menu

Hier kun je zien welke berichten Donkerwoud als persoonlijke mening of recensie heeft gemarkeerd.

A Children's Bible: A Novel - Lydia Millet (2020)

Alternatieve titel: De Laatste Zomer

3,5
De literatuurwetenschapper Andries H. sprak misprijzend: 'Staat er nou een kinderbijbel in je boekenkast, Kaj?!' Kennelijk had hij met zijn structuralistische blik het SF-symbooltje van de bibliotheek over het hoofd gezien, of de coverplaat van bosdieren met bloedrode ogen. Bijbelse motieven heeft 'A Children's Bible' (2020) te over, maar ingezet voor een wrange satire over polarisatie en het vooruitschuiven van klimaatoplossingen. De apocalyps heeft zich aangediend in de vorm van een allesverwoestende natuurramp, maar niemand lijkt zich bewust van wat er komen gaat. Niet de volwassenen die wegvluchten in een hedonistisch bacchanaal van drank, drugs en vleselijke lusten. Maar ook niet de twaalf jongeren, waaronder hoofdpersonen Eva en haar broertje Jack, die zich voornamelijk afzetten tegen hun onverantwoordelijke ouders. 'A Children's Bible' (2020) begint en eindigt met heerlijk sardonische observaties richting een generatie die het heeft verkwanseld. Een aantal maal hardop gelachen om de droogkomische vondsten met een hoog 'OK boomer'-gehalte. Al moet ik eerlijk zeggen dat de roman (waarschijnlijk bewust) weinig binding oproept met individuele personages. In het middenstuk neemt Millet een ietwat merkwaardige afslag met hyperrealistische beschrijvingen van rampspoed en geweld. Het is dan bijna alsof je een vlotte pageturner leest en niet een literair spel met genreconventies. Toch sluit Millet haar nieuwtestamentische generatiebotsing af met een postmodern pleidooi voor de waarde van grote verhalen, zelfs wanneer het water ons aan de lippen staat.

Abandoned - Cody McFadyen (2009)

Alternatieve titel: Tijd om te Sterven

3,0
Grimmige reis door de zieke geest van een wel erg zakelijke seriemoordenaar. Met een behoorlijk onverwachte twist die de boel in een ander daglicht zet. Maar of het je sympathie geeft aan de seriemoordenaar, dat valt nog te bezien. Literair? NEE! Vermakelijk? HELL YEAH!

Abdoel en Akil - Yolanda Entius (2017)

3,5
De ietwat verraderlijke titel 'Abdoel en Akil' (2017) suggereert dat deze twee personages een centrale rol spelen in de roman, maar juist deze twee migrantenmannen blijven ongrijpbare schimmen in dat andere verhaal. Namelijk dat van Doris en Nola, voor het eerst zonder ouders op vakantie in Frankrijk, voor wie een onschuldige boswandeling leidt tot een verkrachting en een poging daartoe. Hadden ze toch naar de wantrouwige Fransen moeten luisteren die hen hiervoor waarschuwden? Of is het de schuld van hun goedgelovigheid? In deze roman laat Yolanda Entius de daders en hun motieven blanco, maar schetst hoe er op die beslissende dag voor Doris/Nola zowel een blauwdruk voor hun eigen seksualiteit als een wereldbeeld is ontstaan. Op dat punt waar hun persoonlijke trauma en het ontstaan van racistische ideeën en vooroordelen bij elkaar komen. Al weet Entius stilistisch vernuftig te vermijden dat ook weer niet álles voor deze vrouwen gedefinieerd werd op die beslissende dag, want ze laat het verhaal van Nola uitwaaieren door de tijd zodat ze ook weer nieuwe ervaringen opdoet. 'Abdoel en Akil' (2017) is een prettig genuanceerd boek waarin hete hangijzers van deze tijd (seksueel misbruik, immigratie) een plek krijgen voorbij hijgerige krantenkoppen. Waar persoonlijke groei soms het accepteren is van het onveranderbare en er niet altijd sprake is van een eenduidig oorzaak en gevolg.

Abismos, Los - Pilar Quintana (2021)

4,0
geplaatst:
Van een afstand kijken naar de gapende diepten. Het sterke aan de boeken van Pilar Quintana is de manier waarop ze met heldere, eenvoudige metaforen vrouwenlevens tot leven brengt. Of zoals haar hoofdpersoon in 'Het Teefje' (2017) ingewikkelde gevoelens over onvrijwillige kinderloosheid projecteert op een geadopteerd teefje. En het stekende gevoel van verraad als het arme hondje zelf zwanger wordt. In 'De Afgronden' (2021) wordt het kleine en overzichtelijke wereldje van de achtjarige Claudia steeds iets ingewikkelder als haar ouders een huwelijkscrisis doormaken. Vanuit haar passieve positie als kind ziet zij verschillende kloven ontstaan. De jarenlang opgebouwde spanningen in het liefdeloze huwelijk van haar ouders. Familiegeheimen die aan de oppervlakte komen. Haar moeders depressies en haar suïcidale ideaties. Het lijkt steeds meer alsof de kleine Claudia zelf aan de rand komt te staan van een afgrond, waar ze de keuze heeft om zelf te springen of ervan weg te lopen. Met sterke metaforen en bitterzoete sfeerbeschrijvingen blijft 'De Afgronden' (2021) bij de kinderlogica van de hoofdpersoon. Of zoals grote dramatische onthullingen misschien minder bij zullen blijven dan die kleine momenten waarop het besef neerdaalt dat haar ouders onvolmaakt zijn en onvoldoende veiligheid bieden.

Absolutist, The - John Boyne (2011)

Alternatieve titel: De Witte Veer

4,0
Alweer mijn derde boek van deze auteur en het is ontegenzeggelijk de beste die ik van hem gelezen heb. Meer dan ooit weet hij een onbekend facet van de geschiedenis zo te verdraaien dat er een heel ander beeld ontstaat. Hij maakt hier grondig korte metten met oorlogsheroïek en machocodes. In de roman komt dan ook vrijwel geen Duitser voor, maar de ware vijand is intolerantie tegenover zowel homoseksuelen als mensen die principieel tegen de oorlog zijn.

De beklemming zit hem in die continue heksenjacht om mensen eruit te filteren die niet heldhaftig genoeg zijn. Daarbij schuwt Boyne het niet om de dingen potsierlijk te overdrijven en de patriarchale orde neer te zetten als een inhumane bende machtswellustelingen. Heteroseksuele mannen zijn bijna de antichrist die alleen maar kommer en kwel verspreiden met de strikte regels die zij aan zichzelf maar vooral aan anderen opleggen. Iets meer nuance daarin was welkom geweest. Tegelijkertijd zorgt diezelfde overdrijving wel voor een genadeloos pijnlijke climax waarmee de roman een krachtig statement maakt dat ik in ieder geval niet snel zal vergeten. Het voelt in alles als een afrekening met een oorlog die om de verkeerde redenen in het publieke geheugen voortleeft en die zeker ook grimmige facetten had waar wij lering uit mogen trekken.

Achterkant van de Zon, De - Maurits de Bruijn (2016)

2,5
Over Marokkaans verlangen en Hollands wantrouwen.

Zou Maurits de Bruijn 'Pension Miramar' (1967) van de Egyptische Nobelprijswinnaar Nagieb Mahfoez hebben gelezen? Bij Mahfoez was de plattelandsschoonheid Zohra een projectiescherm waarop de verschillende mannelijke gasten van het pension Miramar hun eigen angsten, verlangens en vooroordelen op projecteerden. Het tienermeisje werd door anderen gezien, maar zij bleef een lege huls zonder eigen gedachten of een innerlijke gevoelsbeleving. Zohra stond symbool voor de Egyptische natie, zonder daarbij zelf een handelend, reflecterend personage te zijn. De Bruijn heeft een soortgelijk raamwerk geconstrueerd rond een Nederlands meisje met blonde haren en blauwe ogen dat bij een Marokkaanse berberfamilie opgroeit. Net als Zohra van Mahfoez zal Lisa/Mariah Carey/Malika (haar naam verandert door de roman) louter bezien worden vanuit de blik van anderen. Eerst vanuit een oudere adoptiebroer Soufjan, daarna door haar biologische oma Sonja.

Eerst beziet Soufjan, Malika's adoptiebroer, zijn bijzondere zus met een mengeling van beschermdrift, heimelijke verliefdheid en lichte wrok als zij besluit terug te keren naar haar Nederlandse roots. De conservatieve adoptieouders zijn verontwaardigd over de (voor hun) respectloze keuze om weg te vluchten van hun beschermende omgeving. Adoptiebroertje Soufjan snapt het echter wél. Zelf werkt hij als een taxichauffeur met buitenlandse toeristen terwijl hij in zijn vrije tijd bezig is met Amerikaanse films en muziek. Het liefst zou Soufjan met zijn zus mee vluchten, maar hij heeft geld noch middelen om de overstap te maken. Wat hij aan geld heeft is naar Malika gegaan, omdat zij daarmee de droom waar kan maken die hij - zoals zoveel Marokkaanse jongens- heeft naar het utopische westen.

Eenmaal in Nederland wordt Malika bekeken vanuit de blik van haar biologische oma Sonja: een ietwat wrokkige vrouw op leeftijd die haar echtgenoot Huub weg ziet kwijnen in zijn demente. Het koppel is beschadigd door de dood van hun enige dochter en schoonzoon, terwijl zij de werkelijkheid niet kunnen en willen accepteren dat Lisa nog in leven is. Zoals Soufjan haar verheerlijkt en romantiseert, zo ziet en hoort Sonja haar lelijke brabbeltaaltje, de afwijkende kleding waarmee zij haar lichaam bedekt en het ogenschijnlijk onaangepaste gedrag waarmee zij hen bejegent. Het tienermeisje biedt de hoop op genezing en closure om hun trauma, maar dat kan alleen geschieden als Sonja zich voorbij haar eigen xenofobie en wantrouwen durft te zetten.

In de recente discussies over 'cultural appropriation' - in Nederland gevoerd door Abdelkader Benali en Karin Amatmoekrim- neemt Maurits de Bruijn best een interessante positie in. Hij spreekt dan wel namens een Marokkaanse berberjongen, maar hij compliceert de eenzijdige blik door het vervolgens af te zetten tegen de contrasterende blik van een oudere dame. De wens om opnieuw te beginnen en de angst om het nieuwe te accepteren, zijn twee kanten van dezelfde medaille: een geglobaliseerde wereld waarin de culturele dominantie van de westerse cultuur van invloed is op mensen die worden aangetrokken en mensen die zichzelf willen beschermen tegen de migranten. Daarbij is het aardig gevonden dat ras, identiteit en anders-zijn worden gethematiseerd door een blondine met blauwe ogen als ‘de ander’ neer te zetten. Best een inventieve twist op de actualiteit.

Helaas heeft Maurits de Bruijn de teugels over zijn eigen narratief nog niet helemaal in de vingers. Het voelt wat rommelig en chaotisch door de vele sprongen door tijd en plaats die niet lekker bij elkaar komen. Op zich is het contrast tussen Soufjan en Sonja een te rechtvaardigen stijlkeuze, maar het voelt in deze vorm net iets te dunnetjes om je mee te slepen in het verhaal. Misschien dat het iets aan kracht had gewonnen als Malika -al is het maar in enkele passages - verder uitgediept was om haar transitie van Marokko naar Nederland te delen met de lezer. Haar ongrijpbaarheid maakt haar nu tot de onbereikbare, exotische jonge vrouw wiens logica je niet kunt doorgronden door haar fundamentele ‘anders-zijn’. Een goedbedoelde roman over uitsluiting en racisme wordt zo een tikkeltje seksistisch.

Achterland - Anne van den Dool (2014)

3,0
Ontzettend knap hoe deze jonge debutante al laat zien dat zij een volstrekt eigen stijl heeft en daarmee een boek heeft geschreven dat zich moeilijk laat vergelijken met andere werken. Een holle frase als 'best goed voor een debuut' zegt in dit geval niet zoveel, want zij laat nu al een zelfverzekerde eigen stem horen die staat als een huis en ook veelbelovend is voor de kwaliteit van toekomstig werk.

Achterland weet treffend de spanning invoelbaar te maken van een dochter die zich moet ontplooien tegenover een perfectionistische moeder. Daarbij heeft de schrijfster het lef om niet een chronologisch en coherent plot neer te zetten om die ontwikkeling mee te beschrijven, maar zij laat daarbij verschillende tijden door elkaar heen te laten lopen waarmee ze een complex psychologisch web schetst van associaties en gedachtesprongen. Het is alsof de lezer mee wordt genomen in de psychologische verwerking van een jeugd. Wel hoop ik dat zij in toekomstig werk leert iets meer aan de fantasie van de lezer over te laten en daarbij niet verzandt in te uitleggerige gedachtestromen en te opzichtige parallellen. Dat gezegd hebbende, Achterland is een hele fijne introductie met een talentvolle nieuwe stem en ik denk dat je maar beter alvast inhaakt voordat zij de Nederlandse literatuur daadwerkelijk verovert met haar eigen stijl.

Advocaat van de Vijand - Geert-Jan Alexander Knoops (2009)

2,0
Leuk onderwerp en best een interessante redenatie achter de juridische feiten (is Osama bin Laden slechter dan het regime van Bush?) . Maar Knoops blijft een advocaat die een thriller schrijft en niet een schrijver die veel van juridische onderwerpen weet. Hij weet nooit een onderhoudend verhaal vast te houden. Elk hoofdstuk gaat exact zo: karakter wordt netjes geïntroduceerd, de hoofdpersoon gaat een gesprek met hem aan en we krijgen een zooi aan juridische feiten te horen. Knoops had beter in zee kunnen gaan met een gerenommeerd schrijver en zo van zijn intrigerende ideeën een spannende en interessante roman weten te maken.

Afuta Daku - Haruki Murakami (2004)

Alternatieve titel: After Dark

4,0
En dan toch een hoge score. Murakami weet heel gevoelig de schoonheid en de magie van de nacht te beschrijven. Dat sommige passages een beetje onuitgewerkt lijken, doet daar niks aan af. Wat een schrijver!

Afvallige, De - Jan van Aken (2013)

3,0
Ongelofelijk interessant stuk geschiedenis (laat-Romeinse tijd en de opkomende machtspositie van het Christendom) en ook nog eens beschreven met een goed gevoel voor humor. Het heeft dan ook alles om een sterke roman te kunnen zijn, maar helaas weet Jan van Aken het niet de volle 608 bladzijdes interessant te houden.

Het deed mij soms meer denken aan de achtervolgingen uit Scooby Doo, dan aan de ambitieuze historische blockbuster die het probeert te zijn. Personages doen niet anders dan achter elkaar aanzitten of wegvluchten van elkaar. Daarbij switcht het verhaal ook onnodig vaak tussen heden en verleden en introduceert het teveel karakters die eigenlijk niet nodig zijn voor de verhaallijn. Echt een gemiste kans, want de auteur laat bij vlagen zien dat hij wel iets kan met dit historische materiaal.

Agent 6 - Tom Rob Smith (2011)

3,5
Waardige afsluiting van de trilogie en met een einde waar ik een beetje stil van werd. Net als bij het tweede deel brengt het totaal verschillende stukken van de sovjet-geschiedenis bij elkaar. Hier worden de eindjes echter wel geloofwaardig en bevredigend bij elkaar gebracht. Ik vond hem eigenlijk beter dan het eerste deel.

Ajtó, Az - Magda Szabó (1987)

Alternatieve titel: De Deur

4,0
Magda Szabó schetst met Emerence een soortgelijk krachtige romanfiguur in de wereldliteratuur als Oblomov (de vleesgeworden luiheid) en Madame Bovary (de overspelige romantica). Deze huishoudster is verbitterd, onbehouwen, soms zelfs ronduit onvriendelijk, terwijl ze continu in verzet is tegen een maatschappij waar kerk, staat en bourgeoisie de spelregels bepalen. De deur uit de titel moet potdicht blijven om die bemoeizuchtige anderen op afstand te houden, maar de oudere vrouw is tegen haar eigen termijnen toch een pilaar voor de kleine gemeenschap. Ze is werklustig, oogt onverzettelijk en onverwoestbaar, en niemand vermoedt dat er achter die façade een trauma schuilgaat dat vervlochten is met enkele gewelddadige episodes uit de Hongaarse geschiedenis. Emerence is als vereenzaamde (anti-) heldin de verkeerd begrepen, horkerige vrouw die haar rol te goed speelt door haar eigen psychische pijn te verbergen voor de buitenwereld.

En dan is er de ik-verteller, een schrijfster die biografische kenmerken gemeen heeft met de echte Magda Szabó, die een soort moeder- en dochters-relatie aangaat met Emerence. Wat de schrijfster precies zoekt bij haar huishoudster, weet ze zelf eigenlijk ook niet. Wil ze erkenning en respect krijgen van iemand uit een lagere sociale klasse die er een rigide, eigen waarden- en klassensysteem op nahoudt? Of vindt ze via deze moederfiguur intimiteit, vriendschap en liefde die ontbreekt in haar eigen leven? Maar de deur zal opengaan en Emerence geeft zich uiteindelijk bloot, met alle tragische gevolgen van dien. Szabó komt stilistisch niet tot haar recht in de vertaling die ik heb gelezen (vooral door de lange, kromme zinnen vol overbodige informatie), maar de spanning van deze disfunctionele relatie tussen de vertelster en Emerence, blijft gelukkig wél overeind. Hun aantrekken en afstoten is bitterzoet en tegelijkertijd snoeihard. Ook een fijne, gelaagde roman door het ragfijne spel met de vele literatuurverwijzingen naar klassieke mythologie, religieuze teksten en biografische elementen.

Al Haram - Yusuf Idris (1959)

Alternatieve titel: Het Taboe

3,5
In 'Het Taboe' (1959) van Yusuf Idris leidt de vondst van een gewurgd babylichaampje tot een naargeestige sociaal-realistische schets van buitenechtelijke seks en feodalisme. Of zoals opzichter Abd El-Mottalib een moment overweegt om de pasgeboren zonde in het kanaal te werpen, omdat er niks goeds kan voortkomen uit deze vondst. Wat volgt is een zedenschets waarin verschillende personages (allemaal verschillende posities innemend in 't feodale stelsel van de katoenindustrie) meer bezig zijn met roddel en achterklap dan met de werkelijke tragedie. Iedereen kent namelijk wel een zondige vrouw die ze in staat achten tot deze gruweldaad, maar iedereen is het erover eens dat de verdorven ziel gezocht moet worden onder de tijdelijke migrantenarbeiders. Idris schetst 't platteland als een naargeestige microkosmos van conservatisme en vrouwenhaat, waar armoede in stand wordt gehouden door een exploitatief systeem van lijfeigenschap. Het afsluitende schrijven van de vertaler leert ons dat 'Het Taboe' (1959) helaas geen recht doet aan de vernieuwende manier waarop Idris stilistisch gebruikmaakte van Egyptisch-Arabische volkstaal. In de vertaling leest het ietwat krukkig en de bombastische beeldspraak komt niet altijd even goed uit de verf. Al blijft de roman in grote lijnen een krachtig schotschrift tegen systemische onderdrukking en 't biedt een genuanceerd inkijkje in de verscheidenheid aan identiteiten op het Egyptische platteland.

Al Samt Wal Sakhab - Nihad Siries (2004)

Alternatieve titel: Een Dag van Stilte en Lawaai

3,5
Voor mij is de politieke allegorie 'De Laatste Zomer van de Rede' (1999) van de Algerijnse Tahar Djaout één van de sterkste dystopische romans over islamisme. Over de beklemming van een boekhandelaar die het geweld richting zijn stiel ziet toenemen, omdat er steeds meer maatschappelijk draagvlak komt om andere waarheden uit te vlakken dan die van de geloofsbroeders. Het is een droefgeestig en bitterzoet verslag van Boualem Yekker - een personage gelijkend op de auteur zelf - voor wie alleen nog melancholische mijmeringen resten naar de vrijheid van weleer. (Het boek blijft pijnlijk onafgemaakt met een open einde, want schrijver Tahar Djaout zou in werkelijkheid zelf één van de eerste intellectuele slachtoffers worden van de Algerijnse Burgeroorlog.) Ook 'Een Dag van Stilte en Lawaai' (2004) van de Syrische Nihad Siries is een sombere dystopie, maar in deze korte roman komt de onderdrukking allerminst vanuit radicale geloofsdwang. Hier een dictatuur waar de luimen gevolgd worden van 'de grote leider' terwijl er een propaganda-industrie omheen bestaat om zijn macht te legitimeren.

Hoofdpersoon Fathi Sjien is een verzetsschrijver in het vooroorlogse Syrië waar hij zich moet verhouden tot de absurditeit van een dictatoriaal regime. Op die ene beslissende dag in de roman komt Sjien in een apocalyptisch labyrint waarin de tentakels van corruptie, bureaucratie en geweldsdreiging zich steeds nauwer sluiten rond zijn persoon. In een onmogelijke spagaat tussen stilzwijgend toezien hoe poëtische taal een leeg vehikel wordt om mensenrechtenschendingen mee te bedekken, of het knetterende verzetslawaai waarmee een schrijver wordt gedwongen eigen lijf en leden in de waagschaal te stellen. De vraag 'is het me dit allemaal nog waard?' loopt als een rode draad door zijn bespiegelingen heen. En als de geest van een kunstenaar niet kan worden gebroken, dan zijn er altijd nog mensen uit diens directe omgeving die het regime kan gebruiken als wisselgeld voor haar eigen doelstellingen.

'Een Dag van Stilte en Lawaai' (2004) moet het niet hebben van mooie zinnen of een originele stijl. Wel is het opgezet als geslaagde kafkaëske roman, waarin de levendige beschrijvingen van straatrumoer, demonstrerende groepen mensen en de zomerhitte een broeierige, beklemmende sfeer neerzetten. Al zijn het de passages waarin het omgevingsgeluid verstomt en de kilte toeslaat, dat hoofdpersoon Fathi Sjien zich serieuze zorgen maakt over zijn onzichtbare tegenstander. Het regime speelt namelijk als een kat met de vrijdenker: ze verleidt hem of straft hem af, maar op die momenten van introspectie dringt pas een besef door van fundamentele onvrijheid. Dat engagement, een sociaal geweten en betekenisvolle kunst het altijd zullen afleggen tegen de geraffineerde machinerie van een dictatoriale propaganda-industrie. Waar het regime de verhalen bepaalt en niemand anders. Anders dan Tahar Djaout wist Nihad Siries op tijd zijn thuisland te vluchten, maar ook deze korte roman geeft een ontnuchterend beeld van hoe weinig kunst soms vermag tegenover het bittere cynisme van censuur en propaganda.

Al-Harb fi Barr Misr - Joesef al-Ka'ied (1978)

Alternatieve titel: Oorlog in het Land Egypte

3,0
De waarheid gaat verloren in een moeras van corruptie, bureaucratie en standenverschillen. Zes verschillende ik-vertellers spreken de lezer direct aan om hun ongefilterde mening te geven over een persoonsverwisseling. De plattelandsburgemeester die zijn connecties aanwendt om zijn jongste zoon te vrijwaren van militaire dienst. De regelaar die ooit een respectabele onderwijscarrière genoot, maar tegenwoordig schimmige dingen voor elkaar krijgt. De bewaker die onder druk wordt gezet om zijn veelbelovende zoon Masri in militaire dienst te laten gaan in plaats van de burgemeesterszoon. De soldatenkameraad die - als enige - weet heeft van de verwisseling tussen beide jongens. De officier die een militaire kwestie moet afhandelen en de inspecteur die als laatste probeert om bitter onrecht boven tafel te krijgen. Een aardige vondst om via zes subjectieve gezichtspunten (een expliciete verwijzing naar de Zesdaagse oorlog) kritiek te geven op het nationalistische verhaal van een legeroverwinning. En dat terwijl 't droeve lot van bewakerszoon Masri, wiens naam letterlijk 'Egyptisch' betekent, metaforisch verwijst naar de werkelijke staat van het land. Toch maakt deze spielerei ook dat het centrale personage zelf nooit vlees aan de botten krijgt, terwijl veel aandacht uitgaat naar droge beschrijvingen van bureaucratische processen rond diens persoon. Ook veel onnodige herhaling in de perspectiefwisselingen.

Al-Khubz al-Hafi - Mohamed Choukri (1973)

Alternatieve titel: Hongerjaren

3,5
Broeierige memoires vol seks, geweld, criminaliteit en schrijnende volksarmoede. De ik-verteller vrijt, drinkt en vecht zich murw om te ontkomen aan de uitzichtloosheid van zijn sloeberbestaan, terwijl er buiten zijn blikveld gewelddadigheden plaatsvinden rond het Spaanse kolonialisme in de rifstreek. Mohamed Choukri beschrijft het zonder een flintertje sentiment of mededogen naar zijn jeugdige 'ik', maar hij legt vooral de nadruk op de seksuele rijping van een jongeman die te vroeg leert dat gewelddadig zijn plek opeisen meer oplevert dan zachtheid. Kennelijk heeft 'An Untamed State' (2014) van Roxane Gay - waarin de schrijfster juist vanuit een vrouwelijke ik-vertelster schrijft over soortgelijke gevallen van machtsmisbruik en machismo - toch iets bij me losgemaakt. Ik stoorde me bij 'Hongerjaren' (1973) aan vaak onnodige beschrijvingen over fysiek, verbaal en seksueel geweld naar vooral vrouwelijke personages toe. (Al zitten er ook enkele merkwaardige passages in rond dierenseks en pederastie.) Alsof vrouwen verder geen persoonlijkheid hebben dan alleen de frustratie en de wellust die een tienerjongen op hen projecteert. De roman heeft een onverbiddelijke, directe stijl die nog steeds te makkelijk verward kan worden met 'realisme', maar waarvan de mysogene ondertonen niet op een sterke manier worden geproblematiseerd.

Al-mawt 'Amal Shaq - Khaled Khalifa (2015)

Alternatieve titel: De Dood Is een Zware Klus

3,5
De dood ontkleed van alle franje of diepere betekenis. In 'De dood is een zware klus' (2015) betekent sterven geen martelaarschap of een religieus voorportaal naar een finale afrekening, maar het lichaam van de Syrische oud-revolutionair Abd al-Latief is een rottende homp vlees. Van ouderdom gestorven in oorlogstijd. Abd al-Latief's wens om in zijn geboortegrond begraven te worden brengt diens kinderen Boelboel, Hoessein en Fatima in een lastig parket. Want het verscheiden van hun vader mag dan losstaan van 't oorlogsgeweld, maar het conflict dringt zich niettemin op aan zijn stoffelijke overschot. Elke controle opnieuw het gevaar dat hun queeste verkeerd wordt opgevat als een verzetsdaad van de tegenstander. Stilistisch is 'De dood is een zware klus' (2015) niet buitengewoon mooi proza. Slechts drie hoofdstukken en een ietwat afstandelijke brok tekst om deze familiegeschiedenis te koppelen aan de loop van het oorlogsconflict. Toch houdt Khaled Khalifa een hypnotiserend ritme vast door de grafische beschrijvingen van het rottingsproces van 't lijk op de achterbank. Een zeker gevoel van wanhopige urgentie om deze etterende wond te dichten en verder te kunnen met leven. Wat betekent rouwen nog wanneer een reële angst voor de toekomst zwaarder weegt dan een ceremonieel afscheid van iemands verleden!? Oorlog pakt zelfs rouwverwerking af van mensen.

All Aunt Hagar´s Children - Edward P. Jones (2006)

Alternatieve titel: Ver van Huis

3,0
Het heeft bij mij niet echt een diepe indruk achtergelaten. Edward P. Jones is duidelijk een goed gedocumenteerde intellectueel, die ethische dilemma´s en raciale vraagstukken weet om te zetten in vaardig geconstrueerde verhalen. Daar zit hem niet eens mijn probleem met deze bundel. Ze zitten simpelweg teveel volgepropt met karakters en bestrijken vaak een te lange tijd. Voor mij komt een kort verhaal pas goed tot zijn recht wanneer het een korte tijdspanne bestrijkt en wanneer het duidelijk één perspectief uitwerkt. Die schrijfstijl vol verschillende karakters zat me al enigszins dwars bij zijn schitterende debuutroman, maar wordt hier nog meer een negatief element dat het leesplezier in de weg gaat staan.

All the Light We Cannot See - Anthony Doerr (2014)

Alternatieve titel: Als Je het Licht Niet Kunt Zien

3,0
Anthony Doerr heeft in 'All the Light We Cannot See' (2014) de bevlogenheid van een tikkeltje nerderige geschiedenisleraar die enthousiast doorratelt over zijn zeer specifieke interesses. Of het de uitvoerige beschrijvingen zijn van mineralogie, kunstschatten in het Natuurhistorisch Museum of vooroorlogse radiotechnologie. Of het detail waarmee de schrijver het stratenplan van Saint-Malo beschrijft en hoe uitvinder Daniel LeBlanc zijn waarnemingen omzet in maquettes. Dochter Marie-Laure LeBlanc verliest namelijk geleidelijk aan haar zicht, terwijl ook de eerste voortekenen zich aandienen van de tweede wereldoorlog. Op hetzelfde moment wordt in Duitsland Werner Pfennig, wees van een gestorven mijnwerker, ingelijfd bij de hitlerjugend, omdat hij een uitzonderlijk talent heeft voor het repareren van radioapparaten. De verwikkelingen rond de Duitser en de Française lopen parallel aan elkaar, maar ze hebben geen weet van het bestaan van hun gespiegelde ander. Uiteindelijk delen ze een soortgelijk lot als ze door het bombardement op Saint-Malo gevangen zitten in een uitzichtloze situatie.

Het is me een raadsel waarom 'All the Light We Cannot See' (2014) een Pulitzerprijs won. Hoewel opgezet als een imposante maquette waar zoveel verschillende losse onderdelen bevredigend bij elkaar komen, is het om die reden ook een wat formulematige roman. Met een gladde, overzichtelijke vertelstructuur en veel thrillerachtige cliffhangers. En het is ook weer een typisch Amerikaans underdogverhaal waar morele ambiguïteit wordt gesuggereerd, maar dit beperkt blijft in hoe goede, pure personages gevormd worden door hun omstandigheden. Ik vind het ook een beetje flauw om zo expliciet een visueel beperkt personage in de hoofdrol te nemen en dan te kiezen voor een externe verteller. Zodat Doerr nog steeds los kan gaan met lyrische beschrijvingen vanuit het perspectief en de belevingswereld van een ziend iemand. Ook rechtvaardigt het ietwat schematische verhaal niet het behoorlijk forse aantal bladzijdes. 'All the Light We Cannot See' (2014) is als een warm bad waar je je veilig in kunt terugtrekken voor een gevoel van sentimentele verwondering over dat beladen stuk geschiedenis. Maar bij nader inzien blijkt het water lauw en zijn de vingers al verrimpeld.

Alleen Maar Nette Mensen - Robert Vuijsje (2008)

3,0
De enige reden die ik kan bedenken waarom het zo gehypet is, is dat het een duidelijk geval is van ''in het land der blinden is eenoog koning''. De problematiek rond de multiculturele samenleving blijft verrassend weinig besproken onder Nederlandse schrijvers en dan al helemaal niet vanuit het perspectief van iemand die het gevoel heeft dat hij zijn eigen identiteit kwijt is in het huidige Nederland. Robert Vuijsje levert hiermee dan ook spitsvondige kritiek op een Nederland waar veel mensen uit de linkse hoek zich zorgen om maken.

Maar is het ook echt een goed boek? Nou ja, bij vlagen komt Vuijsje met geniale passages op de proppen; zo zal ik de uitmuntende proloog over dat iedere bevolkingsgroep wel neerkijkt op een andere bevolkingsgroep niet meer zo snel vergeten. Deze passages zitten echter verstopt in een schrijfstijl van eindeloze herhaling en grof geschetste karikaturen, die mij op den duur tegen gingen staan. Het boek mist net de subtiliteit om dieper op mij in te werken. Daarbij heeft Vuisje ook een nogal karige schrijfstijl, waarbij het niet gaat om de mooie zinnen. Voor een debuut is het echter bovengemiddeld en ik ga ook zeker meer boeken van hem lezen.

Alles Kantelt - Tomas Lieske (2010)

3,0
Mooi gecomponeerde roman waar ik desondanks toch nooit helemaal in kwam te zitten. Ik kan niet precies aangeven waarom, maar de roman was mij te gekunsteld en wist te weinig emotie teweeg te brengen.

Amalgation Polka, The - Stephen Wright (2006)

3,5
Mooie breedsprakige zinnen in een sfeervolle mengeling van surrealisme en realisme. Helaas wist het mijn aandacht niet tot het einde toe vast te houden, en ik begon de laatste hoofdstukken met steeds minder interesse te lezen. Het helpt ook niet mee dat de wel erg pretentieuze onderlaag het afstandelijker maakt dan had gehoeven. Desalniettemin zal ik zeker een ander boek van Stephen Wright oppakken als het op mijn weg komt.

Amour et les Forêts, L' - Eric Reinhardt (2014)

Alternatieve titel: De Liefde en de Wouden

4,0
Een moderne Bovary: voorbij het cliché van de verveelde huisvrouw

Bij Eric Reinhardt is het erotische politiek en het politieke erotisch. In zijn eerdere roman 'Le Système Victoria' (2011) koppelde hij de neoliberale utopie van Ayn Rand met een overspelrelatie tussen een brave huisvader en een libertijnse lichtekooi. Hun gepassioneerde liaison is als een politieke, filosofische en vleselijke vermenging van ideeën - en lichamen- tussen twee invloedrijke figuren in het moderne Franse bedrijfsleven. Daarbij spaart Reinhardt zijn lezers niet met ongegeneerd platte beschrijvingen van de coïtus en het verdere gebeuren rond het liefdesspel. Tegelijkertijd is die ordinaire platheid vervat in klassiek lijkend proza: met lange zinnen vol barokke sfeerschetsen van ontwrichtende stadsdrukte en idyllisch natuurschoon, waarbij de personages als sentimentele romantici smachten om hun levenslot in handen van anderen te leggen. De verheven liefde in de moderne tijd, tegelijk bespot en opnieuw verheerlijkt.

'L'Amour et les Forêts' (2014) grijpt terug op het conflict uit Flauberts klassieke overspelroman ‘Madame Bovary’ (1856), waarin een verveelde huisvrouw haar burgerlijke bestaan probeert te ontvluchten door seksuele affaires aan te gaan met minnaars. Hier heet het vrouwelijke hoofdpersonage Bénedicte Ombredanne. Net als Emma Bovary zit zij gevangen in een liefdeloos huwelijk met een slappe zak waar zij niet veel meer om geeft. Deze Jean-François wordt niet enorm uitgediept, maar vanuit het gezichtspunt van Bénedicte is hij een tirannieke, dwingende figuur, die, hoewel hij in eerste instantie niet agressief naar haar is, toch een verstikkende persoonlijkheid heeft. Ze hoort continu geringschattende, veroordelende opmerkingen over haar uiterlijk en kledingkeuze. Zij krijgt geen millimeter bewegingsruimte om zich te kunnen ontplooien, omdat haar man en kinderen haar steeds in de rol blijven duwen van een zorgende moeder. Inktzwarte huwelijkse horror.

Het mag geen verassing heten dat Bénedicte Ombredanne hetzelfde pad volgt als de iconische Franse vreemdgangster: zij neemt een minnaar. Via het wereldwijde web komt zij bij de antiquair Christian terecht. Haar eenmalige minnaar is alles wat haar eigen echtgenoot niet is: empathisch, smaakvol, eloquent, perfecter dan perfect. Die eenmalige liaison is voor Bénedicte – en voor de lezer net zo goed – een bitterzoete afwisseling op de psychologische terreur in de andere passages. Het is sensueel. Het is zinnelijk. Het is een creatieve outburst van filosofieën en ideeën waarin de huisvrouw voor het eerst in lange tijd zichzelf kan uiten met observaties over haar eigen positie in de wereld. Zo Eric Reinhardt me in de eerdere passages murw wist te slaan met de verschrikkelijke ellende binnen dat deprimerende huwelijk; zo breekt hij met hetzelfde narratief door er een dromerige ideaal-liaison tegenover te zetten. Voor het plot en de karakteropbouw is het een welkome breuk omdat ik het personage écht een beter leven ging gunnen, maar het heeft ook een ironische lading die ik bijzonder smakelijk vind.

Bénedicte Ombredanne en Emma Bovary hebben namelijk een groot verschil met elkaar. Gustave Flaubert meende conform zijn tijdsgeest dat hij probleemloos vanuit het gezichtspunt vanuit een vrouwelijk personage mocht schrijven. Eric Reinhardt voert zichzelf als een personage op. Het werk kent namelijk één verteller en twee vertelsters die hun subjectieve weergave geven van de vrouwelijke romanfiguur. Zo begint het werk met het gezichtspunt van de mannelijke schrijver die zelf geïntrigeerd raakt door het leven van een lezeres die tegelijkertijd zijn romanpersonage is. Dat uitgangspunt wordt geholpen omdat Reinhardt niet de meest sympathieke versie van zichzelf neerzet. Hij is een goed bedoelende rotzak ('een nice guy') die alleen maar aan de oppervlakte interesse heeft in de lezeres/het romanpersonage die plotseling in zijn leven komt.

Door de artificiële opzet krijgt het een smakelijke ironische lading, waarbij het voor 'de echte lezer' steeds in het midden blijft wat er nu eigenlijk bedoeld wordt. Eigenlijk laat de fictieve Reinhardt zich ook leiden door de seksuele driften en het beschadigde mannelijke ego waar het monsterlijke personage Jean-François zo verschrikkelijk door wordt. Tegelijkertijd verwijzen de passages waarin
Bénedicte Ombredanne als verteller wordt opgevoerd ook weer steeds naar metaforen over scheppen en creëren. Over het jezelf uiten als de leefomstandigheden beperkend zijn en de fictie een enige uitgaansplek vormen om de gefnuikte verlangens en de unieke eigen stem mee vorm te geven. Het creëren en het gecreëerde als een vorm om emancipatie te vinden die in het banale dagelijkse bestaan niet mogelijk is.

Begrijp me niet verkeerd, want 'L'Amour et les Forêts' (2014) is absoluut geen grappig boek. Het huwelijkse leed van Bénedicte Ombredanne wordt pijnlijk invoelbaar gemaakt. Op momenten dat je denkt dat het niet erger kan, dan weet Reinhardt nog nieuwe manieren te vinden waarmee het de huwelijkse trouw schetst als een mensonwaardige ballast waar creativiteit en zelfontplooiing worden gesmoord. Het maakt pijnlijk invoelbaar dat een vrouwelijk personage zich ondergesneeuwd ziet raken door vooroordelen, projecties, vaste rolpatronen en de positie die de verschillende geslachten nog altijd ten opzichte van elkaar hebben. De nog altijd als zedeloos gekenmerkte liaison is een ontsnapping aan het keurslijf waarbinnen zij zich zo schandelijk in gevangen voelt.

En toch weet je het niet zeker: is het ironie of serieus? Zijn het archaïsche taalgebruik en de verwijzingen naar de romantische verteltraditie bedoeld als scherts? Kan een mannelijke schrijver als Eric Reinhardt over emancipatie en seksisme schrijven zonder dat hij daarbij gelimiteerd wordt door zijn eigen positie? En wat zegt dat dan weer over een schrijver als hij zijn foute kanten uitvergroot en projecteert op een vertelling die vervolgens weer van invloed is op het lezerspubliek? Madame Bovary vertalen naar een moderne roman is een cliché op zich, maar Eric Reinhardt weet de oorspronkelijke zedenschets te verplaatsen naar een werk dat eigentijdse valkuilen en urgente discussiepunten weet aan te snijden. Over dromerige verlangens in het tijdperk van nieuwe communicatie als datingsites, e-mailverkeer en de nieuw ontstane gevoeligheden rond man- en vrouwverhoudingen.

Amurita - Banana Yoshimoto (1994)

Alternatieve titel: Amrita

1,5
Amrita (1994) kakt voort met vreemde metaforen en soaperige toestanden, terwijl het elke vorm van spanning of urgentie lijkt te missen.Het leest als de mindere titels van generatiegenoot Haruki Murakami; alsof de auteur per hoofdstuk willekeurige wendingen bedacht heeft om haar kitscherige proza mee voort te blijven stuwen. Het gevolg is een saai geheel dat als los zand aan elkaar hangt van willekeurige paranormale fenomenen en diepzinnig lijkende tegeltjeswijsheden. Niet mijn ding.

Anasjiem Toviem - Nir Baram (2010)

Alternatieve titel: Goede Mensen

3,0
Over twee jonge mensen die door omstandigheden aan de kant van de twee grote foute ideologiëen (nationaalsocialisme en communisme) komen te staan. Absoluut ambitieus van opzet in hoe het de nuances en grijstinten laat zien van beschadigde mensen die mee worden gesleurd in het vaarwater van historische gebeurtenissen. Ik kwam er zelf nooit helemaal in te zitten door de ellenlange uitweidingen en door de erg bedacht aanvoelende manier van vertellen.

Andegraund, ili Geroj Nasjego Vremeni - Vladimir Makanin (1998)

Alternatieve titel: Underground of Een Held van Onze Tijd

4,0
Heerlijke zwarte komedie rond een Russische underground-schrijver die in het reine moet komen met een wereld waar geen communisme meer is. Meer dan ooit wordt hij ervan doordrongen hoe het systeem inbreuk maakt op het individu en om zijn eigen ''ik'' te bewaren moet hij zich in allerlei vreemde bochten wringen, inclusief twee moorden. De toon is prettig melancholisch en met veel oog voor de diverse randfiguren. Zelden werd een wereld waar iedereen straalbezopen in rondloopt zo mooi beschreven. Het gaat mij net een aantal bladzijdes te lang door voor een hogere score.

Antigone - Sophokles (-441)

Alternatieve titel: Ἀντιγόνη

3,5
Had ook bij Antigone dat het net iets minder leek dan Koning Oedipus. Wel mooi hoe de gebeurtenissen uit dit verhaal ook weer impliciet resoneren in dat later verschenen verhaal.

Artemis Fowl: The Opal Deception - Eoin Colfer (2005)

Alternatieve titel: De Opal Deceptie

2,5
Het eerste deel waarvan ik eigelijk het gevoel kreeg dat ik een fantasieloos vod zat te lezen. Het is niet zoveel meer dan een langgerekte reeks aan actiemomenten.

Asan - Vladimir Makanin (2008)

Alternatieve titel: Асан

4,0
Wat Makanin onweerstaanbaar maakt is dat hij vrijelijk put uit de rijke literaire traditie van zijn vaderland, maar er een eigentijdse draai aan geeft. Dit is zijn Oorlog en Vrede (lees oorlog, corruptie en vernietigend mededogen). Met een sterk gevoel voor bijtende ironie schetst hij een figuur die zijn eigen criminele systeem heeft gebouwd binnen de oorlog tegen de Tsjetsjenen. Het is bijna ontroerend hoe deze Aleksandr Sergejitsj Zjilin zich vastbijt in de illusionaire zekerheden die deze oorlog lijkt te bieden, maar er op een pijnlijke manier achterkomt hoe het opgebouwde steeds als een kaartenhuis in elkaar dondert.

Makanin weet een fijne balans te vinden tussen affectie en gevoeligheid naar dit hoofdpersonage en een absurdistische, hilarische kijk op de flinke waaier aan bijrollen. In alles wordt het oorlogswezen weerspiegeld als een zinloze exercitie vol financiële exploitatie en morele corruptie. In weerwil van alle heroïek uit oorlogspropaganda is de oorlog hier een alles verslindend systeem dat bepaald niet het beste in de mens naar boven haalt.

Ask and the Answer, The - Patrick Ness (2009)

Alternatieve titel: De Chaos Trilogie 2: Het Donkere Paradijs

4,0
Dit tweede boek gaat verder waar zijn voorganger ophield en toont meer dan ooit de grimmige aard van botsende ideologieën en daarmee samenhangende oorlogen. Leerzaam en spannend voor een jong leespubliek, maar zeker zo leuk voor de volwassen lezer die er raakvlakken inziet met de realiteit. Wat mij het meeste aanspreekt is dat het zijn oorspronkelijke doelgroep van jonge lezers serieus neemt en ze confronteert met hoe ingewikkeld holle termen als 'goed' en 'kwaad' eigenlijk zijn. Ingewikkelde materie die hier op een aansprekende wijze wordt vertaald naar hoe Viola en Todd te maken krijgen met hun onmogelijke keuzes. Het boek gaat op een ondragelijk pijnlijke manier verder waar je eigenlijk zou willen dat het ophoudt, maar wordt nooit te grafisch of te gewelddadig.

Als volwassen lezer 'stoor' ik mij alleen aan hoe Mayor Prentiss teveel tot een karikaturale schurk wordt. Begrijp me niet verkeerd: het is een heerlijke schurk en ik ben gek op hem in al zijn walgelijke kwaadaardigheid. Maar het is nou juist zo mooi dat de andere karakters niet alleen maar goed of slecht zijn maar ook meerdere kanten hebben. Hopelijk krijgt Mayor Prentiss in het derde deel net zo'n zachtere kant als zijn zoon. Het zou een verrassende kers op de taart zijn van het eindstuk.