menu

Hier kun je zien welke berichten dutch2.0 als persoonlijke mening of recensie heeft gemarkeerd.

Satanic Verses, The - Salman Rushdie (1988)

Alternatieve titel: De Duivelsverzen

4,5
Ik ben met terugwerkende kracht best een beetje boos op Khomeini. Zo'n fatwa uitspreken is al niet erg aardig, maar hij heeft met die fatwa dit boek een reputatie bezorgd die ervoor zorgde dat ik hem pas zoveel jaar na dato heb gelezen. Ik dacht altijd dat dit een lastig boek was, waarvoor je veel religieuze kennis moest bezitten en op de hoogte moest zijn van de fijnere twistpunten in de islam.

Niet dus. Wat dit wel is, is een heerlijk boek waarin ik een heleboel herkende van schrijvers en boeken die ik waardeer. Om te beginnen de structuur, die wel wat lijkt op die in Boelgakov's Master i Margarita (en dat is niet de enige gelijkenis). Ook in The Satanic Verses is het boek verdeeld in verschillende secties die los lijken te staan maar elkaar steeds weer raken. In dit geval drie secties: het verhaal van Saladin, het verhaal van de Profeet en het verhaal van de pelgrimstocht. Waarbij ik vooral de laatste tranentrekkend mooi vond.

Een tweede herkenningspunt was de stijl, die me sterk deed denken aan navolgers van Rushdie, zoals Aravind Adiga's The White Tiger en Mohammed Hanif's A Case of Exploding Mangoes. Het is de stijl van een hyperenergieke schelmenroman, waarbij de hoofdpersoon allerlei narigheid overkomt maar toch altijd weer komt bovendrijven. Een stijl waaronder je heel eenvoudig een duistere maatschappelijke werkelijkheid kunt ontdekken. Geestig, maar met een bittere ondertoon.

De meest in het oog springende invloed lijkt me die van Márquez. Ook Rushdie is een echte verhalenverteller en ook Rushdie trakteert de lezer op schitterende magisch realistische scènes. Het is dan wel een Márquez on speed, maar dat maakt het niet minder genietbaar. Zeker in het verhaal over de pelgrimstocht werkt het magisch realistische sausje perfect.

Wat de fatwa betreft, vroeg ik me nog af of dit een politieke zet was of dat het meer een persoonlijke kwestie was voor Khomeini. Hij wordt zelf in dit boek weggezet als een cranky banneling, en ook wordt (denk ik) indirect de spot gedreven met het feit dat een heleboel Iraniërs indertijd het gezicht van Khomeini meenden te zien in de maan (echt waar). Dit soort, door religie ingegeven hallucinaties spelen een belangrijke rol in dit boek.

Bijna een meesterwerk dus, maar net niet helemaal. Er zijn wat te veel personages en het thema (als dat er al is) kun je er maar met moeite uit peuren. Naar mijn idee gaat het over het gevaar van te leven in een verhaal (in tegenstelling tot te leven in het moment). Een verhaal kan worden gemanipuleerd, voor gewin worden aangepast en worden gebruikt als argument om ten strijde te trekken of een volk te onderdrukken. Maar misschien gaat het wel over iets heel anders, wie zal het zeggen.

Uiteindelijk is het wat sneu om te verkondigen dat mijn grote ontdekking van 2023 Salman Rushdie is. Maar beter laat dan nooit. Een heel oeuvre ligt op me te wachten.

Sense of an Ending, The - Julian Barnes (2011)

Alternatieve titel: Alsof Het Voorbij Is

4,0
Als de titel al niet was vergeven, zou francofiel Barnes dit boek best A la recherche du temps perdu kunnen noemen. Zoals ieder mens, heeft hoofdpersoon Tony Webster voor zichzelf een levensgeschiedenis verzonnen, een chronologie met gebeurtenissen, liefdes, leven en dood. Maar het geheugen waarmee hij dit leven reconstrueert blijkt toch niet helemaal betrouwbaar. Een dagboek duikt op, een brief en een voormalige geliefde. En dan blijkt dat de levensgeschiedenis die in het eerste deel van The Sense of an Ending wordt verhaald, niet helemaal klopt. Dus gaat Tony op zoek naar de verloren tijd.

Het levert een diepdroevig verhaal op, zonder de voor Barnes zo herkenbare humor. Het verhaal begint duister en trekt daarna steeds zwarter weg. Zonder dat het allemaal sentimenteel of gekunsteld droevig wordt.

Maar meeslepend is het wel, en Barnes weet ook weer iets relevants te melden over tijd, geheugen en de onuitroeibare neiging van de mens om zijn leven als een verhaal te zien. Beter nog, om alleen zijn eigen versie van zijn levensverhaal te erkennen, want wie weet nou beter wat er al die jaren gebeurd is? Dit boek geeft een antwoord, en dat is niet een antwoord waar je echt blij van wordt. Maar dat word je gelukkig wel van dit boek. Niet Barnes' beste, maar nog altijd zeer de moeite waard.

Seven Moons of Maali Almeida, The - Shehan Karunatilaka (2022)

Alternatieve titel: De Zeven Manen van Maali Almeida

4,0
"Het boek is inmiddels besteld en onderweg, en ik ben zoooo benieuwd of ik het helemaal niks of helemaal geweldig ga vinden."

Inmiddels gelezen, en ik zit bij het helemaal-mooi-kamp. Tegelijk kan ik me voorstellen dat andere lezers er geen fluit aan vinden, want de toon, humor en het decor moeten je aanspreken. Om nog te zwijgen van het brok moderne geschiedenis dat je hier voor je kiezen krijgt.

Toon en humor zijn sterk verwant met romans van vergelijkbare auteurs uit deze Aziatische regio (Hanif, Rushdie, Adiga). Ook dit boek is een schelmenroman, waarin een gemankeerde anti-held allerlei toeren moet uithalen om te overleven. Gay, gokverslaafd, en dat in een land dat gebukt gaat onder een gruwelijke burgeroorlog. Zoals in de meeste schelmenromans valt het schelmachtige van onze held volledig weg wanneer je die afzet tegen de machthebbers van zijn land. Dat zijn geen schelmen meer maar maffiosi met een stropdas en een bestuurlijk vocabulaire.

Wat mij het beste beviel in dit boek was de surrealistische omgeving waarin we terechtkomen. In The Seven Moons of Maali Almeida bevinden we ons in een universum waar de echte wereld en de geestenwereld samensmelten. Onze held is dood en als geest dwaalt hij door Colombo, op zoek naar zijn moordenaar, van zins om onafgeronde zaken af te ronden. In die geestwereld ontmoet hij van alles en iedereen, van helpers in witte jassen die hem willen brengen naar een bevrijdend Licht, tot communistische geesten die ook post-mortem nog helemaal voor de revolutie gaan. En dan zijn er nog de dode luipaarden, dode priesters en een handjevol dode toeristen die nou eenmaal hebben betaald voor hun reis, dus daarom maar als geest aan de sightseeing gaan.

Ander groot pluspunt is het verhaal zelf en de structuur waarin het is gegoten. Ondanks de enigszins ingewikkelde constructie van een geestenwereld in een echte wereld, kost het de auteur maar weinig moeite om een origineel, spannend en soms ontroerend verhaal te vertellen. Heel soepeltjes gaan we van herinnering naar heden, van grotten waarin geesten huizen naar appartementen waar Maali's vrienden treuren. En dit alles leidt naar een lichtelijk explosief maar bevredigend einde.

Humor, geweld en ontroering wisselen elkaar soepeltjes af, maar weten nooit de onderliggende emotie te verbergen. Want diep van binnen is dit een woedend boek, een boek dat zelfs zoveel jaar na dato nog de walging ademt van alle gewelddadigheden die Sri Lanka ooit teisterden. Gewelddadigheden die dan in ieder geval nog deze prachtige roman hebben opgeleverd. Een schrale troost.

Sing Backwards and Weep: A Memoir - Mark Lanegan (2020)

4,0
Abubakari schreef:
...wow, wat een boek was dit zeg.

Eigenlijk zou ik me tot deze quote kunnen beperken. Daarmee is het belangrijkste wel gezegd en de dingen die net iets minder belangrijk zijn zijn ook al hierboven gezegd. Dus beperk ik me maar tot wat kruimels.

Wat hierboven nog niet is gezegd, is dat het boek naast tragisch, rauw en heftig, soms ook hilarisch is. Dat ligt voor een deel aan de typische junkieavonturen, junks die de raarste streken uithalen om maar aan dope te komen. Soms deed het me wat denken aan Trainspotting (de film, het boek heb ik niet gelezen.) De humor zit hem ook in het heerlijk verfijnde en elegante taalgebruik van Lanegan, zoals wanneer hij weer eens dope moet scoren, en zijn chauffeur niet hard genoeg naar zijn zin rijdt: Jesus Christ, you motherfucking pussy! (...) My fucking grandmother could drive faster than this and she's been dead for fifteen years. C'mon shithead! Move your motherfucking ass!

Ook het feit dat dit boek twintig jaar na dato geschreven is, draagt bij aan het genot. Hier vertelt iemand die vanuit de verre toekomst terugkijkt en vanuit die plek de zaken weet te duiden. De wraakgevoelens zijn nog niet helemaal verdwenen bij de rijpe Lanegan, maar van slachtofferschap of afschuiven van verantwoordelijkheid is geen sprake. Dat hij misschien meer op zijn moeder lijkt dan hij zou willen, komt niet ter sprake, maar verder lijkt hij heel eerlijk als het gaat om zijn eigen tekortkomingen.

Dat misschien niet alles tot op de letter klopt in deze autobio, lijkt ook wel duidelijk. Soms zijn de handelingen die hij beschrijft te kunstig aan elkaar geplakt, als in een filmscenario. Ook kunnen de vele dialogen die hij twintig jaar na dato letterlijk neerschrijft natuurlijk niet kloppen (ook al omdat hij meestal compleet stoned en dronken was toen hij de gesprekken voerde). Verder kun je een aantal avonturen checken op YouTube (zoals het concert op Roskilde '92) die behoorlijk afwijken van wat Lanegan vertelt. Is dat erg? Tuurlijk niet. Want de essentie van wat hij vertelt is wat mij betreft helemaal helder. De figuur Lanegan en de bijbehorende avonturen zijn volkomen consistent, en dat er dan wat details niet kloppen, het zij zo.

Het is ook een boek die je indirect nog wat plezier en verdriet bezorgt. Zo ben ik voor het eerst eens wat muziek van Alice in Chains en The Gun Club gaan luisteren. Maar ook ontkom je er niet aan om te checken waar sommige muzikanten zijn gebleven, en een groot deel ervan ligt inmiddels drie meter onder de grond.

Afijn, is dit toch nog een uitgebreid verhaal geworden terwijl ik me had kunnen beperken tot de eerste zin.

... wow, wat een boek was dit zeg.

Sisters Brothers, The - Patrick deWitt (2011)

Alternatieve titel: De Gebroeders Sisters

4,0
Heerlijke western, die (bijna) alles biedt wat je van zo'n boek verlangt. Leuke personages, geweldige dialogen, boeiend plot met ook nog wat verrassingen, humor, ontroering en overtuigende couleur locale. Maar het sterkste van dit boek is het oog voor detail.

Een kort uitstapje naar details

Details zijn het fundament waarop een auteur zijn autoriteit bouwt. Als een auteur een paar aardige details neerpent over het Rome van 1494, dan geloof in je de kennis (en dus autoriteit) van de auteur, en laat je je verder vol vertrouwen door hem meenemen. Zijn het details die iedereen al kent (dat de Tiber toen ook al door Rome stroomde) of laat hij elk detail weg, dan plaatst de auteur zich op dezelfde hoogte als de lezer en kan hij zijn autoriteit gedag zeggen.

Zoals zo vaak is het hier een kwestie van evenwicht. Sommige schrijvers willen zo graag hun autoriteit opleggen, dat je in een boek over een 19e eeuwse suikerfabrikant echt alle ins- en outs over de toenmalige suikerproductie te slikken krijgt. Boring dus. Andere schrijvers denken indruk te maken door vooral veel jargon te gebruiken, wat misschien wel overtuigt maar waar je als lezer uiteindelijk rode vlekken van krijgt.

Patrick de Witt vermijdt deze valkuilen door het plaatsen van een paar geweldige details. Mijn favoriet daarvan is de beschrijving van een duel. Een geharde staljongen tegen een keurige mijnheer, de afloop lijkt vast te staan. Het detail waardoor ik echt werd verrast is het volgende (helaas moet ik hier spoileren): Nadat de staljongen de heer heeft neergeschoten, raakt deze zo in paniek, dat hij per ongeluk nog een keer schiet, recht in de scheen van een vrouwelijke toeschouwer.

Ik weet niet of dit idee van deWitt zelf is of dat hij het weer ergens heeft gelezen, maar ik zag het al helemaal voor me. En was ik al niet overtuigd van de autoriteit van deWitt, dan was ik het nu wel.

Einde van het uitstapje

Het enige mindere aan dit boek, afgezien van de vergezochte titel, vind ik de ongeloofwaardigheid van de broers. Hun welbespraaktheid, zowel in dialoogvormen als hun gedachten, past totaal niet bij twee huurmoordenaars. Ik las hierboven iets over de broers Coen, en daar kan ik me wel in vinden. Maar die gekunstelde manier van praten en denken schept wel wat afstand, zodat het boek me iets minder ontroerde dan had gekund.

Maar dan nog, heerlijke western!

Slade House - David Mitchell (2015)

Alternatieve titel: Doorgang

4,0
Lekker strak spookverhaal met een stel sympathieke stumperds in de slachtofferrollen. Dit verhaal is een soort spinoff van The Bone Clocks (maar ook weer niet helemaal) maar beter geslaagd dan het deel van The Bone Clocks waaraan het refereert. In The Bone Clocks vloekte dat verhaal met de rest van het boek, hier blijft het als losstaand verhaal prima overeind.

Ook in dit verhaal is Mitchells grootste kracht dat hij weinig woorden nodig heeft om een complete wereld te scheppen. Tel daar de fijne karakters, droge humor, aardige wendingen en spannende plot bij op en je hebt weer een heel fijne Mitchell.

Sleepwalkers: How Europe Went to War in 1914, The - Christopher Clark (2012)

Alternatieve titel: Slaapwandelaars: Hoe Europa in 1914 ten Oorlog Trok

5,0
Toen ik nog op school zat, heeeeel vroeger dus, was alles altijd de schuld van de Duitsers. Van de slechte economie en Koude Oorlog, tot het beroerde weer en de tegenvallende handbaluitslagen: altijd hadden de Duitsers het gedaan. Ook als het ging over wie schuldig was aan het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, wezen alle vingers naar één enkele schuldige: de Duitsers.

Wat dat laatste betreft is er in de loop van de tijd wel het een en ander veranderd. Nog niet zo lang geleden hield iedereen het er maar op dat het een catastrofaal samengaan van factoren was: militarisme, nationalisme, een uit zijn fatsoen gegroeide Duitse staat en een algemene honger naar oorlog.

Christopher Clark wil hier met Sleepwalkers niets van weten. Hoewel al die factoren zeker meespeelden, is het veel te eenvoudig om met zulke grove streken iets zo complex te verklaren. Wat Clark doet in deze fenomenale geschiedschrijving, is de zaak tot op de milimeter analyseren, met behulp van dagboekfragmenten, notulen, krantenverslagen en (vooral) gezond verstand.

Wat dan opduikt is een uiterst boeiend beeld van het Europa van het begin van de 20e eeuw. Wat de situatie toen zo complex maakte, was niet alleen het bestaan van vele allianties tussen landen (allianties die vaak kris kras door elkaar liepen) maar vooral de ingewikkelde machtsstructuren binnen die landen zelf. Je had niet alleen de regeringen, maar ook de vorsten (die toen nog wel wat meer mochten dan lintjes doorknippen en Argentijnse stoten trouwen), de ambtenarij en de militaire top. En binnen die verschillende machten had je dan soms weer een onderlinge strijd tussen haviken en duiven.

Wat het meest naar voren komt, is de expansiedrift van de Russische haviken, de wraaklust van hun Franse collega's, de twijfel van de Engelsen, de onwil én onmacht van de Servische regering om haar militante landgenoten in toom te houden, de schizofrene constellatie van het Oostenrijkse keizerrijk en het fatalisme van de Duitsers. Tel daar een moord bij op en je hebt de poppen aan het dansen.

Saaie gescheidschrijving? No way. Christopher Clark vertelt het allemaal met oog voor detail en met sporadisch gebruik van een enkele anekdote (vooral die over de enigszins labiele Duitse keizer Wilhelm zijn de moeite waard). Bovendien beschikt Clark over een geweldig schrijftalent, zodat het allemaal leest als een tierelier.

Het enige wat Clark niet echt kan waarmaken, is zijn claim dat de Eerste Wereldoorlog vermeden had kunnen worden. Misschien had de moord in Sarajevo niet tot oorlog hoeven te leiden, maar de internationale politieke constellatie was veel te instabiel om nog lang vrede te kunnen waarborgen. In de jaren voordat de Eerste Wereldoorlog uitbrak, had het al een paar keer mis kunnen gaan. Zelfs al had de moord in Sarajevo niet tot de bekende ontknoping geleid, dan nog was het waarschijnlijk een kwestie van tijd geweest tot de hel zou losbarsten. De slaapwandelaars die het beleid bepaalden, waren nooit op tijd wakker geschrokken.

Solitudine dei Numeri Primi, La - Paolo Giordano (2008)

Alternatieve titel: De Eenzaamheid van de Priemgetallen

3,0
Een boek waarvan ik op voorhand hoge verwachtingen had. Lovende kritieken, prijzen gewonnen in Italië en dan ook nog een hoge score op Boekmeter Moet goed zijn, zou je denken.

Nou, dat viel nogal tegen. De eenzaamheid van priemgetallen is qua plot een beetje merkwaardig. Het verhaal volgt een redelijk bekend stramien (trauma, zoektocht naar verlossing, verlossing), maar daarbij wordt nooit overtuigend uitgewerkt hoe dat trauma zich nou verhoudt tot het vervolg van het boek. Ook is het lastig om in de verlossing een echte verlossing te zien. Zou je het verhaal puur zien als een boy meets girls story, dan is het er een van de meest rammelende soort.

Vervelender is nog dat de hoofdrolspelers allesbehalve sympathiek overkomen, terwijl je het idee hebt dat dat wel de bedoeling is van de schrijver. Het zijn twee navelstaarderige jongeren die totaal geen oog hebben voor de buitenwereld, maar alleen voor hun eigen sores. Je zou kunnen zeggen dat zoiets wel logisch is gezien hun verleden. Maar misschien is het juister dat die twee gebeurtenissen in het verleden zijn veroorzaakt door het egoïstische karakter van de twee hoofdrolspelers. Ik voelde dan ook vooral mee met de personages die door onze helden compleet worden genegeerd of vertrapt (Mattia’s ouders, Alice’s echtgenoot).

Gelukkig is de roman wel lekker vlot geschreven met af en toe een aardig beeld. En ondanks het matige verhaal en de weinig sympathieke personages is dit wel een boek dat je niet makkelijk weglegt. Maar een topper kan ik hier echt niet in ontdekken.

Sombra del Viento, La - Carlos Ruiz Zafón (2001)

Alternatieve titel: De Schaduw van de Wind

3,5
Leuk om eens gelezen te hebben. Vlot en amusant verhaal, verteld door een ambachtelijk verhalenverteller met een goed gevoel voor humor. Alleen had hij wel iets mogen bezuinigen op clichés; alles is nevelig, er sijpelt van alles, personages worden regelmatig wakker ‘badend in het ijskoud zweet’ en nooit klinkt iets als een gewone donderslag maar altijd als de schaduw van een donderslag of de echo van een donderslag. Soms een beetje vermoeiend, maar in het algemeen toch goed geschreven.

Maar toch, maar toch, maar toch. Er is iets vreemds aan de hand met deze Schaduw van de Wind. Als je vergelijkbare romans leest (avontuurlijke romans waarin de hoofdpersonen op zoek gaan iets of iemand) valt op dat het uiteindelijke doel zoveel hoger ligt dan hier. In die romans is de inzet een testament (The Quincunx), een moordenaar (De naam van de roos) een veilige konijnenhaven (Watership Down). Die inzet vormt dan het stipje aan de horizon waar je als lezer naartoe leest en wat er voor zorgt dat je bladzij na bladzij verder gaat.

De Schaduw van de Wind kent niet zo’n hoge inzet. De hoofdpersonages zijn op zoek naar, ehm, informatie over het leven van een schrijver. Waarom? Omdat die zo’n aardig boek heeft geschreven. Omdat ik een tamelijk trage lezer ben, iedere dag een hoofdstukje, vroeg ik me iedere dag weer af waarom onze helden toch alweer zulke risico’s namen. Om vervolgens te concluderen dat het nauwelijks ergens om ging.

Misschien dat Zafón de inzet zelf ook wat laag vond, want iets voorbij de helft confronteert hij de lezer dan wel met een stipje aan de horizon, een enorme stip zelfs. Op pagina 347 verzucht het hoofdpersonage onverwacht 'Binnen zeven dagen zou ik dood zijn'. Dat is nogal een mededeling, zeker gezien het vertelperspectief. Als je dan uiteindelijk leest waar het over gaat het personage was een minuutje klinisch dood voel je je een beetje bekocht. Ik tenminste wel.

Het is niet het enige literaire trucje dat Zafón gebruikt. De laatste pagina is ook al zo’n trucje, bedoeld om de boel weer netjes rond te krijgen. Door dit soort trucjes zie je te duidelijk de hand van de schrijver, alsof je niet alleen de marionetten ziet maar ook de speler. En dat haalt dat de kracht een beetje uit deze roman. Voor mij blijft daarom De Stad der Wonderen van Eduardo Mendoza hét boek over Barcelona. Hoe aardig deze Schaduw van de Wind verder ook is.

Sparrow, The - Mary Doria Russell (1996)

Alternatieve titel: De Gevangene

3,5
The Sparrow is zo’n boek waarvan de genietbaarheid niet helemaal in verhouding staat tot de kwaliteit. Het boek neemt je mee op een fascinerende ruimtereis, laat je kennismaken met een vreemde nieuwe cultuur en laat je tot op de laatste pagina in spanning over wat er nou echt is gebeurd op die bijzondere planeet. Maar toch kan ik er geen meesterwerk in zien.

Naar mijn idee wil Russell een flink aantal dingen met deze roman. In de eerste plaats is het eerder een historische roman dan een toekomstroman. Er zijn in het boek tientallen aanwijzingen te vinden, dat wat hier gebeurt eigenlijk een verre echo is van de ontdekkingsreizen van de 15e en 16e eeuw. Voor ons 20e eeuwers is het onmogelijk voor te stellen hoe het voelde toen die ontdekkingsreizigers een onbekende ruimte (zee) overstaken en in aanraking kwamen met een volstrekt andere cultuur. The Sparrow laat zien hoe dat geweest moet zijn: de schok van het onbekende, de verrukking van onbekende geuren en kleuren, de vreemde talen, ziektes die worden opgelopen en ziektes die worden verspreid.

Waar Russell eveneens in slaagt, is de lezer laten nadenken over bepaalde morele vraagstukken waar hij misschien nooit zo bij stilstaat. De bewoners van de vreemde planeet Rakhat houden er gewoontes op na, die op het eerste gezicht heel cru lijken maar die misschien menselijker zijn dan wat we hier doen. Food for thought.

Helaas bestaat het hoofdthema van het boek uit een vraag die al in 176.387 eerdere romans is gesteld: hoe kan een goede God zo veel wreedheid toestaan? In dit boek wordt die vraag alleen impliciet beantwoord, op een beproefde manier. Maak de wreedheden maar wreed genoeg, en de lezer zal op het vanzelfsprekende antwoord komen. En ook dat is een manier die al 176.387 keer eerder is gedaan.

Het is daarnaast erg irritant dat Russell alles zo nodig moet uitleggen. We krijgen een wagonlading aan vermoeiende informatie over de werking van het ruimteschip, zonder dat we die werking echt gaan begrijpen. Verder moet Russell het steeds weer vermelden als er een grap wordt gemaakt. Veel te veel dialogen worden gevolgd door iets als: ‘they all roared with laughter’ of they couldn’t stop laughing’.

Het voornaamste bezwaar tegen het boek zijn de merkwaardige wendingen op het einde. De laatste daad van Sandoz (het per ongeluk vermoorden van Askama) komt zo uit een Italiaanse opera. Totaal ongeloofwaardig. Verder vroeg ik af of het vermoorden van de Runa-baby's nou echt in zicht van de ouders moest zijn. Die waren nooit opstandig geweest, dus waarom namen die soldaten de baby's niet gewoon mee? En hoe kon Askama zo eenvoudig het paleis binnendringen waar Sandoz gevangen wordt gehouden? Ook al zo onlogisch.

Kortom, een boek dat ik met veel plezier heb gelezen, maar waar naar mijn idee wel het nodige aan mankeert. Dit gezegd hebbende, ben ik wel erg benieuwd naar het vervolg hierop: Children of God.

Speckled People, The - Hugo Hamilton (2003)

Alternatieve titel: Sproetenkoppen

4,0
Prachtig boek, dat me vaak deed denken aan het alleerste kwartaalboek op BoekMeter: The Sea van John Banville (voor latere internethistorici: The Speckled People was het kwartaalboek van herfst 2021). Even teder van toon, even semi-nostalgisch, even wijs, even ontroerend. Bij The Speckled People komt er ook nog een flinke lading humor bij, van de meer ingetogen soort. Ook kent The Speckled People meer scherpe randjes, waarbij vooral de rol van de vader niet altijd even fijntjes is.

De structuur van het boek is ook al een meerwaarde. De losse hoofdstukken zijn eigenlijk allemaal verhaaltjes op zich, maar Hamilton zorgt er voor dat bepaalde elementen steeds weer terugkomen (de immer blaffende 'zeehond', de Duitse familieclan, uncle Ted die de boel weer eens zegent, de 'film' van de moeder, de nooit aflatende maar altijd mislukkende ondernemingsplannen van de vader).

Die losse elementen zorgen niet alleen voor inhoudelijke samenhang maar ook voor stilistische. Met soms verbijsterende resultaten. Zo begint Hamilton vaak een nieuwe ontwikkeling met 'After that we were' ...' of 'After that my mother went to' etc. Dus schrik je je een ongeluk wanneer hij het voorlaatste hoofdstuk begint met 'After that my father was killed by his own bees'. Hoewel de werkelijkheid iets anders was, was het toch even schrikken.

Vergeleken met The Sea is The Speckled People ook ietsjes poëtischer. Die poëzie zit hem soms in de taal, maar vaker nog in de beelden. En soms in allebei. Zo zal ik nooit meer de man vergeten die in Connemara bij het raam zit en commentaar geeft op datgene wat buiten gebeurt. In een heel eigen taal, maar op een bijzondere manier wondermooi.

The Speckled People is officieel autobiografische fictie, maar Hamilton heeft daarbij wel gezorgd voor thema en motieven. Het gaat in dit boek voornamelijk om de al te menselijke drang om ergens bij te horen. En ook wat voor problemen het geeft als binnen een gezin niet iedereen bij dezelfde groep wil horen en wat er gebeurt als die drang verandert in een obsessie (zoals hier bij de vader, die bij de Ieren of bij de Duitsers wil horen, maar nooit bij de Engelsen. En daarin gaat hij heel ver.)

Kortom, een boek om ontroerd van te raken, om bij te lachen en om je ook eens af te vragen of afkomst en taal echt zo belangrijk zijn als we geneigd zijn te denken. Is de menselijkheid die we delen niet altijd veel groter dan ons eigen vlaggetje, ons eigen volkslied en onze eigen taal? Zeker in deze tijd iets om over na te denken.

Surrogaten voor Murk Tuinstra - Simon Vestdijk (1948)

Alternatieve titel: Surrogaten voor Murk Tuinstra: De Geschiedenis van een Vriendschap

3,5
Wat ik me vooral van dit tweede deel herinner zijn de - voor Vestdijkbegrippen - erg humoristische passages (er staat me iets bij van een hilarische voetbalwedstrijd).

Het ontbreken van angst en de rationele toon zijn inderdaad te onwaarschijnlijk voor een jongetje van Anton's leeftijd, maar het stoorde me toch niet. De Anton Wachtercyclus is voor een groot deel autobiografisch, en de rationele (maar toch emotionerende) schrijver Vestdijk is goed te herkennen in het jongetje Anton.

Mijn persoonlijke favoriet in de cyclus is De rimpels van Esther Ornstein, maar misschien komt dat ook omdat ik indertijd (rond 1984) dezelfde leeftijd als de Anton uit dat deel had. Erg herkenbaar allemaal.