menu

Hier kun je zien welke berichten Pageturner als persoonlijke mening of recensie heeft gemarkeerd.

Beautiful Mind, A - Sylvia Nasar (1998)

Alternatieve titel: Een Schitterend Brein

4,0
Ongelooflijk nauwkeurig detailleert Sylvia Nasar het leven van John Nash, een grillige persoon met een schitterend brein. Bergen interviews heeft de schrijfster afgenomen om dit meeslepende portret te borstelen van een outsider die het ene revolutionaire wiskundige onderzoek na het andere doet, maar op zijn dertigste plots wel heel raar begint te doen. Net zoals hij voorheen schijnbaar vanuit het niets wiskundige inzichten opdeed, kreeg hij plots instructies van buitenaardse wezens dat hij een wereldbestuur moest vormen om de aarde te behoeden voor een complot van mannen met rode stropdassen en begon hij verborgen boodschappen te ontdekken in krantenartikels en radio-uitzendingen. Zijn vrouw en zijn collega's moeten met lede ogen aanzien hoe Nash net als Odysseus aan een jarenlange omzwerving begint voor hij weer thuis zal komen.
Opvallend is dat de film A Beautiful Mind de ogen sluit voor heel wat episodes uit het leven van Nash. Dat hij niet altijd zo'n sympathieke man was, zeker voor mensen die hij minder intelligent inschatte dan hijzelf (en voor Joden), dat hij een buitenechtelijke zoon had en ooit werd opgepakt op een tippelplek voor homo's, dat krijgen we in de film allemaal niet te zien. Ook is het jammer dat zijn ontmoetingen met andere genieën als Einstein, John von Neumann en Norbert Wiener daarin straal genegeerd worden. Nasar geeft ons immers een fascinerende inkijk in hoe Nash voortdurend omringd werd door andere schitterende breinen die elkaar inspireerden, uitdaagden en uitnodigden voor strategische spelen als schaak en hex, die een belangrijke rol zouden spelen in Nash' onderzoek.
Alleen kan je je ook verliezen in zoveel details: soms verzandt het boek in een teveel aan weetjes en ze-gingen-naar-daar-en-dan-naar-daar. Liever had ik wat meer vernomen over Nash' briljante toevoeging aan de speltheorie, die onze kijk op de samenleving en de economie volledig heeft veranderd, zoals een economieprofessor uitlegde in De Standaard naar aanleiding van Nash' overlijden, eerder dit jaar. Toch is dit een boek dat mij bij mijn nekvel heeft gegrepen en dagen niet heeft losgelaten. En me heeft gemotiveerd om maandag terug aan het academiejaar te beginnen. Ook al zal ik nooit even baanbrekend werk verrichten als Nash.

Beginners : The Original Version of What We Talk About When We Talk about Love - Raymond Carver (1981)

Alternatieve titel: What We Talk About When We Talk about Love

2,5
De vergelijking tussen de verhalen van Carver en de schilderijen van Edward Hopper wordt vaak gemaakt. Het eerste verhaal dat ik van deze bundel las, De koepel (Gazebo), riep inderdaad een schilderij van Hopper bij me op. Het is een wondermooi verhaal waarin iets staat te gebéuren, waarin je die avondlijke sfeer en de gevoelens van de twee hoofdpersonages kan voelen. Helaas moest ik bij de andere verhalen uit deze bundel eerder aan de schilder Andrew Wyeth denken: stoffige stillevens, momentopnamen uit uitzichtloze levens van afwachten en de tijd doden. Mooi voor even, maar al snel erg eentonig.

Black Chalk - Christopher J. Yates (2014)

Alternatieve titel: Zwart Krijt

3,5
Een teleurstellend einde van een verhaal zorgt er vaak voor dat ik wat er voor dat einde komt ook minder sterk ga vinden (zoals bijvoorbeeld bij de film The Game). Dat is echter niet helemaal eerlijk. Zeker niet voor dit boek, dat mij dagenlang in nagelbijtende spanning heeft gehouden en mij heeft laten meeleven met de personages, die als vrienden aan een avontuur beginnen, maar hun relatie alsmaar zien verbitteren en verzuren naarmate het Spel dat zij spelen vordert.
De auteur is een debutant en dat merk je aan de beginnersfoutjes die hij maakt. De opbouw van het verhaal is niet de meest elegante die je je kan inbeelden (in het laatste gedeelte is de rek er wat uit) en sommige plotwendingen worden naar mijn aanvoelen te vroeg weggegeven (wie de verteller is, die veertien jaar later verslag uitbrengt van de feiten, had voor mij nog wat langer een mysterie mogen blijven), maar dat vergeef je hem omdat hij wél weet hoe je spanning en empathie kan oproepen. De personages zijn geen ergerlijke Everymen, maar hebben allemaal hun bizarheden, zonder dat het té gek wordt: zo hoort het. Vooral om Chad en Emilia ga je echt geven, waardoor de beschrijvingen van de vernederingen die zij moeten ondergaan in het kader van het Spel erg geslaagd overkomen. Zo meesterlijk als De verborgen geschiedenis, dat andere boek over een groep eigenaardige studenten die grossiert in geheimdoenerij, wordt het nooit, maar Zwart krijt hield me wel dagen aan de pagina's gekluisterd, tussen twee examens door. Tot de ontknoping van het Spel me zwaar teleurstelde. Het is te gemakkelijk, de originaliteit en de zwarte humor van de rest van het boek lijken helemaal zoek en sommige plotlijnen worden snel afgeraffeld. Jammer, want Yates kan echt schrijven. Laat ons dus hopen dat hij geen eendagsvlieg blijkt en ooit een opvolger voor Zwart krijt schrijft met een einde dat wél aan de verwachtingen voldoet.

Bright Lights, Big City - Jay McInerney (1984)

Alternatieve titel: Schitterlichten, Grote Stad

5,0
Jasper schreef:
Plat als een dubbeltje en naar het einde toe zelfs ronduit vervelend.

Het boek is niet 'plat als een dubbeltje', de wereld waarin het hoofdpersonage zich begeeft is dat wel. Net als in La dolce vita en The Great Gatsby gaat het hier om een wereld van leegte, uiterlijke schijn en vluchtig vertier. De protagonist hoort hier niet in thuis, maar om zijn gedachten te verzetten van de job waar hij slaaf van is, geeft hij zich keer op keer toch over aan dat leven van drinken en drugs nemen. En dan plots ben je het punt in de nacht gepasseerd waarop twee uur plots zes uur wordt en kom je bij je positieven op een vloer bezaaid met wanhopige mensen die hun leven vergooien aan drank en drugs.

Het vertelperspectief is ook erg bijzonder: alles wordt verteld aan 'jou'. 'Je bent niet het type dat om deze tijd 's morgens in een tent als deze rondhangt. Maar je bent er, en kunt niet zeggen dat het terrein totaal onbekend is, hoewel de details een beetje wazig zijn. Je zit in een nachtclub te praten met een meid met een kaal hoofd...' Het lijkt dus alsof jijzelf de protagonist bent in het boek, alsof iemand die jou door en door kent je helemaal doorgrondt, aan jou vertelt waar je allemaal mee bezig bent. In het begin is alles nog hilarisch en lig je te gieren met alle dolkomische situaties waar onze protagonist, als stille observator van alle waanzin en de excessen die rondom hem passeren, in verzeild raakt. Naar het einde toe krijgt het hoofdpersonage echter een enorme emotionele diepte. 'Je beschreef het gevoel dat je altijd had gehad, misplaatst te zijn, altijd aan één kant naast jezelf te staan, jezelf gade te slaan in de wereld en tegelijkertijd in de wereld te staan, terwijl je je afvroeg of iedereen zich zo voelde. Dat je altijd geloofde dat andere mensen een helderder beeld hadden van waar ze mee bezig waren, en zich niet zo druk maakten over het waarom.' Deze passage is een treffend psychologisch inzicht. Dit gaf me een kanjer van een aha-erlebnis: ik heb dit gevoel al jaren, maar hoor het nu voor het eerst van iemand anders, en dan nog zo mooi verwoord.

Nu ik mezelf als student (iets te) veel in het uitgaansleven begeef en (iets te) regelmatig het punt in de tijd passeer waarop twee uur plots zes uur wordt, denk ik zowat dagelijks aan Bright Lights, Big City. Een bij-zon-der grappig boek, maar ook een erg menselijk verhaal dat je niet onberoerd laat.

Broodje Aap: De Folklore van de Post-industrièˆle Samenleving - Ethel Portnoy (1978)

4,0
Wat is het Nederlands toch een wonderlijke taal. Terwijl het Engels de ietwat saaie term urban legend hanteert, hebben wij dankzij Ethel Portnoy het woord broodjeaapverhaal voor dit soort smeuïge gruwelsagen uit onze verstedelijkte wereld.

In vroegere tijden vertelden mensen elkaar over heksen, spoken en monsters (de Vlaamse Volksverhalenbank herbergt een schat aan dat soort vertellingen), nu gaat het over fabrieken waar dode apen tot hotdogworstjes worden verwerkt. Dat heeft me altijd gefascineerd: als kind hoorde ik hardnekkige verhalen over bendes die meisjes toetakelen met een 'engelenglimlach' of jogsters die in het bos een lijk met een prachtige ring vinden, de vinger afsnijden om de ring mee te nemen en even verder een oude vrouw zonder ringvinger ontmoeten. Nu hoor ik kinderen uit mijn wijk elkaar bang maken met prietpraat over een witte bestelwagen die kinderen ontvoert voor hun nieren. Gruwelsagen zijn van alle tijden, en Ethel Portnoy bundelt ze hier én becommentarieert telkens hun oorsprong en waarschijnlijkheid.

Broodje aap is een rariteitenkabinet waar weinig samenhang in zit. Wie een wetenschappelijke benadering van het onderwerp wil, moet hierheen. Maar daar is het Portnoy niet om te doen: ze bundelt expliciet de verhalen die haar zelf ter ore kwamen, in alle landen waar ze al vertoefd heeft. Dat maakt struinen in dit boek tot een fascinerende reis.

In een tijd waarin bij élk nieuwsbericht wel iemand uitroept 'Fake news!' en er geen dag voorbijgaat zonder dat er mensen over zieke vleermuizen en geheime Chinese labo's beginnen, blijft deze bundeling relevant. En ook gewoon bijzonder amusant.