menu

Hier kun je zien welke berichten Raspoetin als persoonlijke mening of recensie heeft gemarkeerd.

Tirza - Arnon Grunberg (2006)

3,0
Sommige loftuitingen hierboven ten spijt was ik niet erg onder de indruk van deze eerste roman van Arnon Grunberg die ik tot me heb genomen. Ik wil er niet laatdunkend over doen, maar het werk leek mij eerder literatuur om te lezen voor de leeslijst op de middelbare school; tussen de titels van Joost Zwagerman en Ronald Giphart.

Goed genoeg als tijdverdrijf, maar geenszins een boek dat me nog veel warme gevoelens zal doen opwellen wanneer ik er in de toekomst nog eens over mijmer. Ik heb De Asielzoeker van Grunberg nog op de plank staan die ik nog een kans zal geven, maar ik vrees dat Grunberg me niet als begenadigd schrijver zal doen overtuigen zoals enkele schrijvers dat wel hebben gedaan afgelopen jaren.

Tortilla Flat - John Steinbeck (1935)

Alternatieve titel: Danny en Compagnie

En toch, ondanks Steinbecks medemenselijkheid is Tortilla Flat ook een ongemakkelijk boek, zeker in moderne ogen. Wordt hier een onderklasse niet belachelijk gemaakt? Sterker: een etnische minderheid? Zó veel drinken, zó ‘onverantwoordelijk’, dat moet haast wel overtrokken zijn voor komisch effect.

Auke Hulst vertelt in de NRC recensie - Schreef Steinbeck niet eigenlijk armoedeporno? - dat de Amerikaanse schrijver John Steinbeck na het verschijnen van Tortilla Flat de nodige kritiek uit met name de Mexicaans-Amerikaanse hoek zou hebben gekregen en in een later verwijderd voorwoord 'min of meer schuld' zou hebben bekend voor het (onbedoeld?) te kakken zetten van de paisanos in zijn roman.

Hij zou van zichzelf zijn geschrokken over de denigrerende wijze hoe hij deze bevolkingsgroep ten tonele had gevoerd en als gevolg hiervan moest constateren dat tot zijn afgrijzen de zogenaamde nette lezers zijn werk 'als amusante armoedeporno opvatten'. (Het lelijke woord 'armoedeporno' lijkt een vertaling te zijn van de Engelse benaming poverty peepshow die ik hier en daar op het net tegenkom bij kritieken over televisieprogramma's met kandidaten uit de onderklasse die het TV-publiek moeten vermaken in ruil voor geld. Een soort van Hunger Games, maar dan met arme sloebers.)

Ondergetekende heeft het werk Tortilla Flat (nog) niet gelezen, maar ik voelde me ietwat geroepen om de titel van de NRC recensie, die toegegeven een zweem van effectbejag behelst, nader te duiden.

Paisano
Mijn eigen aandacht wordt getrokken door het opmerkelijke begrip 'paisano' in deze roman. Het woord paisono ken ik enkel in de Spaanse betekenis van het woord 'landgenoot'. In dit boek verwijst het dus naar een specifieke bevolkingsgroep in een bepaald deel van de Amerikaanse deelstaat Californië.
Een paisano is een ‘mengeling van Spaans, indiaans en Mexicaans bloed, aangevuld met Indo-Europese variëteiten. […] Hij spreekt Engels met een paisano-accent en Spaans met een paisano-accent.
Is althans in de recensie de uitleg van de benaming. Waarvan ik maar uitga dat het afkomstig is uit de roman, omdat ik dit wel een erg vage en vreemde omschrijving vind die mij niet veel wijzer maakt. Ik bedoel, als we het over 'moderne ogen' hebben is de term 'indiaans' niet meer van deze tijd en behoort men de term 'inheems' te gebruiken; en slaat de omschrijving 'Mexicaans bloed' volgens mij al op een identiteit die een mengsel is van de inheemse (pre-columbiaanse) bevolking en Spaanse dan wel andere Europese invloeden; en oordeel ik de omschrijving in bovengenoemd citaat dus als een pleonasme.

Ik heb ook geen idee wat er wordt bedoeld met 'Engels met een paisano-accent en Spaans met een paisano-accent', laat staan hoe dat überhaupt zou moeten klinken. Ik pretendeer het een en ander over de Amerikaanse cultuur en geschiedenis te weten, maar bij mij komt de paisano in Tortilla Flat over als een bevolkingsgroep die ontsprongen is uit de rijke fantasie van de auteur.

Ik blijf alsmaar denken dat de term paisono het equivalent is van het begrip chicano. Een gekozen identiteit van gemigreerde Mexicanen in de VS die wordt gekenmerkt door de gekunstelde ijver om zich aan de Amerikaanse taal en cultuur aan te passen en de gebruiken uit het moederland te verwerpen. Dit fenomeen wordt, naar wat ik heb ervaren, dan weer door de Mexicanen in Mexico nogal beschimpd en lacherig over gedaan. Maar wat ik al lees op Wikipedia kwam de chicano cultuur pas op in de jaren '60 en '70 en bestond deze dus nog niet in het dust bowl tijdperk toen John Steinbeck zijn boek schreef.

Resumerend zorgt het boek op voorhand al voor genoeg stof tot nadenken.

Tsjaikovskistraat 40: Een Autobiografische Vertelling uit Rusland - Pieter Waterdrinker (2017)

4,5
Een ronduit indrukwekkend en bijzonder lovenswaardig boek. Ik kan niet anders beamen dat de avonturier Pieter Waterdrinker met de autobiografische roman Tsjaikovskistraat 40 zijn status als schrijver bewijst. Zijn heldere en beeldende stijl van zijn erudiete vertellingen is een genot om te lezen en na de wisselvallige verhalenbundel De Correspondent (2014) die ik hiervoor las, lijkt hij het beste uit zichzelf te hebben gehaald.

Een aantal van zijn verhalen kwamen al eerder voorbij - weliswaar meer uitgebreid - in De Correspondent, zoals de dood van zijn schoonmoeder, de verdachte zelfmoord van de Nederlandse orgelbouwer en de titel van deze roman Tsjaikovskistraat 40 , die als apart verhaal in de bundel is opgenomen en over de bijzondere woning gaat waar Waterdrinker en zijn vrouw Julia in St. Petersburg wonen.

Het enige smet is het sporadische geklaag over de publieke miskenning voor zijn schrijverschap en het maar uitblijven van het verkoopsucces van zijn boeken. Een meer positieve houding zou hem als mens en als schrijver sieren en sympathieker maken, want vertellen kan hij.

Overigens is in mijn exemplaar ‘& Revolutie’ in de ondertitel weggelaten en staat er enkel Een autobiografische vertelling uit Rusland. Het lijkt me dat dit op het allerlaatste moment is aangepast.