De opvolger van het succesvolle Shuggie Bain volgt in grote lijnen hetzelfde pad, is dat erg? Nee, wat mij betreft niet.
Ook hier een zachtaardige knul, van 15, een drankzuchtige moeder, een afwezige (want overleden) vader en een gewelddadige broer en een lieve zus. De setting is wederom Glasgow in al zijn lelijkheid. Een verpauperde buurt waar protestanten een hekel hebben aan katholieken, verbitterd zijn omdat ze hun baan kwijt zijn geraakt dankzij Iron Maggie en daardoor zuipen alsof het een lieve lust is.
Moeder is een tienermoeder, op haar vijftiende kreeg ze haar eerste, op haar achttiende had ze er drie. En geen man. Moeder gaat zuipen, is alleen met zichzelf bezig.
Zo schetst Douglas Stuart opnieuw een beeld van low lifes in Glasgow, de uitzichtloosheid van in alcohol gedrenkte verloren levens, de hoop op verlossing bij een jongen die ontdekt dat ie op jongens valt.
Zijn moeder komt op het lumineuze idee om van haar jongste zoon een echte man te maken door hem met twee verlopen types die ze bij de AA ontmoet heeft op een vistrip te sturen. Dat is het ene deel van het boek, het andere deel is wat er aan vooraf gaat en uiteindelijk in de laatste hoofdstukken wat er na de Vistrip From Hell nog gebeurt. De vistrip meandert door het boek heen tussen de hoofdstukken door waarin beschreven wordt wat voor leven hoofdpersoon Mungo lijdt. Met lange IJ inderdaad.
Ondanks de overeenkomsten met Shuggie Bain een prachtig verhaal, anders genoeg en wederom verhalend over de donkere gewelddadige intolerante door alcohol en drugs geteisterde achterbuurten van Glasgow. Tienerouders, de haat tegen katholieken, egoïsme, opoffering, ontluikende jongensliefde, dodelijk geweld, de geur van drank walmt weer tijdens het lezen. Het leven van de pechvogels, de arme lui, de zatlappen, de werklozen, de buitengeslotenen, gezien door de ogen van een zachtaardig kind wat zijn zachtaardigheid dreigt te verliezen.
Ik hou wel van die onderbuikverhalen over de pechvogels, de Willy Vlautin ballades, deze rauwe Schotse ellende. Wederom een prima boek. Denk alleen wel dat het volgende Douglas Stuart boek een ander onderwerp dan een jochie en zijn zatte moeder moet hebben. Twee keer kon prima, ander verhaal, maar een derde keer zou het misschien toch wat teveel van hetzelfde beginnen te worden.