menu

Hier kun je zien welke berichten Donkerwoud als persoonlijke mening of recensie heeft gemarkeerd.

Kabinet van de Familie Staal, Het - Yolanda Entius (2011)

4,0
Nou, leesplezier? Heb het boek vaak weg moeten leggen omdat de beklemming en de naargeestigheid mij een tikkeltje teveel werden.

Yolanda Entius is dan ook een meester in het tergen van haar lezers en weet er een soort psychologische thriller van te maken. Haar taalgebruik is stilistisch niet eens zo denderend, maar het dient allemaal zijn functie om van begin tot eind een unheimisch gevoel van onderdrukking, wraaklust, angst en suspense op te wekken. De lezer krijgt zelf een beetje het gevoel dat hij of zij in een extreem disfunctionele familiesituatie terecht is gekomen.

Mijn enige puntje van kritiek is dat ik de onderdrukkende vader iets vaker van een sympathiekere en menselijkere kant gezien had. Toch zou ik niet eens zeggen dat het aan het boek ligt, want het is ook duidelijk dat het zich afspeelt in de emotionele verwerking die Mees door moet maken.

Zeker een schrijfster om in de gaten te gaan houden!

Kamchatka - Marcelo Figueras (2003)

Alternatieve titel: Kamtsjatka

4,0
Niks meer toe te voegen aan BobdH. Erg mooi boek dat het verdient om breder onder de aandacht te komen.

Kanada - Juan Gómez Bárcena (2017)

4,0
geplaatst:
Schuldgevoel over een gestolen leven. In 'Kanada' (2017) keert een vroegere astrofysicus uit Auschwitz terug naar zijn eigen woning in Hongarije. Tussen de ruïnes van kapot gebombardeerde straatblokken blijkt zijn eigen appartement op miraculeuze wijze de oorlog te hebben overleefd. Bijna tot zijn spijt, want de tijd in het concentratiekamp heeft hem geestelijk en lichamelijk uitgeput. Een iets te enthousiaste buurman ziet de kampoverlevende verschijnen en biedt hem meteen aan om zijn leven terug in de goede richting te krijgen. Schouders eronder. Verder. Met optimisme naar de toekomst. Eenmaal terug in zijn oude appartement komt echter de jongere vrouw van de Buurman net uit zijn badkamer geslopen. Duidelijk geschrokken om zijn terugkomst. Overal in het uitgeleefde appartement zijn nog sporen te vinden van tijdelijke bewoners die de plek in zijn afwezigheid hebben gebruikt. Zelfs het meubilair is gestolen, vervangen of weggedaan. Alleen een oude telescoop herinnert hem nog aan zijn leven voor Auschwitz.

Maar de telescoop staat niet langer op de sterren gericht. De naamloze kampoverlevende trekt zich terug in zijn appartement om vat te krijgen op zijn eigen trauma. Hij heeft geen ruimte meer in zijn geest om te accepteren wie hij was of wat hij nog kan worden, maar de tijd kruipt voort alsof hij alleen nog maar gebeurtenissen kan waarnemen als een buitenstaander. Bij leven doodverklaard en compleet gestript van zijn eigen identiteit. Sporadisch komen de herinneringen terug aan de mishandelingen en de mensonwaardige leefomstandigheden. De ziektes en de moorden. Maar de pijnlijkste realisatie is dat juist zijn intelligentie maakte dat hij door de nazi's werd ingezet als taxateur van waardevolle objecten. Of zoals de kampoverlevende met rekenkundige exactheid moest onderzoeken wat er nog te verdienen viel aan juwelen, sieraden, brillen, kledingstukken en zelfs gouden tanden. Wat is er nog van een mens over als hij gekneed is tot een willoos instrument in een vernietigingskamp?!

Ondertussen trekt de Hongaarse geschiedenis aan zijn raam voorbij. De ruïnes worden weer opgebouwd. Hongersnood en armoede. De Russen vallen Hongarije binnen. Ze lijken verslagen door Hongaarse nationalisten. Toch niet helemaal. Opnieuw oorlogstaferelen en geweldsdaden in het straatbeeld. Alles is in beweging, maar toch komt 't steeds weer terug op hetzelfde punt. De kampoverlevende zelf zet geen stap meer buiten de deur van zijn appartement, tot grote ergernis van de Buurman die af en toe zijn vrouw stuurt om eten te brengen of om de poepemmer te legen. In zijn mensonterende leefomgeving heeft de ex-intellectueel inmiddels zijn oude studieboeken verbrand en het enige waar hij zich aan vastklampt is één pagina van de astroloog/theoloog Johannes Schneider (1728-1778). Deze denker hield vast aan het archaïsche principe van het geocentrisme (het hele universum draait om de aarde) terwijl het heliocentrisme (de aarde draait om de zon) al gangbaar was in het wetenschappelijke discours.

'Kanada' (2017) van Juan Gómez Bárcena doet wat denken aan 'Slaughterhouse-Five' (1969) van Kurt Vonnegut. In die klassieke traumaverwerkingsroman raakt het personage Billy Pilgrim 'unstuck in time' als zijn beschadigde brein niet meer een alledaags ritme volgt. Een buitenaards wezen helpt hem om vat te krijgen op deze vervreemdende conditie. Net als Vonnegut schetst Bárcena iemand die door een oorlogstrauma is losgekoppeld van zijn tijdsbesef en via een pseudowetenschappelijke invalshoek betekenis probeert te vinden. Stilistisch gaat Bárcena nog een stapje verder door de afstandelijke manier waarop zijn verteller consequent over zichzelf spreekt in de jij-vorm. Als iemand die zo is losgekoppeld van zijn eigen 'ik' dat hij zichzelf alleen nog in de derde persoon kan zien. Zichzelf beschouwend als een kille observator: verwijtend en beschuldigend. Deze volstrekt onsentimentele opzet is even wennen, maar het werkt wel als je je beseft hoe pijnlijk dit verknipte zelfbeeld eigenlijk is.

Zoals de zichzelf pijnigende verteller in 'Kanada' (2017) is losgekoppeld van zichzelf, zo houdt hij ook een afstand tot andere mensen. Eigenlijk de enige personen die dichtbij komen zijn de overdreven weldadige buurman en zijn schuchtere vrouw. Zij komen immers om eten te brengen of om de po te legen. Toch ziet een oplettende lezer al vanaf het begin dat hun ogenschijnlijke goedheid meer gedreven wordt door eigenbelang of zelfs schuldbesef. De tijd verstrijkt en de Buurman wordt steeds ongeduldiger om de inertie van de kampoverlevende. Nu wordt het zoetjesaan tijd om verder te gaan, heus. Maar er komt een oplossing als de Buurman besluit om andere kamers onder te verhuren aan derden. Zelf verdient hij er goed geld aan. De getraumatiseerde man is toch teveel bezig met zichzelf om erom te kunnen malen. Misschien dat de grootste tragiek van 'Kanada' (2017) is dat deze overlever zichzelf blijft straffen voor een schuldvraag die zo overduidelijk bij anderen ligt.

Juan Gómez Bárcena weet met 'Kanada' (2017) die precaire balans te vinden tussen literaire speelsheid tegenover zo'n loodzwaar onderwerp als Auschwitz. Licht genoeg om het als lezer te kunnen verdragen, maar respectvol naar de zwaarte van de historische werkelijkheid. Hij maakt de complexe schuldvraag van één getraumatiseerd individu óók tot een intrigerende schets van de parallellen tussen verschillende ideologieën. Of zoals de kampoverlevende vanuit zijn eigen Holocausttrauma ziet hoe het opkomende Stalinisme opnieuw mensen stript van hun individualiteit. En altijd weer tonen verraders en profiteurs zich bereidwillig om onmenselijke systemen van dienst te zijn.

Kanojo to Kanojo no Neko - Makoto Shinkai en Naruki Nagakawa (2013)

Alternatieve titel: Zij en Haar Kat

2,5
Hun poes had nooit écht aandacht voor mij. Af en toe kwam ze bedelen om eten, maar meestal stoof ze schichtig weg als ik de minste affectie toonde. Niet die dag. Mijn vrienden hadden me uitgenodigd om mijn hart te luchten over een heftig geval van liefdesverdriet. Na twee jaar aan onduidelijke signalen was de kogel door de kerk: mijn amoureuze gevoelens waren niet wederzijds. Ze had zelfs toekomstplannen met een ander. Al die tijd. Voor 't eerst in mijn leven ervoer ik wat je dan een gebroken hart noemt. Het voelde pathetisch en overdreven, maar de pijn om het verlies was er niet minder om. Zo'n raar, onbestemd gevoel van leegte waarin de grijze lucht grauwer lijkt en je je opeens hyperbewust wordt van eigen tekortkomingen. Als je niet genoeg van jezelf kunt houden, dan is het fijn als je ten minste de illusie hebt dat een ander dat wél doet.

Helemaal zeker weten doe je het nooit, maar misschien voelde hun poes dat verdriet óók aan. Juist die avond sprong ze op mijn schoot en bleef troostende kopjes geven. Zelf wilde ik het meteen kapot relativeren met grapjes over een emotionele supportpoes. Mijn vrienden moesten er helemaal niet om lachen. Ze hebben niet lang geleden een ondenkbaar verlies geleden en ze vertelden dat de poes inderdaad reageert op hun rouwproces. Als hij of zij in een duistere of verdrietige bui verkeert, dan springt ze ook bij hen op de schoot voor troostrijke kopjes. Alsof ze hun pijn aanvoelt en hen door deze moeilijke tijd wil slepen. Zou het? Of zijn het onze eigen projecties op dit poezenbeest? Ik weet in elk geval dat ze tegenwoordig nauwelijks meer aandacht voor me heeft. Kennelijk is mijn verdriet over verloren dromen voorbij en wil zij gewoon weer bedelen om eten. Beter voor ons allebei.

Tijdens het lezen van 'Zij en haar kat' (2013) dacht ik terug aan mijn eigen ervaringen met deze emotionele supportpoes. Van die alledaagse magie wanneer er iets warms gebeurt wat je zelf niet helemaal kan verklaren, maar wat toch een bepaalde troost biedt. In vier psychologische portretjes schetst Makoto Shinkai hoe verschillende Japanse vrouwen op een punt in hun leven zijn gekomen dat ze twijfels hebben over het moderne leven. Hun relatieleed, hun ambities, hun rouw en verlies en hun worstelingen om hun eigen plek te vinden in de samenleving. Door hun liefdevolle interacties met katten ontvangen ze loyaliteit, genegenheid en stabiliteit die ze missen in andere aspecten van hun leven. Temeer omdat het rondzwerven van de katten verborgen connecties tussen de vrouwen blootleggen waar zij geen enkele weet van hebben. Los van status of afkomst. Mensen tobben en piekeren vooral over zichzelf, maar zien niet dat alles en iedereen met elkaar in verband staat binnen een cyclus die groter is dan zijzelf.

Met dierlijke ik-vertellers heb ik vrijwel altijd het probleem dat zij te makkelijk kennis hebben over menselijke concepten als treinen, mobieltjes, auto's, televisies, etc. Het ene moment pakkende beschrijvingen vanuit het perspectief van een doorregende kitten die door een jonge vrouw uit een kartonnen doos wordt getild, maar het volgende moment heeft hij bijvoorbeeld prima door dat zij elke dag naar haar werk gaat. De verschillende katten adoreren ook zonder uitzondering hun baasjes als ze hen proberen te helpen om hun verdriet te verwerken. Dingen komen er nog dikker bovenop te liggen als blijkt dat de plaatselijke buurthond alle kennis van vorige levens met zich meedraagt en weet heeft over de oorsprong van alles. Hij kan de buurtkatten vertellen dat alles begonnen is bij het sterrenstof dat we allemaal in onze atomen meedragen. Volgens hem brengt het leven en dood in perspectief.

Voor mij had 'Zij en haar kat' (2013) beter gewerkt als de katten abstracter waren gebleven. Niet als ik-vertellers met psychologische ontwikkelingen die parallel lopen aan menselijk verdriet, maar als de ongrijpbare en autonome wezentjes die ze uiteindelijk blijven. Ook geen uitgesproken Oosterse filosofie om hun mysterieuze wandel in een soort 'circle of life' platheid te vangen. Het is een mooiere gedachte dat ik nooit zal weten of de poes van mijn vrienden werkelijk mijn gebroken hart heeft willen stillen. De troost is er namelijk niet minder om.

Kaplan - Leon de Winter (1986)

3,5
Ik vond het wel een aardig boek in zijn inventieve verspringingen en de zoektocht naar een Joodse identiteit. Stukken minder gepolijst dan latere werken en daarom soms ook een beetje van de hak op de tak.

Kara Kitap - Orhan Pamuk (1990)

Alternatieve titel: Het Zwarte Boek

5,0
Een van de grootste ontdekkingen die ik als lezer de laatste 5 jaar heb gedaan. Orhan Pamuk excelleert op zoveel verschillende vlakken, zowel emotioneel als intellectueel. Het boek leest als een Oosterse variant op Harry Mulisch maar is zoveel beter. Het zet je als lezer continu op het verkeerde been en speelt een meesterlijk spelletje met filosofische vraagstukken als: wie is een mens eigenlijk? Vormen we onszelf of worden we gevormd door het geschreven woord? Is er iets als een ik? Hoe verhoudt het Oosten zich tot het Westen in kunst en cultuur? Hoe zit het met de moord op het vrije woord en de teloorgang van de religie in het moderne Turkije? En dat allemaal gekoppeld aan briljant gedetailleerde sfeerbeschrijvingen van Istanbul en een verhaal over verlies dat mij diep in de ziel heeft geraakt. Er zijn weinig schrijvers die zo fantastisch kunnen spelen met woorden en daarmee de grenzen van het geschreven medium weten te raken als Pamuk dat keer op keer doet. Als er ooit een schrijver is geweest die de nobelprijs voor de literatuur meer heeft verdiend dan deze man, dan moet ik hem nog tegenkomen.

Kathy's Dochter - Tim Krabbé (2002)

2,5
Ik vond het uitgangspunt van de liefde herbeleven door een dochter van de geliefde wel mooi gevonden, maar desalniettemin heeft de roman als geheel geen indruk op me achtergelaten. Het wordt nooit echt intrigerend door het wat vlakke verhaaltje.

Kavkazskiy Plennyy - Vladimir Makanin (1995)

Alternatieve titel: De Kaukasische Krijgsgevangene

3,5
Wrange kafkaëske verbeelding van oorlog in de Kaukasus als een existentiële zinloosheid: relaties tussen mensen worden getekend door de absurde logica van oorlogsvoering, waarbij moraliteit en medemenselijkheid ondergesneeuwd raken door overlevingsdrang. Tegelijkertijd is het strijdtoneel een plek waar toevalligheden en gekregen orders noodlottige consequenties kunnen hebben voor mensenlevens. Gevolgen van misstappen, onhandigheden en inschattingsfouten komen voor rekening van de soldaten ter plaatse, terwijl aan de andere kant de machtsstructuur van leger/rebellen doordrongen is van corruptie en wederzijdse financiële belangen. Die cynische catch-22 leidt tot een kapitalistisch systeem waar geld meer waard wordt dan menselijke individuen.

Qua sfeer en toon is het een voorland voor zijn latere roman 'Asan' (2008). Ook hier wordt het oorlogsgeweld beschreven vanuit de laconieke verteltoon van een ouder personage, dat overvallen wordt door een plotselinge mildheid op een plek waar het niet tot uiting kan komen. Weemoedig beschreven machteloosheid, waarbij het affect van natuurschoon als een pijnlijk contrast werkt tegen de lelijkheid van de oorlogsbusiness. Het werk is misschien een tikkeltje te ambitieus voor iets meer dan dertig bladzijdes, maar de zinnelijk beschreven homoseksuele aantrekkingskracht tussen soldaat en gevangene is aangrijpend in zijn eenvoud. Zoals altijd bij Makanin: met wrange ironie die ontroert, afschuw oproept én daadwerkelijk hilarisch kan zijn.

Keefman - Jan Arends (1972)

3,5
Voornamelijk titelverhaal 'Keefman' steekt er bovenuit als de hallucinante tirade van een geesteszieke die zijn behandelaar aantrekt en afstoot. Met een combinatie van volkse straattaal en continue herhalingen wordt de schreeuw om aandacht afgrijselijk invoelbaar gemaakt. Een snufje Kafka in de onmogelijkheid van dit personage om te ontsnappen aan zijn eigen gevangenschap binnen de logica van verzorgingsstaat met psychiatrie. Een snufje Une saison en enfer (Rimbaud) in de hartverscheurende roep om gehoord te worden in een wereld waar zijn stem niet voor vol wordt aangezien.

Iets minder aangrijpend zijn de twee andere langere verhalen 'Vrijgezel op Kamers' en 'Het Ontbijt'. ln positieve zin weten de twee verhalen eveneens het geraffineerde spel tussen geestesziek verklaarde en zijn omgeving te verbeelden. De mannelijke hoofdpersonages lopen tegen onbegrip op over ziektebeelden die niet worden erkend, maar waarbij de omgeving hoge verwachtingen blijft hebben naar het meedoen in een burgermansbestaan. In negatieve zin wordt de absurditeit van waanzin net te geforceerd benadrukt met geestige beelden van een hallucinante koortsdroom of een personage dat door verpleegsters/doktors als een aap wordt gezien.

De vele kortere verhalen in de bundel zijn óf minder sterke variaties op de onbegrepen gek, óf vreemde marxistisch gekleurde sprookjes over geld en welvaart. Alleen 'De Zelfmoordenaar' steekt er nog bovenuit. Hier wil een oudere man zijn eigen zelfmoord simuleren, omdat hij liever in een inrichting terechtkomt dan dat hij nog langer in zijn liefdeloze huwelijk blijft vastzitten. De uiteindelijke climax is schrijnend.

Khomeiny, Sade et Moi - Abnousse Shalmani (2014)

Alternatieve titel: Khomeini, Sade en Ik

2,5
Over de symbolische relatie die de schrijfster heeft met de twee mannen uit de titel: Ayatollah Komeini en Markies de Sade. Abnousse Shalmani schetst met een bitter ironische toon haar vormende momenten. Opgroeien als meisje tijdens de Iraanse Revolutie (1977-1979), toen 'de in zwart & wit geklede oude man' (Khomeini) fatwa's uitriep over Iran en het islamiseren gevolgen had voor het straatbeeld. Over hoe zij als achtjarige haar kleding afwierp om 'baardmannen' en 'zwartrokken' (lees: de starre uitdragers van het islamitische regime) te provoceren. Vooral de 'zwartrokken' moeten het ontgelden, want die waren - volgens de auteur- valser in het opleggen van fatsoensnormen: hun starende blikken oordeelden harder en er klonk vaker roddel en achterklap uit hun monden.

De sterkste passages in de roman zijn beklemmende beschrijvingen van hoe Abnousse Shalmani terugkijkt op haar jeugd in Iran. Ze kijkt terug naar haar jongere ik met een mengeling van trots om haar onverzettelijkheid en bitterheid omdat ze meer wil zijn dan een politieke vluchtelinge: een sterke vrijgevochten vrouw, een Française. Hoe anders dan met Khomeini is haar relatie namelijk met de andere man uit de titel: Marquis de Sade. Eerlijk gezegd heb ik zelf niks met de figuur, behalve dan dat ik na ooit een fragment gezien te hebben uit ‘Salò’ (1975) van Pier Paolo Pasolini, die bewuste verfilming in ieder geval oversla.Toch weet Shalmani ook bij mij enigszins het vuur te ontsteken voor haar passie naar de libertijnse literatuur in het algemeen en de oersadist in het bijzonder. Over hoe zij vrijheid, gelijkheid en broederschap weerspiegeld ziet in de Franse verlichtingsidealen, die in haar ogen diametraal staan tegenover de beklemmende ideologie van de politieke islam.

'Khomeiny, Sade et Moi' (2014) slaat de plank voor mij mis in hoe het meer dan alleen een verwordingsgeschiedenis poogt te zijn, het is ook een enigszins boude politieke en culturele analyse van ontwikkelingen in het hedendaagse Frankrijk. Haar ongezouten en ongefilterde tirade tegen 'baardmannen' en 'zwartrokken' is sympathiek als ze daarmee het proces beschrijft om zelf los te komen van de gedwongen islam uit haar jeugd, maar het wordt irritant als ze dezelfde gechargeerde terminologie loslaat op migranten uit andere moslimlanden. Niet op hun ras of etniciteit (dat nuanceert ze gelukkig wel) maar de islamitische geloofspraktijk blijft ze torpederen met eigen (voor-) oordelen en heilige huisjes. In een nare passage stelt ze een goedkope gemeenplaats dat ze elke vrouw die vrijwillig voor een hoofddoek kiest, niet meer serieus kan nemen omdat die zichzelf buitenspel zetten door hun verhullende kleding.

Daarnaast blijken de typeringen als 'baardman' en 'zwartrok' breed inzetbaar, want alles en iedereen die niet kiest voor wat zij ziet als Franse waarden, zoals het libertijnse gedachtegoed waaraan Abnousse zich steeds zelf spiegelt, is er eigenlijk ook één van. Of het gaat om extreemlinks, om extreemrechts, om feministen, om de intellectuele elite of eigenlijk om iedereen die niet redeneert zoals Shalmani dat zelf doet. Het onevenwichtige in haar gekozen terminologie zwakt uiteindelijk de kern van een betoog af dat meer diepte had verdiend: er is overal seksisme te overwinnen, ook in het Frankrijk waar ze met trots een onderdeel van mag zijn. Daarmee wordt de roman veel schieten in de rondte met passages die soms vlijmscherp hun doel raken, maar die vaak belerend voelen. De invloed van de islam uit haar jeugd mag Abnousse Shalmani dan verworpen hebben, maar geloven doet ze nog volop, namelijk in een conservatief idee van één Frankrijk dat een samenhangend geheel zou moeten zijn op basis van háár waarden.

Killing Time - Frank Tallis (1999)

3,0
Indringende studie naar het verschijnsel obsessieve dwangneuroses en paranoia. Alleen jammer van het wel erg open einde.

Kind Man, A - Susan Hill (2011)

3,0
Het lijden van een onbaatzuchtig mens. Of zoals Susan Hill met 'A Kind Man' (2011) een parabel schreef over goedheid in een imperfecte wereld. Hoe blijf je trouw aan je eigen morele kompas als hebzucht, egoïsme en bitterheid gerechtvaardigd voelen? Hill schetst een naamloos plattelandsdorp in een tijd niet zo ver van ons vandaan, waar de industrialisatie al op gang is gekomen maar een sterke christelijke dorpsmoraal nog levens bepaalt. Tommy en Eve Carr hebben een weinig spannend huwelijk, maar ze putten hun levensgeluk uit de kleine geluksmomentjes die de sleur doorbreken. De Carr's worden echter tweemaal getroffen door het noodlot: eerst wanneer hun oogappel Jeannie Eliza sterft en daarna wanneer Tommy's lichaam wordt verteerd door kanker. Misschien is hun oneerlijke financiële situatie nog wranger dan het ziekteproces zelf. Alles wat ze hebben opgebouwd dreigt weg te vallen door het wegvallen van de kostwinner, terwijl ze niet eens de middelen hebben om hem te helpen met palliatieve zorg.

Maar 'A Kind Man' (2011) neemt een magisch-realistische wending als Tommy's ziekte opeens verdwijnt als sneeuw voor de zon. Hij ontwaakt als een gezonde man en ontdekt zelfs dat hij een warmte uitstraalt waarmee hij andere mensen kan genezen. Zijn nieuwe situatie zou hem in potentie de rijkste man kunnen maken van het dorp. Een gave of een vervloeking? Andere dorpelingen verzamelen zich voor de deur van de Carr's in de hoop op genezing wanneer ze zelf alle hoop zijn verloren. Ook zij hebben geld noch middelen om medische zorg te krijgen. Kan Tommy een goed mens blijven als hij zijn gave inzet voor de verbetering van de gemeenschap? Of gaat er iets fundamenteel verloren als hij een financiële vergoeding terugverwacht voor zijn innerlijke goedheid? Het armoedeconflict komt in 'A Kind Man' (2011) beter uit de verf als het nog om een gitzwarte sociaal-realistische sfeerschets gaat. Met de toevoeging van een paranormale kracht raakt de korte roman geforceerd aan religieuze symboliek. Het helpt ook niet dat innerlijke conflicten - zoals geloof versus wetenschap of onbarmhartig versus zelfverrijking - enorm scherp tegen elkaar worden afgezet.

Kırmızı Saçlı Kadın - Orhan Pamuk (2016)

Alternatieve titel: De Vrouw met het Rode Haar

3,0
Vasthouden aan het oude als alles verandert. In 'De Vrouw met het Rode Haar' (2016) mijmert een ouder wordende zakenman over de vormende weken dat hij in Öngören moest werken als assistent van een puttenmaker. Zijn links-activistische vader liet het afweten toen Cem dringend geld nodig had om zijn universitaire studie te kunnen bekostigen. Öngören was nog een dorpje aan de periferie van een grote stad, maar mettertijd zou het volledig opgeslokt worden door een uitdijende metropool als Istanbul. Zoals het putten maken als ambacht ingehaald zou worden door moderne technologie, zo zou het dorpsleven van Öngören zelf ook veranderen onder druk van globalisering, industrialisering en stedelijke groei.

Maar voor Cem is de herinnering aan Öngören springlevend. De ons-kent-ons dorpsgemeenschap. De klassieke ambacht van het putten maken: noeste, uitputtende arbeid en met een weinig accuraat fingerspitzengefühl op zoek naar de waterbron. De kleurrijke verhalen van leermeester Mahmut, waarin religieuze parabelen samenkomen met volkswijsheden en smeuïge anekdotes. En natuurlijk de spaarzame momenten wanneer de hoofdpersoon contact weet te leggen met de vrouw met het rode haar; een enigmatische aanwezigheid die zinnelijkheid en vrijheid uitstraalt in een conservatieve gemeenschap. Naast de moralistische vertellingen van Mahmud raakt Cem geïnspireerd door haar vele rollen als actrice van een experimentele theatergemeenschap.

Toch eindigde deze vormende tijd in Öngören met een judasstreek. Cem zou het dorpje van toen met de staart tussen de benen verlaten en een levenslange fascinatie houden naar Oosterse en Westerse noodlotsvertellingen. De zoon die zijn vader vermoordt en naar bed gaat met zijn moeder (Oedipus) tegenover de vader die zijn zoon afslacht in een dagenlange eindstrijd (Rostam & Sohrab). Zouden deze klassieke vertellingen Cem meer kunnen vertellen over zijn eigen beweegreden om het ultieme verraad te plegen op een vaderfiguur? Of voegt hij er zelf iets aan toe door zijn eigen situatie erop te projecteren? Wat is nog de werkelijkheid tussen mythes die ons vormen of die wij zelf vormen? Als de ik-verteller voor zaken terug moet naar een compleet veranderd Öngören, dan moet hij óók de confrontatie aan met een verleden dat hem zowel nostalgisch stemt als angst inboezemt.

Voor mij wordt het tijd om eens op zoek te gaan naar jonge Turkse auteurs. 'De Vrouw met het Rode Haar' (2016) leest lekker weg en het heeft de postmoderne elementen die ik waarder uit eerder werk van Orhan Pamuk, zoals hoe wereldliteratuur en kunstgeschiedenis naadloos overlopen in een psychologisch portret. Het is sterk hoe parallellen tussen de vadermoord (Oedipus) en zoonmoord (Sohrab & Rostam) worden doorgetrokken naar maatschappijkritiek op eigentijdse kwesties. Maar 'De Vrouw met het Rode Haar' (2016) voelt als een verplicht nummertje voor een Nobelprijswinnaar die weinig scherpe randjes opzoekt. Daarnaast heeft de feministische apotheose iets flauws in een roman waarin vrouwelijke personages weinig persoonlijkheid krijgen. Alsof het een soort plotwending is dat vrouwen een stem hebben, terwijl Pamuk ze vooral voorspelbaar opvoert als muzen in de beleving van een obsessief mannelijk personage.

Kleine Johannes, De - Frederik van Eeden (1885)

5,0
Dit boek heeft me in aanraking gebracht met de rijke wereld van de metaforen en de literatuur die in abstractie de echte wereld beter weet te vangen dan in realisme.

Klimtol - Etienne van Heerden (2013)

3,0
Lastig om onder woorden te brengen waarom deze knap gecomponeerde roman, vol verschillende narratieve vertakkingen en diepere lagen, mij nergens wist te beroeren of tot denken aan heeft gezet. Misschien onbekendheid met de historische context van het moderne Zuid-Afrika vanuit het perspectief van de blanke bevolking? Misschien toch een afkeer van die opzichtige verwijzingen naar de menselijke conditie achter spelen door de metafoor van de klimtol uit de titel steeds zo opzichtig op de voorgrond te plaatsen? Of misschien is het toch de wat zeurderige toon van verschillende personages die smeken om vergiffenis voor daden uit hun verleden of die de ballast dragen van dingen waar zij echt niks aan kunnen doen? Ik heb de roman uitgelezen met waardering voor het vakmanschap van zijn auteur, maar het is zeker niet een werk dat mij lang bij gaat blijven.

Knielen op een Bed Violen - Jan Siebelink (2005)

Alternatieve titel: In My Father's Garden

4,5
Mooi verhaal over een man die wil leven in een wereld die is gebaseerd op zijn religie en een vrouw die alleen maar wil overleven. Dat wringt en dat schuurt. Zeer realistisch in hoe het de verwijdering tussen een echtelijk paar weergeeft. Vooral de eerste 300 bladzijdes zijn genadeloos beklemmend, maar dan lijkt de boel als een nachtkaarsje uit te gaan. De focus komt te liggen op minder goed uitgewerkte zaken als een strijd a la David en Goliath om een zwembad. De kracht van Siebelink zit hem erin dat hij heerlijk uitgebreide beschrijvingen combineert met een epische schrijfstijl. De wereld van zijn karakters krijgt zelf bijna bijbelse proporties. De hype zeker waard, dit moet je gelezen hebben,.

Knife of Never Letting Go, The - Patrick Ness (2008)

Alternatieve titel: De Chaos Trilogie 1: Het Mes Dat Niet Wijkt

4,0
Van begin tot eind genoten van deze heerlijke achtbaanrit aan (impliciete) verwijzingen naar populaire SF, fantasy en jeugdliteratuur. Toch heeft Ness de gave om er zijn compleet eigen ding mee te doen. Jeugdliteratuur hoeft tegenwoordig gelukkig niet meer onder te doen voor gewone literatuur, dus worden er complexe morele vraagstukken opgeworpen. Het enige minpuntje is dat het plot iets te geforceerd spannend van cliffhanger naar cliffhanger moet. Voor mij gaat dat nou juist vervelen op den duur.

Known World, The - Edward P. Jones (2003)

Alternatieve titel: De Bekende Wereld

4,0
Ontzettend mooi geschreven beeld van hoe het is om bezit te zijn van een ander mens of andere mensen te bezitten. Edward P. Jones heeft een nuchtere doch bloemrijke manier van schrijven die mij emotioneel wist te raken. Ik vind het wel jammer dat hij ervoor gekozen heeft om zoveel karakters in het verhaal te verwerken, vaak was ik compleet de tel kwijt als er weer een nieuw perspectief werd getoond. Maar zeker een aanrader voor liefhebbers van de Amerikaanse geschiedenis.

Koning Is Dood, De - Willem Brakman (1999)

2,5
Na het uitlezen van ''De Koning Is Dood'' weet ik nog steeds niet wat ik in hemelsnaam heb gelezen, want het is allemaal zo compleet idioot en surreëel. Het zal vast een heel sterk boek zijn die op een speelse manier de grote existentiële thema's behandelt, maar om nou te zeggen dat ik er heel veel plezier aan beleefd heb...? Bij uitlezen snap ik er eigenlijk nog minder van dan toen ik eraan begon. Misschien loont het daarom de moeite om het nog eens te gaan lezen, ware het niet dat voor de eerste maal die bijna tweehonderd bladzijdes doorheen moeten al een ellende was.

Koning van Katoren - Jan Terlouw (1971)

4,0
Perfecte jeugdliteratuur, onderhoudend sprookje voor het kind maar gelaagde metafoor van de tegenwoordige tijd voor de ouder. Ik ben er voor het eerst mee in aanraking gekomen doordat een lerares in groep zes het klassikaal voorlas.

Kraai, De - Kader Abdolah (2011)

2,5
Een novelle werkt alleen als de schrijver ervan efficiënt tot een uiteenzetting van enkele personages binnen enkele wendingen blijft. Kader Abdollah, breedsprakig als hij is, wil in 98 bladzijdes even het gehele levensverhaal van een op hemzelf gelijkend karakter kwijt. Had hij nou maar een of twee episodes uit zijn leven eruit gepikt en daar op in gezoomd, want nu doet het toch vooral aan als de synopsis van een volledig boek i.p.v. een kort maar krachtig werkje.