menu

Hier kun je zien welke berichten Donkerwoud als persoonlijke mening of recensie heeft gemarkeerd.

Galore - Michael Crummey (2009)

3,0
Michael Crummey weet op een fantasievolle manier geschiedenis samen te laten vallen met het fantastische en doet dat op een manier waarop het niet geforceerd aanvoelt. Daarbij kiest hij voor een episodische structuur zoals Márquez die ook gebruikt in Honderd Jaar Eenzaamheid. Het narratief volgt niet enkele personages,maar psychologische ontwikkelingen gaan door in nazaten van eerdere personages. Voor mij voelt het teveel aan als fragmentarische anekdotes die nooit diepgang krijgen, maar ik kan me voorstellen dat het voor andere lezers wel werkt.

Gangreen 1: Black Venus - Jef Geeraerts (1968)

2,0
Ik heb te vaak geprobeerd om me over de walging heen te zetten en verder te lezen. Het boek gaat van neuken naar neuken zonder er een iteressante lijn in aan te brengen. Doet me zo geen moer. Bij 130 bladzijdes heb ik er de brui aan gegeven.

Geleende Levens - Bernlef (2010)

3,0
Ik ben wat minder negatief dan andere gebruikers. Vooral ''De rol van zijn leven'' is best intrigerend. ''Geleend Leven'' wil maar niet uit de verf komen. ''Eeuwige Roem'' is daarentegen wel aardig maar ook niet meer dan dat. Het is dus een wat inwisselbaar niemendalletje dat weinig weet te beklijven maar wel degelijk de kracht van Bernlef als schrijver aantoont. Alle verhalen hebben dezelfde sfeer van eenzaamheid en onvervulde verlangens die als een rode draad door het werk van de man gaan.

Gelukkige Slaven - Tom Lanoye (2013)

3,5
Voor mij is Lanoye één van de meer interessante stemmen in de Nederlandstalige literatuur. Zijn werk zit niet alleen stillistisch heel stijlvol in elkaar, maar het weet ook heel treffend de complexe tijdsgeest te vangen. Hier richt hij zich op de globalisering, het mondiale kapitalisme, identiteitsfraude en de wisselende machtsverschuivingen op economisch gebied. Zo beschreven taaie kost, maar in het werk wordt het knap gepersonifieerd met over-the-top personages en hilarische symboliek.Daarnaast heeft het ook een aantrekkelijke thrillerstructuur met plotwendingen én suspense. Lanoye is ook een schrijver die zich tot in het grootste detail kan uitleven met enkele gebeurtenissen en toch weet hoe hij het van begin tot eind aantrekkelijk kan houden door zijn bloemrijk gebruik van de taal.

Toch kon ik hier niet helemaal enthousiast van worden. Het is mij allemaal een tikkeltje te glad en de personages dienen teveel een hoger allegorisch doel in plaats van dat zij echt raken om hoe zij zijn. Dat wordt vervelend duidelijk wanneer de keurig opgebouwde confrontatie tussen de voornaamste karakters afgeraffeld wordt met een wat warrige conclusie. Het betekent allemaal heel veel, maar het mist de emotionele klap om er een memorabel slotstuk van te maken.

Gelukkigen, De - Yolanda Entius (2010)

3,0
Zeker een vakkundig geschreven roman die heel vernuftig de gedachtestromen van verschillende personages aan elkaar weet te verbinden. Entius excelleert in het weergeven van dingen die in onze huidige tijdsgeest onbespreekbaar zijn. Wat mij tegenstaat is dat ik het gehad heb met romans, films en series die de levens van verschillende personages in elkaar over laten lopen. Het is een beetje een platgetreden terrein geworden, waarbij het niet helpt dat de fragmentarische verhaallijnen onbevredigend uitgewerkt worden. Geef mij maar gewoon een eenvoudig lijkend verhaal dat met complexe narratieve trucjes speelt boven deze chaotische uiteenzetting van verschillende elementen.

Gender Trouble: Feminism and the Subversion of Identity - Judith Butler (1990)

4,0
Genderperformativiteit in de tram. Een mamma zegt tegen haar dochtertje: 'Even je benen dicht, Sienna.' Het kindje antwoordt wijselijk: 'Ik moet mijn benen dichtdoen, want ik ben een meisje.' Mamma voegt eraan toe: 'Ja, want je bent een dáááme!'

Gevleugelde, De - Arthur Japin (2015)

2,5
Een homoseksuele volksheld

Laat het maar aan Arthur Japin over om een lofzang te schrijven op de Braziliaanse luchtvaartpionier Alberto Santos-Dumont (1873-1932). De Nederlandse chroniqueur die zich allerhande historische figuren toe-eigent en een iconische figuur die het allemaal was: uitvinder, vliegenier, stijlicoon, celebrity, weldoener en promotor van de vliegerij. Deze nieuwste historische roman van Japin begint en eindigt met de reis die het hart van de vliegenier heeft afgereisd na diens overlijden. Tussen de licht-macabere ‘de hartstocht’ zitten twee langere episodes verweven: eerst Alberto’s jeugd in het Braziliaanse binnenland, daarna zijn hoogtijdagen als vroege twintiger tijdens de Parijse belle époque.

Santos-Dumont is een interessante figuur. Een dromer die met zijn verbeelding de wetenschappelijke kennis over aerodynamica in praktijk kon brengen, terwijl hij later in zijn leven gedesillusioneerd zou raken door de militaire toepassingen van zijn eigen uitvindingen. Hij was een van de eerste personen die beelden voorbij zag komen als wolkenpartijen en het aardse leven als een miniatuur. De mooiste passage is wanneer Dumont over de Parijse wereldtentoonstelling vliegt en contact maakt met zijn fans op de grond, die met zakdoeken terug zwaaien om hun steun te betuigen aan de vliegenier. Aan zulke geromantiseerde beelden geen gebrek, en daar gaat het wringen: de geschetste sfeerschetsen voegen lang niet altijd iets wezenlijks toe aan de psychologische gelaagdheid van het centrale personage.

‘De Gevleugelde’ is namelijk opgebouwd als een heroïsche vertelling waarin de goedhartige, de sensitieve, de vooruitstrevende Santos-Dumont meestal bezien wordt vanuit herinneringen en beschouwingen óver de historische figuur en niet vanuit zijn perspectief. Het gevolg is dat het meest interessante personage in de verhaallijn –de vliegenier zelf- een eendimensionale karikatuur blijft. Hij is geen psychologisch gelaagd personage dat zelf grote ontwikkelingen doormaakt, maar de nadruk ligt erop dat zijn grootheid, die in niks past binnen clichés over heldenmoed en mannelijkheid, door mensen in zijn omgeving hogelijk wordt gewaardeerd. In de overleveringen van nabestaanden niks dan clementie voor zijn gemaakte fouten en ontzag voor het symbool dat hij zou worden voor de Braziliaanse natie.

De beperkte heroïsche karakteropbouw wordt problematisch als Arthur Japin de homoseksuele geaardheid van Santos-Dumont als een centraal thema neemt in zijn vertelling. Al in zijn eigen tijd gingen de geruchten dat de modebewuste en ongetrouwde vliegfanaat zich ‘nichterig’ gedroeg en óók nog eens veel tijd met vrienden doorbracht. Tegelijkertijd wist Dumont zijn seksuele voorkeuren goed verborgen te houden, waardoor niemand hem op het ene of het andere vast kon pinnen. Nog steeds worstelen historici met dat stuk van zijn privéleven. Arthur Japin laat er daarom geen misverstand over bestaan: zijn versie van de vliegenier voelt zich aangetrokken tot mannen.

Door het overschot aan verschillende perspectieven en het beperkte psychologische portret, wordt de ‘homoseksuele’ hoofdfiguur gedegradeerd tot louter zijn geaardheid. Er wordt zelfs een tragische onbeantwoorde liefde gesuggereerd die mede zijn zelfmoord in gang heeft gezet. De luchtvaartpionier wil met zijn grenzeloze verbeelding boven de wolken komen omdat het aardse leven hem beklemt met de verstikkende beperkingen en de machtsmachinaties die anderen hem opleggen. Het is een mooie metafoor – en het werkt ook effectief binnen de verhaallijn- maar Japin laat hiermee juist een heleboel mogelijkheden liggen ten aanzien van een contrastrijke persoonlijkheid.

Alberto Santos-Dumont is een figuur die, ondanks de beperkingen van een starre tijdsgeest, tot grote hoogten wist te komen, en wiens neergang misschien wel niks met zijn seksualiteit te maken heeft gehad. Had Japin zich meer gericht op de historische figuur zelf dan op de mythische overleveringen rond zijn persoon, dan had hij wellicht een interessantere roman geschreven over een complex mens in een interessante tijd. Nu blijft het hangen bij een heleboel suggestie in bloemrijke taal en weinig inhoudelijke gelaagdheid. Een gemiste kans.

Girl Meets Boy - Ali Smith (2007)

Alternatieve titel: Meisje Ontmoet Jongen

3,5
Jonge vrouwen hebben het verleden én de toekomst

Ik heb een zwak voor de speelsheid en de (ogenschijnlijke) luchtigheid waarmee Ali Smith haar verhalen vormgeeft. Hier geeft zij een moderne interpretatie van Ianthe en Iphnis uit 'Metamorfosen' van Ovidius; een klassieke mythe over een vrouw die als man opgroeit, verliefd wordt op een vrouwelijk karakter, daarom van de Goden de mogelijkheid krijgt om haar geslacht te transformeren zodat hij/zij in de huwelijkse verplichtingen kan voorzien. De klassieke mythe is het uitgangspunt voor een moderne mythe over een ontluikende lesbische kalverliefde met raakvlakken met het origineel. Twee zussen van begin twintig - Anthea en Imogen - werken voor de advertisement van het commerciële bedrijf Pure, dat gebotteld water op de markt brengt. Dan dient zich het activistische jongensmeisje Robin aan; zij beklad een reclameboodschap van het bedrijf en wordt door de beveiliging van het terrein geëscorteerd.

Tussen Robin en Anthea springt een vonk over en zij hebben een gepassioneerde liefdesgeschiedenis die veel verder gaat dan alleen het delen van de vleselijke geneugtes van hun seksuele omgang. Anthea neemt namelijk ontslag van de corporate business en samen met haar nieuwe liefde gaat zij zich bezighouden met activistische uitingen van verzet tegen commercie, milieuvervuiling, gender ongelijkheid, seksisme en andere feministische issues. Imogen, die nog altijd voor het bedrijf werkt, ziet de transformatie van haar zus met lede ogen aan, want zij wordt direct geconfronteerd met de seksistische bedrijfscultuur waarbinnen genadeloos afgerekend wordt met genders en seksualiteiten die afwijken van de heteroseksuele norm. Haar omgeving roept bij Imogen een afkeer op voor het moeilijk te plaatsen hokje waarbinnen zij haar getransformeerde zus moet plaatsen.

Het lastige aan uitleg geven over deze roman is dat alles wat ik zeg plot en psychologische ontwikkeling suggereert, terwijl de kracht van het narratief haar nu juist zit in een roman die op een niet-gangbare manier eenheid aanbrengt in een kakofonie van associaties, verwijzingen en taalvondsten. Zoals genders en seksualiteiten in het werk niet keurig van elkaar afgebakend zijn - Ali Smith is duidelijk fan van filosofe Judith Butler- zo wijkt het narratief af van klassieke hiërarchieën tussen autoritaire vertellers die afstand hebben tot datgene wat zij beschrijven. Het vertelde leest als ware het fluïde, waarbij er geen duidelijk aanwijsbare ik-verteller is die één of meerdere subjectieve gezichtspunten vertolkt. Imogen en Anthea spreken als één en dezelfde stem.

Tussen de botsende en elkaar aanvullende gedachtestromen van Anthea en Imogen ontstaan parallellen, overeenkomsten, contrasten, raakvlakken. De subjectieve perspectieven van Anthea en Imogen lopen in elkaar over door postmoderne taalspelletjes: naar elkaar verwijzende puns/woordgrapjes; karakterontwikkelingen die los van elkaar plaatsvinden en toch een samenhang met elkaar hebben; gegroepeerde titels van hoofdstukken met veelzeggende namen als als 'me', 'you', 'us', them'. Het ene (seksuele ontwikkeling) staat niet los van het andere (xenofobie, seksisme) terwijl de twee uitersten steeds in een interactie met elkaar zijn. Door die vreemde opzet voelt het vertelde bij mij artificieel, afstandelijk en geconstrueerd, maar het voelt tegelijkertijd evengoed persoonlijk, warm en intiem.

Terug naar Metamorfosen van Ovidius. Deze herbewerking van het oorspronkelijke bronmateriaal neemt de kracht van de klassieke mythes (het vermogen om te resoneren in andere tijden en plaatsen dan louter de eigen context) en kruidt die met elementen uit recentere stromingen als modernisme en postmodernisme. De stream of conciousness/gedachtestromen bijvoorbeeld, die hier geen psychologische gelaagdheid of karakterontwikkeling impliceren, maar die een talige constructie zijn om subjectiviteit en authenticiteit over te brengen. De tijdloosheid van de klassieke verhalen, overleveringen die nog immer relevant zijn door de vele (her-)bewerkingen. Gecombineerd met moderne taalfoefjes om het stoffige oude nieuwe levensvitaliteit in te blazen. Tegelijkertijd zijn de maatschappelijke issues in de 21e eeuw wezenlijk anders van aard, terwijl de oorspronkelijke mythes duidelijk in een geschiedkundige context geplaatst moeten worden.

Ali Smith poneert, met deze eigentijdse feministische mythe, vraagstukken die evenzeer door tijd en plaats heen behandeld zouden moeten worden. Waarom moet de seksualiteit van gelijkwaardige individuen gekaderd worden in duidelijk aanvinkbare hokjes, terwijl hun onschuldige liefdesgeschiedenissen in wezen puur en luchtig zijn? Waarom moet de maatschappij 'mannelijkheid' en 'vrouwelijkheid' toewijzen aan de complexe, rijke figuren die wij genderfluide mensen zijn? Bij vlagen is Smith misschien een tikkeltje moraliserend en prekend - zij redeneert vanuit een kader wat niet zelden tot enig misnoegen leidt- maar het is haar vergeven om de luchtigheid waarmee zij grootse politieke en maatschappelijke thema's op de kaart zet, zonder daarbij te vervallen in negativiteit of frustratie. Ook eens fijn om reflecties op de hedendaagse wereld vanuit een nuchter oogpunt te lezen: als een mooie plek met enige ruimte voor diversiteit, maar met de mogelijkheid om in de verre toekomst nóg mooier te gaan worden.

Girl Who Loved Tom Gordon, The - Stephen King (1999)

Alternatieve titel: Het Meisje Dat Hield van Tom Gordon

4,0
Ik heb het boek ooit als 16-jarige gelezen en de gebeurtenissen staan mij nog steeds helder voor de geest. Zo krachtig is de intense schrijfwijze van Stephen King. In deze roman blijft hij enigszins weg van de paranormale insteek en hebben de gebeurtenissen een realistisch karakter.

Goblin - Ever Dundas (2017)

4,0
'She called me Goblin-runt from the day I was born and it stuck.' Aldus het vrouwenpersonage over zichzelf en hoe haar moeder fictie-overleveringen de wereld in hielp dat de vroedvrouw zich dood schrok om de blauwe geboortekleur van haar dochter. Ze had dan ook liever een andere zoon, zoals Goblin's oudere broer David. In deze magisch-realistische geschiedschrijving á la Angela Carter of Kurt Vonnegut herschrijft en fabuleert een volwassen Goblin haar oorlogsherinneringen aan haar eigen trauma's. Het ene moment banjerde ze zorgeloos met hond Devil en haar mensenvriendjes door een Engeland waar de oorlog steeds meer voelbaar werd. Het volgende moment raakte ze alle onschuld kwijt en kwam ze in een wreedaardige wereld terecht waar het weerloze en het eigene geen plek hebben. Of het om de British Pet Massacre (1939) gaat waar 750.000 huisdieren werden opgeofferd om mogelijke voedseltekorten voor te zijn. Of hoe Goblin met haar ontluikende biseksualiteit en jongensachtige uiterlijk niet in de juiste hokjes wist te passen, terwijl ze, in opmaat naar The Blitz (de bombardementenregen op London), naar een streng religieus pleeggezin werd gestuurd. Haar eerste vriendinnetje had het beduidend beter getroffen met haar pleegouders, maar deze onschuldige kalverliefde kon geen plek hebben in de patriarchale milieu in die tijd. Of broer David, dienstweigeraar, die geen affiniteit had met het legergebeuren, maar klappen moest opvangen van mannetjesmannen omdat de propagandamachine keurig ronkte.

Maar tijden veranderen en wie welke verhalen vertelt verandert mee. Een oudere, wijzere Goblin gaat vrouwmoedig de verstikkende tijdsgeest en haar eigen oorlogstrauma te lijf met een mengeling van autobiografie en fictie. 'Goblin' (2017) is namelijk niet alleen een zwaarmoedig verhaal over het verlies en de verwaarlozing van een opgroeiende vrouw in een tijd die haar niet goedgezind is, maar toch vooral een schelmenroman over een personage dat weigert te conformeren. Al is het maar hoe ze met haar verbeelding nieuwe werkelijkheden probeert te scheppen met mythische verhalen. Over een ondergronds reptielenkoninkrijk, over het onooglijke gedrocht Monsta dat achter haar aanzweeft, over de drie Victoriaanse geesten die te pas en te onpas advies geven of haar berispen. Dit postmoderne spel met een onbetrouwbare verteller maakt dat de kinderlijke, bijna naïeve logica van de roman soms echter lijkt dan de oorlogsgebeurtenissen zelf. Al had Ever Dundas dit vormspel nog iets gewaagder en experimenteler kunnen opvoeren, want nu stuurt de roman te eenduidig aan op alleen die psychologische lezing. Hier is nog geen Nederlandse vertaling van verschenen, maar ik raad mensen alvast aan om voor het heerlijke volks- en streekdialecten van de oorspronkelijke versie te gaan. Ik moest in ieder geval vaak hardop lachen om zwartkomische dialogen die zich lastig laten vertalen.

God of Luck - Ruthanne Lum McCunn (2007)

2,0
Waarom leveren onderwerpen als slavernij en genocide soms van die afzichtelijke kitsch op? Alsof het uitgebreid strooien met excessieve misdaden tegen de menselijkheid op zichzelf genoeg zijn om de beladenheid van historische gebeurtenissen mee te verbeelden. Hier wordt een interessant stuk koloniale geschiedenis - over het tot slaaf maken van Chinese contractarbeiders- verteld op een overdadig melodramatische toon. Het inhoudsloze hoofdpersonage gaat van nare gebeurtenis naar nare gebeurtenis, terwijl hij tegelijkertijd op een zeikerige manier smacht naar zijn grote liefde. Natuurlijk zit de roman vol met cheesy Chinese wijsheden om de couleur locale van historisch China na te bootsen.

God of Small Things, The - Arundhati Roy (1997)

Alternatieve titel: De God van Kleine Dingen

4,5
Tweede keer gelezen en ik ben nog steeds ontroerd door deze overweldigende en goed geconstrueerde roman. Ogenschijnlijk simpel verhaal maar met zoveel verschillende lagen over de Indiase maatschappij erin verwerkt.

God's Concubine - Sara Douglass (2004)

Alternatieve titel: Book Two of The Troy Game

3,0
Tweede ronde van seks en geweld maar nu in de Vroege Middeleeuwen. De kracht van de eerste twee boeken zit hem in hoe seks wordt gebruikt als middel om de karakters macht te geven of ze juist macht af te nemen. Zo moet The Troy Game uit de titel volbracht worden met een seksueel vruchtbaarheidsspel tussen Brutus/William en Genvissa/Swanne. Zet dit tegen over de toen overheersende Christelijke moraal rond seks en we krijgen wederom een heerlijk boek vol onderdrukte verlangens, verboden liefdes, immorele machtsspelletjes en zinderende plotwendingen. Het vervolg is een slag fijnzinniger dan het eerste deel, maar ook hier worden de grenzen van het betamelijke tamelijk vaak opgezocht. Niet voor iedereen geschikt, dus.

God's Gym - Leon de Winter (2002)

4,0
Ik kan de schrijver van dit mooi boek niet helemaal koppelen aan zijn reactionaire uitspraken in Elsevier. De man lijkt hier een nuance aan te brengen die in zijn columns schittert door afwezigheid. Lekker Amerikaans geschreven in de positieve zin.

Goddelijke Monster, Het - Tom Lanoye (1997)

4,0
Tom Lanoye is een meester in het tot leven brengen van karakters waar je zowel van gaat houden als ze intens verafschuwt. Zijn gevoel voor humor is dan ook subliem en zelden heb ik iets gelezen waarbij Vlaamse volkstaal zo schitterend tot poëzie wordt. Aan het einde voelt de roman inderdaad aan alsof het meer een aanzet is tot de rest van de trilogie en ik hoop dat de vervolgen dieper ingaan op deze tragische (doch hilarische!) familie.

Goden Schaken, De - Angela Groen (2007)

3,5
Ongepolijste complexiteit

'De Goden Schaken' (2007) van Angela Groen doet het Engelse gezegd 'Don't judge a book by its cover' eer aan. Algehele presentatie (fletse cover, warrige synopsis) verleidt weinig om het boekwerk uit de boekenkast te halen. Eenmaal begonnen blijkt de uitgever flink wat slordigheidjes in interpunctie, opmaak, taalgebruik en zinsverloop over het hoofd te hebben gezien. Erg frustrerend dat hinderlijke issues met de vorm in de weg gaan staan van de leeservaring, want deze debutante toont nu al een (enigszins ongepolijste) authenticiteit in haar schrijfstijl. Genoeg dus over de gebrekkige vorm, op naar de inhoud!

Mevrouw Groen zet het levenslot van onbetrouwbare vertelster Anne uiteen op een manier die het fragmentarische volgt van trauma, waanzin en (psychische) genezing. Geen psychologische ontwikkeling in de meer gebruikelijke zin - gebeurtenissen in het verleden zijn van invloed op het heden - maar het narratief heeft een speelse, eigen logica van willekeurig lijkende associaties. Tijd vormt niet een chronologische scheiding van afzonderlijke gebeurtenissen; heden, verleden en toekomst zijn als verschillende rimpelingen die Anne gevormd hebben, die haar nog steeds vormen, of waarmee zij zichzelf kan vormen.

Onbenullig lijkende gebeurtenissen of gedachtesprongen zijn als een trigger waarmee vroegere pijn wordt opgeroepen of waarmee toekomstige pijn komt te ontstaan. Zoals herinneringen zaken vervormen, positief of negatief inkleuren, of zaken verdringen die te pijnlijk zijn om te accepteren; zo volgt het narratief hier een chaotisch kluwen waar kleine gebeurtenissen groot lijken en grote gebeurtenissen juist klein lijken. De enige vaste ankerpunten in de woelige chaos zijn therapie, spiritualiteit en kunst. Ondanks hun eigen gebreken bieden zij een vaste waarde om de verstoorde innerlijke dialoog met de tijd te kunnen bezweren. Terugkomen naar een gezond nu waar onderhuids leed een behapbare plaats kan krijgen voor het hoofdpersonage.

De ambitieuze opzet van 'De Goden Schaken' is prijzenswaardig complex voor een debuutroman. Op een knappe manier weet Groen grote literaire thema's (geloof, liefde, waanzin) te vervatten in iets wat persoonlijk en intiem voelt, maar wat tegelijkertijd óók de benodigde afstand heeft omdat het vorm-technisch knap geconstrueerd in elkaar steekt. Toch heeft Groen haar eigen stijl nog niet geperfectioneerd. Zij is hier nog wat weifelend, nog wat aftastend. Haar complexe raamwerk is opgehangen aan veel passages met nodeloos uitgewerkte details, terwijl interessante invalshoeken dan weer onbevredigend en onuitgewerkt blijven. Zodoende weet het net niet de volledige roman een beklijvend gevoel van spanning en urgentie vast te houden.

Desalniettemin is het jammer dat een in potentie sterke debuutroman niet onder ogen is gekomen van een meer kritische uitgever. De problemen waar het nu door geplaagd wordt, waren zonder twijfel te verhelpen geweest. Het is maar te hopen dat Angela Groen doorschrijft en ons blijft verblijden met het soort goed geconstrueerde intimiteit waar zij bij mij nu al punten mee scoort.

Goede Dag voor de Ezel, Een - Tim Krabbé (2005)

3,5
Geestig verhaal over misdaad en schuld en de eerlijke moordenaar. De ingetogen ironie maakt dat het nooit zwaar of ranzig wordt.

Gogo no Eiko - Yukio Mishima (1963)

Alternatieve titel: Een Zeeman door de Zee Verstoten

4,0
Het hart is zwakker dan de katana

Zoals op zoveel westerlingen heeft het geconstrueerde beeld van een mythisch Japan een onuitwisbare indruk achtergelaten in mijn jeugdjaren. Geen ridders of cowboys, maar samuráááiiiii, ninjááá en yááákúzááá. Trotse mannen met onwrikbare erecodes, strikte hiërarchieën en de mystieke sfeer van zwaardvechten tussen de bamboestronken; met op de achtergrond besneeuwde berglandschappen, bestaande uit gedetailleerde set pieces, om het artificiële gevoel van rustiek natuurschoon op te roepen. Idyllische panfluitmuziekjes op de soundtrack. Rijsthoed op, werpsterren in de aanslag. Een onbereikbare, exotische plek van eeuwenoude tradities en absurde gebruiken. Het land van de rijzende zon, waar de glorie van het eervol sterven lyrisch wordt bezongen: als het ultieme haalbare in een vergankelijk mensenleven. Waar kamikazepiloten zich dood vlogen op Pearl Harbor omdat zij zoveel liefde voelden voor keizer en vaderland. Termen als ‘sepukku’ en‘hara kiri’ (beiden een vorm van rituele zelfmoord) hebben op mij van jongs af aan een aantrekkingskracht gehad in hun volslagen absurditeit. Zo vreemd, zo…Japans?

‘The Sailor Who Fell from Grace with the Sea' (1963) is ondergedompeld in een smakelijke saus van dat soort vreemde ‘Japansheid’. Een Japan overigens dat niet bestaat, niet bestaan heeft en, buiten de kunsten, nooit zal bestaan. Toch is het juist de bizarre levensloop rond de auteur die het oeuvre een eigen charme geeft. Yukio Mishima, de auteur ervan, had namelijk een preoccupatie met zijn eigen samoerai-achtergrond. Met een rigoureus trainingsschema wist hij zijn lichaam op te pompen tot een ‘perfecte’ spierenmassa; om vervolgens, op het hoogtepunt van zijn fysieke kracht, datzelfde bodybuilderslichaam te vernietigen door sepukku te plegen. Hoe hard ik probeer om het werk los te zien van de auteur, de bizarre geschiedenis rond de auteur blijft uitnodigen om het mysterie Mishima op te lossen. Zouden er puzzelstukjes in het werk te vinden zijn die zijn waanzin, politieke daad, uitdragen van samoerai-idealen, (homoseksuele) zelfhaat, kunnen verklaren? Schijnbaar was de figuur interessant genoeg dat er zelfs een verfilming over werk en leven gemaakt is: ‘Mishima: A Life in Four Chapters’ (1985). Paul Schrader (scenarioschrijver van veel Scorsese-films) schreef het script; George Lucas produceerde het.

'The Sailor Who Fell from Grace with the Sea' draait om een Freudiaanse driehoeksverhouding tussen jonge weduwe Fusako, haar puberende tienerzoon Noburu en stoere zeebonk Riuji. Noburu begluurt zijn moeder en toekomstige stiefvader in de intimiteit van hun slaapkamer, terwijl hij probeert om menselijke driften en verlangens (opwinding, walging, affectie) te onderdrukken. De psychopathische tienerjongen blijkt onderdeel van een groep leeftijdsgenoten met extreem hardvochtige idealen over een samenleving waar mannelijkheid de norm is, waar elke vorm van 'vrouwelijke' zwakte moet worden bestreden. Meester worden over lichaam en geest; absoluut niet toegeven aan de feminisering (verwestersing?) van de moderne tijd.

Maar het narratief heeft ook een andere kant: de liefdesgeschiedenis tussen stuurman Riuji en moeder Fusako. Hun amoureuze verwikkelingen zijn van een kitscherige sentimentaliteit waar geen boeketreeksboekje tegenop kan. Ongegeneerd romantische sfeerschetsen van de onschuld en het luchtige van een liefdeskoppel dat elkaar net leert kennen. Riuji is de verliefde dwaas. Zo één die in zijn verliefdheid niet helder nadenkt en per ongeluk water op zijn blouseje spuit. In een tearjerker-momentje staat Fusako smachtend aan de kade, bezorgd over het lot van haar nieuwe liefje. Of die scène waarin de twee tortelduifjes, op een kille nieuwsjaarochtend, over het zeegezicht naar de horizon turen. Eerste zonnestralen. Pittoresk gekleurd. De enige warmte vinden zij natuurlijk in elkaars kus.

Het smakelijke aan de roman is de sardonische opzet waarmee Mishima zijn allegorie over het naoorlogse Japan verpakt in plezierige kwaliteitspulp. Rechtdoorzee van plot als een thriller, maar door de vermenging van tonen vervreemdend, bijna cartoonesk. Door het schurende samenspel van inktzwarte misantropie en mierzoete liefdes pathetiek krijgt een luchtige speelsheid; qua toon een prelude op wat regisseurs als Godard en Tarantino later zouden doen met hun geweldrijke cinema. Mishima lijkt ook zijn Oosterse en Westerse literatuur op een rij te hebben. Het werk ademt zowel de nihilistische toon van de Russische klassiekers en deperversie van Markies de Sade, maar evenzeer verwijst het naar (mij onbekende) stromingen van Japans schilder- en theaterkunst. Ook Sartre's existentialisme is niet ver verwijderd van de cynische gedachtesprongen van Noburu. Een grimmige dans tussen literatuur en filosofie van Oost en West -volstrekt artificieel aanvoelend in opzet- maar juist de gekunstelde speelsheid valt bij mij in de smaak. En dan zo'n wonderlijk verhaal om de zoveelste (in werkelijkheid) 'verdoemde schrijver'.

Gold Fame Citrus - Claire Vaye Watkins (2015)

Alternatieve titel: Goud, Roem, Citrus

2,5
Als mannen altijd gelijk krijgen: een apocalyps

Claire Vaye Watkins wist met haar debuutbundel ‘Battleborn’ (2012) een werk te schrijven waar ik soms nog wel eens aan terugdenk. De sfeer van troosteloze, desolate woestijnlandschappen waartegen beschadigde mannen en vrouwen rondzwerven in een zoektocht naar zichzelf. Zoals de ondraaglijke hitte en de ruwe prairiewind het landschap doen afbrokkelen; zo zijn de personages zelf geërodeerd door de zwaarte van het beladen verleden dat zij meetorsen. Nevada en Californië hebben in haar eerste werk een aantrekklingskracht op gelukzoekers en dromers: of het de goudzoekers zijn die ooit grote sporen hebben nagelaten op het natuurlandschap, of de volgelingen van de sekteleider Charles Manson en de familieleden die met de duistere ballast verder moeten leven. Het artificiële licht van Las Vegas, de groezelige cafés om sekspartners op te pikken of de verlopen Bunny Ranches in de woestijn, lonken eenzame dolers met hun beloftes van geldelijk gewin en seksuele gratificatie. Tegen de prijs dat liefde, intimiteit, affectie en warmte ook ruilmiddelen worden.

Het hoofdpersonage in 'Gold Fame Citrus' (2015) is de jonge Mexicaans-Amerikaanse vrouw Luz, die ooit een iconisch babymodel was voor een landelijke campagne om de regio onder de aandacht te brengen. Na een apocalyptische droogte onder de invloed van een mysterieuze (buitenaardse? ) duinvorming wordt zij gedwongen om zelf het besluit te nemen of en wanneer zij zich afhankelijk maakt van haar mannelijke beschermer Ray. Deze ex-militair is gevlucht voor zijn dienstplicht en spendeerde zijn dagen voorheen met gedachteloos rond te surfen om een oorlogstrauma te verwerken. Totdat de schoonheid Luz een beschermdrift aanwakkerde en hem dwong om de masculiene held uit te gaan hangen. In drie delen wordt de psychologische ontwikkeling gevolgd van een anti-heldin die gedwongen wordt tot afhankelijkheid naar onbetrouwbare mannen toe, tijdens een apocalyps waar seksuele intimidatie en gendervooronderstellingen haar beweegruimte ernstig beperken of haar zelfs fysiek in gevaar brengen.

'Gold Fame Citrus' (2015) heeft qua thematiek en vormtrucjes veel gemeen met haar debuutverhalen. Vanuit een eco-feministisch oogpunt beziet Claire Vaye Watkins de sporen die patriarchaal geordende maatschappijen hebben gehad op een kapitalisme waar de natuur en de maatschappij nog altijd lijden onder het juk van ongelijkwaardige genderverhoudingen. Waar lijfbehoud, geweten en empathie het onderspit delven tegenover bezittingsdrang, seksuele aantrekkelijkheid en het gelijk krijgen omwille van het man-zijn en niet om het gelijk hebben. Ook kiest zij hier weer voor secundaire teksten die radicaal afwijken van de eigenlijke vertelling: een Borgesiaanse beschrijving van fictieve dieren met tekeningen; een uitgebreide wetenschappelijk aandoende verhandeling over de oorsprong van de fictieve duinvorming Amargosa; enkele passages waarin de tekst opeens uit toneeldialogen bestaat en de sfeerbeschrijvingen uit de rest van de roman schitteren door afwezigheid.

In 'Battleborn' (2012) wist Watkins mij te betoveren met de impliciete sfeerschepping waarmee zij de eigen kritiek op haar thuisstaat poëtisch in een beklijvende vorm wist te gieten. Pretenties worden in haar debuutroman pretentieus met een narratief dat nodeloos experimenteel is van opzet, terwijl het tegelijkertijd net te veel inhaakt op de uitgekauwde clichés van de post-apocalyptische literatuur om origineel te zijn. Dan is het abstract, dan is het een spannende genreroman, dan roept het op tot identificatie met de personages en dan wordt het weer iets wat de nadruk legt op de eigen vorm. Een manier van schrijven die naar mijn smaak alleen een meerwaarde heeft als de verschillende elementen ergens bij elkaar komen en de losse associaties meer doen dan alleen vervreemding oproepen. Nu lijkt Watkins eerder op een nog niet doorgebroken schrijfster die haar authenticiteit tracht te forceren met rommelige, inconsequente vormspelletjes. Zelfs haar sterke sfeerbeschrijvingen (want dat zijn ze nog steeds!) worden vermoeiend repetitief in een stijl die geen enkele ademruimte laat voor rust en bezinning. Overdaad schaadt, ook in de literatuur.

Vooralsnog kijk ik nog steeds reikhalzend uit naar de nieuwe romans of verhalen waarmee Watkins zo doeltreffend plaatsen tot leven kan brengen met haar bezwerende proza. Hopelijk wordt het pretentieuze gedoe eromheen geen constante in haar toekomstige werk.

Golden Scales: A Makana Mystery, The - Parker Bilal (2012)

Alternatieve titel: De Donkere Straten van Cairo

3,5
Aanrader voor de liefhebbers van het betere detectivewerk. Niet eens zo vernieuwend qua opzet, maar de overbekende cliches van de getergde detective, fatale vrouwen en geraffineerde boeven krijgen een hele andere lading als ze vertaald worden naar het moderne Egypte. Hier worden ze gekoppeld aan machtsvelden als corruptie en moslimfundamentalisme. Elk hoofdstuk heeft wel één of meerdere verrassingen in petto en het komt allemaal tot een zeer imposante climax. Parker Bilal weet met gevoel voor stijl en met aansprekende karakterbeschrijvingen een duister avontuur te beschrijven dat van begin tot eind amuseert.

Gölgesizler - Hasan Ali Toptaş (1995)

Alternatieve titel: De Schaduwlozen

4,0
Daar in die ongrijpbare schemerzone tussen moderniteit en traditie, de stad en het platteland, het oosten en het westen, geestesziekte en normaliteit, komt een Anatolische dorpsgemeenschap tot leven op het ritme van een kappersschaar. De ik-verteller is het tergende wachten beu op een kapper die steeds zijn beurt overslaat, terwijl er zijdelings een surrealistische streekvertelling speelt over dorpelingen die verdwijnen en terugkomen. In het hart van de verwikkelingen is een rol weggelegd voor het tienermeisje Güvercin - muze én slachtoffer - wiens verdwijning een corrupt dorpshoofd en een patriarchale dorpswacht noopt tot handelen. In 'De Schaduwlozen' (1995) maken de belangrijkste personages geen noemenswaardige psychologische ontwikkelingen door en Hasan Ali Toptaş ondermijnt hun realiteitsgehalte door hun zogenaamde schaduwloosheid te benadrukken. De karakters zijn fictieve constructen zonder vlees of reliëf, maar vormt de schrijver hen of zij ook weer hun maker? Of heeft de ik-verteller ook 'maar' een bijrol in z'n eigen vertelling? Toptaş schreef een postmoderne roman met de humoristische maatschappijkritiek en speelse genrevermenging van een Luis Buñuel of een Clarice Lispector. Voor de argeloze lezer: hij is minder toegankelijk dan landgenoot Orhan Pamuk, ook omdat de 'couleur locale' niet als zodanig wordt beschreven dat je op zoek wil naar sleutelplekken uit de roman.

Good Morning, Midnight - Jean Rhys (1939)

Alternatieve titel: Goedemorgen, Middernacht

4,0
Een bitterzoete tragedie over een vrouw van in de veertig die zich meer en meer verliest in haar zelfdestructieve gedrag. Ik ken eigenlijk maar weinig romans waarin het zo expliciet gaat over een vrouwelijk personage dat zichzelf ongegeneerd naar de klote helpt. (Zegt misschien ook wat over de boeken die ik zelf uitzoek...?) Jean Rhys weet net die goede balans te vinden tussen hartverscheurende triestheid en een soort relativerende ironie. Het hoofdpersonage is een gelaagde figuur die sympathie opwekt, maar die tegelijkertijd ook continu de vraag afdwingt: doet zij dit alles zichzelf aan, of is zij echt een slachtoffer van haar situatie?

Gouden Ei, Het - Tim Krabbé (1984)

3,5
Briljant in zijn eenvoud, maar het blijft wel heel simplistisch. Het grappigste is dat ik dit ooit een klasgenootje heb aangepraat met het idee dat er allemaal schieten en vechten in zat. En hij was dus zwaar verontwaardigd toen hij het uit had.

Graan - Ruben van Dijk (2010)

2,0
Leuk bedacht plot rond een complot van boze schurken die dankbaar gebruik maken van een ecologische ramp. Ze gebruiken de media en de economie om dingen voor elkaar te krijgen voor eigen gewin. Het komt ze buitengewoon goed uit als er een ecologische ramp plaatsvindt of ontketend wordt. Het wilde voor mij nooit echt gaan leven. Het gegeven hongersnood in Nederland biedt tal van mogelijkheden maar wordt nooit echt goed gebruikt. Ook blijven de karakters me een beetje te oppervlakkig.

Grand Frère - Mahir Guven (2017)

Alternatieve titel: Broer

3,5
Twee onbetrouwbare vertellers raken gedesillusioneerd door de Franse maatschappij. De broer liet zijn criminele dealerbestaan achter zich om snel euro's te verdienen als uberchauffeur, terwijl het broertje zijn veelbelovende verpleegcarrière inruilde voor een reis naar IS-gebied. Hun communistische vader begrijpt die jongere generatie niet meer, maar houdt zich krampachtig vast aan de zuurverdiende taxivergunning waarmee hij zelf ooit zijn gezin kon onderhouden. In 'Broer' (2017) laat Mahir Guven de gedachten van beide jongemannen de vrije loop in broeierige 'stream of consciousness' vol schutting- en straattaal. Het levert een opmerkelijke roman op waarin precaire thematiek (zoals terugkerende IS-strijders) wordt neergezet met een mengeling van rauwe directheid en fluweelzachte schoonheid. Tussen de regels roept Guven ongemakkelijke vragen op of de broer zijn broertje moet vergeven voor diens verregaande keuze om staatsvijand te worden. Of familiebanden zwaarder wegen dan maatschappelijke belangen, of dat de broer misschien meer affiniteit heeft met de radicale ideeën van zijn broertje dan hij zou durven toegeven. Toch vind ik 't jammer dat mijn Frans te slecht is om de oorspronkelijke roman te lezen, want in het Nederlands voelt de spreektaal wat gekunsteld en minder authentiek. Al ligt dat zeker niet aan de knappe vertaling van Carolien Steenbergen.

Gratitudes, Les - Delphine de Vigan (2019)

Alternatieve titel: Dankbaarheid

4,0
Misschien is het verlies van taal een erger lot dan de dood zelf. In 'Dankbaarheid' (2019) van Delphine de Vigan wordt de dementerende Michka ermee geconfronteerd dat ze alles kwijtraakt waar ze ooit structuur of betekenis uit heeft gehaald. Haar zelfstandigheid en sociale inborst. Haar passies als een ontwikkelde en sociaal betrokken vrouw die midden in het leven staat. De vernederende aftakeling doet haar beseffen dat ze zelfs haar meest basale verlangens niet meer tot uiting kan brengen. En dat terwijl ze haar grootste levenswens nooit in vervulling durfde te laten gaan: namelijk de mensen bedanken die haar als Joods meisje in huis hebben genomen toen haar ouders op transport werden gesteld. Belangeloos en met gevaar voor eigen leven. Vooralsnog mijn favoriete roman van De Vigan omdat ze de rauwe aftakeling uit 'Niets Weerstaat de Nacht' (2011) weet te combineren met de postmoderne vormtrucjes uit 'Het Ware Verhaal van Haar en Mij' (2015). In loepzuiver proza lopen dromen, angsten en perspectiefwisselingen in elkaar over om de eenzame conditie van Michka mee vorm te geven. Tegelijkertijd maakt het 'Dankbaarheid' (2019) tot een intens lieve existentiële roman over de schoonheid van banden met anderen en de noodzaak om voor elkaar te zorgen. Of hoe de banaliteit van het goede net zulke sterke rimpeleffecten kan hebben als het kwade, zelfs wanneer iemand haar verbale vermogens verliest en alleen het mens-zijn overblijft.

Great Hunt, The - Robert Jordan (1990)

Alternatieve titel: De Grote Jacht

3,5
Ik vond het persoonlijk wel mooi dat er een wat duister tintje aan de verhaallijn wordt toegevoegd. Niet iedereen is te vertrouwen, de Darkfriends zijn overal. Het gaf mij heel erg het gevoel dat J.K. Rowling haar idee voor het universum van Harry Potter gejat heeft van deze serie.

Grosse Spiel, Das - Claude Cueni (2006)

Alternatieve titel: Het Grote Spel

4,0
Hilarische historische thriller over de uitvinding van het papiergeld en de man die dat op zijn geweten heeft. Biedt een mooi statement naar de monetaire economie van vandaag de dag.

Guggenheimer Wast Witter - Herman Brusselmans (1996)

2,5
Niet zozeer beter of slechter dan het eerste deel maar vooral meer van hetzelfde. Het meest humoristische is het piemeltje van Manneken Pis dat mensen elektrocuteert. Wat ik ook kan waarderen is dat het voor een boek over de reclamewereld opvallend weinig over reclame maken gaat. Het leest lekker weg voor het slapen gaan, maar ik ben nog steeds niet overtuigd van Herman Brusselmans als volwaardig schrijver.

Gurotesuku - Natsuo Kirino (2003)

Alternatieve titel: Grotesk

3,5
Sfeervol maar intens triest beeld van hoe een eliteschool het leven van een aantal Japanse leerlingen verwoest heeft. Het tragische is dat alle karakters vast zitten in een pad dat allang vast lijkt te liggen en niet meer kunnen ontsnappen aan hun slechte karma. Hun verhaal wordt verteld via dagboeken en rechtbankgeschriften, zodat de gebeurtenissen steeds een andere kleur krijgen. Eigenlijk best geniaal, want zo legt Kirino de wrede manier waarop men elkaar bekijkt bloot. Ik vond het een tikkeltje te langdradig op sommige punten, maar ik ben wel meteen benieuwd naar meer werk van Natsuo Kirino.

Gym, Het - Karin Amatmoekrim (2011)

3,0
Luchtige en toch pregnante kijk op de multiculturele samenleving en de clash van verschillende achtergronden. Een meisje uit een achterbuurt moet als brugpieper aansluiten bij leeftijdsgenoten op een kakschool. Daarbij komt zij zowel impliciet als expliciet in aanraking met racisme en het buiten sluiten van andere groepen. In een cynische bui zou ik het een politiek-correct zusje van 'Alleen maar nette mensen' noemen, maar daarmee doe ik het echt tekort. Wel jammer dat de bijrollen niet helemaal tot leven komen.