Internationale doorbraak van Queneau, te danken aan de verfilming door Louis Malle, die de gekte van het boek een tandje hoger wist te schakelen (door hier en daar wat toe te voegen qua gebeurtenissen, waaronder een heuse achtervolging op de Eiffeltoren).
Maar goed, het boek, daar gaat het nu om. Queneau schrijft met haast kinderlijke eenvoudigheid (veel herhalingen + fonetisch geschreven spreektaal als - ik typ maar even de Nederlandse vertaling - munneer, kwilweten, noggus, tizzum etc. Het bevordert de snelheid van het boek, want je vliegt er als 't ware doorheen. Maar daarnaast verliest hij het literatuur aspect niet uit het oog. Met name de manier waarop dingen gezegd worden, worden benadrukt. Een jeugdboek is het niet te noemen als we getrakteerd worden op dingen als - en ik quote - " 'Je moet de zaak redelijk bekijken,' zegt Gabriël, wiens gesprekken soms naar een lichtelijk kantiaans getint thomisme neigden. En op het plan van de co-subjectiviteit overstappend, voegde hij eraan toe (...)" Ik denk niet dat veel jongelingen (laat staan oudere[n]) dit compleet begrijpt.
De stijl is snel. Queneau blijft amper stil staan om dingen te visualiseren, het zijn vooral dialogen met gescheld (amme gat, Zazie's favoriete uitspraak na iedere zin) die het hem doen. Gebaren worden vermeld met een simpele (gebaar) inclusief haakjes tussen het gesprokene door. En anders is het wel een volle pagina monoloog van oom Gabriël die je met de ogen doet knipperen.
Behoorlijk anarchistisch, maar veelal schaterlachende humor. Net als in de film, is de finale grandioos, heerlijk. Aanrader voor hen die de film omarmen, of gaan omarmen natuurlijk.
Zazie in de Metro is een stripboek met alleen maar tekstballonnetjes. Je daast, je daast!