menu

Boeken / Toplijsten en favorieten / De Nobelprijsbibliotheek: een persoonlijke odyssee

zoeken in:
avatar van Pageturner
Elk jaar kijk ik uit naar de bekendmaking van de Nobelprijs voor Literatuur. De wereldpers verzamelt aan een deurtje in Stockholm en wacht vol ongeduld tot het openzwaait en een bebrilde Zweed verkondigt welke schrijver de eer en de glorie verdient. Hier op BoekMeter is de animo beperkt, maar op het World Literature Forum zijn horden leesverslaafden steevast al maanden op voorhand aan het speculeren wie het zal worden.

Het is natuurlijk ook een gigantische eer: de Nobelprijs is de hoogste geldprijs die je als schrijver kan winnen. Tegelijk is het ook 'maar' een prijs, toegekend door een kransje bebrilde Zweden. Zij beslissen wie ‘m krijgt, en niemand anders. Je kan uren foeteren over de grote auteurs die ze over het hoofd hebben gezien, over hun soms discutabele keuzes en hun wel erg eurocentrische en mannelijke blik: dan moet je zelf maar een jaarlijke literaire bekroning uit de grond stampen.

Eeuwige roem is dan ook niet voor alle laureaten weggelegd. Vele namen vormen inderdaad een pantheon van de literatuur: Albert Camus, Ernest Hemingway, Gabriel García Márquez, die zitten voor altijd in het collectieve geheugen. Maar net zo goed zijn er de namen waar niemand warm van wordt. Waarom kreeg de sullige Sully Prudhomme als allereerste de eer? Bestaat Bjørnstjerne Bjørnson echt, of is hij een Noorse schipper uit Suske en Wiske?

Daarom heb ik het illustere plan opgevat om van elke Nobelprijswinnaar iets te lezen: minstens één roman, non-fictiewerk, toneelstuk, verhalenbundel, dichtbundel of bloemlezing. Kriskras door elkaar. Zal me dat lukken, in dit toch zo eindige mensenleven? Nee. Zou ik het proberen? Ja, waarom niet? Welkom aan boord, reis gezellig mee en geef onderweg onbeschroomd jullie mening.

avatar van Pageturner
1. Annie Ernaux

"Voor de moed en de klinische scherpte waarmee ze de wortels, vervreemdingen en collectieve beperkingen van de persoonlijke herinnering blootlegt."

Met wie zou ik beter kunnen beginnen dan met Annie Ernaux, laureate van vorig jaar? Vooraf was ze al wereldberoemd: haar kroniek (of 'collectieve autobiografie') Les années werd overal bejubeld, dat andere boek L'événement was net nog herdrukt na de bekroonde verfilming én opnieuw brandend actueel, haar genre van autofictie had duidelijk school gemaakt.

Ik lach weleens met de drang van hedendaagse auteurs om autofictie te schrijven. Want als je dat wil doen, moet je natuurlijk ook iets te vertéllen hebben. Wie dat wel heeft, is Annie Ernaux, al is het absoluut niks om jaloers op te zijn: als studente in de jaren zestig werd ze ongewenst zwanger en besloot ze dat ze het kind niet ter wereld wilde brengen, niet op dat moment.

Abortus was echter nog verboden in dat blijkbaar toch niet zo vrije-gelijke-broederlijke Frankrijk, dus wachtte Annie een helse tocht langs dokters die weigeren haar te helpen en schimmige achterkamertjes waar misschien wel een engeltjesmaakster actief zou kunnen zijn.

https://cdn.standaardboekhandel.be/product/9789029545822/front-medium-3267274329.jpg

Daarvan is L’événement, oftewel Het voorval, haar verslag. De oudere en wijzere Annie blikt in 1999 terug op haar beproeving van weleer. Wat weet je vijfendertig jaar later nog van een voorval dat je leven voorgoed verandert? Ze reconstrueert haar herinneringen, neemt haar dagboek er weer bij en neemt de lezer mee naar het Rouen en Parijs van haar studententijd. Dat doet ze in een stroom van alinea’s met weinig dialoog. Bij andere schrijvers zou dit in anekdotiek verzanden, Annie houdt het vlijmscherp. Ademloos wil je alleen maar verder lezen zonder pauze tot je eindelijk weet hoe het is afgelopen. Tegelijk bewijst de schrijfster hoe broos het menselijke geheugen is, want wanneer ze drie decennia later terugkeert naar de plaatsen van toen, blijkt dat ze zich bepaalde dingen toch anders herinnerde en dat de jaren en de emotie soms vertekenen wat je onthoudt.

Dat is allemaal oude geschiedenis, zou je denken. Echter, in een tijd waarin Texaanse politici poseren voor een foto waarop ze allemaal een hartje vormen met hun handen omdat ze net een wet hebben gestemd die abortus verbiedt vanaf wanneer de hartslag van de ongeborene (volgens hen) waarneembaar is, het Amerikaanse Hooggerechtshof het grondwettelijke recht op abortus naar de prullenmand verwijst en veel dichter bij ons, in Polen en Hongarije, het even moeilijk is om een zwangerschap af te breken als in het Frankrijk van zestig jaar geleden, blijft Annie Ernaux' moedige verslag brandend actueel. En hierdoor heb ik zin om meer van deze schrijfster te lezen. Les années oftewel De jaren zal dus vroeg of laat volgen, maar op basis van dit ene dunne boekje is het oordeel van deze bebrilde Belg alvast: een meer dan verdiende prijs.

avatar van handsome_devil
Leuk, ik volg!

avatar van Pageturner
2. Pablo Neruda

"Voor poëzie die met de energie van een natuurkracht het lot en de dromen van een continent tot leven brengt."

Poëzie op BoekMeter, er is zelden een groot publiek voor. Daarom is iemand als Pablo Neruda hier ook onderbelicht. Ik kwam deze Chileen voor het eerst tegen in Het huis met de geesten van Isabel Allende. Nergens in het boek wordt zijn naam genoemd, maar het is duidelijk dat hij het personage De Dichter is, net zoals Salvador Allende duidelijk De President is. Het motto voorin is dan wel expliciet van Neruda. Zo kon ik op zoek gaan naar zijn gedichten en belandde ik in een ware Neruda-fase. Als je zelf achttien bent, gaat er immers een enorme aantrekkingskracht uit van een poëet die op zijn negentiende debuteerde, meteen hoge ogen gooide, vervelde tot een protestdichter en uiteindelijk de Nobelprijs won.

https://media.s-bol.com/RnWkmx01O1PL/rwVDYw/722x1200.jpg

Een goed beginpunt is De mooiste gedichten van Pablo Neruda. In vogelvlucht krijg je een beeld van, wel ja, zijn beste gedichten. Zoals het trieste maar toch zo mooie Mocht je me vergeten: perfect opgebouwd, prachtige beeldspraak en geen woord te veel. Of Ode aan de lucht, waarin tijdens een idyllische natuurwandeling de antikapitalistische Neruda komt kijken. Want de lucht, die verkoop je niet.

Maar dan mis je wel De ochtend is vervuld van storm, een van de mooiste gedichten uit zijn debuut Twintig liefdesgedichten en een wanhoopslied. Die bundel is een beetje onstuimig, onevenwichtig zelfs: op den duur heb je het wel gehad met de beschrijvingen van zijn flamboyante, eigenzinnige muze. Gelukkig is er ook Om door jou gehoord te worden, waarin Neruda eigenlijk de hele bundel kristalliseert. Net als het latere Mocht je me vergeten heeft dit gedicht trouwens een wonderlijk cyclische structuur: je kan het eindeloos opnieuw blijven lezen.

Later verschoof de aandacht van Neruda naar andere domeinen. Verblijf op Aarde is veel mystieker. In Canto General komt dan de uitermate politieke Neruda aan het woord. De dichter was immers sterk geëngageerd aan de linkerzijde, stond aan de kant van de socialistische president Salvador Allende en tot voor kort leefde het gerucht dat Neruda uit de weg was geruimd in opdracht van Augusto Pinochet, die met zijn staatsgreep een einde maakte aan het tijdperk van Allende. Canto General is een monument waarvoor je moet gaan zitten: weg is de luchtigheid, hier komt het hele Zuid-Amerikaanse continent in beeld, met haar rijkgeschakeerde, maar onverbloemde geschiedenis, en de focus op de strijd van de werkende klasse tegen (neo)kolonialisme.

Was Neruda zelf de nobelste mens op aarde? Nee: er is de passage uit zijn postuum gepubliceerde autobiografie die wel verdacht veel als verkrachting klinkt, en er is zijn dochter voor wie hij weigerde zorg te dragen, ook al had ze ernstige gezondheidsproblemen en zou ze op haar negende overlijden. Maar dan belanden we bij een ander en veel complexer debat, dat altijd opspeelt wanneer je idolen plots demonen blijken, en waar ook de Nazilidkaarten van Günter Grass en Knut Hamsun en de pedofilie van André Gide bij komen kijken. Deze zwarte bladzijden uit Neruda’s leven waren bovendien nog onbekend toen hij de Nobelprijs toegekend kreeg. Kunnen we echter, op basis van zijn poëzie, zeggen dat die bekroning terecht is? Daarop durf ik te zeggen: ja.

avatar van handsome_devil
Pablo Larrain heeft ook een mooie film over Neruda gemaakt.

Neruda (Film, 2016)

avatar van Pageturner
En hij heeft ook een rol in de film Il Postino.

Hagar Peeters schreef dan weer het verhaal van Neruda's verzwegen dochter in Malva, maar dat heb ik niet gelezen.

avatar van Pageturner
3. Bob Dylan

"Voor het scheppen van nieuwe poëtische uitdrukkingsvormen in de grote Amerikaanse liedtraditie."

Moord. Brand. Een regelrechte schande. Een tikkende tijdbom. Een onherstelbare smet op het blazoen van de Nobelprijs. Een sneer naar iedereen die zich met serieuze letteren bezighoudt. Boekfanaten wereldwijd waren niet mals toen in 2016 de naam van Bob Dylan weergalmde in dat zaaltje in Stockholm. Geen obscure auteur van Dikke Boeken zoals gewoonlijk, maar die ene zanger met zijn nasale stem. Wat die man voortbrengt, dat is toch geen literatúúr?

https://webservices.bibliotheek.be/index.php?func=cover&ISBN=9789038814384&VLACCnr=2888028&CDR=&EAN=&ISMN=&EBS=&coversize=large

Er bestaan nochtans Dikke Boeken van Dylan, en dan bedoel ik niet zijn autobiografie Chronicles (die is niet zo dik): twee kasseidikke bundelingen van zijn lyriek, één volume voor 1962 tot 1973, één voor 1974 tot 2001, wat intussen ook alweer achterhaald is. Toch is Chronicles interessant om te weten hoe Dylan die geprezen tekstschrijver is geworden. Toen hij voor het eerst zijn neus aan het venster stak als zanger in de folkscene, was elk optreden hetzelfde: telkens passeerden diezelfde 'traditionals', volksliedjes die nooit oud worden, maar ook niet nieuw zijn. Bob wou eigen nummers schrijven, net zoals de rock-'n-rollers dat deden, maar dan wel met inhoud, poëzie en sociaal engagement. En dat is wat hij deed.

Daarmee was hij een voorbeeld voor velen: van Neil Young en Bruce Springsteen over Boudewijn de Groot en Lennaert Nijgh tot Nick Cave en Patti Smith. Toch deed hij eigenlijk niets dat compleet nieuw was: van de Ilias en de Odyssee over de Psalmen uit de Bijbel tot de middeleeuwse ridderepiek uit de Lage Landen, eeuwenlang was poëzie bedoeld om gezongen te worden, begeleid door muziek. En ik heb nog nooit iemand horen zeggen "Ach, die Homeros, leuk is het allemaal wel, maar literatúúr?"

Te vaak zien mensen literatuur als een grote familie, vertrouwde singer-songwriter Lucky Fonz III me ooit toe, waarbij de roman dan de oude wijze opa is en de liedtekst het gekke neefje. Terwijl een goede liedtekst in wezen niet verschilt van een goed gedicht. Dylans Girl From The North Country bevat de mystiek van William Butler Yeats, Mr. Tambourine Man had net zo goed van Walt Whitman kunnen zijn, in With God On Our Side lijkt een Amerikaanse Pablo Neruda aan het woord.

Kijk maar wat hij doet in doorbraaklied Blowin' in the Wind: de juxtapositie van beelden. Dylan stelt filosofische vragen en laat daarbij "How many seas must a white dove sail / Before she sleeps in the sand?" gevolgd worden door "How many times must the cannonballs fly / Before they're forever banned?" De passage die het meest resoneerde in zijn tijd, is echter deze: "How many years can a mountain exist / Before it is washed to the sea? / And how many years can some people exist / Before they're allowed to be free?" De tijdloosheid van de berg, die uiteindelijk toch door de zee zal opgeslokt worden, plaatst hij hier tegenover het lot van de zwarte bevolking in de Verenigde Staten, die na eeuwen slavernij nog steeds niet dezelfde rechten had als witte Amerikanen. Dylan zou het lied dan ook zingen voor Martin Luther King zijn legendarische "I have a dream"-speech gaf.

Daar hoor je Dylan de protestzanger, die je ook ontmoet in The Times They Are A-Changing, en nog het meest in Hurricane, waarin hij aan de kaak stelt dat de (zwarte) bokser Rubin Carter onterecht in de gevangenis belandde voor moord. Maar zelfs Bob is maar een mens, dus komt ook hij onvermijdelijk de liefde en andere ellende tegen op zijn pad. Tangled Up In Blue is het verslag van de ontmoeting met zijn vrouw Sara en hun stormachtige relatie. Dylan begint te vertellen in het heden, blikt terug in de tijd en komt weer uit in het heden. Onderweg passeert een panorama van de jaren zestig en zeventig, met "music in the cafés at night and revolution in the air." Een bijzonder knap geconstrueerd lied.

Natuurlijk heeft hij ook compleet absurde teksten gepend, waarbij de grens met klinkklare onzin niet helemaal duidelijk is. Natuurlijk werd hij minder scherp met de jaren. Maar bundel Dylans beste teksten in een bloemlezing en vind me dan maar eens een Amerikaanse dichter die zonder te zingen op dezelfde manier de tijdsgeest van de jaren zestig tot heden heeft verwoord, een kroniek van de voorbijglijdende jaren geschapen, een stem gegeven aan protest en politiek engagement en onderweg nieuwe metaforen en poëtische uitdrukkingsvormen gecreeërd, die gretig door anderen zijn overgenomen. In afwachting van jullie antwoord, werp ik op: Nobelprijs voor Dylan, terecht? Het antwoord waait zoals altijd ergens in de wind, maar ik zeg ja.

avatar van handsome_devil
Ik geef grif toe dat songteksten literaire kwaliteiten kunnen hebben, maar die vind ik nou niet per se bij Bob Dylan. Zeker, misschien vatte Bob Dylan de tijdsgeest van de jaren zestig, maar ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat deze winnaar is gekozen door mensen die niet al te veel kennis van muziek hebben of die niet verder hebben gekeken dan hun neus lang is. Leonard Cohen, Nina Simone, Abbey Lincoln, Gil Scott Heron, en nog veel meer (waaronder ook heel veel recentere namen), allemaal tekstschrijvers die ik stukken beter vind.

Moet wel toegeven dat ik het muzikaal ook allemaal nogal belegen en slapjes vind, dat kleurt mijn mening misschien ook.

avatar van Pageturner
Leonard Cohen had de prijs zeker ook verdiend. Net als Dylan een pionier die generaties beïnvloedde (zijn debuutplaat Songs of Leonard Cohen kwam een paar jaar na Bobs debuut uit), en hij was zelfs de meer klassiek literair onderlegde van de twee: hij schreef ook romans en dichtbundels, als voornaamste invloeden noemde hij eerder Federico García Lorca dan muzikanten.

Abbey Lincoln overleed in 2010 en Gil Scott-Heron in 2011, toen waren de geesten volgens mij nog niet rijp genoeg om een songschrijver tot Nobelprijswinnaar te benoemen (net zoals in de tijd van Jacques Brel, bijvoorbeeld). En knap dat je Nina Simone een goede tekstschrijver vindt, want ze schreef bijna nooit haar teksten zelf, tenzij jij ergens een geheime kluis vol liedjes hebt gevonden. Wel een buitengewoon bezielde performer, uiteraard. Ze overleed ook wel in 2003. Naar de veel recentere namen maak je me heel benieuwd.

avatar van handsome_devil
Klopt, Nina Simone schreef niet al haar teksten zelf, maar er zijn er toch echt wel een aantal waarbij ze alles zelf schreef ('Four Women', 'Mississippi Goddamn' zijn misschien de bekendste, vooral die eerste behoort tot mijn persoonlijke favorieten, en ja, ik vind die enkele nummers die ze zelf geschreven heeft beter dan alles van Bob Dylan bij elkaar).

Wat betreft recentere namen (alhoewel toch ook wel oud) is er natuurlijk Morrissey. Verder heb ik persoonlijk veel liefde voor Joanna Newsom, Smog/Bill Callahan, vroege Mark Kozelek, Jason Molina (maar die is ook al dood), en ja, ook Lana del Rey.

avatar van mjk87
Een heel resem hiphopartiesten kan dan ook wel in aanmerking komen voor zo'n prijs. Zij weten vaak heel goed te vertellen over hun leven op straat, maar ook over racisme, de zelfkant van de maatschappij en daarnaast zijn die teksten heel rijk vol metaforen, straattaal/slang, het integreren en gebruiken van popcultuur om bepaalde gevoelens te uiten en beelden op te roepen. Ook een ondergeschoven kindje.

Dylans muziek vind ik bij vlagen superbe, zijn teksten doen me vaak dan weer minder. Vooral zijn meer verhalende teksten (Tangled Up in Blue) zijn wel oké maar ook weer niet heel bijzonder.

avatar van dutch2.0
handsome_devil schreef:
Verder heb ik persoonlijk veel liefde voor Joanna Newsom, Smog/Bill Callahan, vroege Mark Kozelek, Jason Molina (maar die is ook al dood), en ja, ook Lana del Rey.
Iedere keer dat Joanna Newsom wordt genoemd ziet de wereld er weer een stukje beter uit. Waanzinnig mooie muziek, prachtige teksten. Lana del Rey ken ik wat minder (alleen de albums Born to Die en NFR) maar ook bij haar was de kwaliteit van haar teksten me opgevallen.

Als het om Dylan gaat, denk ik dat hij de prijs toch meer heeft gekregen voor de betekenis van zijn werk dan voor de kwaliteit. Zoals hierboven al ruimschoots is benoemd: er zijn gigantisch veel artiesten die prachtige teksten hebben geschreven en dan ligt het een beetje aan je eigen smaak wie je een Nobelprijs gunt. Ik vind zelf de teksten van Randy Newman geweldig: soms geestig (The Story of a Rock 'n Roll Band, Political Science), soms messcherp (Rednecks), soms gruwelijk (In Germany before the War). Ook Elvis Costello heeft plenty mooie teksten geschreven, die worden nog weleens onderschat.

Waar het om Dylan gaat ben ik nog altijd verbaasd dat mijn favoriete teksten van hem (tegelijk mijn favoriete liedjes van hem) zijn meegeschreven door ene Jacques Levy. Dan heb ik het over verhalende liedjes als Romance in Durango, Isis en Black Diamond Bay. Allemaal afkomstig van Desire, een album dat ik net wat spannender en muzikaal aantrekkelijker vind dan ander Dylanwerk. Maar goed, hele hordes muziekfans en -critici vinden zijn vroegere werk juist helemaal geweldig, dus ik zal er wel naast zitten .

avatar van Pageturner
4. Albert Camus

"Voor zijn belangrijke literaire productie, die met heldere eerlijkheid de problemen van het menselijk geweten van onze tijd belicht."

Geboren en getogen in Algerije was Camus de eerste Nobellaureaat van Afrikaanse bodem, maar natuurlijk staat hij vooral te boek als een Franse schrijver (het zou nog 29 jaar wachten zijn op de eerste echt Afrikaanse winnaar, de Nigeriaan Wole Soyinka.) Samen met Ernest Hemingway en Bob Dylan is hij ook de enige Nobelprijswinnaar die volop geromantiseerd wordt en een status als superster heeft. "Iedereen die in het Frans naar school gaat," vertrouwde een Franstalige Brusselse me ooit toe, "heeft een fase waarin die verliefd is op Albert Camus." Als je in een tijdmachine kon stappen, waarom zou je jezelf dan niet naar een Parijs café in de late jaren veertig flitsen om de schrijver met het kreukvrije pak en de strak gekamde haren in een verhitte discussie verwikkeld te zien met Jean-Paul Sartre en Simone de Beauvoir?

https://webservices.bibliotheek.be/index.php?func=cover&ISBN=9789023428756&VLACCnr=&CDR=&EAN=&ISMN=&EBS=3629217&coversize=medium

Toegegeven: L'étranger, die ene grote klassieker van hem, heb ik nooit uitgelezen. Ja, ik weet 't, word maar boos, maar ik raakte gewoon niet in het verhaal van die gevoelloze protagonist. Als het hoofdpersonage me koud laat, laat ook het verhaal me koud en dan haak ik halverwege af. Zijn andere grote klassieker La peste daarentegen, heb ik dan weer verslonden, toen het voor ons allemaal nog sciencefiction leek (of net iets uit een ver en middeleeuws verleden) dat een besmettelijke ziekte het leven in onze hedendaagse steden lamlegt. Hier is het Camus' stad, het Oran van net na de Tweede Wereldoorlog, die getroffen wordt door de Zwarte Dood.

Het begint met één dode rat en het escaleert al snel, waardoor de stad wordt afgesneden van de buitenwereld en de inwoners overgeleverd zijn aan elkaar. Maar Camus weet ook dat een litanie aan gruwel de lezer murw en daardoor gevoelloos achterlaat. Zijn personages gaan op zoek naar lichtpuntjes in hun grauwe bestaan. Er is Tarrou die, gevraagd naar wat het einde van de epidemie voor hem zou betekenen, glimlachend antwoordt "Nieuwe films in de cinema," terwijl hij het als zijn morele verantwoordelijkheid ziet om zijn medemensen bij te staan. Er is Bernard Rieux, die zich eveneens onverstoord blijft inzetten voor zijn stadsgenoten, niet omdat hij in God gelooft, maar wel in zijn plicht als dokter. En er is natuurlijk Joseph Grand die zich zelfs door de dreiging van de Zwarte Dood niet laat tegenhouden om te blijven schaven aan zijn literaire meesterwerk, waarvan hij, behalve een illustere beginzin, nog geen letter heeft geschreven.

Camus is bij uitstek een filosofische schrijver, maar heeft daar geen spervuur aan retorische vragen voor nodig, en evenmin essayistische uitweidingen waarin hij namen van andere denkers dropt. Camus laat zijn personages de grote vragen van het leven beantwoorden door hun daden: wat zou jij doen als je stad plots getroffen wordt door een dodelijke ziekte? Als de dood overal om de hoek loert? Als je medemensen hulp nodig hebben? Is het onze morele plicht als mens om ons in te zetten voor elkaar? Kunnen we zo dit bestaan, dat op zich geen enkele zin heeft, zin geven? Of redden we toch eerst en vooral ons eigen hachje? Daarmee biedt hij me meer stof tot nadenken dan zoveel andere filosofen die een boek menen te moeten schrijven. Misschien dien ik L'étranger dan toch maar een tweede kans te geven, want met La peste in de hand zeg ik: verdiende winnaar, die Camus.

avatar van handsome_devil
Ik ben ook wel verliefd geweest op Albert Camus. Nog steeds één van mijn filosofische helden. De Mythe van Sisyphus heeft zo ongelooflijk veel invloed op me gehad, niet normaal.

Gast
geplaatst: vandaag om 22:01 uur

geplaatst: vandaag om 22:01 uur

Let op: In verband met copyright is het op BoekMeter.nl niet toegestaan om de inhoud van externe websites over te nemen, ook niet met bronvermelding. Je mag natuurlijk wel een link naar een externe pagina plaatsen, samen met je eigen beschrijving of eventueel de eerste alinea van de tekst. Je krijgt deze waarschuwing omdat het er op lijkt dat je een lange tekst hebt geplakt in je bericht.

* denotes required fields.