Een Kei in een Rivier - Herman Van Campenhout (2001)
Nederlands
Jeugdboek
Sociaal
120 pagina's
Eerste druk: Davidsfonds,
Leuven (België)
's Middags op school voelt Heleen zich niet zo lekker. Daarom is ze blij toen ze de bel hoorde en naar huis ging. Ze dacht dat het thuis beter zou gaan. Thuis gekomen ging ze gelijk aan haar huiswerk maar het lukte niet, ze voelde zich te ziek. Haar moeder (Martine) merkte al dat er iets was en ze nam de koorts op. Die had Heleen wel, 39.8 graden zelfs. 's Nachts werd het niet veel beter, Heleen zweette heel erg. De volgende dag kwam de dokter. Die zei dat het gewoon een griepje was. Martine had nogmaals de doktor op zaterdag laten komen, want Heleen was nog steeds even ziek. Dit keer had hij bloed geprikt. Dinsdag zou Martine moeten bellen, als het ernstig zou zijn zou de dokter langskomen. Zondag kwam de doktor terug om haar nader te onderzoeken, Heleen had teveel witte bloedcellen in haar lichaam. De dokter zocht naar een infectie, die leidt vaak tot verhoging van het aantal witte bloedcellen. De dokter kon niks vinden en besloot dat Heleen opgenomen moest worden. Als Heleen die middag aan de telefoon zit met haar vriendin legt ze uit waarom ze opgenomen moet worden, haar vriendin Julie zegt dat haar neef dat ook had en dat ze dachten dat hij leukemie had.