Via deze pagina blijf je op de hoogte van recente stemmen, meningen en recensies van Donkerwoud. Standaard zie je de activiteiten in de huidige en vorige maand. Je kunt ook voor een van de volgende perioden kiezen: januari 2023, februari 2023, maart 2023, april 2023, mei 2023, juni 2023, juli 2023, augustus 2023, september 2023, oktober 2023, november 2023, december 2023, januari 2024, februari 2024, maart 2024, april 2024, mei 2024, juni 2024, juli 2024, augustus 2024, september 2024, oktober 2024, november 2024, december 2024
Hallo Muur - Erik Jan Harmens (2015) 3,0
30 april 2023, 22:37 uur
Kennelijk ben ik niet de enige die dacht dat de muur-metafoor in 'Hallo Muur' (2015) veel letterlijker zou zijn. Ik ben 't boek zelfs gaan lezen omdat de tragikomische premisse me aansprak van een eenzame ziel die ellenlange conversaties houdt met een muur. Subtiele beschrijvingen rond afbladderend behang en kleurverschillen op plekken waar ooit foto's en schilderijen hebben gehangen. Een meelijwekkende ziel die dan z'n eigen vergankelijkheid en innerlijke leegte projecteert op het ooit zo stevige fundament van zijn huis. Spoiler: zo'n muur zit er dus niet in. De muur in 'Hallo Muur' (2015) is abstracter als een ingebeelde scheiding tussen de ik-verteller en de mensen voor wie hij probeert zijn alcoholverslaving te verbergen. Hij spreekt deze ingebeelde muur aan om mildheid te tonen naar zichzelf en zijn eigen onvermogen om veiligheid te vinden of diepere connecties aan te gaan. Eerst als een probleemdrinker die de pijn niet wil voelen van afwijzende ouders, daarna als een ex-alcoholist die weinig plezier ervaart wanneer dezelfde verdrongen pijn opnieuw naar boven komt. Nuchter zijn maakt immers eenzamer dan verdwijnen in het moment.
Ik ben geen enorme fan van therapeutische literatuur. Van die open bekentenissen waar je predicaten als 'rauw', 'dapper' en 'intiem' op kan plakken, simpelweg omdat de auteur zijn/haar/hen eigen fragiele zelf openbaart en dingen durft neer te pennen die anderen ongezegd laten. Wat je in een privésetting aan een psycholoog zou kunnen vertellen, hoeft niet automatisch literaire waarde te hebben. Erik Jan Harmens (zónder streepje!) schurkt met 'Hallo Muur' (2015) gevaarlijk dicht tegen zulke ontboezemingsliteratuur, maar weet met tijdssprongen en fragmentarische observaties weg te blijven van een te rechtlijnige opzet. Het is niet simpelweg zo dat de vroegere alcoholist zijn verslaving 'overwint' en eindigt als een beter mens. Maar ogenschijnlijk losse observaties meanderen langs verschillende tijden en schetsen de existentiële mijmeringen van iemand die steeds opnieuw geconfronteerd wordt met zichzelf. Zo verschillend zijn de twijfels niet van de vroegere alcoholist en de tegenwoordige geheelonthouder. Gedisciplineerd probeert hij weg te blijven van iets, maar tegelijkertijd is er geen alcohol meer om de pijn te dempen.
Als 't al mogelijk is om de persoon Erik Jan Harmens écht te leren kennen door zijn werk, dan toch vooral omdat hij stilistisch vaardig genoeg is om van zichzelf geen karikatuur te maken. Zoveel discrepanties en dubbele lagen in één mens. Het maakt 'Hallo Muur' (2015) een ontroerend boek waarin je als enige lesje meekrijgt dat iemands wens tot zelfverbetering misschien nog eenzamer maakt dan zelfdestructief gedrag. De worsteling met het leven blijft doorgaan.
» details » naar bericht » reageer
Min of Meer Opmerkelijke Gebeurtenissen uit het Leven van een Treuzelaar - Cindy Hoetmer (2020) 2,5
23 april 2023, 15:32 uur
Groots leven door kleine omzwervingen. Tijdens mijn studie Literatuurwetenschap had ik een kortstondige fascinatie voor verdoemde dichters en flaneurs. Of de filosofie van indrukken als een doel op zich, deze alledaagse ervaringen vervolgens omzetten in mooie taal en daaruit een diepere betekenis te ontlenen aan het eigen mens-zijn. Elk hoekje van het innerlijk verkennen middels een zelfgekozen leefstijl van verveling, genot en zelfdestructie. Voorbij de saaie monotonie van een slaafs burgermansbestaan in dienst van inkomen verwerven, een gezin stichten of andere verantwoordelijkheden moeten dragen. Vrij in leven en nog vrijer in de kunsten.
Een schitterende titel als 'Min of meer opmerkelijke gebeurtenissen uit het leven van een treuzelaar' (2020) belooft al dat Cindy Hoetmer als een eigentijdse flaneur weinig meer doet dan alledaagse banaliteit te vertalen naar literaire reflecties. En wat dat betreft stelt Hoetmer ook niet teleur. Stilistisch is het werk opgezet als een meanderende verzameling losse anekdotes, met enige psychologische ontwikkeling in hoe ze zich verhoudt tot haar eigen besluiteloosheid en onzekerheden. Ze zet zichzelf neer als een moderne verschoppeling (middelbare leeftijd, freelancer, geen vaste relatie of kinderen) die steeds net geen aansluiting weet te vinden met die anderen. Niet vanuit een dieper liggend trauma of omdat ze psychische problemen heeft, integendeel zelfs: ze is best monter over haar nomadenbestaan. Haar innerlijke beschouwingen leggen meer een zoektocht naar zingeving bloot dan iets wat je zou moeten psychologiseren.
Toch moet ik eerlijk zeggen dat het me tegen begon te staan dat Hoetmers' beschouwingen zo doelbewust aan de oppervlakte blijven. Een stijlkeuze en niet per se een tekort, want de fragmentarische opzet is absoluut niet oppervlakkig. Zo krijgen bijvoorbeeld de vileine gebbetjes naar Mannelijke auteurs als Tommy Wieringa en Herman Koch extra betekenis door Hoetmers' eigen onzekerheden over haar kunnen als schrijfster. Maar voor mij heeft die continue ironische relativering als neveneffect dat er zelden écht iets blijft hangen van haar balorige observaties. Zeker niet als je ze zo kort achter elkaar leest en niet als losstaande column in een krant of magazine. Alles verglijdt in dezelfde hilariteit als vrijwel elke anekdote eindigt met een snedige punchline of een relativerende knipoog. Mijmeringen over sterfelijkheid rond de begrafenis van Menno Wigman roepen weinig meer emotie op dan bingo spelen in Spanje of een cursus Haka.
» details » naar bericht » reageer
Blue Dog - Louis de Bernières (2016) 2,5
Alternatieve titel: Blauwe Hond, 18 april 2023, 15:30 uur
De jeugd herbeleven van een gestorven familielid. In 'Blauwe Hond' (2016) van Louis de Bernières krijgen een grootvader en zijn elfjarige kleinzoon de kans om een heldhaftig gestorven politieagent opnieuw te leren kennen. Micks vader stierf bij een vuurgevecht en zijn moeder werd gek van verdriet. Het brengt hem naar een zogenaamde 'cattle station' in de Australische outback: een eenzame en ruwe plek in de wildernis zonder leeftijdsgenoten. Het dwingt de tiener om zijn eigen verdriet onder ogen te komen en dezelfde magische ervaringen op te doen als zijn gestorven vader. Tegelijkertijd moet zijn grootvader zachtheid in zichzelf vinden om deze rouwende jongeman geborgenheid te geven en zelfrespect bij te brengen. Op een oude motorfiets dwaalt Mick door het niemandsland en vindt wilde dieren, heftige natuurfenomenen, een excentrieke kluizenaar en grottekeningen van de Aboriginals.
Mijn editie van 'Blauwe Hond' (2016) is alleszins schattig. Een prachtige coverplaat in blauwtinten met een jongeman op een Francis-Barnett 44 en een blaffende Kelpie Cattle Dog ernaast. De korte hoofdstukjes zijn opgeleukt met houtskooltekeningen van belangrijke objecten of dieren uit het plot. Toch wist het boek voor mij nooit écht tot leven te komen. In een nawoord schrijft De Bernières dat 'Blauwe Hond' (2016) eigenlijk een herbewerking is van een niet verfilmd script. Het verklaart misschien waarom de novelle zo summier in elkaar steekt. Je mist bijna sterke performances om het vertelde cachet te geven. Bijrollen duiken op en verdwijnen net zo makkelijk weer, of ze blijken opeens heel belangrijk voor ontwikkelingen die Mick doormaakt. Zelfs de zwerfhond heeft een kleinere rol dan je zou vermoeden door de coverplaat en boektitel. De enige oprechte momentjes ontstaan wanneer grootvader en kleinzoon nader tot elkaar te komen.
» details » naar bericht » reageer
Dwaler, De - Roos van Rijswijk (2021) 3,5
15 april 2023, 13:15 uur
De rijke binnenwereld van mensen die geconfronteerd worden met hun nederige plek in de wereld. Zoekend naar betekenis in het genadeloos verstrijken van de tijd of de snelle opkomst van technologische en maatschappelijke ontwikkelingen.'De Dwaler' (2021) van Roos van Rijswijk is een heerlijk eclectische mengeling van verschillende verhalen. Onvoorspelbaar. Compleet verschillend in stijl, toon of thematiek. Soms poëtisch en vol metaforiek. Soms ook meer rauw en psychologisch geladen. Het begint fijn met 'Sluit je ogen' (4*) als een gedachte-experiment waarin een buitenaards wezen mijmert over onze beperkingen in zintuigelijke waarnemingen. Al werd ik meer geraakt door 'De dag dat Alfred besloot te gaan liggen' (4*) over een man die tijd en plaats achter zich laat. Alfred besluit uit het niets te gaan liggen op dezelfde plek en niet meer op te staan. Droevige beschrijvingen over hoe een nietige figuur verdwijnt met de tijd.
Sommige verhalen krijgen wel erg weinig ruimte om de achterliggende SF-ideeën bevredigend uit te werken. Met 'Schoon' (2.5*) en 'Het Beest van Ravenstein' (2.5) kon ik verder niet zoveel omdat ze grootse thematiek proberen te vangen in een paar bladzijden. Ook stilistisch niet buitengewoon interessant. 'Seven Year Itch' (3.5*) doet dan wel weer een stap in de goede richting als een soort Black Mirror-aflevering over na de dood voortlevend bewustzijn, computergestuurde lichaamsdelen en de almacht van sociale media. Van Rijswijk weet op een knappe manier best wel complexe ideeën over transhumanisme terug te brengen tot helder proza. 'Oefeningen in Onvoltooidheid' (3.5*) is opnieuw een geslaagd gedachte-experiment rond imperfecte cultleden die de perfectie van een supercomputer bezingen. Ik ben een beetje verliefd op de bezwerende taal waarmee Van Rijswijk haar ideeën over existentiële kwesties vangt in een ritme van religieuze incantaties. Het houdt je vast en neemt je mee.
Het idee van 'De vlag, de reiziger' (3*) is stilistisch aardig gevonden. Of een ik-verteller die tijdens een spelletje levend stratego allemaal schoolkinderen tegen elkaar uitspeelt door ze in verschillende kampjes te verdelen. Het zegt uiteindelijk meer over zijn innerlijke nood tot classificeren dan over de individuen die hij verdeelt. De boodschap is duidelijk, maar het blijft een tikkeltje nikserig omdat je als lezer nooit vat krijgt op de consequenties van deze verdeel- en heersstrategie. 'Je moet je fiets binnenzetten' (2.5*) voegt ook niet veel toe aan het vorige verhaal als bespiegeling van een kleinburgerlijke dorpsgemeenschap waar men zich zorgen maakt over nieuwkomers. Directer en minder abstract, maar daarom ook des te meer belerend.
Van Rijswijk weet in haar betere verhalen een heleboel te vertellen door expliciet dingen weg te laten. Zo heeft 'De Zee' (4*) me enorm geraakt door de simpele opzet van een meisje dat de zee nog nooit heeft gezien en een vrouw die bereid is om haar mee te nemen. Je krijgt nooit helemaal vat op hun beweegredenen, maar juist daarom komt de machtsverhouding tussen de twee zo sterk naar voren. Is het een lief gebaar of toch ook een beetje suspect? Met 'Van Boven' (3.5*) komt van Rijswijk meer op psychologisch terrein als een jongetje erover nadenkt of het leven de moeite waard is om los te laten. Komt de bevrijding van zijn eigen pijn niet als hij zich loslaat van het trappenhuis? Mooi en schrijnend. Al vind ik soortgelijke thematiek beter tot z'n recht komen in 'Onschuld' (4*) waarin Van Rijswijk opnieuw terugkeert naar een bezwerend ritme en een surrealistische insteek. Zo lees ik haar toch het liefst.
'De Jongens' (4.5*) is één van mijn favoriete verhalen uit de bundel. Of zoals een mevrouw op leeftijd haar eigen vergankelijkheid onder ogen moet komen als haar haperende lichaam schoonheid, kracht en fitheid verliest. Ze heeft steeds meer hulpmiddelen en aanpassingen nodig om dat te compenseren. Het roept bij haar de vraag op of zij misschien de persoon bij uitstek is die de gendertransitie van haar kleinzoon kan begrijpen. Want elk menselijk individu heeft zich met het verstrijken van de tijd te verhouden tot een veranderend lichaam. Niemands lichaam blijft immers consistent hetzelfde. Ook titelverhaal 'De Dwaler' (4.5) heeft me geraakt door de poëtische en surrealistische opzet van een verteller die door een soort ziekenhuis dwaalt. Het kille linoleum van deze zielloze omgeving krijgt steeds meer kleur als het personeel verandert in watervogels en er plasjes met vissen verschijnen. Heerlijk beeldend beschreven vol fantasievolle associaties.
In 'Munten' (3.5*) vertelt een moeder over de inspiratievolle plek die een vrouwelijke voorouder heeft ingenomen als eigengereide kluizenaarster. Het is een lief verhaal over sterke vrouwen en hoe de geschiedenis als een positieve kracht kan doorwerken in het heden. In 'Aan de rand' (3*) en 'De rot bloot' (3*) gaat van Rijswijk los met haar prachtige sfeerbeschrijvingen van viezige stadstaferelen. Het blijft helaas wat te meanderend om werkelijk te blijven hangen. Dan geeft 'Woestijn' (3.5*) voor mij meer een anker door de manier waarop het de ontwikkeling centraal stelt van twee vrouwelijke collega's van middelbare leeftijd. Er gebeurt niet veel meer dan dat zij zich afzetten tegen 'de nattekrantenbar' waar zij dag in dag uit mensen bedienen. Ze mijmeren erover hoeveel van het leven ze eraan zijn kwijtgeraakt en toch blijven ze terugkomen. Stilistisch wordt die werksleur ook knap ingevuld door kleine gebeurtenissen plaats te laten vinden op 'een woensdag', 'een donderdag' en 'een dinsdag'. Van die momenten waarop niks verandert en tegelijkertijd alles als het besef daagt hoe zinloos monotonie is.
'De Zusters' (4.5*) is wederom prachtig door de sprookjesachtige opzet van drie zussen die vanuit hun raam kijken naar het getik van een verkeerslicht. Er trekt een wereld aan hen voorbij waar ze op een bepaalde manier zelf toch ook onderdeel van zijn. De mens die probeert weg te komen van de buitenwereld en er toch altijd deel van zal uitmaken. Ik heb ook een zwak voor 'Het Nachtveer' (4*) als een moderne interpretatie van een Frankische legende over een vooraankondiging van de dood. Of de visserman die op de woelige zee erachter komt dat zijn verloofde is gestorven en dat ook zijn tijd op aarde ten einde zal komen. Het zegt ook wel iets over de rijkheid van Van Rijswijk dat ze het ene verhaal goochelt met grootse thema's als transhumanisme en het volgende terugkeert naar literatuurgeschiedenis.
In 'Zorgvlied' (3.5*) ziet een dochter de geesten van vrouwelijke voorouders als ze met haar moeder over een begraafplaats loopt. Een beetje grappig en speels, maar tussen de regels best interessante beschouwingen over hoe je het leven moet zien vanuit het perspectief van de dood. Voor de dochter is het verleden tastbaar in het heden, maar voor de moeder is de dood een banale afsluiting van iets. Tot slot dan '15 september 2020' (3.5*) als een vormspelletje waarin een vrouw voor haar laptop zit en geconfronteerd wordt met onoplosbare vraagstukken over geopolitiek en global warming. Het enige wat zij kan doen is met haar verbeelding andere rollen aannemen als Matt Damon, een reiger en het stoplichtmannetje. Het onbegrijpelijke tastbaar maken en nadenken vanuit andere perspectieven.
» details » naar bericht » reageer
Imot Kunsten - Tomas Espedal (2009) 3,0
Alternatieve titel: Tussen April en September, 2 april 2023, 22:58 uur
Als schrijver en rouwende mens bevroren in de tijd. Of zoals de ik-verteller in 'Tussen April en September' (2009) twee zware klappen krijgt te verwerken wanneer kort achter elkaar zijn moeder en ex-vrouw overlijden. Zo moet hij niet alleen zijn eigen verdriet verwerken, maar ook een soort moederrol vervullen voor zijn rouwende tienerdochter. Hoe hebben deze vrouwen hem gemaakt tot de man die hij nu is? En belangrijker nog: hoe nu verder? Het schrijverschap en de zorg voor z'n kind vragen immers om te ontwaken uit zijn sluimerstand en opnieuw betekenis te geven aan het verstrijken van de tijd. Het maakt 'Tussen April en September' (2009) gelaagder dan alleen een psychologisch gemotiveerde rouwroman. Bij vlagen beeldschoon hoe Espedal zijn naturalistische sfeerbeschrijvingen laat overlopen in poëtische bespiegelingen over een rouwende man die probeert te schrijven. Niet zoekend naar een muze, maar ondanks afwezigheid en verlies tot inspiratie komen. Een beetje overgestileerd en hermetisch is 't overigens wel. Ik kreeg als lezer steeds het gevoel dat je nooit vat krijgt op de pijn of het verdriet, omdat Espedal literair vernuft zwaarder laat wegen dan rauwheid. Daar komt bij dat hij voor een korte roman nogal wat zijsprongen inslaat om verschillende familiegeschiedenissen erin te verwerken. Niks of niemand komt écht tot leven door een fragmentarische opzet waarin emotie te weinig tijd krijgt om te beklijven.
» details » naar bericht » reageer