menu

Hier kun je zien welke berichten the Cheshire cat als persoonlijke mening of recensie heeft gemarkeerd.

Blood on the Altar: In Search of a Serial Killer - Tobias Jones (2012)

Alternatieve titel: Bloed op het Altaar: De Jacht op een Seriemoordenaar

4,0
Dit behoort tot het betere truecrime-werk; een reisboek en een waargebeurde vermissings/moordzaak in één, plus een hoop geschiedenis, ook nog eens. De streek waar het zich allemaal afspeelt is Basilicata, die verbindt als het ware de neus met de hak van de Italiaanse laars. Op Valle d'Aosta na de minst bevolkte streek van Italië die voornamelijk uit bergen en heuvels bestaat. Onder andere Passion of the Christ van Mel Gibson en Don't Torture a Duckling van Lucio Fulci zijn er opgenomen. Ik heb niet veel met Italië, met de taal niet, het eten niet, het landschap niet... maar de auteur weet het landschap in deze regio werkelijk betoverend te beschrijven. Alleen giallofilms, die wel, en laat nou net deze moordzaak sterk lijken op een giallo; de seriemoordenaar lijkt er zo uit een weggelopen te zijn, met dat afknippen van haarlokken bij nietsvermoedende vrouwen in de bus of in de bioscoop, brrr..
Interessante uitleg over waarom Italianen zo geobsedeerd zijn door moordzaken: kranten puilen uit van de misdaadrubrieken en de tv zendt eigenlijk continu crimenieuws uit. Het verbazingwekkende aan deze zaak is dat het vermiste meisje Elisa Claps járen later wordt teruggevonden op de vliering van de kerk waar ze het laatst gezien is en bizarre gelijkenissen vertoont met de moord op Marietje Kessels in Tilburg, 1900. Jammer genoeg wordt daar nergens over gerept. Natuurlijk hebben die 2 zaken niets met elkaar te maken, maar omdat de schrijver er in de rest van het boek ook van alles bijhaalt, had ik dat hier ook wel verwacht eigenlijk. Er wordt overigens gesproken over 'vliering' en 'zolder' (in het Italiaans 'sottotetto'), maar in het Nederlands hebben we daar toch echt een mooier woord voor: het verwulfsel. Rare vertaling zeg. En ook hier weer uiterst merkwaardige reacties en handelingen van hooggeplaatste geestelijken.
Jammer alleen dat de schrijver van jagen houdt en varkens houdt. Eikel.

Deep Water - Patricia Highsmith (1957)

Alternatieve titel: Stille Waters

5,0
Patricia Highsmith had een vrij gecompliceerde band met haar moeder, voorzichtig uitgedrukt. Toen haar moeder vijf maanden zwanger van haar was heeft ze geprobeerd een abortus op te wekken door terpentine te drinken, iets waar ze haar dochter later nog vaak aan zou herinneren. Haar ouders scheidden 9 dagen voor Patricia werd geboren en haar echte vader zag ze pas voor het eerst toen ze twaalf was. Op 8-jarige leeftijd al fantaseerde ze over het vermoorden van haar stiefvader, wiens achternaam ze had aangenomen, die natuurlijk tussen haar en haar moeder in stond. In een gedicht uit 1940 schrijft ze: "Ik ben getrouwd met mijn moeder."

De hoofdpersonen in haar romans zijn dikwijls afspiegelingen van deze verstikkende moederdochterrelatie. Highsmith vertelt doorgaans vanuit het mannelijk perspectief, haar vrouwen echter worden minder favorabel afgeschilderd. Zo ook in Deep Water: Melinda, de vrouw van Vic, verschijnt op een gekostumeerd feestje als Cleopatra, in een lange groene jurk met henna geverfd haar en een slangvormig sigarettenpijpje. Voor haar dochter Trixie toont ze geen enkele affectie; het speelse gedrag van haar dochter irriteert haar zelfs. In een worsteling scheurt haar jurk open en ziet Vic een van haar blote borsten, 'die woedend trilde als de borst van een bacchante'.

De boeken van Highsmith zijn niet zomaar thrillers, ze zag zichzelf dan ook niet als schrijfster van detectives: "Het oplossen van een moordzaak interesseert me volstrekt niet. Is er iets kunstmatigers en vervelenders te bedenken dan gerechtigheid? Ik bedenk verhalen, het is niet mijn doel om de lezer moreel te herbewapenen. Ik wil vermaken."
Zoals in haar gehele oeuvre is ook hier het thema: het raadsel van het ik, het mysterie van het zelf... Ieder mens bezit geheimen en gedachtes die hij uitsluitend voor zichzelf bewaart, zelfs in een transparante relatie. Wat de Fransen zo mooi noemen: Jardin secret.
Voor haar boek heeft Highsmith een prachtig toepasselijk motto uitgekozen, de reden waarom ik het boek meteen wilde lezen toen ik het opensloeg in de bibliotheek, een citaat uit Boze Geesten van Dostojevski, afkomstig van Peter Stepanovitsj:

Er is geen betere camouflage dan je eigen karakter, omdat niemand erin gelooft.

Buiten haar fascinatie voor de duistere rijken van de (criminele) geest had Highsmith, net als hoofdpersonage Vic overigens, een voorliefde voor buikpotigen, oftewel slakken. Zo ging het gerucht dat ze slakken meedroeg in haar tas die ze op feestjes tevoorschijn haalde en zou ze slakken in haar beha door de Franse douane hebben gesmokkeld. Ze vond hun kronkelende paring buitengewoon fascinerend en dan met name hun gebrek aan seksueel dimorfisme (enig verschil tussen mannetjes en vrouwtjes). Vrij agressieve seks ook.

Disappearance of Adèle Bedeau, The - Graeme Macrae Burnet (2014)

Alternatieve titel: De Verdwijning van Adèle Bedeau

4,0
De beste thrillers in mijn optiek zijn de thrillers die net een andere draai weten te geven aan het genre. Daar valt The Disappearance of Adèle Bedeau zeker onder. Het is bovendien een geloofwaardige thriller, voor mij een vereiste, zeker wanneer het een moordonderzoek betreft. Hier geen seriemoordenaar die de muren van zijn huis vol kliedert of cryptische aanwijzingen achterlaat op de plaats delict of opvalt door een kunstbeen of een of andere rare tic of vervloekt is met een duistere Duitsklinkende naam die al meteen de bellen bij de lezer doet rinkelen: Rudolf Demeister bijvoorbeeld... (ik verzin deze naam ter plekke) Henri Arendt... Oke, ik geef toe... Manfred Baumann valt in dezelfde categorie, maar dit betreft geen whodunnit, dus vind ik het niet erg.

De schrijver kruipt zeer overtuigend in de huid van de sociaal onhandige Baumann, een eenzelvige eenling die aan chronische verlegenheid lijdt. Maar als alwetende verteller wisselt hij beurtelings af tussen deze einzelgänger en de man die de zaak wil oplossen, rechercheur Gorski, ook al zo'n overtuigend personage van vlees en bloed. Ergens in de tweede helft zegt de schrijver dat hij, Gorski, een gedrongen postuur heeft, maar zo zag ik hem dus helemaal niet, juist lang.

Richting het slot sluipt de verveling langzaam maar zeker het verhaal in en is daar ook nog eens de luie, ridicule ontknoping die je haast doet denken: wtf?! Maar dan, is er tot slot nog het nawoord dat je helemaal in verwarring achterlaat: heb ik 't nou allemaal wel goed gelezen en begrepen? Meteen gaan googelen en dan stuit je ook nog eens op een trailer van de verfilming... het duurde nog wel even voor ik doorhad hoe of wat.
Een apart boek is het zeker, mysterieus ook, achteraf. Een topper in het genre.

Fietser op de Hei: Scenario’s en Bewijs in de Zaak tegen Jos B., De - Peter J. van Koppen e.a. (2022)

3,5
Aansluitend op 'De Zaak Nicky Verstappen: Wanhoop, Woede en Verdriet' dit boek gelezen, een beschrijving en analyse van het onderzoek naar de moord op Nicky Verstappen en de veroordeling van Jos Brech. Publicatie is nog even tegengehouden door Gerald Roethof, de advocaat van Jos Brech, die zelf het dossier had verstrekt, maar niet tevreden was toen hij de uiteindelijke tekst onder ogen kreeg. Er is toen wat aan geschaafd, wat onder andere ging over betere anonimisering van de naasten van de verdachte. Jos Brech is Jos Bekkum geworden.
Er is ook besloten om het boek tot na de beslissing van het hof uit te stellen om niet direct invloed uit te oefenen op de rechtsgang. Jos Brech werd in hoger beroep een zwaardere straf opgelegd: 16 jaar in plaats van 12 1/2.

Zoals te verwachten belicht dit boek de zaak veel uitgebreider, met een vrijere interpretatie en verschillende mogelijke scenario's. Volgens de auteurs is het boek niet geschreven om de zaak op te lossen, maar om het bewijs tegen Jos Brech te analyseren. Het boek is ook niet bedoeld om te beargumenteren dat Brech onschuldig of schuldig is. Toch kun je er niet omheen dat het boek gunstig uitpakt voor Jos Brech, en worden ook hier dingen beweerd die weerlegbaar zijn. Zoals de bewering dat bij Jos Brech een motief ontbreekt om op de Heikop (het zomerkamp waar Nicky Verstappen verbleef) een jongen te ontvoeren, omdat hij in die tijd zelf in de kinderopvang werkte en actief was als kampleider op verschillende scoutingskampen. Die boden volgens de auteurs veel kansrijkere en veiligere mogelijkheden om een kind te misbruiken, als hij die intentie zou hebben gehad.
Dat was trouwens ook interessant dat eerdere zedendelict van hem en de daarbij behorende modus operandi.

Het is raadzaam het boek te lezen met een open blik en je niet te laten leiden door onderbuikgevoelens. Het stuk over het DNA werd wel erg wetenschappelijk en technisch en heb ik derhalve vluchtig doorgenomen. Maar verder erg interessant, absoluut een aanrader voor mensen die geïnteresseerd zijn in de complexiteit van moordzaken/strafprocessen.
Ben het ook eens met wat in het nawoord staat dat bij grote landelijke moordzaken de rechtbank vaak onder druk staat door de 'bezorgde burger' die graag de verdachte veroordeeld ziet en moeilijk kan verkroppen dat een mogelijke dader wordt vrijgesproken, ook al staat zijn schuld niet 100% vast.
Uit een interview met Saskia Belleman begreep ik dat Gerald Roethof nu naar het Europees Hof stapt, want: klaar in Nederland. Daar wil hij vooral hard maken dat 'de aanwezigheid van DNA niets zegt over handelingen'. Daar gaan overigens nog járen overheen.

Goëtia - Frits Lapidoth (1893)

5,0
Een vergeten parel in de Nederlandse literatuur die dankzij Bas Jongenelen weer mooi is gaan glanzen en opnieuw is uitgegeven. Ook de omslag is naar modernere maatstaven aangepast en zo prijkt er in plaats van een hoop letters (wat ook fraai kan zijn overigens) een prachtig portret van een Parijse dame op de cover in knalblauw en vuurrood; had ik het boek ook van de uitstaltafel gegrist als die twee groene katachtige ogen mij niet hadden aangestaard, onder hypnose brachten, zo leek het haast? Waarschijnlijk niet. Later ontdekte ik dat het schilderij (Rentrée du soir, 1897) een werk betreft van de Franse kunstenaar Théophile Alexandre Steinlen, het meest beroemd om zijn iconische Montmartre affiche Le Chat Noir uit 1896. Maar de beste man heeft nog vele andere mooie werken op zijn naam staan van voornamelijk, u raadt het al: katten.

Wanneer Couperus, Van Eeden, Franz von Stück en Fernand Khnopff samen een baby zouden baren dan was deze fantastische roman er ongetwijfeld uit gefloept. Alles aan dit excentrieke werkje spreekt mij aan: het draait allemaal om de geheimzinnige Goëtia, die eigenlijk Olga heet, een Russische gravin die in de jaren '90 van de 19de eeuw seances houdt in de salons van het decadente Parijs waar ze haar voorname gasten kennis laat maken met satanische praktijken en gezworen heeft de dood van haar vader te wreken. Goëtia is een moderne tovenares, maar... als de heks uit de middeleeuwen alleen. Furie, Priesteres der Zwarte Kunst, met een groot hart vol haat en diepe liefde. Als ze op straat ziet hoe een paard wordt afgeranseld breekt haar hart, tegelijk doorziet ze scherp de kwakzalverij van de zelfverklaarde mediums.
Ondertussen zorgen de Russische nihilisten ervoor dat er af en toe een bom ontploft.

Frits Lapidoth strooit met ongebruikelijke woorden, zoals het woord fiacre (een Franse jongensnaam die raaf betekent, maar ook de naam is van een huurrijtuig). Met af en toe een zin die zo ingelijst kan worden: Haastige mannen toverden, met hun langen stok, lichtgevende vleermuizen in de glazen kooitjes van de stadslantaarns en de vleugels dier wonderdieren fladderden in de tocht...
Of: ...tracht het leven niet te begrijpen en hoop dat je nooit zult vermoeden het bestaan van levensraadselen. Wie trekt aan den Isis-sluier zal worden doodgedrukt door de last des levens en slechts de eenvoudigen van hart is aards geluk beschoren. Oftewel: zalig zijn de armen van geest. Of zoals de Beatles zo mooi formuleerden in Strawberry Fields Forever: Living is easy with eyes closed.

Niet bepaald leesvoer voor gynofoben (bestaat dat woord wel eigenlijk? - of juist wel - ik heb in elk geval zeer genoten van de sfinx Olga en haar, om Bas Jongenelen te citeren, lievelingsgerecht: aardbeien in ether.
O ja, en een slang die Python heet hahaha...

Handen van Kalman Teller, De - Gauke Andriesse (2010)

3,5
Ben niet zo van de Scandinavische thriller, geef mij de Nederlandse maar, mits goed natuurlijk: Appel, Zwaan, de thrillers van Lydia Rood en haar broer, ook heel leuk. Heb het idee dat het gros van die Scandinavische misdaadauteurs zich teveel laat beïnvloeden door Hollywood, in de zin van 'het zou wel eens verfilmd kunnen worden'. De Nederlandse thriller is vaak minder episch, kneuteriger, herkenbaarder ook, autoritjes door de stad, een grappige scène in de supermarkt of bij de apotheek, zoiets... Nadeel hiervan is wel dat in het Nederlandse thrillerlandschap amper een seriemoordenaar te vinden is, een uitzondering daargelaten zoals Het Gouden Ei.

Jager Havix is een Amsterdamse privédetective, een menselijke en daarom geloofwaardige, toffe protagonist: die beheerste maar zeer duidelijke uitval van hem in dat advocatenkantoor haha! Een mens zou wensen dat ie zo assertief was. Havix is vooral bezig met mensen schaduwen, vanuit zijn autootje voordeuren in de gaten houden terwijl de regen op het dak roffelt, heerlijk! Op een gegeven moment leidt dat zelfs tot een wel erg bizarre situatie: Havix achtervolgt een persoon maar wordt uit voorzorg zelf ook in de gaten gehouden.
De meeste Nederlandse thrillers spelen zich af in Noord- en Zuid-Holland maar af en toe wordt er ook een bezoekje aan de provincie gebracht, deze keer een arme volkswijk in Eindhoven, op zich wel grappig verteld maar vrij stereotype ook.
De geheimzinnige jood Kalman Teller houdt het verhaal nog meer in je greep.

Toch valt het boek te vaak in herhaling: twee keer een scène op het station (Leiden) en de vraag of patiënten wel of niet een antidepressivum hadden ingenomen kwam ook telkens terug. Er had met gemak zo'n 40 bladzijdes af gekund.

His Bloody Project: Documents Relating to the Case of Roderick Macrae - Graeme Macrae Burnet (2015)

Alternatieve titel: Zijn Bloedige Plan: Documenten Gerelateerd aan de Zaak van Roderick Macrae

5,0
Geweldige historische misdaadroman die tegelijk ook leest als een truecrime. Zo levensecht verteld dat ik naar het einde toe zelfs even begon te twijfelen of het misschien toch niet waargebeurd kon zijn. De streek en het dorp in de Schotse hooglanden waar het verhaal zich afspeelt (Applecross, Culduie) bestaan overigens echt, even met Google reizen daar op vakantie geweest: mooi gebied, maar anders dan ik me had voorgesteld.

Ook de gevangenisarts James Bruce Thomson, een zogeheten alienist (ouderwetse term voor psychiater), heeft daadwerkelijk geleefd en heeft in 1869 een boek uitgegeven met de titel The Hereditary Nature of Crime. James Thomson was een pionier in de criminologie.
In het dankwoord zegt de auteur dat hij de theorieën van deze Thomson weliswaar nauwgezet volgt, maar dat hij zijn karakter zelf heeft verzonnen. En dat karakter is me d'r een hoor, hemeltjelief! Een op mensen neerkijkende hork die er wel erg foute, achterhaalde standpunten op nahoudt: een misdadiger zou te herkennen zijn aan lichamelijke kenmerken zoals een misvormde schedel of grote oren, helemaal volgens het geboren misdadiger-idee van de Italiaanse criminoloog Cesare Lombroso. Al moet ik zeggen dat hij ook wel dingen zegt die nieuw waren, voor die tijd, dat er ook naar de omgeving gekeken moet worden. Maar verder...
Zo ondervraagt hij een vrouw uit het dorp die vertelt dat ze vijf dochters heeft waarop hij haar doodleuk "zijn medeleven betuigt dat ze niet gezegend is met een zoon".

Maar daardoor ook erg boeiend, de criminologie stond nog in de kinderschoenen, wat dat betreft zie ik raakvlakken met de Kreizler-thrillers van Caleb Carr waar ik ook zo van genoten heb, al gaat het in die boeken meer over het ontstaan van forensische psychiatrie en forensisch onderzoek (vingerafdrukken, etc...) en is dokter Kreizler, kinderpsychiater, een veel aangenamer persoon dan deze James Thomson, met veel progressievere ideeën.

Het hoofdpersonage, de 17-jarige Roderick Macrae, wordt prachtig uitgediept, maar blijft op een of andere manier toch in nevelen gehuld. Wat ik zo mooi vind is dat de schrijver hem halverwege helemaal loslaat en meningen over hem aan de lezer overlaat als het ware.
Maar ik wil ook weer niet te veel kwijt over dit boek. Het beste is denk ik gewoon recensies elders en hier te negeren en blanco aan dit boek te beginnen, zoals ik zelf ook deed.
Een schitterende zin die voor mij de kern van het boek raakt is.. Spoiler!!

"Iemand kan niet in het hoofd van een ander kijken, net zomin als in een steen."

Hitler's Furies: German Women in the Nazi Killing Fields - Wendy Lower (2013)

Alternatieve titel: Hitler's Furiën

3,5
Interessant boek en goed dat het allemaal is bestudeerd en opgeschreven, maar echt verrassend is het niet. Het paradoxale ervan is dat binnen de nationaalsocialistische ideologie de moeder oftewel de huisvrouw de heldin was van het Germaanse ras, maar dat vrouwen tegelijkertijd een enorme bijdrage leverden aan het nazisysteem, parallel lopend met de groeiende emancipatie van vrouwen.
Er komen heel wat beknopte biografieën voorbij van vrouwenbeulen, maar echt de diepte gaat het niet in. De schrijfster weet niet goed te duiden waarom deze jonge vrouwen overgingen tot sadisme en genocide. In het hoofdstuk 'Waarom moordden ze?" doet ze wel een poging, maar blijft het aan de oppervlakte. Wat ik ook wel snap, ingewikkelde materie. En gelukkig geeft ze dat zelf ook toe: Het verklaren van de oorzaken van genocidaal gedrag van vrouwen is even moeilijk als pogingen om de motivatie van hun mannelijke tegenhangers te achterhalen.
Wat ik me afvraag is waarom ze geen vrouwen als Ilse Koch of een Irma Grese behandelt, vrouwen die werkzaam waren in de vernietigingskampen, het gaat enkel over vrouwen die naar het Oosten werden uitgezonden, de Oekraïne met name. Al zijn de daden van deze vrouwen al ijzingwekkend genoeg. Wreedheden (jegens kinderen vooral) waarvan je nekharen overeind gaan staan en me verdrietig en tegelijk boos maakte.
Zoals een meisje dat af en toe in de klas een epilepsieaanval kreeg, de juffrouw (Frau Ottnad) die dat niet kon hebben, en op een dag was dat meisje gewoon weg, verdwenen, verschwunden...
Of leraren die hun leerlingen meenamen op uitstapjes naar psychiatrische inrichtingen (gekkenhuizen, toen nog) om 'aapjes te kijken', maar vooral om het verschil te leren tussen mens en 'ondermens' en geen medelijden te hebben met deze 'inferieuren'.
Ook erg onderbelicht gebleven trouwens, de uitroeiing van gehandicapten en geesteszieken door de nazi's.
Een wat lastige schrijfstijl moet ik eerlijk bekennen.

Insecten: Het Geflipte Leven van Zespotigen en Andere Vreemde Beesten - Peter Berx en Lieven Scheire (2020)

4,0
De eikelboorder is een kleine snuitkever. Hij lijkt zo weggelopen uit de Muppetshow. Op zijn ronde kopje staan twee bolle ogen, en daaronder vertrekt een lange snuit. Zijn mond zit helemaal onderaan op die snuit, en de voelsprieten staan halverwege. Het bolvormige kopje lijkt vastgeklikt in een opening in het borststuk, waarin het in alle richtingen kan draaien.

Hier word je toch helemaal gelukkig van?
Bijzonder boeiend en grappig boek, ook heel leuk om aan kinderen voor te lezen lijkt me zo, alhoewel... de dickpics van insecten met gekke piemels zouden in bepaalde huishoudens misschien niet zo goed vallen. Een freakshow van de meest fantastische wezentjes trekt in een vrolijke stoet aan je netvlies voorbij, waarbij ik meermaals uitriep, op zijn Vlaams:"Wattefakisdees?!"
Dan stuit je zomaar ineens op een foto van Katja Schuurman, wat die hier nou te zoeken heeft is mij een raadsel, die heeft toch geen gifklieren, voor zover ik weet?
Al net zo'n raadsel als het natuurkundige mysterie 'rookvliegjes'. Deze vliegensoort is nooit ergens anders gezien dan in een rookpluim. Niemand weet waar ze zitten, waar ze eieren leggen, niets... Tot er ergens een fikkie wordt gestookt en ze opeens vanuit het niets verschijnen en weer even snel verdwijnen zodra de rook om je hoofd is verdwenen. Het zijn de spoken onder de insecten.
Het kan soms ook best griezelig worden, sommige insecten gaan zo gruwelijk sadistisch te werk: Halloween in het hoge gras. Zoals de juweelwesp, nou wat dat dametje allemaal uitvreet, menig seriemoordenaar zou jaloers zijn op haar modus operandi. Over seriemoordenaars gesproken: forensische entomologie is inmiddels onmisbaar in moordonderzoeken, de maden van vleesvliegen vertellen ons zo nauwkeurig mogelijk op welk tijdstip een slachtoffer is overleden.
De auteurs hebben zich niet louter beperkt tot de biologische klasse van de insecten, maar bespreken ook andere diertjes die dezelfde habitat delen. Helaas komt mijn favoriet, de kruisspin, er niet in voor. Een andere favoriet gelukkig wel: het Vliegend Hert, de kastanjebruine kever met de kenmerkende vertakte kaken die doen lijken op het gewei van een hert, waar ze overigens niet mee kunnen bijten. Heb er helaas nooit een gezien, hij is ook erg zeldzaam en komt voor in de Veluwe en Zuid-Limburg (en België).
Er is ook een neushoornkever.

J'avais Douze Ans, J'ai Pris Mon Vélo et Je Suis Partie à l'École... - Sabine Dardenne (2004)

Alternatieve titel: Ik Was Twaalf en Ik Fietste naar School

3,5
Moedig, heftig en voor een 20-jarige die nooit iets eerder schreef nog best aardig neergepend. Knappe jongedame ook.. Een uniek document, omdat het verteld wordt door een slachtoffer die een van de wreedste seriemoordenaars van de afgelopen decennia heeft overleefd. De brieven die ze aan haar ouders schreef toen ze in Charleroi daar in de kelder zat, die Dutroux haar beloofde te versturen maar nooit heeft verstuurd (natuurlijk niet), maar waar later enkele van zijn teruggevonden, onder de deurmat, zijn hartverscheurend. Omdat daar, in tegenstelling tot de rest van het boek, nog zo'n kinderlijke onschuld in doorklinkt. Ze snapt niet waarom ze in die afschuwelijke kelder zit en zoekt de schuld bij zichzelf: ik ben thuis niet lief genoeg geweest en daarom zit ik hier... zo zielig. Dat ze haar moeder afsnauwt, wat ik hierboven lees, vond ik echt reuze meevallen. Eigenlijk zegt ze alleen dat ze zich niet gezien voelde door haar moeder. Naar de politie toe vond ik haar dan weer net iets te complimenteus.

Marianne Vaatstra: Het Verhaal van Haar Moord - Simon Vuyk (2013)

3,5
Helder, inzichtelijk verslag van de geruchtmakende moordzaak rond Marianne Vaatstra. Met name in chronologische zin goed opgeschreven. Al voelde ik in het begin lichte irritaties bij die typische truecrime zinnen die - om spanning en drama te genereren - in tweeën worden gehakt. Voorbeeld: Hij kijkt overal. Of hij zijn kind ziet. Ik vreesde dat het hele boek zo zou zijn, maar al snel werden de zinnen weer normaal, gelukkig.

Simon Vuyk schreef het boek in opdracht van Marianne's vader Bauke Vaatstra die zoals bekend een niet geringe bijdrage heeft geleverd aan de volkswoede die na de moord ontstond en die zich richtte op een nabijgelegen asielzoekerscentrum. Je voelde toen al dat er iets borrelde in de samenleving en het tumult vertoonde al kenmerken van een ander tijdperk; pre-9/11 en -Fortuyn. Ik kan me nog goed herinneren dat het nog maar tien jaar daarvoor not done was om en public toe te geven dat je op Hans Janmaat had gestemd of achter zijn ideeën stond.
Pim Fortuyn hitste vlak na de moord (voor eigen gewin) de boel nog verder op en schreef in een column in de Elsevier: "Een keel doorsnijden, dat is iets wat een Fries niet doet."
Volstrekte onzin natuurlijk. Hoe ver kun je ernaast zitten?

Ondanks de samenwerking met Bauke Vaatstra blijft Vuyk toch het gehele boek onpartijdig, behalve op blz.165 als hij zegt dat de moord op Theo van Gogh de ouders van Marianne nog verder had beïnvloed, en dan vervolgens de zin: De dood van Van Gogh vertoont grote overeenkomst met de moord op Marianne. Afgeslacht. Met een mes. Ja, het klopt dat in allebei de gevallen een mes is gebruikt en dat ook Marianne is afgeslacht, al heeft dat woord een heel andere lading nu, maar verder is dit een compleet ander type moord dan de moord op Van Gogh. Staat helemaal los van elkaar.
Desalniettemin had de schrijver best wat kritischer mogen zijn op racistische uitingen van zowel dorpsgemeenschap als de ouders van Marianne. Het steeds aanstippen van het 'niet-westerse keelsnijden' bijvoorbeeld. Maar goed daar had die vader nooit mee ingestemd natuurlijk.
Want zelfs justitie liet zich door de (media)gekte meeslepen en richtte al snel haar pijlen op het AZC, wat leidde tot de arrestatie van twee onschuldige asielzoekers. Ergens wordt er ook nog een Fries opgepakt uit een naburig dorp, maar die bleek onschuldig en ontving later een schadevergoeding van vijfduizend euro. Of de twee asielzoekers die ook hebben ontvangen wordt nergens duidelijk.

Over de daadwerkelijke dader, de Friese melkveehouder Jasper S., komt ook weinig zinnigs naar voren. Het komt er in feite op neer dat de psycholoog en psychiater die hem hebben onderzocht (12 uur) er ook niet veel over kunnen zeggen, behalve dan dat hij een in zichzelf gekeerde boer is die een dubbelleven leidde, op seks belust.. Er wordt geen stoornis vastgesteld, al vermoedden ze wel een 'licht dissociatieve reactie' of 'derealisatie'. Ik had ook niet verwacht trouwens dat Vuyk daar een interessant licht op had kunnen werpen.
Volgens Jasper S. zou hij een 'verstoorde seksuele relatie' met zijn vrouw hebben gehad, alsof hij de schuld van zijn daden bij zijn vrouw wil neerleggen, zo komt dat over op mij tenminste. Maar Vuyk becommentarieert dat nergens.

Maar verder een erg interessant tijdsdocument.

Heb ook nog even met behulp van Street View de weg gevolgd die Marianne fietste voor ze haar moordenaar tegenkwam die nacht na Koninginnedag 1999. Op het moment dat ze een rotonde naderde zag ze hem fietsen, ze vertrouwde het niet en besloot om niet het fietstunneltje te nemen maar de rotonde over te fietsen. Hij fietste wel de tunnel in en kwam aan de andere kant weer tevoorschijn.
Ik weet niet op welke plek ze precies van haar fiets werd getrokken, maar ik zag wel dat er pal na de rotonde een boerderij ligt.
Het is spijtig dat ze daar niet het erf is opgereden en om hulp heeft geroepen. Dit zeg ik overigens niet vanuit een soort van 'mij was dit nooit overkomen', wat ik echt haat als mensen dat doen, want ik begrijp helemaal dat je in zo'n panieksituatie geen idee hebt wat je moet doen.
Het kan ook goed zijn trouwens dat ze om bij die boerderij te komen ze langs hem heen had moeten fietsen.

Metamorphōseōn Librī - Publius Ovidius Naso (8)

Alternatieve titel: Metamorphosen

5,0
Net als de bijbel was ook Metamorphosen van de Romeinse dichter Ovidius een onuitputtelijke bron van inspiratie voor beeldhouwers en kunstschilders. Het bloederige, angstaanjagende Medusa (1596) van Caravaggio, de gruwelijke Saturnus Verslindt een Zoon (1636 - 1637) van Rubens, later nog eens overgedaan door Goya in een donkere, hekserige uitvoering (1820 - 1823) en uiteraard de bekende Narcissus-doeken waaronder die van Waterhouse (1903). Samen met Echo.

De fraaiste passages vind ik nog de transformaties zelf, als gevolg van liefde of lust, uit straf, wraak, jaloezie, een enkele maal als beloning, soms in één enkele zin samengevat, zoals Arné, een slechte, inhalige vrouw die opeens een ekster wordt (zwartpotig, zwartgevederd, die nog altijd pikt naar goud), maar er zijn ook gevallen waar Ovidius wat langer voor uittrekt, zoals de mythe van Lyacon die in een wolf verandert en Arachne in een spin. Het werk kent een grote verscheidenheid aan soorten transformaties; mensen veranderen niet enkel in dieren, soms ook in bomen (Daphne) of bloemen (Crocus), stenen (Lethaea en Olenus) of sterrenbeelden (Ariadnes kroon)... of Hyria die rouwt om haar zoon en uit verdriet verandert in een vijver.
Narcissus verandert overigens op een net iets andere manier in een bloem dan de jongeman Crocus. Hij wordt verliefd op zijn spiegelbeeld en sterft, waarna zijn dode lichaam verandert 'in een gele bloem, gevat in witte bladerkrans'. Als je goed naar een narcis kijkt zie je dat hij zijn bloem licht voorover buigt, zoals Narcissus zich vooroverboog naar het water.
Een van de aardigste gedaanteverwisselingen zit helemaal aan het begin: Io die in een koe verandert. Zoals de meeste andere metamorfosen verandert zij echter alleen van vorm en blijft ze dus een mens in het lichaam van een dier, en dat wordt hier zeer aandoenlijk en lief beschreven.
Erg mooi omgezet van inkt naar olieverf door de Nederlander Johannes van Bronckhorst: Juno verrast Jupiter en Io (1655).

Vergelijkingen met de bijbel zijn onontkoombaar. Net als in Genesis wordt ook hier de mens als een hoger wezen dan de dieren 'met meer godsbegrip' geschapen 'om over al dat andere te heersen'. Toch is de vroegste mens nog veganist en leeft in een soort eeuwige lente, De Gouden Eeuw genoemd, vergelijkbaar met de Hof van Eden; rivieren leverden melk en de groene steeneik bracht nectar voort.
De taal is betoverend, romantisch, dramatisch, humoristisch, sprookjesachtig... Er was in heel Thessalië geen mooier meisje dan Coronis van Larissa.
Het voelt alsof Ovidius zijn tijd ver vooruit was. Als ik niet beter wist had ik absoluut gedacht dat het geschreven was ergens begin 1800, zo rond Grimm en Andersen. Het heeft voor mijn gevoel eerder weg van een negentiende-eeuws sprookjesboek dan van een tweeduizend jaar oud Latijns gedicht.
Ook in de beroemde sprookjes bulkt het van de gedaanteveranderingen: de Zes Zwanen, de Zeven Raven, de Kikkerkoning, de Kleine Zeemeermin, Roodkapje..... Ok, toegegeven, in Roodkapje is er niet echt sprake van een metamorfose, eerder van travestie... maar de strekking is ongeveer hetzelfde hahaha..

Alles verandert voortdurend en niets vergaat. En sterven is ophouden met hetzelfde zijn. Ook het bestaan zelf is een metamorfose. Pythagoras geloofde in de onsterfelijkheid van de ziel: De ziel doolt rond, verhuizend van hier naar daar, van daar naar hier; bewoont welk lichaam zij maar wil, gaat van een dierenlijf in dat van mensen over, van ons weer in een dier en nooit zal zij te gronde gaan.
Grappig wel dit stukje van Pythagoras, want ik heb Jane Goodall ooit in een interview horen beweren dat zij weliswaar in reïncarnatie gelooft, maar ervan overtuigd is dat een mens nooit kan reïncarneren in een dier.
Pythagoras sluit het gedicht waardig af met wijze lessen over het belang van vegetarisme voor de ziel van de mens: Mensen! Zie ervan af uw lichaam met misdadig voedsel te verontreinigen. Er is toch graan, er is toch fruit aan zwaarbeladen takken? Druiven, zwellend aan de wijnstok?
Foei! Wat een misdaad om je eigen pens met pens te vullen, je eigen vulzig vlees te spekken met veel ander vlees en zelf te leven door een levend wezen te vermoorden!

Het doet me denken aan Kundera's 'De werkelijke morele beproeving van de mens, de meeest essentiële (zo diep opgeborgen dat die zich aan onze blik onttrekt), berust op zijn verhouding tot wie aan hem zijn overgeleverd: de dieren.'
Ondanks dat het af en toe een tikkeltje hypocriet overkomt: 'Dood dieren, als zij schade doen, maar laat het dan bij doden...' mag ik die Pythagoras wel.

Moord op de Boekverkoopster, De - Frank Westerman (2014)

3,5
Gifmoord in Nederland, het komt nauwelijks nog voor, om de doodeenvoudige reden dat het spul niet meer gemakkelijk te verkrijgen is. In vroegere tijden haalde je arsenicumhoudend poeder gewoon bij de apotheek om de hoek. Tenminste, dat is het idee dat we hebben. Want uit onderzoek van de GGD blijken gifmoorden vaker voor te komen dan werd gedacht: een lijkschouwer kan met zijn blote handen niet altijd vaststellen of iemand een natuurlijke dood is gestorven en bij slechts 5% van alle sterfgevallen wordt toxicologisch onderzoek gedaan.
In dit geval is het moordwapen azide.

Een opmerkelijk verhaal dat haast ongeloofwaardig lijkt, maar toch echt gebeurd is. Westerman schrijft het allemaal erg leuk op vind ik en het is allemaal net een tikkeltje anders en speelser dan je gewend bent bij dit soort boeken. Je gaat het bijna jammer vinden dat je geen deel uitmaakte van dat Wageningse boekcultuurtje en die mensen niet hebt gekend, al was het maar als buur.
De auteur vraagt zich af of het misschien mogelijk kan zijn dat het slachtoffer, boekwinkeleigenaresse Marian Heij in Wageningen, haar lot tegemoet heeft gelezen. Vertellen de boeken die zij las ook iets over haar karakter, als in: je bent wat je leest. Want hoe is het mogelijk dat zo'n intelligente, zelfstandige vrouw valt voor de charmes van zo'n 'loverboy op leeftijd' en zich járen laat inpalmen. Ok, liefde maakt blind, maar toch niet zo'n lange tijd mag ik hopen?
Maar erg leuke vondst dat met die boeken. Helaas blijft het allemaal nogal vaag en vergezocht, afgezien van een paar zelfhulpboektitels, ik nam het verder ook niet al te serieus. Daarbij zat er ook geen een boek bij dat ik gelezen heb en is haar smaak compleet anders dan die van mij, behalve dat fotoboek van Leni Riefenstahl, dat had ik ook wel op mijn nachtkastje hebben willen liggen.

Over de gifmenger, de Marokkaanse Nasr, kom je helaas amper iets te weten. En vergiftiging als modus operandi, ik blijf het een vrouwelijk dingetje vinden, bij mannen krijgt het iets onnozels en lachwekkends zelfs.

Mythen over Moord: Dertig Jaar Fataal Geweld in Nederland - Marieke Liem en Gerlof Leistra (2024)

2,5
Vaak gehoorde beweringen: 'Steeds meer moorden worden gepleegd door verwarde personen' of 'Moorden worden vooral gepleegd door klassieke immigranten' of 'Ze worden steeds jonger' of 'Dit hadden we moeten zien aankomen'... De schrijvers van dit boek onderzochten of deze mythen over moord wel kloppen.
Nee dus haha... Ik kan het wel waarderen hoor zo'n boek dat een heel ander geluid laat horen waarin dingen gezegd worden die mensen niet willen horen omdat het niet in hun straatje past.
Je hoort mensen vaak zeggen, over populistische politici: "Hij (of zij) zegt tenminste wat wij denken". En daar gaat het al mis volgens mij, want kun je niet beter een politicus hebben die juist zegt wat we niet denken, of dingen zegt waar we nog niet aan hadden gedacht?
Een politicus die helemaal zijn mond houdt, nog beter.

Ondanks de objectieve blik kan ik het niet echt een goed boek vinden. Ten eerste de schrijfstijl. Om stellingen te illustreren worden tussendoor voorbeelden gegeven van thematisch gerelateerde moordzaken van tussen '92 en '22, stukjes van gemiddeld amper tien regels. Sommige hoofdstukken, niet alle, worden afgesloten met een uitgebreidere reconstructie, ook hier weer gelinkt aan het thema van het betreffende hoofdstuk, zoals de moord op Els Borst na het hoofdstuk over 'verwarde' personen.
Het wordt allemaal erg klinisch opgeschreven.
Bij het stuk over 'verwarde' personen kan ik me echt wel vinden in wat er gezegd wordt, alleen denk ik dat een professionele romanschrijver dit fenomeen diepzinniger had kunnen duiden of hekelen.

In de eerste helft, waar ik een bloedhekel aan heb, wordt er steeds verwezen naar een andere pagina of hoofdstuk, zoals "Meer hierover in hoofdstuk 12" of "In hoofdstuk 11 gaan we dieper op die zaken in". Doe dat dan meteen, denk ik dan.
Had wel grappig geweest als ze dan in de tweede helft van het boek weer terugverwijzen naar de eerste helft, zoiets als "Op pagina 46 las u" of "In hoofdstuk 2 gingen we daar uitgebreider op in".
De statistiekjes om de zoveel pagina's leken zoveel op elkaar dat ik ze na de derde keer al niet meer bestudeerde. Vrij onnodig ook.

Toch heb ik weer wat bijgeleerd door dit boek. Zo weet ik nu dat er verschillende types van kinderdoding bestaan.
En bij homomoorden en femicide is me duidelijk geworden dat cijfers hierover niet altijd even betrouwbaar zijn, omdat alles op een hoop wordt gegooid. Want wat maakt een moord tot een homomoord? Volgens Dutch Homicide Monitor is dat simpel: als het slachtoffer homo, lesbisch of trans is. Raar eigenlijk. Zo wordt ook hier, net als in Roze Moorden van Paul Hofman, de moord op Sandra Wilnis (Amsterdam, 2003) door haar partner als voorbeeld gebruikt, een moord die eigenlijk gewoon onder partnerdoding zou moeten vallen omdat hier sprake is van een lesbisch stel.
Ook bij femicide blijven de media beweren dat 'om de 8 dagen een vrouw wordt vermoord omdat zij vrouw is', maar niet alle moorden op vrouwen vallen in dat femicidepatroon van jarenlange geestelijke en lichamelijke mishandeling, stalking, etc...
Wat ik ook erg jammer vond is dat niet even de moeite wordt genomen om de lakse politiehouding bij aangifte van stalking aan de kaak te stellen; "Gaat u maar een dagboekje bijhouden mevrouw, dan zien we u over 3 maanden weer terug."

De stelling "Het aantal seriemoordenaars in de periode 1992-2022 is op één hand te tellen" verleidde me ertoe eens uit te pluizen of dit wel echt klopt. Gebruikmakend van 'Seriemoordenaars in de lage landen' en verschillende internetsites heb ik een lijstje in elkaar geflanst en zo kwam ik uiteindelijk uit op een getal van rond de 10 seriemoordenaars in de afgelopen 40 jaar, dus de stelling klopt enigszins wel (ergens in een interview heeft de schrijfster het over twee handen).
Maar, hier komt de maar... ik heb een hoop moordzaken moeten afstrepen, omdat veel daders na 1 of 2 moorden al opgepakt zijn, hoewel die ongetwijfeld hadden kunnen uitgroeien tot seriemoordenaar, goede voorbeelden hiervan zijn Jan Stoffers (het monster van Assen) en recent nog Donny M. uit Geleen, de moordenaar van de 9-jarige Gino.
Als ik het nog ruimer had genomen dus vanaf '72, dan was de lijst beduidend langer geweest.
Dan zijn er ook nog veroordeelde moordenaars waarvan men vermoedt dat ze meer moorden op hun geweten hebben, maar die daarover in alle toonaarden zwijgen, Harke Jager bijvoorbeeld.
En een voorbeeld van een zaak die amper in het nieuws is geweest, maar die vermoedelijk het werk was van een seriemoordenaar, zijn de onopgeloste Parnassiamoorden (zesvoudig!) nabij een GGZ instelling in Den Haag tussen 2007 en 2014.
Wordt in geen enkel boek over gerept.

Zaak Nicky Verstappen: Wanhoop, Woede en Verdriet, De - Marco van Kampen en Paul Bots (2020)

3,0
Journalistiek, chronologisch verslag - in zekere mate verhalend - over de zaak rond de dood van Nicky Verstappen. 'Wanhoop, woede en verdriet' luidt de ondertitel, maar wat dit drama in psychische zin gedaan heeft bij nabestaanden krijgt niet echt veel aandacht. En het is niet lullig bedoeld maar eigenlijk zat ik daar ook niet op te wachten, want vaak vervalt dat toch maar in sentimentele, clichématige oppervlakkigheid.
Helaas krijg je niet op alle vragen antwoord, of in ieder geval er wordt niet uitgebreid ingegaan op bepaalde zaken, het is dan ook best een dik dossier dat meer vragen oproept dan antwoorden geeft.

Ik was laatst nog op de Brunssummerheide, het laatste warme weekeinde van het jaar, een schitterend natuurgebied overigens. Ik reken het zelfs tot de mooiste natuurgebieden van Nederland, maar dat is altijd heel persoonlijk. Het heeft weg van de Posbank, maar veel minder druk. Jammer alleen van dat groepje motorcrossers dat er rondscheurde... wat een aso's!
Welnu, ik was daar dus in de buurt van de plek waar in 1998 Nicky Verstappen werd teruggevonden en waar nu een monumentje staat met een bankje erbij. Daar ging ik even op zitten, mijn hond achter zijn bal aan, om op het internet te zoeken waar de belangrijkste locaties zich precies bevonden: de vindplaats, de plek waar Jos Brech werd staande gehouden... altijd gedacht trouwens dat die overdag werd staande gehouden, maar dat was dus na middernacht! En gek dat nergens ter sprake komt dat sommige daders terugkeren op de plaats delict. Ik hoorde het laatst nog iemand zeggen in een Amerikaanse truecrime docu dat dat het eerste is wat je op de politieschool leert.

Op een gegeven moment hebben we onze wandeling maar weer voortgezet, eenmaal thuis ontdekte ik dat ik precies op de plek gestaan had waar Jos Brech (volgens zijn verklaring dan) een sanitaire stop maakte toen zijn aandacht door iets werd getrokken. Had ik maar wat beter op mijn telefoon gezocht, dan had ik daar zelf kunnen constateren of je vanaf die plek, zo'n 20-30 meter verderop, iets kunt zien. Maar Jos Brech had het over 'iets' dat zijn aandacht trok, niet dat hij een persoon zag liggen. Dat kan ook net zo goed een kleur zijn geweest, de kleur van de pyjamabroek van Nicky Verstappen bijvoorbeeld, rood. Dit is dus zo'n voorbeeld waar het boek niet dieper op ingaat, het komt wel aan de orde natuurlijk, maar je blijft toch met vragen zitten.

Als er één ding is dat alle truecrime boeken met elkaar verbindt dan is het wel dat de politie vrijwel altijd enorme blunders begaat (in sommige gevallen heeft dat zelfs levens gekost). In de zaak Nicky Verstappen is de grote blunder geweest dat in 2009 een DNA-onderzoek werd uitgevoerd bij zo'n 160 mannen (dit was niet het grootschalige DNA-onderzoek dat later kwam overigens). Jos Brech stond ook op die lijst. Maar om onbenullige redenen (hij was maar een passant en viel niet binnen de straal van zoveel kilometer, want wonende te Simpelveld) is hij samen met zo'n 50 andere mannen van de lijst geschrapt. Peter R. de Vries heeft zich daar later nog flink over opgewonden.
Of de foto's gemaakt van de vermoorde Nicky Verstappen, die achteraf zo onscherp bleken dat bepaalde opvallendheden niet meer als bewijs konden dienen.

Tot slot nog: hoofdstuk 2 heeft als titel "Een eenzame fietser op de Brunssummerheide". Door het auctoriale vertelperspectief komen dingen in dit hoofdstuk wel erg raar over. Een dag na de vermissing van Nicky Verstappen maakt Jos Brech dus een fietstocht, stopt even ergens, en vervolgens staat er: Iets trekt zijn aandacht. En dan zit er maar één ding op: snel even gaan kijken... Men volgt hier dus de verklaring van Jos Brech, wat doet vermoeden dat hij de waarheid sprak. Erg onhandig opgeschreven allemaal.