Djouma: Chien de Brousse - René Maran (1927)
Alternatieve titel: Djoema: De Hond der Wildernis
Frans
Politiek / Sociaal
253 pagina's
Eerste druk: Albin Michel,
Parijs (Frankrijk)
Djouma kan worden beschouwd als het vervolg van de roman ‘Batouala’ uit 1921. Het is geplaatst tegen dezelfde achtergrond en dezelfde personages keren er in terug: Batouala, het hoofd van de Banda-stam; Yassigui'ndja, zijn favoriete vrouw; Bissibi'ngui, zijn jonge rivaal; en Djouma, de hond van Batouala en hier de protagonist van deze roman. Djouma neemt opnieuw een belangrijke plaats in, in zijn positie van trouwe metgezel van het opperhoofd. In dit geval wordt de hechting van de hond Djouma aan zijn baas Batouala gebruikt om de politieke en sociale zorgen van de romanschrijver te kunnen laten doorklinken. Daarbij schetst Maran het probleem van de benarde situatie van de koloniale volkeren van Frans Equatoriaal Afrika onder de Franse overheersing. Bij die schets blijft er genoeg ruimte over om de plaatselijke zeden en gewoonte en het jungleleven, planten en dieren, te beschrijven.