die het afscheiden van de samenleving met zich meebrengt. Is iemand geheeld als de schade bij terugkeer naar het laagland terugkomt en zelfs permanent blijkt? Jarenlang zelfverkozen gevangenschap is een grote prijs voor wat biologisch plakband. Daarenboven blijken de patiënten dikwijls te fungeren als test-ratten voor uitzinnige medische theorieën. Dat het helingsproces uiteindelijk slechts uitmondt in deelname aan de slachtingsfabriek van de eerste wereldoorlog blijkt een laatste ironische hoekslag.

Ten derde verfraait de voornoemde climax een andere thematische pilaar: hoe te leven met de dood als onvermijdelijk eindpunt. In deze trant biedt het boek enkele van de schoonste, maar ook taaiste segmenten. De discussies van Naptha en Settembri wil ik bijvoorbeeld nog eens ter handen nemen. Desalniettemin kan het strijdveld tussen de twee als volgt worden omschreven: Settembri pleit dat de progressie van de mensheid een eeuwige strijd tegen de dood vergt, daar Naptha pleit dat de onoverkomelijke gelijkheid in het aanzicht des doods zelfontkenning en ascetisme vergt. De welhaast Camus’esque meneer Peperkorn biedt vervolgens een derde optie: opgaan in het genot als bevestiging van het leven. Speelbal Hans Castorp komt eigenlijk met een soort synthese van deze standpunten: het intenste (geniale) leven vindt men in de confrontatie met de dood.

Deze taaie thematiek wordt verder verzwaard door de schrijfstijl van Tomas Mann: lange zinnen, bronzen taalgebruik, veel verwijzingen, symboliek, academische termen en lange uitweidingen die in diepzinnig gefilosofeer verzinken. Mann lijkt de lezer te willen onderwijzen. We treffen hier met andere woorden de strengste, goed ingelezen docent aan als literaire verteller. Hoewel ik daar genot uit haal, zit het soms op de grens van het ergerlijke. Getuige de discussie bij Doctor Faustus mag ik mij schrap zetten voor het latere werk van deze schrijver.

Nochtans ben ik zeer onder de indruk van dit boek. De Toverberg is diepgravend en intrigerend. Hoewel het groot van opzet is, verdoet het nergens de tijd van de lezer. Voor mijn gevoel ging ik hier snel doorheen, terwijl het (met enige onderbrekingen) toch drie maanden heeft gekost. Het geeft veel voer tot nadenken. Wellicht dat ik mij na zeven jaar nog eens opsluit voor een tweede kuur.

Zen and the Art of Motorcycle Maintenance: An Inquiry into Values - Robert M. Pirsig (1974)

Alternatieve titel: Zen en de Kunst van het Motoronderhoud: Een Onderzoek naar Waarden

2,5
Een plot dat voornamelijk dient als vehikel voor het standpunt van de auteur, heeft doorgaans niet mijn voorkeur. Dat Zen and the Art of Motorcycle Maintenance hoofdzakelijk de focus legt op filosofische redeneringen, vind ik dan ook onwennig. De overwegingen zijn niettemin best prikkelend. In wezen beschrijft Robert M. Pirsig zijn ongemak met het reductionistisch, rationele wereldbeeld. Ik doel daarmee op het uitgangspunt dat je een complex fenomeen begrijpt door de (atomaire) onderdelen of axioma’s te onderzoeken. De irrationele impressies van een toeschouwer staan los van dit objectieve begrip.

Het hoofdpersonage van dit boek observeert echter dat zijn studenten uniform aanschouwen wat een goede tekst is; al kunnen ze deze kwaliteit (nog) niet ontleden. Ook zetten natuurkundigen, zoals Henri Poincaré, twijfels bij de gevoelloze wetmatigheid van de wetenschap. Zo zijn sommige fenomenen zo complex dat een wetenschapper op instinct bepaalt welke onderdelen hij onderzoekt. Wat is de rode draad tussen deze twijfels? Een kwaliteit wordt ontwaard! Pirsig plaatst daarom kwaliteit tussen object en subject, maar vooral plaatst hij zichzelf buiten de (toenmalige) academische cultuur. Is hij net als het hoofdpersonage tot waanzin gedoemd? Zijn we als lezer tot eenzelfde irrationaliteit gedreven?

Ik weet het niet! Ik twijfel ironisch genoeg over de twijfels van Pirsig. De grootste zekerheid die mij toekwam, is dat het boek bepaalde thema’s tekortdoet. Een motorreis door de VS biedt namelijk bij uitstek ruimte voor natuurbeschrijvingen, maar deze fungeren slechts als dor voegsel. De ervaring van het motorrijden is bovendien kleurloos beschreven. Daarenboven komt de verstandhouding tussen het hoofdpersonage en zijn zoon niet tot leven. Jammer, want een innige interactie tussen het literaire en het filosofische had het boek van kwaliteit voorzien. Desalniettemin is deze roman, door de voornoemde filosofie, de moeite van het proberen waard.