Hier kun je zien welke berichten Bobbejaantje als persoonlijke mening of recensie heeft gemarkeerd.
Affaire Saint-Fiacre, L' - Georges Simenon (1932)
Alternatieve titel: Maigret en de Zaak Saint-Fiacre

Dus een heel goed geschreven sfeervol werkje hebben we hier. En spannend. Echter vind ik de ontknoping wat al te ongeloofwaardig om een echte topscore te kunnen geven.
Assassin Habite au 21, L' - Stanislas-André Steeman (1939)
Alternatieve titel: De Moordenaar Woont op Nr 21

Waarin Steeman zich verder nog onderscheidt van Simenon is het soort humor dat hij toevoegt aan het verhaal - toch in dit boek. Er mag al eens gelachen worden, al komt het de spanning nu ook weer niet ten goede, het heeft soms meer weg van een zwarte komedie. En dat komt trouwens ook tot uiting in de film van Clouzot.
De plot van deze policier vind ik wel origineel, al mankeert het in de finale aan een confrontatie, wat in de filmversie verbeterd wordt. Ondanks de kwaliteiten die het boek heeft, vind ik de film toch sowieso een upgrade met enkele aanpassingen die prima uitdraaien.
Wel nog bijzonder aan het boek zijn twee momenten waarin de schrijver rechtstreeks de lezer uitdaagt tot het oplossen van de moorden, op basis van de reeds geleverde informatie. Voor mij hoeft dat niet want het haalt je onnodig uit het verhaal, plaatst je als lezer buiten het verhaal.
Met het boek heb ik me toch wel geamuseerd. Nu wil ik graag een keer iets lezen van Steeman dat zich afspeelt in een omgeving waarin hij niet de neiging heeft er vanalles dik te willen opleggen.
Atouts de M. Wens, Les - Stanislas-André Steeman (1932)

De roman verscheen oorspronkelijk in 1932 maar werd nog eens herzien en heruitgegeven in 1959. Het is die laatste versie die ik gelezen heb. Het kwam me wel vreemd over dat Steeman - of eender welke schrijver - een afgewerkte roman gaat herzien, alsof het een remake betreft. Ik kan dus niet inschatten in welke mate de herziene versie afwijkt van het origineel. Wat bijkomend uniek is aan de herziene versie, zijn de droogkomische voetnoten die Steeman toevoegt, schijnbaar gericht aan een (fictief) productieteam dat deze roman wel eens zou kunnen verfilmen. Curieus genoeg werd het boek reeds verfilmd in 1946. Was Steeman dan niet tevreden met deze verfilming, of de verfilming van zijn werk in het algemeen? Ook opmerkelijk dat Steeman er genoegen aan beleeft om zich in één van de voetnoten te wenden tot zijn legendarische collega Georges Simenon, met wie hij om enkele evidente redenen (tijdgenoten, geboren in Luik, carrière gestart als journalist, succesvol in hetzelfde literaire genre) graag wordt vergeleken door de buitenwereld.
Wat er ook van zij, in elk geval heb ik plezier beleefd aan dit werkje. Originele plot en prima vertelstijl.
Big Clock, The - Kenneth Fearing (1946)
Alternatieve titel: De Moordende Klok

De plot van The Big Clock is opgebouwd rond de onverkwikkelijke affaire waarin George Stroud, medewerker van mediagroep Futureways, per toeval verzeild geraakt en die hem in het nauw drijft. Het verhaal wordt beschreven vanuit wisselende perspectieven van de diverse personages, in 21 aparte hoofdstukken, waarbij George Stroud de hoofdmoot toegeschoven krijgt. Auteur Kenneth Fearing gebruikt de techniek van meervoudig perspectief trouwens voor al zijn novelles. En voor mij werkt het hier alvast. Het geeft extra spankracht aan het verhaal omdat je enkel als lezer het overzicht behoudt en de zaken helemaal kan inschatten. Prima schrijfstijl verder van Kenneth Fearing, die bij momenten niet gespeend is van een licht cynische ondertoon. Kenneth Fearing, die zijn carrière startte als dichter, werd in zijn tijd gerekend bij de linkerzijde, en dat verbaast niet vanwege de soms maatschappijkritische ondertoon die hier te ontwaren valt.
De titel van deze novelle verwijst naar een beeld van de samenleving als klokwerk/machine, wiens raderen onvermijdelijk verder malen en tot een gedetermineerde uitkomst leiden, ongeacht het verweer van de ego gedreven personages die menen onafhankelijk hun ding te doen. Dit mechanisme - met toch wel een existentialistische ondertoon - komt enkele malen aan bod, als een kritische bedenking van hoofdpersonage George Stroud. Evenwel gaat het in de eerste plaats toch om een werkje dat je moet lezen als een thriller, en die het op dat vlak prima doet. De nadruk ligt op de handelingen en niet zozeer op dermate uitgewerkte karakters, al krijg je wel een goede indruk van hun drijfveren.
Voor Kenneth Fearing was dit zijn meest succesvolle novelle, en het zou nadien liefst drie keer verfilmd worden. Desondanks raakte hij in de loop der jaren aan lager wal en takelde hij af door zwaar tabak- en alcoholgebruik, wat een constante lijkt bij tal van misdaadschrijvers uit die tijd. The Big Clock heeft hem dan toch overleefd, en tikt rustig verder.
Charretier de la ''Providence'', Le - Georges Simenon (1931)
Alternatieve titel: Maigret en het Lijk bij de Sluis

Als lezer krijg je een haarfijn beeld van hoe het in die tijd werkte om het scheepsverkeer aan de talrijke sluizen te regelen, waarbij de concurrentie tussen schepen met motor en schepen getrokken door paarden zijdelings aan bod komt. Heel andere tijden, en de realiteit van toen. Le Charretier de la 'Providence' wordt gezien als zijn beste werk inzake beschrijving van het binnenscheepvaart milieu, en ook in vergelijking met wat voorhanden is in literatuur tout court.
Verder maken we terloops ook kennis met toptechnologie van toen (ca. 1930) zoals de belinograaf die door de politie gebruikt werd als een soort voorloper van het faxapparaat - intussen ook al bijna ten grave gedragen - om afbeeldingen over de telefoonlijn of radio te verzenden.
De diverse personages die het boek bevolken zijn van allerlei pluimage, zoals ook te verwachten is in een milieu met veel passage vanuit alle hoeken. Ze worden door Simenon mooi getypeerd en passen als stukjes in de puzzel van het verhaal. De zwaartepunten van de plot gebaseerd zijn op reële gebeurtenissen - krantenartikels - die Simenon onder ogen waren gekomen.
Behalve de scheepscontext is dit verder gesneden Maigret koek. Et alors?
Dit boek heb ik gelezen als onderdeel van Romans I, uitgeven bij Bibliothèque de la Pléiade die een dwarsdoorsnede van het omvangrijke oeuvre van Simenon wil aanbieden, met de nadruk op wat Simenon omschrijft als ‘romans durs’, hoewel in deze verzamelband dus ook enkele Maigret detectiveverhalen opgenomen zijn. Een meerwaarde bij deze uitgave is het uitgebreide voetnotenapparaat met een commentaar bij elk opgenomen boek.
Ciske de Rat - Piet Bakker (1941)


Het is intussen een publicatie met respectabele leeftijd waardoor je er gratis een inkijk op de Nederlandse samenleving van toen bij krijgt. Waar posities duidelijk afgebakend waren en er ook nog een plaatsje ingeruimd blijkt voor de Allerhoogste.
Ciske De Rat is een entertainend naturalistisch werkje, al vraag ik me wel af of dit nog bekendheid zou genieten zonder de filmversies die er geweest zijn. In elk geval mag Piet Bakker credits krijgen voor een sterk verhaal en een fijne vertelstijl.
Diamant - Jef Geeraerts (1982)

Diamant speelt zich deels af in België en deels in Zaïre (de toenmalige naamgeving van Congo onder president Mobutu) en kon in feite enkel worden geschreven door Jef Geeraerts. Hij maakt gebruik van zijn kennis als ex-koloniaal om allerlei elementen als de diverse stammen, talen en gebruiken uit Congo te incorporeren in het verhaal. Zoals geweten schuwt Geeraerts verder niet de plastische beschrijving van seks- en geweldscènes, wat ook gretig geafficheerd wordt op de achterflap van het boek.
Bij andere users lees ik commentaar over het einde van het boek. Jef Geeraerts had inderdaad een andere ontknoping kunnen bedenken, maar de geweldexplosie in het dorp lijkt me niet per se onrealistisch in het Zaïre van toen.
Dood in Bourgondië - Jef Geeraerts (1976)

De kern van het verhaal - medische blunders en hoe men die wil toedekken - is helaas een zeer menselijk gebeuren en niet uitzonderlijk te noemen. Wat wel een beetje uitzonderlijk is, is het feit dat het deze keer een man (zijn geliefde) met een uitzonderlijk literair talent overkwam. En die liet het er niet bij. Dood in Bourgondië dient in feite als wraak- en therapeutische oefening voor Geeraerts die één en ander van zich af te schrijven had. Daarbij is hij zo hoffelijk om ook baan te ruimen voor dagboekfragmenten van Eleonore, zodat we ook haar beleving meekrijgen. Om problemen te vermijden heeft Geeraerts er weliswaar voor gekozen om de betrokken artsen zelfverzonnen namen te geven.
Jef Geeraerts en Eleonore zijn intussen reeds enkele jaren overleden en voor de betrokken artsen van toen zal waarschijnlijk hetzelfde gelden, ofwel zijn ze hoogbejaard. Maar dat maakt dit boek toch niet minder treffend, in al zijn rauwe eerlijkheid en passie.
Edith Kiel & Jan Vanderheyden: Pioniers van de Vlaamse Film - Roel Vande Winkel en Dirk Van Engeland (2014)

Glass Key, The - Dashiell Hammett (1931)
Alternatieve titel: De Versplinterde Sleutel

Samen met de al even illustere Raymond Chandler en in iets mindere mate James M. Cain was Dashiell Hammett één van de vaandeldragers van de Amerikaanse crime novel in de eerste helft van de 20e eeuw, met een invloed die ook vandaag nog steeds doorwerkt. Niet in het minst door de talrijke verfilmingen van hun werk, ten tijde van klassiek Hollywood, dewelke op hun beurt verder invloed bleven uitoefenen.
Een eer die ook The Glass Key te beurt viel met een eerste filmversie in 1935 en een nog bekendere film noir in 1942. Ik heb eerst de beide films bekeken - waarbij een lichte voorkeur voor de versie van 1935 omdat deze wat rauwer en authentieker overkomt - en nadien het boek gelezen. Zijn de films al complex te noemen, wordt dit nog in grote mate overstegen door de complexiteit van de verhaallijn in het boek, zoals eerder al aangegeven. Wat The Glass Key - en ander gelijkwaardig werk - zo dankbaar maakt om te verfilmen, is volgens mij het feit dat de personages in het boek niet echt in de diepte worden uitgewerkt, maar voornamelijk actoren zijn in een actiegedreven verhaal. Vooral moet er niet te veel gepsychologiseerd worden. Tot het doek valt, is de lijn tussen goed en slecht daarbij moeilijk te trekken in dit werk van Hammett, en bijgevolg had ik als lezer in feite géén sympathie voor hoofdfiguur Ned Beaumont of andere personages. Wél heb ik genoten van de sneltreinvaart en onderkoelde dialogen, de typische hard boiled stuff waar de vroegere Black Mask lezer een boon voor moet gehad hebben. En wat het hard boiled karakter betreft, is Dashiell Hammett misschien wel de meest authentieke protagonist van zijn generatie aangezien hij in het echte leven jarenlang de dienst heeft uitgemaakt als privé-detective. Die man heeft daadwerkelijk het leven geleefd - en gedronken ook trouwens - dat hij heeft beschreven in zijn boeken. Ik kreeg in het geval van The Glass Key ook de indruk dat Dashiell Hammett uiterlijk op het personage Ned Beaumont leek, bij vergelijking van de beschrijving in het boek, en de foto van een jonge Dashiell Hammett - in het pak, met snor en zo'n typische fedora hoed - prijkend op de cover van de schitterende uitgave van Library of America.
Wat er ook van zij. Als er dan toch een universum moet bestaan waarin gemoord, bedrogen en bestolen wordt, laat het dan alstublieft een universum met stijl en panache zijn. Dankjewel Dashiell Hammett.
I Married a Dead Man - Cornell Woolrich (1948)

Auteur Cornell Woolrich was in zijn tijd één van de meest succesvolle misdaadauteurs en bediende zich daarbij van verschillende pseudoniemen (waaronder William Irish). En ook wie hem nooit gelezen heeft, kan hem kennen van films als Rear Window die gebaseerd zijn op zijn werk. Voor mij is het de eerste kennismaking met zijn geschreven woord, en dat heeft alvast niet ontgoocheld. Een erg vlotte pen wordt gecombineerd met een feeling voor een doorgedreven plot die je als het ware toeschreeuwt “verfilm mij!”. Ook I Married a Dead Man werd verfilmd, tot verschillende keren toe zelfs, al moet ik het zelf voorlopig doen met de film die zich in mijn hoofd afspeelde bij het lezen ervan.
De nadruk ligt op de spanning opgewekt door de opeenvolgende gebeurtenissen, waar ook nog een romantische component aan te pas komt. Misschien vandaar dat ik bij het lezen ervan bij momenten een stationsromannetjesgevoel kreeg (niet dat ik daar zo’n kenner van ben), maar dan in een uitgekiende misdaadversie. Grootse literatuur met uitgediepte personages is het niet, maar daarvoor lees je dit soort werk doorgaans niet.
Gelezen als deel zes van de verzamelband “American Noir: 11 classic Crime Novels”, uitgegeven bij Library of America waarin werk verzameld wordt van de jaren ‘30 tot ‘50.
Killer inside Me, The - Jim Thompson (1952)
Alternatieve titel: De Geboren Moordenaar

Goed geschreven, en geen schroom om de geweldscènes vrij gedetailleerd weer te geven. Misschien dankt schrijver Jim Thompson aan dat soort zaken ook wel zijn faam binnen het hard boiled crime wereldje. Het lijkt me inderdaad dat hij hierin verder ging dan auteurs als Dashiell Hammett en Raymond Chandler. Net zoals vele van zijn confraters werd ook zijn werk trouwens opgepikt door Hollywood. Niemand minder dan Stanley Kubrick werd er door begeesterd en het zou leiden tot een samenwerking waarin Jim Thompson bijdroeg aan enkele scenario’s (The Killing, Paths of Glory). Ook zijn eigen werk werd en wordt verfilmd. Deze The Killer Inside Me meest recent nog in 2010.
Dus enkel goed nieuws over deze misdaadroman? Toch niet helemaal. Het einde van een boek vind ik zeer belangrijk en in dit geval wordt het helaas snel afgeraffeld hoewel de setting er was om er nog iets spetterend van te maken. Mij kwam het bijna over alsof Jim Thompson er geen zin meer in had of hij zijn aantal betaalde pagina’s binnen het format bereikt had. Ik heb het zelfs nog een keer moeten nalezen omdat ik dacht iets gemist te hebben maar neen. Daardoor is dit werkje voor mij net geen regelrechte topper.
Maigret en Meublé - Georges Simenon (1951)
Alternatieve titel: Maigret op Kamers

Maltese Falcon, The - Dashiell Hammett (1930)
Alternatieve titel: De Maltezer Valk

Van de genoemde schrijvers kan Dashiell Hammett toch wel onbetwist de pionier genoemd worden. Onder zijn invloed werd Black Mask begin jaren ‘20 van vorige eeuw omgeturnd vaneen allegaartje tot een blaadje met enkel detectiveverhalen.
Dashiell Hammett was dan ook de man die zichzelf omschoolde van real life detective naar auteur, aldus puttend uit zijn eigen ervaringen, wat ongetwijfeld heeft bijgedragen aan het authentiek gehalte van zijn schrijfsels.
Op het moment dat The Maltese Falcon werd gepubliceerd, moest de veelgeprezen Raymond Chandler nog aan zijn carrière beginnen, om maar iets te zeggen.
The Maltese Falcon werd goed onthaald door de critici en zou liefst drie maal verfilmd worden, met als hoogtepunt de film gemaakt door regisseur John Huston met Humphrey Bogart in de rol van detective Sam Spade. Deze versie uit 1941 zou min of meer ook de geschiedenis ingaan als het startpunt van de film noir.
So what’s all the fuss about?
The Maltese Falcon beschrijft de lotgevallen en handelingen van hard boiled detective Sam Spade in zijn zoektocht naar het beeldje van een maltese valk - waarop niet zo toevallig gejaagd wordt door een bende gangsters. Het is een avontuur waarin Sam Spade zich voortdurend verplaatst van hotellobby naar appartement, van politiekantoor naar de straat, en sterk is met verbale vaardigheden en losse handjes. Gedurende 200 pagina’s staat Sam Spade centraal in deze zoektocht, elke scene wordt beschreven vanuit zijn subjectieve aanwezigheid, wat volgens mij toch ook wel wijst op de persoonlijke betrokkenheid van Dashiel Hammett als ex-detective. De actie beperkt zich hoofdzakelijk tot het rollen van sigaretten, het stelen van een kus, en er valt al eens een vuist onzacht op de kin van een gesprekspartner, naast het trekken van een revolver. En ja, er worden moorden gepleegd, maar deze worden buiten het gezichtsveld van Sam Spade gepleegd, zoals het hoogstwaarschijnlijk ook de ervaring was van Hammett in het echte leven. Moorden vormen hier een aanleiding om te palavaren en de pieren uit de neus van de gesprekspartner te halen. Als lezer kan je genieten van de smart talk en de kleurrijke beschrijvingen van de personages, en dit alles binnen de gestileerdheid van de laten jaren ‘20 (waar ik persoonlijk gek op ben). De plot werkt prima, met een zinderende finale er bovenop.
De Maltese valk heeft toch wel het noirgenre In de hoogte getild. Respect voor deze vogel.
Meeste Mensen Deugen: Een Nieuwe Geschiedenis van de Mens, De - Rutger Bregman (2019)

Bijkomende bedenking. De kennis die Rutger Bregman etaleert is niet nieuw, en het kan niet anders dan dat dit soort zaken ook bekend is bij de elites van deze wereld. En dan kan je je de vraag stellen in welke mate de media (in handen van diezelfde elites) worden ingezet om zoveel mogelijk zurigheid te spuien en mensen - sheeple - zoveel als mogelijk in negativiteit te wentelen en onder de knoet te houden, verdeel en heers, met het oog op het vasthouden van de eigen elitaire positie.
Moving Finger, The - Agatha Christie (1943)
Alternatieve titel: De Giftige Pen

Nietzsche als Opvoeder, of: Hoe een Mens Wordt Wat Hij Is - Jan Keij (2011)

Achtereenvolgens komen de wil tot macht, relativisme, moraal, de dood van God, de eeuwige wederkeer, de Übermensch, vrijheid en het lijden aan bod. Jan Keij gaat daarbij geen heikel punt uit de weg, zoals hij ook ingaat op de redenen waarom de figuur en filosofie van Nietzsche op een bepaald ogenblik in de 20e eeuw gecompromitteerd werd.
Naarmate het boek vorderde, kreeg ik meer en meer een aha-erlebnis. Dat ligt niet enkel aan Nietzsche, maar vooral ook aan de manier waarop Keij de zaken onder woorden brengt en filosofie écht tot een mogelijke leidraad van het leven maakt. Dit in tegenstelling tot zovele filosofen/docenten die zich lijken te beperken tot hermetische besprekingen vanuit de eigen ivoren toren. Je hoeft het niet met alles eens te zijn wat Keij en Nietzsche ten berde brengen, maar dat hoeft ook niet, de filosofie van Nietzsche betekent dan ook een uitnodiging tot zelfstandig denken. “Wie niet denkt zoals ik, volge mij”, wordt Nietsche dan ook gepast geciteerd.
Zelf heb ik al regelmatig filosofieboeken gelezen - en ooit nog filosofievakken gestudeerd - maar met Jan Keij is het wel de eerste maal dat ik het zo duidelijk heb weten verwoorden. De analyse van Keij wordt bovendien illustratief aangevuld met citaten uit de wereldliteratuur die de besproken thematieken raak weten te verhelderen.
Dit boek kan ik aanraden aan ware liefhebbers van het leven

Nightmare Alley - William Lindsay Gresham (1946)

De titel van het boek verrraadt dat het pad van Carlisle niet over rozen gaat, maar het betreft meer dan enkel een metafoor. Een nachtmerrie overkomt je per definitie ‘s nachts op het moment dat je bewustzijn zich ‘elders’ bevindt. Een soort magische sfeer waarin vanalles mogelijk is, en dat is ook de sfeer waarin Stanton Carlisle zich begeeft. HIj werkt zich op van handige circusartiest tot mentalist gerespecteerd in spiritistische kringen (waar men geesten pleegt op te roepen). De auteur was ook in het echte leven nogal begaan met spiritisme en wat daarbij komt kijken (aan mogelijke fraude). Het mooie aan het boek is ook dat elk hoofdstuk van het boek opgehangen is aan een kaart van de Tarot (grote Arcana), het eeuwenoude (magische) kaartspel waarmee waarzeggers (en hobbyisten) de toekomst willen voorspellen. Vorm sluit aan bij inhoud.
Stilistisch goed geschreven, met hier en daar gebruik van slang wat een authentiek sfeertje geeft. Behalve de magische laag bevat het boek ook nog een psychologische laag waar Jung zich misschien ook wel thuis zou in voelen. Het lijkt me geen toeval dat één van de personages op het pad van Stanton een vrouw genaamd Lilith blijkt. Volgens de oude joodse mythologie is Lilith een soort demonische vrouw en voorganger van Eva. Wat ik hierover kan zeggen, is dat ze haar naam eer aan doet in het boek.
En niet te vergeten is er het onderliggende thema van trauma: mij lijkt het dat Stanton Carlisle met een kanjer van een Oedipuscomplex worstelt afgaand op zijn vroege en latere herinneringen en voorstellingen. Freud, psycho-analyse en de plaats van seksualiteit in het leven van het individu genoten een bijzondere belangstelling in de jaren veertig (je ziet dat ook in de films van toen) en dat sluit hierbij aan.
Nightmare Alley heb ik gelezen als vijfde boek van American Noir: 11 Classic Crime Novels, een verzamelband van uitgeverij The Library of America. Behalve dat zijn werk verfilmd werd, heeft William Lindsay Gresham nog met zijn collega misdaadauteurs gemeen dat hij worstelde met een alcoholverslaving en bijhorende gezondheidsproblemen. Helaas kreeg hij daarbovenop ook nog af te rekenen met tongkanker, waarna hij zichzelf van het leven benam om zichzelf en zijn familie een pijnlijke aftakeling te besparen. Nightmare Alley was zijn debuut en meteen ook zijn bekendste werk. Gresham hoopte dat dit werk het begin zou worden van een vruchtbare carrière maar dat is niet echt gebeurd. Maar vergeten is hij nog steeds niet want in 2021 zou er een nieuwe verfilming van zijn werk op stapel staan.
PG, De - Jef Geeraerts (1999)

Jef Geeraerts kon schrijven, en dat blijkt ook uit deze thriller. Redelijk to the point met een mix van actie, geweld, seks, psychologisch drama, politieke conspiracy. Het soort werk dat schreeuwt om een verfilming. Net zoals eerder gelezen werk van Geeraerts heeft ook deze roman een gewelddadig en nihilistisch einde waar ik persoonlijk niet vrolijk van word. Maar dat is dan ook niet zijn bedoeling.
Postman Always Rings Twice, The - James M. Cain (1934)
Alternatieve titel: De Postbode Belt Altijd Tweemaal

Voor mij was het meteen ook de eerste roman van James M. Cain, en moet vaststellen dat dit op het niveau staat van wat Raymond Chandler en Dashiell Hammett - als vaandeldragers van het hardboiled genre - presteren. Net zoals bij genoemde auteurs drijft de stijl van Cain toch wel op puntigheid met gevatte dialogen. Dat is ook gepast omdat het verhaal beschreven wordt vanuit het standpunt van hoofdpersonage Frank Chambers. Het geeft een zinderende authentieke sfeer waarbij geen ruimte moet zijn voor uitgebreide literaire uitwijdingen. Het leven is kort, grijpen wat er te grijpen valt, en laat het vooruitgaan. Navenant ontwikkelt het verhaal zich dan ook met een haast koortsachtige snelheid. De finale in de dodencel hield voor mij nog een verrassing in, kon ik me niet herinneren van de filmversies, maar misschien wel passend in de zin dat loontje om zijn boontje komt. Daarmee krijgt het verhaal alsnog een morele dimensie, en sluit het aan bij wat in Hollywood gangbaar was middels de instelling van de Hays code in 1934. Ik vernoem hier Hollywood omdat James M. Cain leefde en werkte in L.A., en een carrière heeft gehad in de filmindustrie (hoewel hij officieel maar twee credits als scenarist achter zijn naam heeft staan). Straf wel dat Postman tweemaal geweigerd werd voor publicatie, en het is verleidelijk om de mogelijkheid te overwegen dat hij omwille van die weigeringen elementen van de plot heeft gewijzigd. In elk geval is het gepubliceerde werk voor mij een voltreffer en een terechte klassieker.
Seven Dials Mystery, The - Agatha Christie (1929)
Alternatieve titel: De Zeven Wijzerplaten

Sowieso present in dit verhaal - en wat je wel verwacht van Christie - is de Britse upperclass en zijn maniertjes, verbonden aan heerlijk observerende tongue in cheek humor. In feite vind ik de humor hier minstens even belangrijk als de plot en (geslaagde) karaktertekening van de personages.
Toch wel een (zoveelste) topper wat mij betreft.
Six Hommes Morts - Stanislas-André Steeman (1931)
Alternatieve titel: Le Dernier des Six

Inspecteur Wens - weerkerend figuur in het werk van Steeman - is hier van de partij en doet zijn werk naar behoren in dit moordverhaal vol mysterie. De dosis humor die Steeman wel eens loslaat in zijn werk, is deze keer bijna afwezig, komt enkel tot uiting in het personage van onderzoeksrechter Voglaire. Maar dat deert hoegenaamd niet. Actie en hoofdbrekens maken van het boekje een echte pageturner, tot het verrassende einde toe.
Talented Mr. Ripley, The - Patricia Highsmith (1955)
Alternatieve titel: Ripley, een Man van Talent

Ook wel bijzonder aan dit jaren ‘50 werkje is de inzet van homoseksualiteit (van Tom Ripley) als onderliggend thema. In die tijd was homoseksualiteit verboden in de USA - strafrecht - dus het is niet zomaar te bekijken als een enigszins progressief thema van een Amerikaanse auteur. Je kan je dan misschien eerder vragen stellen bij de insteek van een (verborgen) homoseksuele moordenaar en de benadering van dit beladen onderwerp in deze misdaadroman. Het woord "queer” valt verschillende keren (op een negatieve manier), de jeugdtrauma’s van Tom Ripley komen aan bod, alsook zijn typerende esthetisch talent, en dan is er natuurlijk de driehoeksverhouding Marge-Dickie-Tom die voor spanning zorgt. De seksualiteit van Ripley moet even verborgen blijven als zijn andere (!) misdaden, en dat zorgt voor een dubbele spanning.
They Shoot Horses, Don't They? - Horace McCoy (1935)

Het verhaal wordt verteld in flashbackvorm vanuit het standpunt van Robert Syverten. Als lezer krijg je vanaf de eerste pagina de afloop al mee, maar het blijft gissen naar het waarom. De laatste zin van het boek is dan ook een echte punchline waarin alle elementen op hun plaats vallen. Hoewel je vanaf het begin een zwaarte voelt in het verhaal, blijft het einde toch verrassend. Dat dit werkje in de smaak viel bij de existentialisten uit die tijd, is dan weer geen verrassing maar een bevestiging van de ondertoon en uitgesproken finale. Naderhand zou dit boek nog op succesvolle wijze verfilmd worden in Hollywood, met échte sterren als Jane Fonda, o ironie, wat intussen ook alweer meer dan een halve eeuw geleden is.
Thieves Like Us - Edward Anderson (1937)
Alternatieve titel: Your Red Wagon

Deze misdaadroman beschrijft de belevenissen van een bende criminelen bestaande uit T-Dub Masefeld, Chicamaw en Bowie Bowers. Misdaad krijg je op je bord in de vorm van enkele bankovervallen, wat daaraan voorafgaat en de afloop ervan. Gesitueerd in de jaren ‘30 wanneer de USA gebukt gaat onder de uitloop van de depressie is dit een typische expressie van die tijd. Vind je bijvoorbeeld ook terug in de Hollywood gangstermovies die in die tijd opgang maakten. Werden die laatste regelmatig onder vuur genomen door de goegemeente omwille van (vermeende) glorificatie van het bandietenbestaan, vinden we in feite een heel andere invalshoek terug in deze Thieves Like Us. Waarbij de titel ons - als weerkerend thema - diets maakt dat de goegemeente - respectabele bankiers en zo - geen haar beter is dan de vermeende bandieten. Thieves Like Us schotelt dan ook geen moment verheerlijking van het bandietenbestaan voor, maar poogt hun bestaan te tonen in rauwe eerlijkheid. De lezer leert de verschillende personages kennen als mensen met goeie en slechte kanten - die laatste kunnen wel eens doorslaan - en met hun twijfels over het leven en hoe dat te leven. Het geweld in het boek is functioneel, zou de lezer kunnen besluiten. Het gitzwarte einde van het verhaal betekent uiteindelijk de ultieme bevestiging van de in het boek sudderende stellingname.
Thieves Like Us was de tweede van slechts twee novelles die Edward Anderson in zijn korte carrière heeft geschreven. Erg goed geschreven stuff, met gebruik van beeldspraak en slang, heel gepast. Het boek zou nadien tweemaal verfilmd worden, hoewel de auteur ironisch genoeg geen succes kende bij zijn pogingen om door te breken als scenarist in Hollywood. Zijn leven zou jammer genoeg eindigen in de obscuriteit en de alcohol. Thieves Like Us staat echter nog steeds schaduwrijk overeind.
Urteil, Das - Franz Kafka (1913)
Alternatieve titel: Het Vonnis

Verwandlung, Die - Franz Kafka (1915)
Alternatieve titel: De Metamorfose

Z17 - Jef Geeraerts (1991)

Jef Geeraerts slaagt erin om een realistische sfeer te scheppen waarbij hij gebruik maakt van zijn uitgebreide technische kennis omtrent het Rijkswachtmilieu (waaraan zelfs een lexicon achteraan het boek wordt gewijd).
Het verhaal is geschreven vanuit de ikfiguur Max waarbij je als lezer de beschrijving krijgt in de woorden van Max; een rechttoe rechtaan stijl in spreektaal die erg passend is. In 'De Nachtvogels' had Geeraerts voor mij al bewezen tot welke literatuur hij in staat is, maar het is mooi dat hij voor deze misdaadroman zijn stijl aanpast aan de leefwereld van Max. Iets wat bij vele andere schrijvers minder vanzelfsprekend is.
Tenslotte heb ik erg genoten van het beginjarennegentigsfeertje van het boek. Leuk ook dat er enkele verwijzingen zijn naar neo-noirfilms (Les Noces Rouges en MIami Blues).
Het treft dat ik onlangs een hele doos Geeraertsen gekocht heb op de rommelmarkt want ik ben door de eerste twee picks gemotiveerd geraakt om ze alle te gaan lezen
