"De lof is uniek doordat de lezer voortdurend op het verkeerde been wordt gezet", alsdus de covertekst. Nu, dat valt wel mee. "Moet de lezer deze lofprijzing door de Dwaasheid van de Dwaasheid [...] serieus nemen, of is alles ironie?" Dat was voor mij meteen al wel duidelijk: Erasmus pleit tegen de pretentieuzen en de extremisten, een ondubbelzinnige boodschap. Ook achter de aangedikte, schertsend neergezette delen schuilt een kern die letterlijk genomen dient te worden. Ook al zei Erasmus dikwijls van niet. Maar dat is dan vooral zodat men hem niet kon afrekenen op zijn kritiek op de kerk.
Het raamwerk waarbinnen hij zijn kritische lofrede plaatst (die van een oratie van een Griekse god der Dwaasheid) is een mooie vondst en waarborgde met name Desiderius' veiligheid, maar het is niet een gimmick die de volledige tekst opslag briljant maakt. Dwaasheid is, beoordeeld strikt op de tekst, zelfs geen onbetrouwbare verteller: haar lofrede is oprecht en dient ook gelezen te worden zoals ze wordt uitgesproken, zonder dubbele agenda.
Zoals hij zelf ook al aangaf bij meerdere gelegenheden; het is snel geschreven, niet bijzonder overdacht, en zo kun je de tekst ook het beste lezen. Als een werk dat de lezer even aan het denken zet, maar geen geniale nieuwe inzichten geeft. Wel is het lekker toegankelijk geschreven en niet al te dik, waardoor het al snel populair kon worden en een groot publiek bereiken.
Daarnaast treedt Erasmus geregeld in herhaling of blijft rond dezelfde principes hangen, waardoor het geheel zich makkelijk laat samenvatten in slechts enkele voornaamste ideeën. Vermakelijk is het bij vlagen, maar hilarisch of werkelijk grappig helaas nergens. Ja, het geeft hier en daar een glimlach, en op andere plaatsen een instemmende knik. Geplaatst binnen het historische kader valt wel te achterhalen waar de status van klassieker vandaan komt, maar mijn inziens past het niet tussen de groten of diegenen die werkelijk indruk maakten. Oftewel: een aardig werkje, niets meer, niets minder.