Groot Verhalenboek - Godfried Bomans (1977)
Nederlands
Verhalenbundel
Sprookje / Thriller
168 pagina's
Eerste druk: Elsevier,
Amsterdam (Nederland)
Deze bundel, met een inleiding verzorgd door Harry Prenen, bevat, naast "Wonderlijke Nachten" en "Het Doosje", vier nieuwe verhalen, die respectievelijk eerder tussen 1935 en 1945 in studentenbladen als "Tolle Lege" en "Propria Cures" verschenen. In "Het Carillon van Boroewin" maken wij kennis met Iwan Boroewin, die door zijn zonderlinge verschijning (met een enorm, bulterig hoofd) en gedragingen (waaronder nachtelijke dwalingen) als de dorpsgek wordt beschouwd. Door zijn virtuoze pianospel wordt hij echter in de stad beroemd als muzikant, en onaantastbaar in deze roem. Wanneer men een nieuw carillon in de stad wil bouwen, krijgt Boroewin de leiding over de uitvoering van de constructie toevertrouwd. Wat volgt, is een waanzinnige schepping. In het schertsstukje "De Student en de Dokter" worden de problemen van het leven door de personages doorgenomen, en belicht vanuit verschillende gezichtsvelden. In "Een Bekentenis" krijgen we een fictief manuscript onder ogen, dat dienst doet als "de biecht van het gekwelde geweten" van ene Dr. Hicks, die in zijn studententijd een dwaze weddenschap sloot met een vriend, op een nacht bij een derde vriend te gaan inbreken, met het idee later de buit weer aan de eigenaar terug te sturen. Door een vergissing eindigt de inbraak met een onbedoelde afloop, waaraan de geneesheer zijn gehele leven een gewetensconflict heeft overgehouden. "Het Duel" vertelt van een Russische officier, die overgeplaatst wordt naar een afgelegen garnizoen, waar de soldaten slechts slapen en drinken. Plotseling verschijnt een raadselachtige vreemdeling, die allen uit hun lethargie meesleurt in de hartstocht voor het kaartspel naar de onvermijdelijke afgrond van steeds hogere inzetten en steeds onbesuisder risico's. Dit eindigt in met het titelduel, dat een geheimzinnige afloop kent.