Vanwege het recente overlijden van Margo Minco heb ik dit boek uit de kast gepakt. Door de opmerkingen van CPNB-directeur
Eveline Aendekerk in combinatie met de spartaanse schrijfstijl, vreesde ik saaie literatuur. Dat bleek onterecht. De schrijfstijl is weliswaar bondig , maar het verhaal laat hierdoor de lezer het e.e.a zelf invullen. Als Stella bijvoorbeeld een opmerking krijgt, omdat ze haar haren verbergt onder een muts, snap je als lezer dat ze dit doet om Joodse kenmerken te verbergen. De schrijfstijl leest bovendien soepel weg, waardoor ik dit boek snel uitlas.
Het verhaal steekt daarenboven zowel qua thematiek als constructie sterk in elkaar. De paranoïde situatie van de onderduikers en de pijnlijke onwetendheid over het lot van familiegenoten komen goed naar voren. De existentiële onderlaag voegt bovendien verdieping toe. Het leven zit van toevalligheden aan elkaar en zeker in oorlogstijd is dat buitengewoon wrang. Ik had verder niet het gevoel dat het boek extra verhandelingen nodig had om de thematiek verder uit te diepen, hetgeen binnen 100 pagina’s best knap is. Dit is een uitstekende novelle.