menu

Hier kun je zien welke berichten misterfool als persoonlijke mening of recensie heeft gemarkeerd.

Válás Budán - Sándor Márai (1935)

Alternatieve titel: De Nacht voor de Scheiding

5,0
Het leven heeft bijwijlen haast het karakter van een toneelstuk. Het is een schouw van maatschappelijke rollen en tradities, waarbinnen de verhandelingen fijngevoelig rekening houden met de verwachtingen van het publiek; of althans het achterliggende milieu. Sandor Marai brengt ter planken een rechter, Kõmives genaamd, wiens persoonlijkheid vooralsnog congruent is met dit maatschappelijke rollenspel. Geboren in een rechtersfamilie, heeft hij zich geheel naar verwachtingen ontpopt tot een zittend magistraat met status. Zijn leven wordt gekenmerkt door een plichtsbesef dat wordt ondersteund door een harmonieus huwelijk. Desalniettemin ontstaat er in de dagelijkse gang van zaken twijfel over het script. Zo dreigt een wereldoorlog los te breken. Verder ervaart onze rechter een emotionele afstandelijkheid ten opzichte van zijn broer en zus. Het is voer voor de onzekerheden van de nachtelijke rechter: het geweten.

Normaliter wordt het geweten gesust door de bevrijding van de slaap, maar in deze nacht komt een personificatie van het geweten ter tonele in de vorm van: Imre Greiner. Greiner bemerkt dat zijn vrouw Anne afwijkt van het huwelijkse draaiboek, aangezien ze sluimerend een verhuld verlangen koestert. Het verschil tussen de maatschappelijk vertoning en het eigen gevoel creëert zo steeds duidelijker een farce. De acteur kan zich niet meer inleven in zijn rol. Meer dan bij andere boeken van Marai wordt zijn thematische stokpaardje – de verwijdering tussen mensen die ogenschijnlijk dichtbij elkaar staan- hier ingezet als aanval op het hoofdkarakter. Wat ik echter opmerkelijk vind, is dat het hoofdkarakter de aanval overleeft. De nacht gaat over; een nieuwe dag breekt aan.

De Nacht voor de Scheiding is thematisch gezien een typische Marai, maar voegt voor mij toch wat toe aan zijn oeuvre. Het gebruik van een welhaast aristotelische eenheid van tijd en plaats, is welhaast ironisch, aangezien (de vrees) voor grote maatschappelijke veranderingen borrelt onder de oppervlakte. Daarnaast is dit boek haast een voorstudie voor Kentering van een Huwelijk. De aanval die hier wordt afgeslagen, heeft daar de Hongaarse bourgeoisie (geen fan van dit woord, maar hier wel de juiste term) reeds vernietigd.

Virtue of Selfishness, The - Ayn Rand (1964)

2,5
The Virtue of Selfishnes is een verzameling essays waarin de objectivistische ideologie wordt uiteengezet. Ayn Rand is een naam waarover je lastig neutraal kan zijn en na het lezen van dit boek snap ik deels wel waarom. Ze presenteert haar argumenten erg krachtig, maar ook erg ongenuanceerd. Hierdoor is het boek voor mij niet overtuigend.

Het kloppend hart van de objectivistische theorie wordt gevormd door rationeel, lange-termijns, egoïsme en het afwijzen van altruïsme. De mens moet gezien worden als een waarde in zichzelf. Hij heeft zich losgemaakt van de natuur, dient zijn eigen doelen na te streven en mag hierbij uiteraard samenwerken voor zover beiden hun doelen kunnen behalen. De objectivisten betogen dus niet een 'Ikke- ikke en de rest kan stikken'-mentaliteit. Op het niveau van het individu vind ik dit niet per se een slecht devies. Ik denk inderdaad dat men vaak onnadenkend hedonisme verwart met rationeel eigenbelang. Bovendien kent de geschiedenis vele wandaden die zijn gepleegd namens anderen. Uit andermans belang handelen, maakt een mens dus niet (direct) moreel.

Desalniettemin heb ik moeite met de afwijzing van altruïsme. Dit lijkt zelfs enigszins tegen haar verdere opvattingen in te gaan. Ayn Rand is namelijk voor een soort nachtwakersstaat, met leger en politie. Hiervoor heb je mensen nodig die hun leven voor anderen riskeren, hetgeen ik toch echt als moreel én altruïstisch zie. Uiteraard zullen deze mensen zich goed over zichzelf willen voelen, maar het is niet rationeel om enkel daarom je leven op het spel te zetten. Gezien objectivisten (enkel) zelfbelang nastreven, lijkt een nachtwakersstaat daarmee haaks te staan op rationeel egoïsme.

Het gaat mij te ver om op elk punt in te gaan, maar ik merk wel op dat de betogen hier vaak te kort door de bocht zijn. Bijwijlen snijdt ze punten aan waarbij ik enigszins op dezelfde golflengte zit- de afwijzing van het socialisme bijvoorbeeld- maar waar ik veel meer nuances zie. Er is mij geleerd dat een goed betoog oog heeft voor de argumenten van de tegenstander. Dat mis ik hier. Het aanhalen van haar eigen boeken komt verder wat narcistisch over. Ik hou het daarom op een kleine onvoldoende. 2.5*