Een van de betere kwartaalboeken, dit Things Fall Apart. Chinua Achebe heeft er slechts 147 pagina voor nodig om de(ze) lezer te verbazen. Hij doet namelijke veel, heel veel met die 147 pagina's.
Om te beginnen laat hij een volstrekt onbekende wereld zien, maar dan van binnenuit. Van een heleboel exotische gebruiken die volslagen belachelijk lijken voor een buitenstaander, begrijp je nu waar het vandaan komt. Dat maakt sommige van deze gebruiken niet minder grof (het dumpen van tweelingen is best een beetje bruut, het vermoorden van een gijzelaar daarentegen is een aloud gebruik). Maar echt veel grover dan onze eigen maatschappij? Mwah.
Verder laat Achebe zien dat deze mensen met deze vreemde gebruiken veel meer met ons gemeen hebben dan je zou denken. Alle fundamentele menselijke eigenschappen komen we hier tegen (niet dat dat zou moeten verbazen) en dat maakt deze roman heel herkenbaar. Angst, jaloezie, agressie, gezelligheid en een best gevoel voor humor, we vinden het allemaal terug. We zien hier zelfs een soort Afrikaanse variant op de interventie, wanneer de in zelfmedelijden zwelgende Okonkwo op het matje wordt geroepen door zijn ongeruste stamleden.
Meest verbazingwekkende aan deze roman vond ik de keuze voor een onsympathieke hoofdpersoon. Onze held Okonkwo is een simpele gast, die voor alle problemen dezelfde fijnzinnige oplossing heeft (knokken tot je erbij neervalt). Het is een enorme macho, die natuurlijk veel minder dapper is dan zijn 'verwijfde' zoon Nwoye (die het lef heeft om te rebelleren tegen deze bruut van een vent). Wat Achebe naar mijn idee hier overbrengt is dat er in moderne tijden geen plaats meer is voor dergelijke brute types. Okonkwo begrijpt dat zelf natuurlijk ook wel, het kwartje valt alleen een beetje laat.
Dit alles geschreven in glashelder proza, hetzelde soort proza waarmee onze clanleden hun wonderlijke verhalen aan elkaar vertellen (waarbij die van de vliegende schildpad mij het best beviel). Zoals ik al zei, wat mij betreft een van de betere kwartaalboeken!