menu

Hier kun je zien welke berichten dutch2.0 als persoonlijke mening of recensie heeft gemarkeerd.

Vendedor de Passados, O - José Eduardo Agualusa (2004)

Alternatieve titel: De Handelaar in Verledens

3,5
Misschien niet het beste kwartaalboek tot dusverre, maar wel degene waarvan ik het meest heb genoten. Een verhaal dat al honderd keer eerder is verteld, maar nog nooit op deze manier. Met een gekko als verteller, met dromen waarin personages elkaar ontmoeten en met een licht spirituele inslag. En dan was ik bijna nog al die anekdotes vergeten en de soepele manier waarop thema's en motiefjes met elkaar worden verbonden.

Voor liefhebbers van de schone letteren is er dan ook nog de stijl van Agualusa. Die lijkt nooit erg bijzonder, geen grootse beeldspraak, geen vlammende zinnen, geen hemelbestormende stijlboeketten. Subtiliteit is het woord dat we zoeken, proza dat zo subtiel is dat je er makkelijk overheen leest. Maar iedere zin klopt, iedere zin vloeit, korte zinnen wisselen lange zinnen precies op tijd af, dialogen volgen precies op het juiste moment de meer beschrijvende delen.

Om nog maar een voorbeeld van die subtiliteit te noemen: hoe trekt de schrijver je dit verhaal in? Door een lange tijd de vertelinstantie geheim te houden! Dus denk je in het begin: wat is dat voor rare vent, die niet kan praten, die mag toekijken als zijn gastheer minnaressen ontvangt, die alleen maar zo'n beetje kan lachen. En precies op het juiste moment zegt Agualusa: niks vreemde vent, gewoon een gekko met een bovengemiddeld observatievermogen. Op dat moment zit je als lezer al helemaal in het verhaal, terwijl er qua plot nog helemaal niets is gebeurd. Knap he.

Vie Française, Une - Jean-Paul Dubois (2004)

Alternatieve titel: Een Frans Leven

3,5
Une vie fancaise is zo'n boek waarbij je al lezend denkt dat je het al eerder hebt gelezen. Sterker nog, dat je het al een paar keer hebt gelezen.Thema's en motieven zijn niet echt bijzonder: het belang van liefde en familie, de onmogelijkheid om een ander echt te leren kennen, de altijd aanwezige dood, de onmogelijkheid om geluk vast te houden, etc. Ook het verhaal is niks bijzonders. We volgen de geschiedenis van een onbetekenende man die eerst het mooiste meisje van de stad trouwt, rijk wordt als fotograaf en vervolgens in de narigheid belandt. Om uiteindelijk te beseffen dat geld en schoonheid ook niet alles is.

Wat dit boek voor een Nederlander wat lastig maakt, is dat het op en top Frans is. Er wordt veel verwezen naar de Franse politiek van de laatste vijftig jaar, op een manier die enige voorkennis veronderstelt. Dubois (beter gezegd: het hoofdpersonage) is niet misselijk met zijn kritiek op het Franse politieke leven, en spaart daarbij links noch rechts. Boeiend, maar niet altijd even goed te volgen voor de niet-francofielen onder ons.

Waarom is dit boek dan toch een aanrader? Vooral vanwege de errrrg vloeiende stijl en vanwege de humor. Die humor en stijl kenmerken zich door een licht-nonchalante ironie. Zoals in het volgende stuk, dat niet echt grappig is maar wel typerend voor de stijl. In dit stukje vertelt het hoofdpersonage dat hij een psychiater bezoekt, niet omdat hij geestelijke problemen heeft maar omdat hij behoefte heeft aan iets dat op vriendschap lijkt:

Hij heette Jacques-André Baudoin-Lartigue. Een erg lange naam voor een klein mannetje van wie je meteen begreep dat hij heel Freud en Lacan zou hebben ingeruild voor een paar centimeter meer. (…) Baudoin-Lartigue was ongetwijfeld niet de makker waar ik van droomde, maar voor de prijs van twee volle benzinetanks mocht ik bij hem een poging wagen om mijn stabiliteit te hervinden.

Afgezien van de stijl en humor scoort het boek op het gebied van ontroering. Zeker op het eind, als er van het hoofdpersonage niet veel meer over is, en hij zich vastklampt aan de restjes van zijn leven.

Kortom, een boek dat garant staat voor een paar dagen (in mijn geval een paar maanden, maar dat is een ander verhaal) leesplezier. Al blijft het jammer dat je hem hoogstwaarschijnlijk al eerder hebt gelezen. Maar dan onder een andere titel.

Visit from the Goon Squad, A - Jennifer Egan (2010)

Alternatieve titel: Bezoek van de Knokploeg

5,0
Moet ik nou blij zijn of juist niet? Het jaar 2011 is nauwelijks begonnen, maar ik kan me nu al niet voorstellen dat ik dit jaar een mooier, ontroerender en troostender roman ga lezen dan A Visit from the Goon Squad van Jeniffer Egan.

En waarom is dat?

A Visit from the Goon Squad is qua structuur een postmoderne roman. We zien hoofstukken in de vorm van een Interview, een fragment van iemand die buiten zichzelf is getreden en, jawel, een powerpointpresentatie! Het perspectief wisselt, de chronologie verspringt van de jaren 60 naar 202*, en weer terug, en weer vooruit. Personages die de hoofdrol spelen in het ene deel, worden bijpersonages in het volgend.

Postmodern dus, maar wat hier godzijdank ontbreekt is de postmoderne relativering. We krijgen hier leed en verdriet en pijn in onversneden brokken. Wat wel zo fijn is: de pijn vloeit voort uit de gebeurtenissen, niet uit de beschrijving van pijn (in de geest van het bekende schrijversgebod: show, don’t tell). Wat ook al zo fijn is: de personages zijn dermate levensecht, dat je niet anders kunt dan je met ze identificeren, waardoor ieder hoofdstuk een pijnlijk ontroerende ervaring wordt. Van het kleptomane probleemmeisje Sasha die steelt zonder het te willen, tot de kinderen die door hun flierefluitende vader worden meegesleept op safari, tot het pubermeisje Ally (van de powerpointpresentatie) die in duidelijke grafieken laat zien waarom haar familie is zoals die is en zo zou moeten blijven tot in alle eeuwigheid.

Hoewel de hoofdstukken sterk van elkaar verschillen, vertellen ze een consistent verhaal. Op bovenliggend niveau houdt popmuziek de verhalen bij elkaar. Op een dieper niveau gaat A Visit from the Goon Squad over tijd, hoe die de mens meeneemt op een reis waarbij verandering de enige constante is (excuus voor het cliché). Het boek gaat ook over de evolutie van menselijke communicatie, waarbij Egan laat zien dat een dichtgetimmerd sms-berichtje even veelzeggend en ontroerend kan zijn als een complete volzin.

Voeg hier aan toe dat de verhalen vaak razend origineel zijn (een afgegleden pr-dame die de publicitaire zaakjes van een Afrikaanse dictator moet regelen, een interviewer die het onderwerp van zijn interview bespringt) en alle een kop en een staart hebben. Voeg hier ook nog flink veel humor aan toe, af en toe van het lekker gekke soort. Wat je dan overhoudt is een heerrrrrlijke roman, waarin geen zwakke plek is te ontdekken en die je al mist als je de laatste bladzijde hebt omgeslagen. Wat mij betreft nu al het boek van het jaar.