Soms duurt het even voordat ware meesterschap zich toont. Het is alsof je uren vaart om bij dat onbewoonde eiland te komen waar, volgens de verhalen, het meest helder blauwe water zich zou bevinden. Onderweg vraag je je veelvuldig af waarom je je in hemelsnaam hebt laten overhalen, waarom je op het stompzinnige idee bent gekomen om te vertrekken en net op het moment dat je denkt aan terugvaren dan doemt daar ineens het eiland op en een uur later weet je dat het het allemaal waard is geweest.
Zo ging het ook tijdens het lezen van The Easter Parade van Richard Yates. In het boek volgen we de levens van de zussen Sarah en Emily. Compleet verschillende personen die uiteenlopende levens leiden. De openingszin legt meteen een bom onder het verhaal: “Neither of the Grimes sisters would have a happy life, and looking back it always seemed that the trouble began with their parents’ divorce.” Dan ontvouwt zich een schijnbaar doorsnee verhaal waarbij beide zussen worden gevolgd in de keuzes die ze maken. Maar wat lang triviaal lijkt, krijgt gedurende het verhaal steeds meer gewicht. De karakters kruipen langzaam onder je huid. Zo langzaam, zo geniepig, dat ik even naar adem moest happen bij een passage op drie kwart van het boek. Het kwam volkomen onverwacht. Op slinkse wijze was ik het verhaal ingezogen en nu, eenmaal gevangen, zou het me niet meer los kunnen laten.
Hoe heeft Yates dat voor elkaar gekregen? Ten eerste maakt hij grote sprongen in de tijd. In een paar zinnen ben je soms ook een paar jaar verder. Yates is een meester in het schrappen. Wat hij vervolgens doet is haarfijn inzoomen op de sleutelmomenten in de levens van de zussen, waar bij hij de tijd neemt die nodig is om bij de hoofdpersonen in het hoofd (of onder de huid) te komen. Daar heeft Yates bij Emily meer ruimte voor nodig dan bij Sarah, al was het maar omdat je door de ogen van Emily de situatie van Sarah goed kan inschatten, zeker ook omdat Sarah die zelfreflectie amper lijkt te hebben. Als op een gegeven moment, in een schrijnende situatie, duidelijk wordt hoe het met Sarah gaat zijn het die kleine, fijnzinnige momenten waarop Yates zijn meesterschap toont. Zo zegt Emily op een gegeven moment: “you’re going to have to tell me a few things”. In zo’n zinnetje zit zo veel finesse. Het zegt namelijk ook dat er lange tijd te weinig is gezegd. Het zegt ook dat ze ondanks alles, ondanks jaren van weinig contact, ondanks de grote verschillen, altijd nog elkaar hebben. En tegelijk legt het gesprek wat volgt meteen een breekbaarheid bloot, een breekbaarheid die al tijden sluierend op de loer ligt.
Na dat moment wil je het boek in één ruk, ademloos uitlezen, ook al weet je, en dat wist je al na de openingszin, dat je weinig opbeurends meer mag verwachten. Terwijl je verder leest realiseer je je dat Yates tot in de nerven van het mens-zijn is doorgedrongen en als je nog niet zeker van was van zijn kunde, laat hij je alleen met een meesterlijke slotzin die nog wel even nadreunt.