Met nog honderd bladzijden te gaan werd ik erop gewezen dat het verhaal nep zou zijn. Alles zou verzonnen zijn. Fictie. In eerste instantie voelde ik me een beetje verraden al had ik het kunnen weten. In de beschrijving van het bibliotheekkaartje aan de binnenflap van het boek stond dat het boek deel autobiografisch was. Maar toch, het deed zich voor alsof het allemaal echt gebeurd was. Ik besloot op onderzoek uit te gaan. Ik vond een mooi stuk uit de Groene Amsterdammer waarin ik las dat vooral Oprah Winfrey het boek eerst had opgehemeld, maar toen ze er achter kwam dat er gedeeltes uit het boek nep waren, was haar mening veranderd. Frey had in eerdere uitzending op de amerikaanse televisie aangegeven dat alles waar was en nu dat niet zo bleek te zijn moest hij door het stof bij tante Oprah. Het boek bleek grotendeels wel degelijk autobiografisch te zijn en dus kon ik redelijk gerust gesteld weer verder te lezen.
Maar was het maar verzonnen, was het maar alleen maar fictie geweest, want moet het een pijnlijk leven zijn geweest. Frey beschrijft op een rauwe, hartverscheurende manier nietsontziend over de verslaving aan alles wat God verboden heeft. Hij schrijft over de relatie met zijn ouders, over de dingen die hij (onder invloed) heeft gedaan. Hij beschrijft zijn Furie die het soms overneemt van zichzelf. Langzaamaan werkt hij richting het moment waarop ook duidelijk wordt wat wel eens de oorzaak geweest zou kunnen zijn van de verslaving. Samen met zijn ouders komt hij erachter dat de oorzaak wel eens zou kunnen liggen bij oorproblemen die hij had tijdens zijn eerste twee levensjaren. Hij had alles bij elkaar geschreeuwd, maar er was geen arts achter gekomen in de eerste jaren van zijn leven. Was het daar ontstaan?
Al was het allemaal fictie, ik heb van het boek genoten. Frey heeft me bovendien geïnspireerd om me toch eens wat meer te verdiepen in het taoïsme.