menu

Via deze pagina blijf je op de hoogte van recente stemmen, meningen en recensies van Theunis. Standaard zie je de activiteiten in de huidige en vorige maand. Je kunt ook voor een van de volgende perioden kiezen: januari 2023, februari 2023, maart 2023, april 2023, mei 2023, juni 2023, juli 2023, augustus 2023, september 2023, oktober 2023, november 2023, december 2023, januari 2024, februari 2024, maart 2024

Things They Carried, The - Tim O'Brien (1990) 5,0

Alternatieve titel: Wat Ze Droegen, 20 februari 2019, 21:56 uur

Al een aantal weken kijk ik naar The Vietnam War, de omvangrijke documentaire reeks van PBS. Het vertelt het hele verhaal van een zinloze oorlog die Amerika heeft getekend. Een van de geïnterviewden is Tim O’Brien, een van de vele Vietnam veteranen. Al een aantal jaren stond zijn boek op mijn leeslijst. De documentaire duwde het subtiel van mijn achterhoofd naar mijn schoot en eenmaal opengeslagen kon ik het amper sluiten. Het is nou eenmaal zo dat er zo nu en dan geslapen, gegeten en gewerkt moet worden en eigenlijk waren dat voor het verwerken van wat ik las welkome tussenpozen. Want vergis je niet, wat je leest komt wel even binnen.

Voordat ik ga vertellen waarom dit een onmisbaar oorlogsboek is, een absoluut meesterwerk, schetst ik kort de kaders. Het boek bestaat uit korte verhalen, soms van twee, dan weer van meer dan tien pagina’s. In elk verhaal staat een thema, een gebeurtenis of een ervaring centraal. De hoofdpersonen zijn meestal de mannen van de Alpha Company. Ze worstelen met alles wat de oorlog met zich meebrengt: moed, angst, geluk, gemis, dood. Tot zover het kader.

Nu het boek. Ik vrees dat alles wat ik nu ga schrijven betekenisloze woorden zijn, algemeenheden die het gevoel dat je als lezer tijdens het lezen van de verhalen krijgt nooit kunnen beschrijven. Ik laat het daarom bij een aantal korte passages, tipjes van sluiers, waarbij ik O’Brien zelf aan het woord laat.

Na een veertigtal pagina’s bijvoorbeeld, wordt het duidelijk dat O’Brien worstelt met zijn herinneringen. Schrijven is een vorm van verwerking, of zoals zijn dochter tegen hem zegt, een obsessie. “De herinneringenstroom gaat in je hoofd een rotonde op en blijft daar een tijdje rondjes draaien, en al snel voegt de fantasie in, en het verkeer vermengt zich en schiet dan duizend verschillende zijstraten in. Het enige wat je als schrijver kunt doen is een straat uitkiezen en je laten meevoeren terwijl je de dingen neerzet zoals ze op je afkomen. Dat is de ware obsessie. Al die verhalen.” Hoe kun je ook ooit maar een gedeelte bevatten van wat je allemaal tegenkomt? Steeds, gedurende alle verhalen, voel je dat de schrijver wel weet wat hem is overkomen, dat hij de kale feiten kent, maar dat hij steeds op zoek is, wanhopig op zoek blijft naar antwoorden op zinloze vragen. De verhalen zijn open wonden die nooit helemaal kunnen helen.

Hoe kom je in een oorlog terecht, zou je je kunnen afvragen, zittend op je luie bank, met je flesje bier op het keurige salontafeltje naast je en de verwarming eigenlijk net iets te hoog. Maar hoe ver weg is de oorlog voor mensen als jij? Hoe dichtbij ook? Als je naar de documentairereeks kun je je opeens weer een voorstelling maken van hoe een oorlog kan ontstaan, dat denken dat een oorlog niet altijd ergens op de loer ligt, bijna naïef is. Net zo naïef als de thuisblijvers destijds waren, de patriottische thuisblijvers wel te verstaan, die altijd, gedachteloos bijna, achter de president bleven staan. Gesteund door een zelfverzekerdheid die ze hadden geërfd van de succesvolle inmenging in de Tweede Wereldoorlog. O’Brien vervloekte ze soms. "'s Nachts, als ik niet kon slapen, hield ik soms felle discussies met die mensen. Ik schreeuwde ze toe hoezeer ik hun blinde, gedachteloze en automatische berusting in dit alles verafschuwde, hun simplistische patriottisme, hun trotse onwetendheid, hun graag-of-niet-platitudes; ik riep dat ze me naar een oorlog stuurden die zij niet begrepen en ook niet wilden begrijpen. (…) Ik hield hen persoonlijk en individueel verantwoordelijk: de Kiwani-jongens in polyester, de kooplui en de boeren, de godvruchtige kerkgangers, de praatgrage huisvrouwen, de PTA en de Lions Club de Veterans of Foreign Wars, de keurige betere kringen van de country club.”

In een van de verhalen vertelt O’Brien zijn twijfel om naar de oorlog te gaan, over het ontvangen van de gevreesde brief, de uitnodiging om naar Vietnam te gaan. Hij vertelt hoe hij bijna naar Canada was gevlucht, hoe hij op het punt stond om midden op een meertje uit een bootje te springen en naar de kant te zwemmen, daar waar Canada lag. Hij kon het bijna aanraken. Hij kon het niet. Als trotse Amerikaan uit een klein dorpje kon je niet je land uit vluchten. Dan koos je er voor om van alles en iedereen afscheid te nemen. Er zou niemand in je omgeving zijn die het je zou vergeven, misschien zelfs je ouders niet eens. Kun je je dat als Nederlander voorstellen?

En dan het vechten. Ook daar kun je je op je luie bankje toch amper een voorstelling van maken. Als je het doet kom je toch vaak in generalisaties terecht. O’Brien weet daar wel raad mee. “Generaliseren over oorlog is als generaliseren over vrede. Bijna alles is waar. Bijna niets is waar. In de kern is oorlog misschien gewoon een ander woord voor dood, maar toch zal elke soldaat je vertellen, als hij tenminste de waarheid spreekt, dat de nabijheid van de dood een soortgelijke nabijheid van het leven met zich meebrengt. Na een vuurgevecht is er altijd het immense plezier om in leven te zijn. De bomen leven. Het gras, de aarde – alles. Overal om je heen zijn de dingen puur levend, en jij hoort erbij, en je trilt ervan, van de levendheid.”

Alles wat O’Brien in het boek schrijft is in rauwe werkelijkheid gedompeld. Er is geen ruimte voor sentimentaliteit, geen plaats voor overdrijving of romantisering. Alles wat je leest is zoals het in werkelijkheid moet zijn geweest. Nou ja, bijna alles. Soms is de beschrijving van de werkelijkheid simpelweg niet voldoende. Soms kun je niet overbrengen wat je hebt ervaren door te vertellen wat je hebt gezien, gehoord of geproefd. Soms heb je verhalen nodig om de werkelijkheid, of het gevoel van wat je hebt meegemaakt, over te brengen. Het maakte niet uit of ze de waarheid vertelden, want als de werkelijkheid niet meer te bevatten is, als je al je houvast verliest, heb je als mens enkel nog verhalen om je te redden. Tim O’Brien schrijft zijn verhalen op. Het is zijn obsessie. Het is zijn houvast. Het is zijn manier van overleven.

» details   » naar bericht  » reageer  

Normal People - Sally Rooney (2018) 4,0

Alternatieve titel: Normale Mensen, 11 februari 2019, 09:16 uur

Dit boek is een hype. De schrijfster is een aanstormend talent. Als je jezelf als boekenlezer serieus wilt nemen, moet je dit toch gelezen hebben of, omdat je tenslotte ook andere dingen te doen hebt, andere boeken te lezen hebt, moet het in ieder geval op je leeslijst staan. Tsja. Normaal gesproken zou ik afhaken bij een dergelijke rage. Maar het boek stond al een tijd om mijn leeslijst en ik had hem een tijdje geleden al gereserveerd bij de bibliotheek. Nu kon ik hem ophalen en ja, mijn andere boek was uit. Ik ging er beginnen, mezelf belovend dat ik hem weg zou leggen als het allemaal tegen zou vallen.

Nu heb ik het boek uit. Over de laatste 150 bladzijden heb ik twee dagen gedaan. Het had me te pakken. Ja, ik begreep de enthousiaste lezers. Kon me de lovende kritieken voorstellen. Rooney beschrijft in dit coming-of-age verhaal de levens van Marianne en Connell in het westen van Ierland. Ze worstelen met het opgroeien, met de keuzes die ze moeten maken, met de liefde. In een vlotte, ingenieuze stijl weet ze continu te raken. We vliegen soms drie, dan weer zes maanden vooruit in tijd en belanden steeds opnieuw in een verhitte situatie. Dan trekt het verhaal zich vaak even terug, zien we in flashbacks waarom we zijn waar we dan zijn, en zijn terug in het heetst van de strijd.

Rooney laat zien dat de kwetsbaarheid, de onzekerheden en angsten, grotendeels worden veroorzaakt door de oordelende buitenwereld, verwachtingsvolle ouders, kritische leeftijdsgenoten. Op hun leeftijd zijn Connell en Marianne kwetsbaarder dan je in eerste instantie van zorgeloze studenten zou verwachten. Maar dan is daar het verschil in sociale klasse. Marianne komt uit een welgestelde familie. Connell’s moeder Lorraine maakt het huis van Marianne’s ouders schoon. Die afstand lijkt gemakkelijk te overbruggen. Er is aantrekkingskracht. Ze vinden iets bij elkaar wat ze nergens anders kunnen vinden. Maar hoe lang kan een relatie standhouden als de achtergrond van geliefdes zo anders is? En dan is er nog zoiets als een liefdevol gezin. Hoe lang draag je een ongelukkige jeugd met je mee? Wat doet het met je relaties?

In een tijd van alles moet leuk zijn, een tijd waarin al het geluk wordt gedeeld en al het ongeluk verstopt blijft is het welhaast louterend om in een boek als deze ondergedompeld te worden. Zelfs in het meest intieme, het meest genotvolle schuilt de onrust. Marianne wenst vernederd te worden, wordt het liefste uitgewist, vind zichzelf te veel. Akelig. Teer. Hier hebben we boeken, of beter: hypes als deze voor nodig, om de kwetsbaarheid te laten zien. In het echte leven is de zwakte te onzichtbaar.

» details   » naar bericht  » reageer  

Odes - David Van Reybrouck (2018) 3,5

9 februari 2019, 17:45 uur

Een verzameling prachtige odes. Odes aan van alles en iedereen: de nachtelijke autorit, de jaloezie, David Bowie, doden in de telefoon, de bindingsangst, om er maar eens een paar te noemen. Het zijn odes aan kleine dingen, aan vergeten of weggestopte emoties, aan grote persoonlijkheden, aan bijzondere kunst. Van Reybrouck koestert het leven, schrijft lyrisch en vol liefde over alles wat het leven zin geeft. Het is aanstekelijk.

Af en toe lijkt er een vanzelfsprekende ode te komen, zoals bij Ode aan de Lente. Wie wil er nou geen ode aan de lente lezen? Maar de titel zet je op het verkeerde been. Wat volgt zijn voorbeelden van lente, van natuur, in de kunst. Van Reybrouck vraagt zich af of het vandaag passé is om het platteland lief te hebben. Het is stil in de literatuur als het om natuur gaat. Een juiste constatering. Een gemis.

Nog een greep uit de odes: Ode aan de Littekens. De schrijver schrijft dat je zuinig moet zijn op je lijf, maar niet op je leven. Hij juicht de geestdrift toe. En dan laat hij een gedicht van Kahlil Gibran voorbij komen.

Je kinderen zijn je kinderen niet.
Zij zijn de zonen en de dochters van ’s levens hunkering naar zichzelf.
Zij komen door je, maar zijn niet van je,
En hoewel ze bij je zijn, behoren ze je niet toe.


Ontnuchterend in tijden waar voorzichtigheid zoveel waard is, want je vraagt je ineens af: ten koste van wat?

Laat dit een kleine ode zijn aan deze bundel. Of beter: een ode aan iedereen die zelfs in de meest donkere spelonken van het leven sprankjes licht blijft zien en aan iedereen die de banaliteiten van alledag niet voor lief neemt, maar er wonderen in blijft zien.

» details   » naar bericht  » reageer  

Stephen Florida - Gabe Habash (2017) 3,5

4 februari 2019, 10:12 uur

Overdonderd werd ik door de eerste pagina’s van Stephen Florida. In Your Face! Dit is een statement. Dit is het neerzetten van een karakter die schijt heeft aan de wereld, aan wat anderen mogen denken. “Ergens in een uithoek van de Verenigde Staten, waar niemand me kan zien, verander ik in een woest kwijlend wezen om te krijgen wat ik wil hebben.” Dit woest kwijlend wezen heeft als doel om worstelkampioen te worden en daar gelooft hij heilig in. De eerste tientallen pagina’s ramt hij voort, waardoor je zelfs als kritisch lezer bijna zou twijfelen aan zijn onoverwinnelijkheid. Op Trumpiaanse wijze heeft hij lak aan de wereld. Of toch niet helemaal? Als hij het over zijn Mary Beth heeft verandert er iets. “Er zijn tien miljard vrouwen op aarde geweest die zich uitrekten, praatten, zich krabden, lachten, aten, boerden, en geen daarvan maakte zo’n indruk als Mary Beth. Elke stap in haar leven drukt de aarde aan, alsof ze meer lucht opzuigt dan alle anderen.” Na tachtig bladzijden wordt iets van zijn geschiedenis duidelijk en weer even later is de onoverwinnelijkheid een overschatting, een overlevingsstrategie. De stijl slaat de lezer murw en in de loop van het verhaal, als ook Stephen Florida kwetsbaar blijkt, is dat ook wat er met mij als lezer gebeurde. Na het overweldigende begin sloeg ik de bladzijden aan het einde van het boek iets minder enthousiast om en bleef ik ietwat teleurgesteld achter.

» details   » naar bericht  » reageer