Silvain Salamon leerde ik kennen door dit interview in
De Standaard. Heel sympathiek komt hij er niet uit, maar mijn interesse voor zijn kortverhalen was wel gewekt.
De Joodse gemeenschap in België is immers een beetje een onbekende wereld: iedereen weet er wel van, maar niemand weet er echt iets over. Er zijn de boeken
Mazzel Tov en
Minjan van Margot Vanderstraeten, maar Joods-Belgische auteurs die over hun eigen gemeenschap en cultuur schrijven was ik nog niet eerder tegengekomen.
De mantel biedt dus een unieke inkijk onder de vorm van erg korte verhalen. Die zijn steeds anekdotisch van aard en lijken eerder gebaseerd op een idee, een flits van genialiteit, dan op een doorgrondende uitwerking van plot en personages. Laat dat de pret niet vergallen: deze bundel neemt een vliegende start met
Eenzaam tussen regen en zon, een absurde, droogkomische en tegelijk o zo trieste vertelling. Die ingrediënten komen het best samen in
Het nieuwjaarskaartje. Als je één verhaal uit deze bundel leest, laat het dan dit zijn. Salamon toont er ook zijn oog voor ontroerende details, en bovendien hou ik erg van deze stijl, met personages die detectives zijn in hun eigen leven.
Hier en daar kiest Salamon voor het experiment, zoals in
Let my people go! Je moet je hoofd erbij houden, in dit driftig in de tijd heen en weer schipperende verhaal. Maar in al zijn gedurfdheid is dit geslaagder dan de verhalen waarin de schrijver te veel op veilig speelt, zoals
De gemiddelde snelheid van de angst. Of
De Joodse flamingant, dat wel interessant is omwille van de historische feiten die erin voorbijflitsen, maar teleurstelt omdat de schrijver te dicht bij zijn personage blijft, dat ook te duidelijk op hemzelf gebaseerd is.
De mantel is dus een wisselvallige bundel, maar bevat genoeg verfrissende elementen om hem toch eens van onder het stof te halen.