Alweer zo'n fenomenaal boek van Stefan Hertmans. Op dezelfde manier als in Oorlog en terpentijn en De bekeerlinge construeert hij een historisch verhaal. Ditmaal dat van Willem Verhulst, een Vlaamse nationalist en collaborateur met de nazi's. Hij zou uiteindelijk uitgroeien tot één van de kopstukken van de Vlaamse SS. Zonder oordeel te vellen wordt de man neergezet als opportunistische loser, gespeend van empathisch vermogen en op ideologisch vlak verdwaald. Vlak voor zijn dood geeft hij bijvoorbeeld aan bijgelegd te willen worden in het graf van zijn eerste vrouw, een joodse die ruim voor de oorlog stierf. En zo geschiedde. Door de objectieve toon van Hertmans blijft Verhulst een beetje ongrijpbaar voor de lezer, die zelf mag uitzoeken wat hij nou van deze jodenjager vindt. Op mij maakt de man niet de indruk door en door slecht te zijn, eerder een dwalende persoon, zonder ruggengraat, met de behoefte ergens bij te horen en geplaagd door een flinke persoonlijkheidsstoornis.
De grote ster van het boek is echter Harmina Weijers, kortweg Mientje, Willem zijn tweede vrouw, moeder van zijn kinderen. Als een waar kunststukje van standvastigheid, als toonbeeld van fatsoen en zelfbeheersing, als rots in de branding voor haar omgeving, heeft ze mijn hart gestolen. Ze gruwelt van de handel en wandel van haar man en maakt hem dat ook in niet mis te verstane woorden duidelijk, maar zonder haar pacifistische idealen te verloochenen blijft ze samenleven met hem en na de oorlog, wanneer collaborateurs overal worden beschimpt, reikt ze hem zelfs de helpende hand. Een ronduit benijdenswaardige vrouw. Ontroerend ook dat haar dochters, als reactie op het boek van haar zoon, getiteld Zoon van een foute Vlaming, het boek Dochters van een fantastische moeder schreven.
Hertmans heeft zijn boek op een bijzondere manier geschreven. Hij vertelt het verhaal van een huis waarin zowel de familie Verhulst als hijzelf gewoond heeft. Heden en verleden lopen vloeiend in elkaar over, het verhaal van Verhulst is verweven met het verhaal van zijn eigen onderzoek, reconstructies van het leven van de hoofdpersonen worden afgewisseld met anekdotes uit het verleden van de schrijver zelf. Zonder aanhalingstekens, cursiveringen of speciaal daarvoor ingerichte hoofdstukjes worden gesprekken, gedachtes, stukjes correspondentie enzovoorts met elkaar afgewisseld. Maar nergens wordt het warrig, het is altijd helder wat er door wie gedacht of gezegd wordt en wanneer en in welke context. En ook waar het de werkelijkheid betreft of juist de fantasie van de schrijver. Het levert een enorm bruisend boek op. Erg knap gedaan!
Op het laatst mag zelfs Bart de Wever nog even opdraaien, huidig voorzitter van de grootste Vlaamse nationalistische partij. Hij schreef de laudatio, een soort lofrede, voor Griet Latomme ter ere van diens negentigste verjaardag, waarin hij zijn bewondering voor haar nauwelijks in woorden uit blijkt te kunnen drukken. Het 'toeval' wil dat Griet de minnares van Willem Verhulst was en later diens derde echtgenote werd. Maar bovenal was het een behaagzieke vrouw die haar collaboratie met de nazi's altijd heeft geromantiseerd, tot haar dood het nazisme heeft bewierookt en de smakeloze soep in de gevangenis vergeleek met jodenzweet. Ik realiseerde me sinds lange tijd weer eens hoe absurd het toch is dat mensen zoals De Wever zo'n prominente plaats kunnen innemen in het huidige politieke landschap (hij schijnt nu burgemeester van Antwerpen te zijn, het kan verkeren). Ik zal maar zwijgen over Wilders en Baudet.