Reve is een meesterlijk stilist. Zijn grappen getuigen niet alleen van een grote schare aan humor, maar ook van taalkundigheid. Hij was van dezelfde leeftijd, zij het een stuk jonger. Hiermede haalt hij clichés en afgezaagde taalprocedures genadeloos onderuit. Ja, van dat soort humor houd ik. Het is zo simpel, maar je moet een Reviaan zijn om erop te komen. En dat is niet iedereen gegeven.
In de tweede helft van deze autobiografische roman valt Reve helaas te veel in herhaling. Dan wordt het flauw. Ook dat heeft zijn functie, zou je kunnen betogen, en af en toe heeft het dat ook, maar het effect van dit eindeloze, melige gedram op de lezer neemt vanaf een bepaald moment exponentieel af. En dan heb ik het vooral over zijn begeerte naar jongens, die in eerste instantie nog met bijzondere taalkundige finesse alsmede op emotioneel front hoogstaand worden uitgewerkt. Wanneer hij zich echter rechtstreeks tot de lezer wendt, blijft het altijd wel vermakelijk.
Ik snap overigens niet waarom dit het Boek der Boeken geheten moet. Ja, centrale thema's uit het leven van Reve komen wel voor - zijn slechte relatie met zijn broer, het communistische milieu waar hij altijd zo op gespuwd heeft, zijn homoseksualiteit en bekering tot Rooms-Katholieke Kerk- maar het zijn niet deze onderwerpen die blijven hangen. Het is gewoon een grote gedachtevloed, die zich ongebreideld en zonder ontwaarbare logica manifesteert, daarbij ijlings herinneringen uit Reves verleden meevoerend.
Nu zie ik overigens hoezeer Herman Brusselmans is geïnspireerd door Gerard Reve. Beiden bedienen zich van een aantal ingrediënten die het stutwerk van oeuvre behelzen: eindeloze hersenscheten die als een tank door een miniatuurhuis donderen, op papier worden gestift dat het een aard heeft, onophoudelijke taalkundige running gags, de constant aanwezig ironie, maar tegelijkertijd ook niet te flauw zich van tijd tot tijd wenden tot oprechte, emotionele mijmeringen en zielenkronkels die iets zeer zoetigs meedragen. Talent om hun gevoelde leed zwaar te laten wegen op de lezer hebben beide virtuozen niet, maar hé, wat kan je anders met al dat levensleed aanvangen dan het maar te relativeren.
Herman Brusselmans is voor mij dan ook de enige rechtmatige epigoon van Reve. - Hierbij ga ik niet voorbij aan het feit dat Brusselmans wel degelijk een eigengereide humorstijl heeft en alleenheerser over zijn literaire biotoop is.- Arnon Grunberg moet zijn pen in de ladekast opbergen, en spoedig zijn luiers gaan wassen.