
La Sombra del Viento - Carlos Ruiz Zafón (2001)
Alternatieve titels: De Schaduw van de Wind | El Cementerio de los Libros Olvidados 1 | Het Kerkhof der Vergeten Boeken 1
Spaans
Historisch
576 pagina's
Eerste druk: Planeta,
Barcelona (Spanje)
In het oude centrum van Barcelona ligt het Kerkhof der Vergeten Boeken. Daniel Sempere wordt door zijn vader, weduwnaar en boekhandelaar, meegenomen naar deze geheimzinnige, verborgen wereld van verhalen. Vanaf dat moment neemt Daniels leven een wending die hij niet had kunnen voorzien. Hij mag een boek uitzoeken en kiest De Schaduw van de Wind, geschreven door een zekere Julián Carax. Het boek laat hem niet meer los, ook al schudt de wereld tijdens het grauwe Franco-regime om hem heen op zijn grondvesten.
- nummer 81 in de top 250
Vooralsnog 4,5*
Het is allemaal een beetje teveel. De Schaduw van de Wind is zo'n boek waarin op elke straathoek een tram op een 'tiende van een seconde' voorbijraast aan een even extravagant (toegegeven, Fermin heeft wel wat) als eendimensionaal personage, die zich juist spoedt naar de volgende plotwending en ondertussen minstens drie beeldschone vrouwen zoent. Bij wijze van spreken.
Jammer is het wel. Het boek begint zeer boeiend, is spannend en meeslepend maar sommige dingen pik ik als lezer gewoon niet. De ontknoping bijvoorbeeld: we laten onze hoofdpersoon zich in de baan van het schot werpen et voila, alle problemen zijn opgelost!
Ik had er simpelweg meer van verwacht dan de plezierige page-turner die De Schaduw van de Wind is. Goeie ingredienten, verkeerde dosering. 3*
Anderzijds was ik een beetje verbaasd over (of teleurgesteld in) de tweedimensionaliteit van enkele facetten van het boek. Zo wordt er een aantal ideeën op tafel geworpen die veelbelovend zijn, maar die vervolgens ijskoud worden opgeofferd aan het grote geheel en er dus als losse voetnootjes bij bungelen. Ook voelen sommige karakters die ten tonele verschijnen te karikaturaal cq. cliché aan om als echte mensen serieus genomen te kunnen worden. Me dunkt dat Zafón hier een beetje is doorgeschoten in het modelleren van zijn verhaal naar Shakespeariaanse standaarden.
Tot slot kon ook mij het einde niet geheel tevreden stellen en kwam het inderdaad, zoals iemand hier reeds opmerkte, over als een soort van anticlimax. Het was ook net iets teveel van het goede, dat kon zelfs het stilistische geweld niet meer rechtbreien. De allerlaatste zinnen vond ik dan wél weer erg mooi en passend.
Nu zou ik nog niet weten of dit boek een leven op lange termijn beschoren is. Het lezen zelf was een rush, maar ik merkte bij de onderbrekingen al lichtjes dat de gebeurtenissen en personen zich geenszins makkelijk buiten de kaders van het verhaal lieten tillen. En dat is toch waar literatuur toe in staat moet zijn. Toch kon ik het ook weer niet wegleggen, daarvoor was het te boeiend.
Voor nu een ambivalente 3,5* maar, al hangt het wel naar de 4*. Nog even over nadenken.
Maar toch, maar toch, maar toch. Er is iets vreemds aan de hand met deze Schaduw van de Wind. Als je vergelijkbare romans leest (avontuurlijke romans waarin de hoofdpersonen op zoek gaan iets of iemand) valt op dat het uiteindelijke doel zoveel hoger ligt dan hier. In die romans is de inzet een testament (The Quincunx), een moordenaar (De naam van de roos) een veilige konijnenhaven (Watership Down). Die inzet vormt dan het stipje aan de horizon waar je als lezer naartoe leest en wat er voor zorgt dat je bladzij na bladzij verder gaat.
De Schaduw van de Wind kent niet zo’n hoge inzet. De hoofdpersonages zijn op zoek naar, ehm, informatie over het leven van een schrijver. Waarom? Omdat die zo’n aardig boek heeft geschreven. Omdat ik een tamelijk trage lezer ben, iedere dag een hoofdstukje, vroeg ik me iedere dag weer af waarom onze helden toch alweer zulke risico’s namen. Om vervolgens te concluderen dat het nauwelijks ergens om ging.
Misschien dat Zafón de inzet zelf ook wat laag vond, want iets voorbij de helft confronteert hij de lezer dan wel met een stipje aan de horizon, een enorme stip zelfs. Op pagina 347 verzucht het hoofdpersonage onverwacht 'Binnen zeven dagen zou ik dood zijn'. Dat is nogal een mededeling, zeker gezien het vertelperspectief. Als je dan uiteindelijk leest waar het over gaat het personage was een minuutje klinisch dood voel je je een beetje bekocht. Ik tenminste wel.
Het is niet het enige literaire trucje dat Zafón gebruikt. De laatste pagina is ook al zo’n trucje, bedoeld om de boel weer netjes rond te krijgen. Door dit soort trucjes zie je te duidelijk de hand van de schrijver, alsof je niet alleen de marionetten ziet maar ook de speler. En dat haalt dat de kracht een beetje uit deze roman. Voor mij blijft daarom De Stad der Wonderen van Eduardo Mendoza hét boek over Barcelona. Hoe aardig deze Schaduw van de Wind verder ook is.
Een ware topper! Ook op het gebied van 'personagering', hierbij vooral knipogend naar Firmín

De manier van vertellen vind ik leuk, maar soms ook verwarrend. Steeds verschillende vertellers geven hun kant van het verhaal weer, zodat je eigenlijk allemaal losse verhalen krijgt die toch met elkaar verbonden zijn. Daarnaast heb ik ook nog eens een zwak voor verhalen over boeken, dus dat is ook mooi meegenomen. Probleem in dit geval is dat ik soms niet meer wist wie in het boek nou waarvan op de hoogte was. Het overzicht is op een gegeven moment ver te zoeken. Dat heeft echter wél tot gevolg dat je zo snel mogelijk verder wilt lezen om het toch maar allemaal te begrijpen, en dat is zeker ook een kunst!
Het door Nuria Montfort geschreven gedeelte vond ik heel mooi en waarschijnlijk ook het ingrijpendste deel van het hele boek. Daarna volgt niet meer zo heel veel, maar het einde vind ik toch een beetje tegengevallen. Het principe van 'de geschiedenis herhaalt zich' wordt naar mijn zin iets te ver doorgevoerd. Ik had gehoopt op een iets dramatischere ontwikkeling met Bea, maar zij bleek gewoon óók al onverwacht zwanger te zijn. Ik kan niet bepaald zeggen dat dat nou als een schok kwam. Overigens vind ik het einde ook iets te makkelijk gaan, het had van mij ook wel iets minder goed mogen aflopen. Al met al vind ik het verhaal van Julián interessanter dan dat van Daniel zelf. Toch zijn er genoeg parallellen tussen die twee, en een boel vermakelijke nevenpersonages die het geheel nog verlevendigen. Sommige delen van het verhaal, en dan met name het idee van een verborgen bibliotheek (of kerkhof, hoe je het noemen wilt) deden me wel eens denken aan De Naam van de Roos, hoewel dat in bepaalde opzichten juist weer een heel ander boek is.
Zafón kan zeker goed schrijven, zijn taalgebruik is aangenaam en vermakelijk en hij heeft zeker gevoel voor sfeer. Hij maakt het je totaal niet moeilijk om je het leven in het Barcelona van vlak na de oorlog voor te stellen. Hij houdt van zijn personages en hij houdt van de stad, en dat laat hij merken ook. Samen met het verhaal dat misschien niet altijd briljant is maar toch intrigerend genoeg, zorgt dit voor een leesbaar boek dat ongetwijfeld bij veel mensen in de smaak valt.
Heel de opzet van het verhaal , noch de personages heb ik ooit 'geloofd', een beetje 'bordkartonnen' figuren die een ongeloofwaardig pad bewandelen.
Tegenvaller voor mij.
De eerste drie bladzijdes las ik echt met chagrijn weg. Het kwam me teveel over als een poging om als García Márquez te schrijven. De stijl van schrijven komt erg overeen en hij gebruikt veel dezelfde woorden. Zelfs de openingszin vond ik al doen denken aan die van Honderd Jaar Eenzaamheid, en wat is dit kerkhof voor vergeten boeken nou voor Harry Pottergedoe?
Vanaf Hoofdstuk 1 liet ik dit vallen en op de eerste middag las ik zo'n 120 bladzijdes.
Hoewel ik nog wel af en toe dacht dat Carlos Ruiz Zafón iets geleend had uit het werk van garcía Márquez, stoorde dit me niet meer en ik redeneerde dat de boeken misschien door dezelfde persoon vertaald waren wat kan verklaren waarom ik ze zo overeen vond komen.
Ik ken Nelleke Geel haar staat als vertaalster niet en mijn Spaans is niet goed genoeg om het boek in de originele taal te lezen, maar zwakteboden aan dit boek vind ik dat - behalve Fermín - alle personages dezelfde stem lijken te hebben. Sommige woorden of beschrijvingen worden ook net iets te vaak herhaald doorheen het boek waardoor ik me afvraag of de schrijver/vertalen geen andere bijvoeglijke naamwoorden meer kon verzinnen.
In sommige gevallen waarbij meerdere mensen tegelijk iets doen, vond ik het soms wat onduidelijk wie nu precies wat deed en hoe ze dat kunnen doen. Bijvoorbeeld in de grote vechtscene tegen het eind waar Fumero, Carax, Palacio, Beatriz en Daniel tegenover elkaar staan in het Aldaya-huis. "Fumero's revolver is weggeschoten, hij vraagt om dat van Palacio maar die schudt nee maar een second later heeft hij het toch in zijn handen. Waar stond Beatriz dan als Fumero hierbij net langs haar heen rent maar zij hem niet kon zien?", en hoe ontsnapt Carax nou uit dat café als Miquel na een gevecht uit het raam valt?
Wat ik echter sterk aan het verhaal vond, was dat het tot de laatste sectie spannend en interessant blijft maar nergens te geforceerd aanvoelt. Ergens halverwege neemt de aard van het boek een nogal bizarre wending die je vooraf niet zo gauw had bedacht. Wat eerst een min of meer romantisch verhaal was, verandert halverwege in een detective-thriller - niet twee genres die ik snel zelf zou lezen, dus door deze elementen zo opeens in het boek te verwerken werd ik echt aangenaam verrast.
Wat ik ook erg verfrissend vond is dat het boek is geschreven rond het 2000, maar het zich voor het grootste gedeelte allemaal voor 1950 afspeelt. Hierdoor kan de schrijver enkele hedendaagse visies op zaken inbrengen die aanvoelen alsof ze voor die tijd heel onorthodox en wijs waren.
Enfin, dit klinkt misschien wat al te kritisch allemaal, maar dat komt vooral door de teleurstelling: lange tijd dacht ik namelijk in een pareltje bezig te zijn, maar het bleek uiteindelijk niet meer dan een vernuftig en mooi geschreven detectiveje/liefdesromannetje zonder verdere diepgang. Ik had in een bijna 600 pagina's tellend verhaal over een jongen die de weg naar volwassenheid bewandeld ook wel iets meer persoonlijksheidsontwikkeling verwacht, maar ik krijg de indruk dat alleen de hormonen in die jaren aan verandering onderhevig waren. Hoewel een pil, uiteindelijk dus toch een vrij 'dun' boek. Maar het dient gezegt: ik kon het moeilijk wegleggen en zat meerdere keren met ingehouden adem te lezen. Dat Zafon kan schrijven staat buiten kijf. Niettemin laat ik zijn verdere romans aan mij voorbij gaan denk ik.