Faust. Der Tragödie Zweiter Teil - Johann Wolfgang von Goethe (1832)
Alternatieve titel: Faust Zweiter Teil
Duits
Toneelstuk
Ideeƫnliteratuur / Psychologisch
309 pagina's
Eerste druk: Cotta’sche Verlagsbuchhandlung,
Tübingen (Duitsland)
In het tweede deel belanden Faust en Mephistofeles aan het hof van de keizer. Faust wordt rijk door Mephistofeles’ uitvinding van het papiergeld. Tijdens een van de vele hoffeesten wordt hem de mooie Helena voorgetoverd, het toonbeeld van klassieke schoonheid. Faust wil haar grijpen, maar zij blijkt een schim te zijn, die meteen vervaagt. Als hem later een kijkje in ‘de tijd’ wordt gegund, ziet hij hoe een van zijn oud-leerlingen een kunstmatige mens heeft gefabriceerd in een destilleerkolf. Nu vindt Faust een manier om Helena te zoeken. Het kunstmatige wezentje, Homunculus genaamd, wijst hem de weg naar het Griekse dodenrijk Hades, waar hij zijn schone Helena vindt. Hij neemt haar mee naar Duitsland, waar uit hun liefde Euphorion, de poëzie, geboren wordt. Euphorion sterft jong, als hij vol overmoed naar de zon probeert te vliegen. Helena keert dan met haar dode zoon terug naar Hades, het dodenrijk. Faust is voor de tweede keer zowel zijn kind als zijn geliefde kwijtgeraakt. Hij richt zich nu op goede werken ten behoeve van de mensheid. Hij verdiept zich in technieken van landwinning en overwint de zee. Zijn grote inpolderingproject, bedoeld om het overbevolkte Duitsland meer ruimte te geven, blijkt echter onschuldige mensenlevens te kosten. Dit doet Faust inzien dat elk menselijk streven naar ‘het hogere en betere’ kan mislukken.