menu

Hier kun je zien welke berichten Donkerwoud als persoonlijke mening of recensie heeft gemarkeerd.

I Hate the Internet: A Useful Novel against Men, Money and the Filth of Instagram - Jarett Kobek (2016)

Alternatieve titel: Ik Haat het Internet

4,5
En dat iemand die bewust sociale media mijdt precies die dingen zegt waardoor ik opeens anders naar mijn online persona ga kijken.

Ik: 'In de praktijk is Twitter een spel waar mensen kampjes kiezen en soms sarren om het sarren. Geen uitwisseling van ideeën, maar veel hitserij en het aanzwengelen van groeps-emotie. En jammer dat juist mensen in marginale posities dan vaak het doelwit zijn. Ook heeft Twitter een bizar beleid t.a.v. bannen. Ik heb zojuist vijf mensen geblokkeerd en gerapporteerd met expliciete doodsbedreigingen naar mij toe. Die worden niet aangepakt met als argument 'dit moet je in de context zien'.'

Hij: Ik denk ook dat een onderdeel van het probleem is hoe we op het moment (of misschien nog steeds) identiteit ervaren, iets wat ook impliciet besloten ligt in het idee van de doodsbedreiging. We ervaren spraak niet meer als iets dat los kan staan van een persoon of systeem, maar we lijken doorgeslagen naar een gedachte waar iemands mening zijn hele wezen totaliseert. De mening is een symptoom van iemands hele wezen, het hele wezen is doordrenkt van deze mening. Cognitieve dissonantie is iets wat in dit systeem ondenkbaar is. Men kan niet twee meningen tegelijkertijd hebben want men kan maar 1 identiteit hebben en jouw identiteit valt samen met je mening. De doodsbedreiging probeert iemand het zwijgen op te leggen, probeert iemand monddood te maken. Het lijkt klunzig zijn doel te overschieten maar misschien ook niet. Misschien is de gedachte dat iemand op dat moment alleen maar zijn mond is. Dat zou betekenen dat er geen verschil bestaat tussen iemands mond en iemands gehele wezen doodmaken of bedreigen.

En daarna: 'Het is waar ik al een tijdje mee loop. Identiteit begint steeds meer als een gevangenis te voelen. Hoe meer je zegt hoe meer tralies. Ik geniet nog van mijn meervoudige identiteit.'

Wow!

(Ik heb ons what's app gesprek lichtjes aangepast en mijn eigen deel herschreven. De ander wil anoniem blijven.)

I Know This Much Is True - Wally Lamb (1998)

Alternatieve titel: Vergeef Me

4,0
Bijzonder mooie roman over hoe schizofrenie tussen een tweeling in komt te staan. Hoe maakt de ene gezonde broer zich van de andere broer los, zonder dat hij hem in de steek laat? Er worden mooie thema's aangesneden over vergeving, rouwverwerking en door moeten zetten na tegenslag. Wel een erg Amerikaans einde.

I Love Dick - Chris Kraus (1997)

3,5
'I Love Dick' (1997) is zoals het piemelgrapje in de titel: op het eerste gezicht lijkt het luchtig en plat, maar er blijken een stuk meer intellectuele lagen om af te pellen dan ik op voorhand had verwacht. Zelfs achter het flauwe grapje steekt uiteindelijk een complex netwerk van intertekstuele verwijzingen naar filosofische, kunsthistorische, literatuurtheoretische, feministische en literaire tradities. Chris Kraus spaart haar lezer niet, want haar roman (als je het dat al kunt noemen) gaat continu een dialoog aan met zichzelf en de intellectuele achtergronden waartegen haar eigen narratief is geconstrueerd. Die radicale onvoorspelbaarheid geeft het werk iets speels mee, waardoor de meer theoretische passages fijner lezen omdat er ook veel ogenschijnlijke luchtigheid tegenover staat. (Al vermoed ik dat enige voorkennis van filosofie/literatuurtheorie een vereiste is om hier chocola van te maken.)

Het komt in ieder geval niet vaak voor dat ik binnen de spelregels van één werk te maken krijg met zulke onlogische breuken in het narratief. Het is tegelijk fictie en non-fictie. Het is een ideeënroman die zich vormt naar een overspeldrama in een klassieke 'bourgeoisie' brievenroman. Het laat het literaire een dialoog aangaan met de literatuurtheorie om steeds de nadruk te leggen op het artificiële van de gekozen stijlregels. Het is een bloedserieus werk over belangrijke zaken (o.a. de Holocaust/een Joodse identiteit) en toch is het evengoed een absurde klucht over een gemeen spelletje van een getrouwd stel dat ene Dick lastigvalt. Het heeft cultuurkritische kunstrecensies. Het heeft een sentimentele road trip door de Verenigde Staten. Het heeft journalistieke beschrijvingen. Ergens in het geheel duikt er een recept op dat als tekstsoort ook weer meteen tegen een breder licht geplaatst wordt.

Zoals ik het nu beschrijf lijkt de alles-in-één constructie of het een willekeurig soepzooitje is van niet matchende onderdelen, maar tussen de regels door is het thematisch wél eenduidig: Chris Kraus is op zoek naar een vrouwelijke vertellersstem. Een feminiene stem die los gezongen is van de ballast van bestaande, patriarchale tradities en die van daaruit een nieuwe blik op de wereld om haar heen kan werpen. Ik ben als witte man van richting de middelbare leeftijd niet een aangewezen persoon om te zeggen of het haar lukt, maar deze 'anti-roman' vol hiaten, paradoxen en stijlbreuken is een amusant vormexperiment. Of hoe een absurde, vervreemdende opzet uiteindelijk heel logisch voelt als je voorbij de geijkte stijlregels durft te lezen.

I, the Divine - Rabih Alameddine (2001)

Alternatieve titel: Mijn Eeuwige Begin

4,0
'I, the Divine' (2001) van Rabih Alameddine heeft een briljant postmodern uitgangspunt: de ik-vertelster (Sarah Nour El-Din) weet niet voorbij het eerste hoofdstuk van haar roman te komen. Het is geen vloeiend geheel met een afgerond plot en rechtlijnige karakterontwikkeling, maar een vastgelopen plaat waarin gebeurtenissen en personages steeds vanuit een iets ander perspectief worden beschouwd. Compleet met veranderingen in stijl, genre en vorm, met wisselingen in vertellersperspectief en met typografische foefjes. (Al klinkt het concept nu experimenteler dan het in de roman uitpakt, want Alameddine houdt duidelijk een psychologische lezing open.) Het resultaat is een tragikomische meta-roman over ontworteling, (oorlogs-) trauma, familiebanden en het narrativiseren van onbetrouwbare herinneringen. De literatuur als die ene plek waarin de chaotische werkelijkheid enige samenhang weet te krijgen, maar is dat werkelijk zo in het immer uitdijende spel van intertekstuele verwijzingen? Waar de auteur zijn/haar werkelijkheid vervormt met de subjectieve keuzes die gemaakt worden om 'de realiteit' mee te beschrijven?

I'm the King of the Castle - Susan Hill (1970)

3,5
Gedeelde angsten van roofdier en prooi. De kleine Kingshaw snapt niet waarom leeftijdsgenootje Hooper zich zo vastbijt in zijn machtspositie als zoon van een rijke zakenman. Hun victoriaanse landhuis, Warings, is immers vergane glorie, waar stinkende rot in de vermolmde muren kruipt en vooral nare herinneringen voortleven aan Mr Hoopers liefdeloze relatie met zijn eigen vader. Beide jongetjes verloren een ouder. Ze moeten er allebei mee dealen dat hun overgebleven ouder romantische gevoelens begint te ontwikkelen voor de pappa of mamma van de ander. Allebei zijn ze bang om vergeten te worden en alleen achter te moeten blijven. Maar Kingshaw's moeder is huishoudster en Hooper's vader is haar baas; als de volwassenen te druk met elkaar bezig zijn wordt dit ingebeelde standenverschil tussen de kinderen uitgevochten. In 'I'm the King of the Castle' (1970) beschrijft Susan Hill de Britse klassenmaatschappij als een betonrot vol vergankelijkheid, verval en misplaatste superioriteit. Als een beklemmend kat- en muisspel waarin spaarzame momenten van tederheid of kwetsbaarheid alleen maar Hoopers' frustraties versterken. Kingshaw kan niet ontsnappen aan de tirannie en niemand wil hem geloven.

Ich Nannte Ihn Krawatte - Milena Michiko Flašar (2012)

Alternatieve titel: Een Bijna Volmaakte Vriendschap

3,5
De Koikarpers op de cover maakten me wat huiverig voor oriëntalistisch proza. Van die 'typisch Japanse' clichés vol aforismen over wisselende seizoenen en kersenbloesem. Waar recensenten dan dingen over kunnen zeggen als 'bondig gekortwiekt als een bonsaiboompje' of 'geschreven met de vakkundigheid van een betere sushi-chef'. Maar Milena Michiko Flašar heeft een alleraardigste schrijfstijl in de geest van de haiku-traditie. Korte, beschrijvende zinnen in hoofdstukjes van hooguit anderhalve bladzijde, waarin d'r weinig meer gebeurt dan een ontluikende vriendschap tussen twee vreemdelingen. De gedeelde eenzaamheid van een hikikomori (een jonge kluizenaar) die terug probeert te keren naar het sociale leven en een salaryman (iemand in loondienst) die voor zijn vrouw stug volhoudt dat hij nog steeds werkt. Flašar gebruikt die twee archetypen voor diepere bespiegelingen over schuld, schaamte en de angst voor identiteitsverlies. 'Een Bijna Volmaakte Vriendschap' (2012) is een tikkeltje te psychologiserend naar mijn smaak. Elk diepere inzicht moet duidelijk uitgespeld worden en daarin laat de sociale kritiek weinig aan de verbeelding over. Toch beklijft de tederheid waarmee Flašar schrijft over onvolmaakte mensen die elkaar vinden in datgene wat niet altijd gezegd kan worden tegen dierbaren.

Identiteit - Paul Verhaeghe (2012)

4,0
Vlammend psychoanalytisch betoog tegen het reductionistische idee dat mensen gevormd worden door brein/genen tegenover de invloed van de maatschappij en sociale constructies. Verhaeghe redeneert via o.a. Freud, Lacan en Foucault dat 'stoornissen' en bijpassende diagnoses voornamelijk producten zijn van de heersende tijdgeest. Wetenschappelijke objectiviteit is volgens de psychoanalyticus een weerlegbare illusie uit lang vervlogen tijden, maar de misvatting dat alles valt te kaderen lijkt meer dan ooit van zich te spreken in de alom vertegenwoordigde invloedssfeer van instanties voor psychische bijstand.

In eerste instantie is het eigen vakgebied van de psychiatrie gekleurd met diagnoses, labeltjes, kaders, juridisch vastgelegde bescherming en impliciete morele oordelen. Om nog maar te zwijgen over de invloed van marktwerking op hoe zorg wordt geordend en gestructureerd. Hetzelfde geldt voor het onderwijs dat én steeds meer de nadruk legt op afwijkende leerlingen, én dat zijn lesprogramma's aanpast aan de grillen van de markt tegenover klassieke opvattingen van Bildung en pedagogische verantwoordelijkheid. Volgens Verhaege worden identiteiten gevormd rond de zwakke basis van psychiatrische wetenschap en onderwijs als onvoldoende ondergrond om menselijk lijden of falen werkelijk een plek te kunnen geven.

Daarnaast zijn alom vertegenwoordigde cultuuruitingen doordrongen van het 'neoliberale' idee dat afwijken iets is wat zelf hersteld kan én moet worden. Succes en falen zijn in handen van het individu. Eigen voorbeeld: neem een Dr Phil die tips en trucs aanbiedt om ons te leren omgaan met rouw, zwaarlijvigheid, incest, echtelijke ruzies en werkeloosheid. Of denk aan reclamespotjes waarin erectiestoornissen of depressies meteen gekoppeld worden aan de mogelijkheid van medicamenten en behandelmethodes. Of neem het klassieke voorbeeld van photoshop waarmee elk vetrolletje weggeretoucheerd is om vooral geen onvolmaaktheid uit te dragen. Identiteiten van huidige generaties en komende generaties worden steeds gevormd rond een stortvloed aan beelden van maakbaarheid als iets wat binnen handbereik ligt. Die maatschappelijke tendensen vinden óók hun weg in hoe de klassieke instituties zich verhouden tot onderwijs, justitie, (psychische) gezondheidszorg, etc

Vervolgens trekt Verhaeghe de invloed van instituties/beeldvorming door naar een kritiek op een maatschappij waarin de wetten en logica van het neoliberalisme doordringen tot hoe nieuwe identiteiten gevormd worden. Nieuwe generaties groeien op met een zelfbewustzijn, geënt op wat Verhaege neoliberale invloed noemt, dat alles maakbaar is en moet zijn, terwijl vele facetten van mensenlevens op losse schroeven zijn komen te staan. Huwelijken houden geen stand in wisselende liefdesrelaties, arbeidsovereenkomsten zijn zelden van lange duur, regels tot een goede opvoeding worden steeds veranderd of aangepast, uitdragers van autoriteit verdwijnen steeds meer naar de achtergrond en worden niet meer serieus genomen door grote groepen schreeuwers. Maakbaarheid is alleszins geen logische denkwijze in een geglobaliseerde westerse wereld waarin existentiële twijfel religie grotendeels heeft ingewisseld zonder waardig alternatief te bieden.

Voor wie de toegankelijke psychotherapeut tot op de letter volgt, dan zijn we als westerse wereld in een soort overdreven bureaucratische dystopie terecht gekomen à la 1984 of Brave New World. Zelfs als slecht geïnformeerde leek lijkt het mij allemaal een tikkeltje too much. Iedereen met enige kennis over de academische wereld weet hoe ontstellend complex kennisvergaring is doorheen de verschillende disciplines en takken van wetenschap. Verhaeghe gooit termen als 'zelfrealisering' en 'neoliberalisme' in een makkelijk behapbare vorm en verbindt die iets te gemakkelijk met grote conclusies. Vaak zijn die bevindingen niet eens zo wereldschokkend nieuw als de retorisch begaafde psychoanalyticus ze zelf neerpent. Oude wijn in nieuwe zakken.

Toch overheerst bij mij het ontzag voor de retorisch begaafde vorm die op een plezierige manier prikkelt en aanzet tot (zelf-) reflectie. Het is geenszins een oppervlakkig of irrelevant werk, maar het lezen ervan behoeft geen specifieke voorkennis van de complexe materie die erin wordt aangesneden. Verhaege weet psychoanalyse te verkopen* als iets wat een duidelijk relevant tegenwicht biedt aan populaire lifestyle wetenschappers als Kris Verburgh (De Voedselzandloper) of Erik Scherder (Laat je hersenen niet zitten). Het compliceert en zet aan tot denken over nut en noodzaak van dingen die wij allemaal om ons heen wel eens ervaren. Dat hij daarbij zelf chargeert is hem vergeven.

*haha, see what I did there!?

IJsdragers, De - Anna Enquist (2002)

2,5
De schitterende coverfoto van dit boekenweekgeschenk lonkte al zo lang vanuit de boekenkast van mijn moeder, maar er moesten asbestwerkzaamheden aan te pas komen voordat ik 't eens opensloeg. Ik ben verder niet bekend met ander werk van Anna Enquist, dus wat dat aangaat ook een eerste introductie met de auteur. 'De Ijsdragers' (2002) is een degelijke psychologische novelle met enkele sterke naturalistische sfeerschetsen om de tegengestelde mensbeelden van twee echtelieden mee te schetsen. De onmacht over de verdwijning van hun jongvolwassen dochter kleurt Nico's overstap van hoofdpsychiater naar instellingsdirecteur. Terwijl Nico noest op de pedalen van zijn racefiets stapt om nieuwe veranderingen door te brengen in zijn nieuwe functie, moddert Loes verder aan een schier uitzichtloos tuinproject. Het aardige is dat Enquist (zelf psychoanalytica) deze individuele rouwverwerking doortrekt naar een bredere casus over de waarde van psychotherapie tegenover meer doelgerichte therapieën. Toch is het allemaal wat ambitieus voor een boekwerkje van nog geen honderd bladzijden, waar weinig ruimte overblijft voor nuance of verdere uitdieping.

IJstijd - Maartje Wortel (2014)

2,5
Maartje Wortel kan schrijven en kent haar pappenheimers. Ze positioneert zichzelf tussen (voornamelijk Amerikaanse) postmoderne literatuur met haar zelfverzekerde spel vol intertekstuele verwijzingen en metafictie. Of zoals ze haar ik-verteller, James Dillard, laat zeggen over de auteur Richard Brautigan: 'Hij is één van mijn lievelingsschrijvers. (...) De personages in zijn werk ontwikkelen zich niet echt, net als in het echte leven. Het is zo'n bullshit als de figuren uit een boek iets leren. Een mens maakt immers steeds dezelfde fouten.' En laat dat citaat nu ook betrekking hebben op 'IJstijd' (2014) van Maartje Wortel zelf, waarin de geprivilegieerde hoofdrolspeler weinig meer persoonlijkheid heeft dan dat hij zich vastbijt in een relatiebreuk en een soort writer's block doormaakt. Nu hoeft een personage voor mij niet sympathiek of psychologisch gelaagd te zijn, maar die onuitstaanbare pedanterik van een James Dillard blijft wel erg een lege huls om een clevere stijl aan op te hangen. Zoals zijn richtingloosheid en onverwerkte gevoelens stilistisch worden nagebootst omdat vrijwel de gehele roman (inclusief flashbacks) in tegenwoordige tijd is geschreven. 'IJstijd' (2014) is knap geschreven spielerei, maar over de gehele linie ontroert het zelden en reiken de opgeworpen ideeën zelden verder dan eigen slimmigheden.

IJzersterke Jeugd, Een - Tomas Lieske (2009)

3,5
In deze novelle schrijft Tomas Lieske een aardig verhaal over de opkomst van het nazisme als metafoor voor de overeenkomsten tussen machtsverhoudingen van kinderen. Ook de onschuldige kinderwereld blijkt niet zo onschuldig te zijn als het lijkt. Op een kleinere schaal worden de pesterijen en machtsspelletjes gespeeld die overeen komen met nazistische partijen, Tomas Lieske gebruikt hetzelfde liederlijke taalgebruik en de cynische galgenhumor uit zijn eerdere werk om een volstrekt uniek universum te construeren. Het leest lekker vlot weg en de thematiek beklijft, maar toch had ik constant het gevoel dat het meer een vaardige vingeroefening was dan een ijzersterk werk.

Ik, Hollywood - Jan Van Loy (2011)

3,0
Mooi epos, waarbij een fictieve invulling van de roemrijke geschiedenis van Hollywood komt te staan voor de onbetrouwbare staat van herinneringen en de vergankelijkheid van een mensenleven. Van Loy heeft duidelijk kennis van de filmgeschiedenis en weet die slim in te zetten voor zijn eigen doeleinden. Jammer is dat hij teveel personages introduceert die even zo snel weer van het toneel verdwijnen. In dat opzicht is het moeilijk om een binding te kunnen krijgen met de vele bijrollen want ze worden nergens echt diepgravend uitgewerkt.

Ik, Jan Cremer - Jan Cremer (1964)

3,5
Lekker rebels boek waarmee Cremer keihard tegen de smaak van de gevestigde orde inbeukt met seks, geweld en onnodige grofheid. Waarschijnlijk nog net zo controvesieel als het toen was. Het gaat echt helemaal nergens over en hij spreekt zichzelf keer op keer tegen, maar juist daarom is het zo vermakelijk.

Ik, Jan Cremer 2 - Jan Cremer (1966)

2,0
Meer van hetzelfde. Ik begon me hoogst te irriteren aan de seksuele lading die ook hier weer de overhand heeft boven een mooi verhaal of een daadwerkelijke boodschap. Hij had het bij die ene schelmenroman mogen houden.

Ima, Ai ni Yukimasu - Takuji Ichikawa (2003)

Alternatieve titel: Bij Jou Zijn

3,5
Het soort boek waarvan ik twee totaal afwijkende recensies kan schrijven. Benadruk ik de mierzoete, duidelijk geforceerde stijltrucs om de lezer te ontroeren met overdreven schattige karakters en irritante dialogen? Of kies ik ervoor om de emotionele wervelwind te beschrijven die tot gevolg heeft gehad dat ik het boek met tranen in mijn ogen dicht heb geslagen?

Gezien mijn score kun je wel enigszins invullen welk aspect ik zwaarder mee heb laten wegen. Dat idyllische universum van onvoorwaardelijke liefde tussen mensen met hun schattige tekortkomingen heeft zeker zijn charme. Zeer zeker niet een stilistisch sterk boek, maar ideaal om mee te nemen op vakantie en weg te zwijmelen bij de droomwereld die Ichikawa ons voorschotelt. En wat begin ik een softie te worden zeg!

Imarat Ya’qubian - Alaa al Aswani (2002)

Alternatieve titel: Het Yacoubian

3,0
In mijn verkenning van de Arabische literatuur ben ik op het pad gekomen van deze internationale hit. Het boek schijnt in het Midden Oosten nogal wat teweeg te hebben gebracht als controversiele bestseller. De thema's zijn dan ook niet mals: religieuze hypocrisie, homofilie, seksuele losbandigheid. Maar is het echt een goed boek? Ik vond zelf dat het een beetje leed onder een immense hoeveelheid aan karakters. Het zijn er zoveel dat geen van de verhaallijnen erg veel diepgang meekrijgen. De schrijver Alaa al-Aswany heeft met dit boek bewezen dat hij een confrontatie met misstanden in zijn Egypte aankan, maar het is bij lange na nog geen Nagieb Mahfouz. Ik hoop dat hij in zijn schrijversschap leert doseren met het aantal verhaallijnen.

Imot Kunsten - Tomas Espedal (2009)

Alternatieve titel: Tussen April en September

3,0
Als schrijver en rouwende mens bevroren in de tijd. Of zoals de ik-verteller in 'Tussen April en September' (2009) twee zware klappen krijgt te verwerken wanneer kort achter elkaar zijn moeder en ex-vrouw overlijden. Zo moet hij niet alleen zijn eigen verdriet verwerken, maar ook een soort moederrol vervullen voor zijn rouwende tienerdochter. Hoe hebben deze vrouwen hem gemaakt tot de man die hij nu is? En belangrijker nog: hoe nu verder? Het schrijverschap en de zorg voor z'n kind vragen immers om te ontwaken uit zijn sluimerstand en opnieuw betekenis te geven aan het verstrijken van de tijd. Het maakt 'Tussen April en September' (2009) gelaagder dan alleen een psychologisch gemotiveerde rouwroman. Bij vlagen beeldschoon hoe Espedal zijn naturalistische sfeerbeschrijvingen laat overlopen in poëtische bespiegelingen over een rouwende man die probeert te schrijven. Niet zoekend naar een muze, maar ondanks afwezigheid en verlies tot inspiratie komen. Een beetje overgestileerd en hermetisch is 't overigens wel. Ik kreeg als lezer steeds het gevoel dat je nooit vat krijgt op de pijn of het verdriet, omdat Espedal literair vernuft zwaarder laat wegen dan rauwheid. Daar komt bij dat hij voor een korte roman nogal wat zijsprongen inslaat om verschillende familiegeschiedenissen erin te verwerken. Niks of niemand komt écht tot leven door een fragmentarische opzet waarin emotie te weinig tijd krijgt om te beklijven.

Imperium - Robert Harris (2006)

3,0
Ik had er meer van verwacht na het lezen van de superbe Pompeii. Het Romeinse juridische systeem wordt mooi beschreven met een gedegen kennis van de geschiedenis, maar tegelijkertijd is het ook een tikkeltje saai door de voorspelbaarheid ervan.

In het Huis van de Dichter - Jan Brokken (2008)

3,5
In het huis van de dichter is een gevoelig portret van de vriendschap met de homoseksuele concertpianist Youri Egorov. De kracht van het boek zit hem erin dat die vriendschap breder wordt getrokken naar een beeld van de tijd en een commentaar op het verdrukkende regime waaruit Youri Egorov uit is ontsnapt. Even was ik bang dat Jan Brokken te mild was naar zijn vriend en hem kritiekloos in beeld wilde brengen, maar er is uiteindelijk ook ruimte voor de wat minder flatteuze aspecten van zijn karakter. Het brengt de pianist ook tot leven voor mensen die nog nooit van hem gehoord hebben en waarschijnlijk nooit van hem zouden hebben gehoord als dit boek niet op hun pad zou zijn gekomen. Wees wel voorbereid op een fikse hoeveelheid interessante en minder interessante feitjes over professioneel pianospelen.Brokken verliest zichzelf soms in ellenlange opsommingen van sonates en intertekstuele verwijzingen naar de Russische literatuur.

In One Person - John Irving (2012)

Alternatieve titel: In een Mens

4,0
Van begin tot eind genoten van deze tragikomische reflectie op de veranderende seksuele moraal in de Verenigde Staten, waarbij duidelijk wordt dat intolerantie naar seksuele afwijkingen van alle tijden is. Ik kan me voorstellen dat het voor sommige lezers geforceerd kan zijn dat werkelijk elk personage wel 'afwijkt van de norm' op seksueel gebied. Heteroseksualiteit is in de logica van deze roman eerder de afwijking. Toch weet Irving hiermee af te dwingen dat iedereen zich wel moet identificeren met verschillende seksuele identiteiten die er bestaan. Het gaat mij te ver om deze roman op gelijke hoogte te zetten met zijn beste werk uit de jaren '70 en '80, maar Irving laat hiermee zien dat hij nog altijd in staat is om relevante literatuur te produceren.

In Search of Our Mothers' Gardens: Womanist Prose - Alice Walker (1984)

Alternatieve titel: De Tuinen van Onze Moeders, een Zoektocht

4,5
Indrukwekkende reeks van gedachten en bespiegelingen van de Afro-Amerikaanse schrijfster. Ze heeft een bijzonder scherp analystisch vermogen en weet hiermee de kern van zaken te raken. Via haar rijke geest wordt een volledige buitenstaander als ik ook deelgenoot in het innerlijke leven van een Afro-Amerikaanse en de historische pijn die zij met zich meedraagt. Maar het is zoveel meer dan dat. Ze geeft met haar essays weer kleur aan verloren gegane Afro-Amerikaanse schrijfsters, die op hun eigen manier ook bij hebben gedragen aan het culturele erfgoed van de V.S. Ze beschrijft wat het slavenverleden voor ons als mensheid betekent en hoe deze afgrijselijke periode nog steeds doorwerkt in onze tijd.

Maar het sterkst is ze wanneer ze die scherpe analyses loslaat op momenten uit haar leven die haar persoonlijk geraakt hebben. Zo ben ik intens geraakt door haar zoektocht naar het graf van Zora Neale Hurston. Ook sterk zijn de beschrijvingen van haar ouders en hoe zij zich met het schrijven uit een diepe depressie heeft gered. Daarin zit ook de kracht van het werk, ze gaat continu van grote maatschappelijke zaken naar puur persoonlijke belevenissen en beschrijft dat alsof het een vloeiend geheel is. Alsof die dingen onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Ik ben wat minder te spreken over de politieke manifesten (anti-nucleair, conflict Israel en Palestina) die geschreven zijn vanuit een beperkt referentiekader.

In the Place of Fallen Leaves - Tim Pears (1993)

4,5
Ik ken weinig romans die zo op de karakters geschreven zijn als deze Engelse ´´streekroman´´. Er gebeurt nagenoeg niks, maar we leren de belangrijke personages wel kennen in al hun zwakheden en begaafdheden. Schitterende, dromerige schrijfstijl die het boerenleven op prettige wijze verheerlijkt zonder kitscherig te worden.

Indecision - Benjamin Kunkel (2005)

Alternatieve titel: Besluiteloos

3,0
Leuk uitgangspunt- besluiteloosheid als teken van onze generatie - maar het boek loopt een beetje dood na een bepaald punt. Ik moet zeggen dat de materie dan wel weer uiterst herkenbaar is voor deze midden twintiger.

Instructions for Living Someone Else's Life - Mil Millington (2006)

3,0
Een beetje lucht tussen alle historische werken die ik de afgelopen weken op me af heb laten komen. Ik ben er nog niet helemaal over uit waarom, maar ergens vond ik dit boek minder geestig dan ''Love And Other Near-Death Experiences'' die ik onlangs van hem heb gelezen. Desalniettemin blijft Mil Millington voor mij een schrijver om in de gaten te gaan houden, want ik vermoed dat er nog wel eens iets heel erg goeds uit gaat komen. Hij weet treffend filosofische vraagstukken en sociaal-maatschappelijke discussies terug te brengen tot humoristische romans.

Interpreters, The - Wole Soyinka (1965)

Alternatieve titel: De Vertolkers

3,0
Soyinka heeft een prettig toegankelijke speelse schrijfstijl waarin satire, absurdisme en realisme naadloos in elkaar overlopen en grappige situatieschetsen ontstaan. Wel had ik het gevoel dat de roman een beetje als los zand aan elkaar hing en de personages kwamen voor mij nooit helemaal tot leven. Het helpt dan niet mee dat de dialogen veelal uit oeverloos geleuter van de hoofdpersonages bestaan.

Ispug - Vladimir Makanin (2006)

Alternatieve titel: Schrik

3,5
Meer een verhalenbundel in romanvorm dan dat het een consistente verhaalstructuur heeft. In twaalf enigszins afzonderlijke hoofdstukken wordt het verhaal verteld van een oude man die de toegang heeft tot de vakantiewoningen van mensen en die op deze manier weet binnen te dringen in de levens van de jonge vrouwen. Een ander terugkerend thema is een terroristische aanslag van communisten oude stijl die door het leger in de kiem wordt gesmoord en een groepje oude mannen dat daar naar staat te kijken. Oftewel, de geschiedenis is definitief veranderd en de oude generatie is daar de getuige van.

Het hoofdpersonage is ergens een aandoenlijk karakter omdat hij meestal zijn zin krijgt en toch seks heeft met die jonge dames (ook al moet hij daarvoor soms opgesloten worden in een psychiatrische inrichting). Totaal ongeloofwaardig, maar als een soort schelmenroman leest het lekker weg. Het hele principe van de satermannen is leuk gevonden: oude mannen die pathologisch seksuele gevoelens hebben naar jonge vrouwen. Dit fictieve Freudiaanse ziektebeeld wordt zo overtuigend beschreven dat het echt onderdeel zou kunnen zijn van de psychoanalyse.

Vladimir Makanin is een schrijver van de oude stempel die de maatschappij duidt met rake metaforen, maatschappijkritische ironie en intellectualistische theorieën. Bij mij trad er echter een zekere verveling op wanneer er weer een nieuw object van verlangen wordt geïntroduceerd en het hoofdpersonage verzucht dat hij een oude man is. Interessante bijrollen - zoals de neef met een oorlogstrauma - komen nauwelijks uit de verf en verdwijnen net zo snel van het toneel als dat ze gekomen zijn. Het levert een bij vlagen geniale roman op, maar die niet de volle 432 bladzijdes lang weet te overtuigen. Jammer, want ik denk dat Vladimir Makanin een van de betere moderne Russische schrijvers is wiens vertalingen hier in omloop zijn.

Ivanov - Hanna Bervoets (2016)

3,5
Cultuur en wetenschap: een morele liefdesgeschiedenis

Hoofdpersoon Felix is een man van middelbare leeftijd die met schaamte, spijt en wrok terugkijkt op een studententijd in de Verenigde Staten, toen hij als ontluikende homoseksuele man betrokken raakte in een 'ménage à trois' met zijn lesbische medestudente Lois en ontslagen universiteitsdocente Helena Frank. Het was midden jaren negentig. De AIDS-epidemie was op het hoogtepunt terwijl homo-emancipatie een vlucht nam richting meer acceptatie voor niet-conventionele relatievorming. Op universiteiten werden de geesten van jonge studenten klaargestoomd met theorieën over ras, gender, seksualiteit en identiteit. Afro-Amerikaanse helden als de sporter O.J. Simpson en de komiek Bill Cosby domineerden de headlines van kranten om wat zij wisten te bereiken ondanks, of dankzij, hun huidskleur. Bewustwording over en emancipatie van vroeger gemarginaliseerde groepen; vanuit een nieuw ontstane gevestigde orde die een kritische blik wierp op de heteroseksuele blanke man als de norm der dingen.

Naast de melancholische, de nostalgische en de verbitterde mijmeringen van Felix wordt een ander verhaal verteld, dat van de de Russische wetenschapper Ilja Ivanov (1870-1932). Hij hield zich bezig met moreel discutabele experimenten om mensen en dieren met elkaar te kruisen. Inseminatie van menselijk zaad in de schoot van mensapen, of, nog erger, het bezwangeren van Afrikaanse vrouwen door ze onvrijwillig in te spuiten met het zaad van primaten. Deels ingegeven door het Marxistische ideaal dat de evolutietheorie voor eens en voor altijd bewezen moet worden, en dat de verstikkende religieuze moraal geen rol meer mag hebben in de moderne tijd. Deels ook ingebed in een heersende opvatting over de rassentheorie: niet-Westerse volkeren zouden dichterbij de natuur staan dan ‘de verlichtte blanken’.

De persoonlijk gekleurde herinneringen van Felix aan ‘de politiek correcte’ jaren negentig smelten samen met de absurde lijkende moraal waarmee Ivanov zijn experimenten goed kon praten. Het personage ‘Helena Frank’ verbindt de wetenschap van eind 19e eeuw met het geschetste wetenschappelijke klimaat in de jaren negentig. Zij is een moderne variant van de iconische dokter van Frankenstein: een hoogopgeleide vrouw, met de nobele intentie om haar hybride kruisingen tussen mensen en dieren in te zetten ten behoeve van het aidsonderzoek. Net zoals Ivanov is zij een product van haar tijd, maar haar beweegredenen worden gekleurd door andere ideologieën, geloofsovertuigingen en wetenschappelijke doelen om na te streven.

Bervoets wordt terecht geprezen om haar ambitieuze en gelaagde spiegelpaleis. Zij laat wetenschapsethiek over het creëren van hybride levensvormen heel natuurlijk overlopen in de identiteitsvraagstukken van een ik-verteller. Ivanov (2016) is daarmee zelf een hybride van historische roman, science fiction, coming of age, gay literature én een rijke ideeënroman over de invloed van cultuur op de heersende wetenschappelijke moraal. Al die smaken en tonen maken het nog steeds tot een leesbaar werk dat tot de verbeelding spreekt om de prikkelende thema’s die het aansnijdt.

Het werk roept pittige en dappere vraagstukken op die prima passen in een maatschappelijk klimaat waarin met enige scepsis (terug-) gekeken wordt naar pogingen om diversiteit af te dwingen. Is politiek correct denken bijvoorbeeld een vorm van zelflegitimatie in plaats van dat het bevrijdend werkt voor de betreffende minderheidsgroepen? Wat vermag de wetenschap met haar vooruitgangsstreven als het rekening moet houden met (ogenschijnlijk) irrelevante obstructies die vanuit de maatschappij opgeworpen worden? Kan moraal ooit losgekoppeld worden van de wereld waarin het ontstaat en vorm wordt gegeven, en is het morele daarmee niet ‘de facto’ een beperkende factor in het verbeelden van de consequenties die wetenschappelijke vindingen gaan hebben in de echte wereld? Moet je beteugelen wat je nog niet kunt kennen? En wat dan als wetenschappelijke progressie voortkomt uit de ongebreidelde lust tot experimenteren tegen elke prijs?

Toch vind ik dat de analytische kant van haar schrijven sterker is uitgewerkt dan de emotionele kant ervan. Tegenover elke vlijmscherpe vondst- en die zijn er, in overvloed- staan legio passages rond flauwe personages wiens symbolische liefdesperikelen eerder een statisch vehikel zijn om de vele ideeën aan op te hangen dan dat ze emotioneel gerijpt voelen. Te veel dramatisch potentieel blijft slapjes en oppervlakkig, terwijl het zelden een onderhuidse spanning oproept. Het geeft een afstandelijk plezier om de aardige vondsten eruit te vissen, maar wat de karakters voelen of doen blijft van minder belang dan de posities die zij innemen. Het is iets wat me vaker tegenstaat bij deze lichting (jonge) Nederlandse auteurs: de noodzaak om hip, trendgevoelig en ‘clever’ te blijven. Het maakt van gekunstelde spielerei in het narratief een doel op zich. Literatuur wordt een afstandelijke optelsom van verschillende onderdelen, maar het mist doorwrochte personages die het hart vormen van zoveel vroegere wereldklassiekers. Of word ik nu zelf een oude zuurpruim?