De Ontwikkeling van Nietzsches Denken in de Jaren 1875/76-1889: Met Bijzondere Aandacht voor Zijn Uitspraken over Socrates en Plato als Voorlopers van het Christendom - Henk van Gelre (1998)
Nederlands
Biografie
429 pagina's
Eerste druk: Damon,
Best (Nederland)
Dit boek is het vierde en laatste deel van Henk van Gelre's 'Friedrich Nietzsche en de bronnen van de westerse beschaving', Ofschoon de delen een geheel vormen, behandelt elk deel een bepaalde periode en staat als zodanig op zichzelf. In het afsluitende vierde deel wordt de ontwikkeling van Nietzsches denken vanaf 1876 tot aan zijn geestelijke ineenstorting geanalyseerd en becommentarieerd, dus vanaf 'Menselijk A te menselijk' tot en met 'Afgodenschemering', inclusief 'Aldus sprak Zarathoestra', waarbij uitvoerig wordt ingegaan op de centrale thema's van dit boek: de hogere mens, de theorie van de wil tot macht en die van de eeuwige terugkeer van hetzelfde. Speciale aandacht wordt besteed aan Nietzsches uitspraken in zijn geschriften uit deze jaren over Socrates. Om Nietzsches Socratesbeeld, dat aldus ontstaat, te toetsen aan dat wat de antieke bronnen van hem geven en dat wat de hedendaagse specialisten zich van hem gevormd hebben, gaat de auteur op zoek naar de 'historische' Socrates, die vervolgens met het beeld, dat Nietzsche van hem geeft, wordt vergeleken. Het slothoofdstuk is gewijd aan de kritiek van Nietzsche op Plato als 'voorloper' van het christendom.