Dit schreef ik op mijn
weblog enkele dagen na Reves dood:
Het 11-jarige jongetje Elmer is wanhopig op zoek naar vriendschap en doet verwoede pogingen de chaotische wereld van de volwassenen te duiden. Hij probeert greep te krijgen op de werkelijkheid om hem heen en zoekt daarbij contact met leeftijdgenoten. Maar beide pogingen falen jammerlijk. Orde scheppen in de chaos blijkt een onmogelijke missie en vriendschappen zijn er om te mislukken.
Alle aandacht voor Gerard Reve de afgelopen dagen deden mij naar een van 's mans oudste werken grijpen:
Werther Nieland (1949). Afwisselend worden
De avonden en deze novelle (in één boek met De ondergang van
De Familie Boslowits) als Reves literaire hoogtepunten genoemd. (Zelfs Harry Mulisch moest toegeven dat hij
Werther Nieland een geslaagd boek vindt.) En inderdaad, in een geheel andere stijl dan we later van hem kennen, is dit boek Reves oeuvre in een notendop.
Net als
De avonden speelt dit boek zich af aan het einde van het jaar. Slechts op summiere wijze komen de feestdagen voor in het boek, want de familie van Elmer viert die dagen blijkbaar niet. Met wat bijeengesprokkelde kersttakken en provisorische lampjes maakt Elmer nog een klein feestje in zijn slaapkamer, maar voor het overige zijn kerst en oud en nieuw volstrekt afwezig in het verhaal.
Elmer probeert allerlei vriendschappen te sluiten met buurtgenoten. Daarbij stelt hij zichzelf voortdurend op de voorgrond. Hij wil met jongens geheime clubjes oprichten, waarvan hij steevast de voorzitter moet zijn. De jongens degradeert hij tot bijwagens, zodat al die clubjes niet tot leven komen en hij steeds alleen achterblijft. Overigens laten de jongens hem niet altijd in de steek, even vaak stuurt Elmer de jongens weg, al dan niet met sneren en stompen en schoppen.
Tot Werther, een nieuwe jongen in de buurt, blijft hij aangetrokken. Na een stukgelopen vriendschap zoekt hij hem toch weer op. Daarbij heeft de rare moeder van Werther een onweerstaanbare aantrekkingskracht op Elmer. Werther wordt een soort ideaal, waarbij Elmer hem in gedachten zelfs als een broer ziet. Hier duikt dan ook de eerste homo-erotische vergelijking op die in latere boeken veel explicieter aan de orde komen. Dat Elmer Werther ondanks deze liefde en vriendschap soms ook slaat en schopt, verbaast ons in een Reve-boek allerminst.
Reve is meesterlijk in het beschrijven van deze kinderwereld. 'Noteren zonder interpreteren', is zijn schrijfstijl wel genoemd. Met Elmer lopen we door de wondere wereld waarop geen vat te krijgen is. Daarbij lopen de echte wereld en Elmers fantasiewereld in elkaar over. In een kinderversie beschrijft dit boek de zoektocht naar houvast, naar zin, zelfs naar religie. Dat laatste uit zich in de rituelen die Elmer verzint, maar waar hij wel veel waarde aan hecht. Tijdens die geheime rituelen, dan wel in een kolenhok, dan wel op zolder, worden dingen gezegd, opgeschreven, verstopt. Er worden kleine diertjes gemarteld en geofferd. Reve beschrijft het tot in detail zonder duiding.
Daarmee is dit een zeer fijnzinnig boek, tegenover de veel explicietere boeken die later nog zullen volgen. Het is mysterieus, mystiek bijna, maar ook donker en sinister. Absoluut de moeite waard om nu weer eens op te pakken en te (her)lezen om er nog een keertje bij stil te staan wat een grote schrijver Gerard Reve was.