
Båten om Kvelden - Tarjei Vesaas (1968)
Alternatieve titel: De Boot in de Avond
Noors (Nynorsk)
Ideeënliteratuur
176 pagina's
Eerste druk: Gyldendal Norsk,
Oslo (Noorwegen)
Filosofische roman over de strijd tussen mens en natuur In zijn laatste, meest persoonlijke roman weet Tarjei Vesaas proza en poëzie te verenigen. Alledaagse scenes, dromen en visioenen wisselen elkaar af en vormen samen een indringend levensverhaal. De betovering van de dans van de kraanvogels, de eendrachtige samenwerking tussen vader, zoon en paard in een besneeuwd bos, de oude, zwijgzame vriendschap met een steen: Vesaas neemt je mee in zijn wereld en geeft je toegang tot zijn intiemste gevoelens en gedachten.

De rivieren knabbelen aan hun oevers op hun reis.
De smaller wordende oevers verliezen hun naam.
Na het prachtige De Vogels is dit mijn tweede van Vesaas. Het is zijn laatste en meest persoonlijke roman. Tenminste als je een boek dat is samengesteld uit twee prologen en zestien korte verhalen een roman kan noemen en dan nog deels in dichtvorm.
Het eerste verhaal Zoals het in je herinnering staat gegrift beschrijft een aangrijpende jeugdherinnering van de schrijver. De verhalen die volgen zijn abstracter en het op een na laatste verhaal De melodie is weer zo'n jeugdherinnering.
De verhalen De drenkeling en de spiegels en Het hart ligt naakt bij de grote weg in het donker, waar ook sprake is van een boot, vind ik de mooiste. In het eerste is het de redder in nood en in het tweede staat de boot symbool voor de dood.
Vooralsnog, alsof het onoverwinnelijk was, ligt het hart bij de weg naar donkere stromen. Naakt en wachtend op het volgende.
Wat dat ook mag zijn.
Vesaas schrijft in poëtische zinnelijke beelden over de natuur. Het zijn verhalen (of een roman dat maakt mij niet uit) die je kan blijven lezen... er zit veel in om van te genieten.
Je over het water en de spiegels buigen.
Ze glinsteren en verleiden.
Langzaam het slib tegemoet glijden? Niet denken. Niet denken. Uit het slib komen? Niet denken. Was het slib verleiding? Niet denken. Onbekend wat vleit en verleidt.
(fijn ook om zo'n stukje over te schrijven)
Het doet me denken aan de keer dat mijn vriendin mij probeerde te introduceren aan ballet. De eerste keer: Ferro Dome, ronddraaiend podium, acrobatiek, livemuziek van de Nits, één en al spektakel; topavond! Alle andere voorstellingen die ik daarna bezocht vielen tegen. Blijkt dat ik gewoon van bombastisch entertainment houd en niet van ballet of moderne dans.
Af en toe een mooie zin, een mooi beeld, waar ik iets langer bij bleef hangen ("Het landschap had net zijn heldere, vaste dagvorm gekregen met alles op zijn plaats."), maar meestal was ik na enkele pagina's in het verhaal mentaal al compleet afgehaakt.
Zoals ik al begon: ik weet niet wat ik ermee aan moet. Mag ik dit beoordelen? Vraag je iemand die niet van chocola houdt om een chocoladeletter te recenseren?
Zinnen stuk voor stuk zijn vaak nog wel te begrijpen, maar twee zinnen aaneen wordt al lastiger omdat er geen logisch vervolg in lijkt te zitten. Zo wordt dit voor mij vooral een leeg werk waar ik inhoudelijk niets me kon, maar ook de zinnen stuk voor stuk vond ik vaak niet heel sterk. Er ging niets leven, geen beeld dat werd opgeroepen, geen zeggingskracht in de woorden. Ja, een enkele keer. Bijvoorbeeld "Mooie meisjes. Voor een jongen heeft dat woord alleen al een betoverende klank" in het laatste hoofdstuk, een hoofdstuk dat sowieso veruit het beste was omdat dat voor zeker de helft de plot wat meer op de oppervlakte heeft liggen.
Ik snap m'n bovenganger wel, moet ik dit nu voorzien van een sternotering? Ik ben immers geen poëziekenner, laat staan liefhebber. Maar ik ben ook geen literatuurrecensent, slechts iemand die zijn beleving hier neerzet, inclusief stem, of dat nu toneel van Shakespeare is, poëzie of een 19e-eeuwse Russische roman. 1,5*.

Maar wanneer dit je niet aanspreekt kan je er beter niet aan beginnen... dan wordt lezen tot een kwelling. Lees alleen de boeken die je wel aanspreken wil ik iedereen van harte aanraden. Je leest toch om ervan te genieten? Ik in ieder geval wel.
Lees alleen de boeken die je wel aanspreken wil ik iedereen van harte aanraden. Je leest toch om ervan te genieten? Ik in ieder geval wel.
Voor mezelf sprekend: niet helemaal. In dat geval zou je steeds weer bij hetzelfde soort boeken uitkomen. De charme is (ook) je horizon beetje bij beetje te verbreden. Daar hoort bij dat je af en toe tegen iets aanloopt waarvan je je tijdens het lezen afvraagt wat je er in vredesnaam mee moet. Het mooie is dan weer dat het je aan het nadenken zet over wat er dan niet in aanspreekt, zoals bovenstaande lezers doen, waarmee je je eigen smaak weer beter leert kennen.
Ik ben hier overigens nog steeds benieuwd naar.

Maar toen kwamen de eerste berichten los over dit boek en werd ik toch benieuwd. Toen bleek al snel dat er van die plotomschrijving geen pepernoot klopt. Dit gaat niet over de strijd tussen mens en natuur, eerder over de strijd tussen de mens en zijn eigen menselijke natuur, met de Noorse natuur als groots en relativerend decor. En die eendrachtige samenwerking tussen vader, zoon en paard? No way. De vader en zoon leven in hun eigen afgebakende wereldje en zijn eerder lichtelijk vijandig tegenover elkaar. Het paard interesseert het allemaal geen paardenhol wat die mensen daar doen, die gaat gewoon zijn eigen gangetje.
Dat verhaal over zoon en vader en paard hoort bij de meer geslaagde verhalen in deze ‘roman’. Er is ook een schitterend verhaal over een mislukte zelfmoordenaar die, als in een bescheiden Noorse ‘Heart of Darkness’, een rivier afdrijft, met bijtende vissen onder zich, een aasetende vogel boven zich en een hond die hem al of niet goed gezind is. Er zijn ook mooie verhalen over een verdrietig meisje in de sneeuw, over dode soldaten in de wassende regen, over de ontmoeting tussen jongen en kraanvogel. En dan nog het vrolijke verhaal over een verspilde dag in een armoedig zaaltje, waar een dorpsraad voor de zoveelste keer bijeenkomt over een hond die al dan niet heeft geblaft bij slagerij Sirius. Een verhaal dat je fantasie flink aan het werk zet, want de combinatie van hond en slagerij voorspelt weinig goeds.
Maar niet alles is even geslaagd. Het verhaal over de kraanvogels had flink wat korter gemogen. Bovendien lukt het Vesaas nooit om de dans van de kraanvogels adequaat te omschrijven (daarvoor moest ik toch echt YouTube raadplegen). Maar er zijn ook verhalen die doen vermoeden dat Vesaas in een vette Ayahuasca-trip is blijven hangen en vanaf die plek over de wereld is gaan orakelen. Verhalen zoals ‘De stenen droom’ en ‘Woorden en woorden’ die dermate abstract zijn dat ze van iedere betekenis en zelfs iedere intuïtie zijn ontdaan.
Maar toch… Als je, zoals …stilte... hierboven al aangeeft, dit boek een beetje de tijd geeft, kan het echt een bijzonder genoegen zijn het te lezen. Een poëtisch geheel, dat zich telkens beweegt tussen licht en duisternis. Het licht van de moeder, de duisternis van de vader. Het licht van een zomerse ochtendwandeling, de duisternis van een stormachtige nacht, wanneer existentiële angsten alleen maar bedwongen kunnen worden door herinneringen aan betere tijden. Het licht van de oogsttijd in augustus, de duisternis van een weifelende zelfmoordenaar, spartelend onder de oppervlakte van het water.
Uiteindelijk past dit Kwartaalboek wel weer prima in onze mooie traditie. Origineel, onbekend en uitdagend. Niet heel toegankelijk, maar prima te lezen als je er je tijd voor neemt. En met meningen die als dag en nacht verschillen...
De eerste kus / verliefdheid / aanraking vind ik persoonlijk moeilijk om te verwoorden, maar Vesaas heeft een puike dienst verleend.

In veertien verhalen (of zijn het hoofdstukken?), sommige van slechts enkele pagina’s lang, andere wat langer, staat telkens een personage en zijn verhouding tot zijn omgeving centraal. Of het hier telkens hetzelfde personage betreft, is onduidelijk. Soms zijn de personages tegen hun wil speelbal van hun omgeving, maar vaker onderwerpen ze zich vrijwillig aan een omgeving of natuur die zich niet laat beteugelen. Soms wordt het personage één met die omgeving, andere momenten is er sprake van een zekere strijd om zijn omgeving te (om)vatten. Sommige verhalen zijn zeer abstract, andere kennen een wat gangbaarder verloop.
Lees verder
Het zijn wel heel persoonlijke gedachtenstromen. Soms had ik het gevoel dat ik de schrijver en zijn omgeving eerst zou moeten kennen om alles te begrijpen.
Vesaas is de meester van stream of conciousness , bijna stream of unconciousness , zoals in het verhaal over de drenkeling (en dat verhaal was nog goed te volgen. In ‘De stenen droom’ was ik totaal verloren). Tussen de regels door lezen bevalt me wel en zolang ik nog maar een vaag idee had waar het over ging, kon ik genieten van de mooie taal.
