Na het lezen van
Melnitz ben ik misschien wel voor het eerst blij dat op Boekmeter de titel consequent in de originele taal wordt weergegeven. Het boek kwam in het Nederlands uit onder de titel
Het lot van de familie Meijer, en dat getuigt mijns inziens van een grondig misbegrip van de roman.
Laat ik beginnen met te stellen dat Lewinsky mijns inziens niet 'een leuke familiekroniek' heeft geschreven. Het is niet zo'n boek waarmee we bekend zijn, zoals Geert Maks
De eeuw van mijn vader of
Het zwijgen van Maria Zachea van Koelemeijer. De roman laat zich beter vergelijken met Powers'
The time of our singing, dat handelt over de rassendiscriminatie in Amerika. Niet voor niets gaf Lewinsky zijn epos de titel
Melnitz mee; dat is de naam van de dode oom die in het gehele boek opduikt en die zijn familieleden op cynische wijze duidelijk maakt dat antisemitisme nooit verdwijnt. Hij is de meest constante factor in het boek, tegen het einde (jaren 1937 en 1945) misschien nog wat triomfantelijker dan daarvoor, maar toch dezelfde. Oom Melnitz is de spil, de rode draad, het refrein. Met zijn aanwezigheid hamert hij op het feit dat het lijden van de familie Meijer niet afkomstig is van het lot, maar heel gewoon van hun buren, hun stad- en hun landgenoten. De woorden 'lot' of 'lotgevallen' zijn in dit geval een vreselijk eufemisme voor antisemitisme in al zijn vormen. Wie deze scherpe, cynische rand van het boek niet proeft, die heeft Lewinsky niet begrepen.
Het personage van oom Melnitz is dus een van de sterke troeven die de Zwitserse auteur uitspeelt. Een tweede is de situering in Zwitserland. Niet in Duitsland bijvoorbeeld, of in Oost-europa, nee in het keurige Zwitserland dat verschoond bleef van de twee wereldoorlogen. Slechts zelden zijn de in het boek beschreven gebeurtenissen dan ook gruwelijk, er is geen sprake van grote pogroms, maar juist dat maakt het alledaagse antisemitisme zo pijnlijk. De derde troef, die samenhangt met de tweede, is de tijdsperiode die Lewinsky uitkoos. Het boek start in 1871 en loopt eigenlijk tot 1937. Wederom niet een periode van intensieve jodenvervolging, maar toch blijken er 700 pagina's mee te vullen. Het laatste hoofdstuk (1945) is meer een epiloog, waarin de familiegeschiedenis niet meer centraal staat. Hier heeft oom Melnitz zelf de hoofdrol...
Zoals hierboven ook gezegd is de schrijfstijl van Lewinsky goed. Het uitgebreide verhaal is vlekkeloos in elkaar gestoken, vol Joodse details en een veelheid aan personages. Een handvol indrukwekkende scenes (Chanele in de psychiatrische kliniek, de doop van Francois) en een aantal
fraaie zinnen maken het geheel compleet.
Melnitz is dus een sterk boek: aan de ene kant een vakkundig geschreven, boeiende familiekroniek en aan de andere kant een verontrustend relaas over het antisemitisme in de mens. Jammer dat de Nederlandse uitgever de waarschuwende ondertoon die het boek heeft probeert af te zwakken, en dat veel recensenten dit voorbeeld klakkeloos lijken te volgen.
Lewinsky schreef het boek dat eens in de zoveel tijd weer noodzakelijk is. Want wij hebben soms weer een oom Melnitz nodig, de oom die alles weet en niets vergeet.