
Oblomov - Ivan Gontsjarov (paperback) (€ 16,50)
Oblomov - Ivan Gontsjarov (e-book) (€ 12,50)
Oblomov - Ivan Gontsjarov (hardcover) (€ 16,55)
Oblomov - Ivan Gontsjarov (1858)
Alternatieve titels: Oblomow | Обломов
Russisch
Psychologisch
551 pagina's
Eerste druk: Otechestvennye Zapiski (periodiek),
Moskou (Rusland)
Oblomov voelt een enorme weerzin tegen het kleingeestig werk en het drukke gedoe van anderen. Hij houdt zich liever bezig met zijn alledaagse besognes, maar het lukt hem niet zijn landgoed op orde te brengen. Hij komt bijna tweehonderd bladzijden lang zijn bed niet uit. Liever blijft hij hangen in heimwee naar zijn idyllische jeugd. Zelfs zijn liefde voor de betoverende Olga kan Oblomov niet uit zijn apathie halen en hem aanzetten tot de grootse daden die zij van hem verwacht.
- nummer 81 in de top 250
Gontsjarov neemt de tijd om zijn karakters te schetsen en doet dat op sublieme wijze als je het mij vraagt – lange passages over het leven in huize Oblomov of de overpeinzingen van Olga over haar liefde voor Oblomov of Stolz, ze worden alle uitvoerig en onderhoudend beschreven waardoor de karakters zeer gaan leven.
Het is die invoelbaarheid van de karakters die de roman zijn tragiek geeft en die de lezer verontrust de ontwikkelingen laat beleven. Zal Oblomov uit zijn lethargie ontwaken? Zal Olga opnieuw van hem houden? Zal hij... het is zoals eRCee treffend schetst balanceren op de grens met soap wat de inleving van de lezer betreft in verwikkelingen die eigenlijk uitblinken in alledaagsheid, maar met welk een invoelende pen Gontsjarov dit beschrijft is van grootse kwaliteit. Zie onderaan dit bericht voor een (lange maar) typerende quote.
Dan inhoudelijk. De uitleiding van Arthur Langeveld in de versie die ik las maakte duidelijk hoe de hedendaagse lezer een psychologische roman ziet en zich met name richt op Oblomovs luiheid, als archetype van de nietsnut, maar dat de Russische lezer destijds vooral geïnteresseerd was in de neerwaartse beweging van Oblomov op de sociale ladder – opnieuw als gevolg van zijn Oblomovisme natuurlijk. Over de discussie rond lijfeigenschap gaat het mijns inziens ook nauwelijks, daarvoor moet men zoals Edelachtbare terecht aangeeft bij Anna Karenina zijn.
Wat ik van de roman uiteindelijk meeneem is helaas vooral de tragiek en een depressieve stemming. Want wat moet een mens als de bloedmooie vrouwen van deze wereld niet in staat zijn om een man uit zijn diepste dalen op te trekken? Mijn romantische geest kan dat nauwelijks aan, en in het geval van Oblomov vind ik het eigenlijk vooral te wijten aan de hoogmoed van Stolz. (Is de naam ‘Stolz’ hierom bewust gekozen? Gontsjarov maakt in het geheel geen gewag van negatieve eigenschappen van Stolz, hooguit van diens onbegrip voor de keuzes van Oblomov). Ik vind Stolz in toenemende mate een enorme klootzak: waar haalt hij de arrogantie vandaan om Oblomovs brief aan Olga, waarin die door een compleet gebrek aan zelfvertrouwen Olga’s liefde voor hem als vals afschildert, te zien als bewijs dat Olga in werkelijkheid wachtte op de ander van wie ze droomde? Stolz doet dit puur voor eigen gewin, en het is daardoor des te schrijnender dat het nog lukt ook om gelukkig te worden met Olga. Overigens levert dat nog een van de boeiendste passages op, als ook Olga begint te twijfelen aan haar geluk: “Nooit, leek haar, had ze hem zo hartstochtelijk liefgehad als op dit ogenblik.” - zonder te weten wat de reden daarvoor was. Ik weet het wel!
Tot zover mijn soapreactie. Resteert slechts nog een prachtige literaire passage.
In zijn schuchtere ziel ontstond het kwellende inzicht dat vele kanten van zijn karakter nog in het geheel niet ontwaakt waren, andere slechts even aangeraakt en geen enkele volledig ontwikkeld.
Ondertussen had hij het pijnlijke gevoel dat er in hem, als in een graf, een goede, heldere kern was begraven, die misschien nu al dood was, of daar lag als goud in de schoot van een berg en dat het de hoogste tijd was dat dit goud klinkende munt werd.
Maar deze schat was bedolven onder een dikke, zware laag vuil en aangespoelde rommel. Het was of iemand de schatten die hij van de wereld en het leven ten geschenke had gekregen, gestolen had en in zijn eigen ziel begraven. Er was iets wat hem verhinderde om zich op een carriere te storten en er met de volle zeilen van zijn geest en wilskracht doorheen te vliegen. Een geheimzinnnige vijand had aan het begin van zijn weg zijn zware hand op hem gelegd en hem op een dood spoor geleid...
En het leek of hij nooit meer uit het moeras en de wildernis op het rechte pad zou komen. Het bos rondom hem en in zijn hart werd steeds dichter en donkerder; het pad raakte meer en meer overwoekerd; steeds zeldzamer werden de momenten van helder inzicht en slechts voor een kort ogenblik maakten zij de in hem sluimerende krachten wakker. Zijn geest en wilskracht waren verlamd, onherroepelijk, naar het leek.
Oblomov, het magnum opus van Gontsjarov, is een intigrerende vertelling waarin er gedurende 540 pagina's in grote lijnen niets (of althans niet veel) gebeurd; en net daarom is het weergaloos. Meer nog, des te minder er gebeurt, des te boeiender het wordt. In het inleidende deel van dit boek bijvoorbeeld, mijn favoriete gedeelte, beleeft de (anti)held van dit verhaal helemaal niets omdat hij eenvoudigweg te lethargisch en lui is om zich uit z'n bed te rechten. En toch blijf je met een glimlach op gezicht verder lezen. Geniaal vind ik dat.
Zoals hierboven en in het nawoord reeds meerdere malen werd aangehaald is Oblomov een personage waarin iedereen zichzelf of anderen (tenminste gedeeltelijk) kan herkennen. Dat klopt. Oblomov is wellicht het meest complexe karikatuur dat ik ooit heb weten beschrijven. Langs de ene kant is z'n luiheid in die mate aangespekt dat het de realiteit overstijgt; waarmee Gontsjarov de tragiek omtrent het personage verheft tot een symboliek dat een eigen naam krijgt toebedeeld: het oblomovisme. Iedereen vergrijpt er zich in zekere mate aan: of het nu gaat om een jongeling die kampt met uitstelgedrag of een oudere die halsstarrig uitkijkt naar het pensioen, indolent vastroest voor de tv, leeft van feestdag tot feestdag, uiteindelijk vervet en zonder enig perspectief noch doel aan het einde van de rit doodvalt. Het is zéér herkenbaar. En dan heb ik het zelfs nog niet gehad over de – voor ons minder herkenbare - verwijzingen naar de teloorgang van de adel en de standenmaatschappij in het 19e eeuwse Rusland.
Aan de andere kant is Ilja Iljitsj veel meer dan een cartooneske allegorie. Het is een man met een gouden hart, goede intenties en grote plannen, maar dat alles valt in duigen vanwege z'n panische angst om te leven. De rot verwendheid en overbescherming die hij genoten heeft als kind op het gesloten Oblomovka hebben paradoxaal genoeg z'n leven verwoest. De man die te lui is om z'n eigen schoenen aan te trekken, een brief naar de dorpsoudste te schrijven of simpelweg uit bed te komen laat het leven aan hem voorbijgaan. Hij droomt wel, hij wil wel, maar hij durft niet en kan niet. Hoezeer z'n entourage hem ook aanspoort, zelfs wanneer een bloedmooie jongere vrouw hem de hand biedt, moet hij het omwille van z'n mensenschuwheid laten afweten om vervolgens steeds verder weg te zakken in een melancholische, (letterlijk) paralyserende depressie.
De onafwendbare anti-climax is meesterlijk geschreven, en hoewel je de ontknoping wersten ver ziet aankomen (misschien ligt het aan de meesterlijke verwoording) komt aandoenlijk en hard over. Geïsoleerd in z'n graftombe onder de seringetakjes. Om een traan bij weg te pinken. De lyrische pen van Gontsjarov is ook in de rest van het verhaal zeer sterk aanwezig. De gehele passage Oblomovs droom bijvoorbeeld, of de uitgebreide persoonsbeschrijvingen van nevenpersonages à la Tarentjev en Zachar – hilarisch en psychologisch uitgediept tegelijkertijd.
Diezelfde extensieve beschrijvingen zijn tegelijkertijd ook het minpunt van deze roman; het duurt simpelweg allemaal té lang. Mits een inkorting van het strontvervelende tweede deel met inbegrip (of eigenlijk in het bijzonder het personage en de historie Olga) had dit boek vooraan in m'n top tien gestaan. Helaas. Olga vind ik trouwens vrijwel het enige personage in het boek dat géén echte diepgang of tenminste een herkenbaar kantje geniet. Ook die hele overdreven zeemzoetigheid deed me eigenlijk een beetje op Oblomoviaanse wijze indommelen – en ik vermoed niet dat dit Gontsjarovs bedoeling was. Soit.
Paradoxaal genoeg speelt één van de meest fascinerende passages zich af tussen dit ergerlijke nest en Stoltz, in één van de laatste hoofdstukken: Olga en Stoltz hebben zich afgekeerd van het oblomovisme. Ze hebben gewerkt op hun landgoed, kinderen grootgebracht, elkaar liefgehad, kortom: ze hebben geleefd. En toch ontbreekt er iets. Olga lijkt de enige die het lef heeft om het beest een naam te geven. Ze is ongelukkig in haar volmaakte gelukkigheid. Ze verveelt zich en het leven lijkt geen doel meer te hebben. Stoltz probeert de openbaring met de mantel der liefde en de gebruikelijke stortvloed aan wijze woorden te bedekken, maar het kwaad is geschied. Mijns inziens – en hier verschilt mijn mening van het verder fantastische nawoord – komt de boodschap bij hen beiden klaar, duidelijk en keihard aan; maar ze verkiezen de illusie boven de waarheid: Waar heeft dit alles toegeleid? Een heel leven streven (het zijn Oblomovs woorden) naar een doel waarvan je, eens je het bereikt hebt, toch niet gelukkig of verzadigd geraakt. Waarom dan nog streven? Is Oblomov in dat opzicht dat niet verstandiger? Hij doorzag die begoocheling en legde zich (letterlijk) neer bij de doelloosheid van het leven. Die waarheid is keihard. Pessimistisch. Deprimerend. Het is niet voor niets dat de Russische literatuur wordt aangehaald als een inspiratiebron voor het nihilisme zeker?
Ziezo, hier houdt mijn recensie omtrent Oblomov op alvorens zelf in langdradigheid te vervallen. 4,0*
Het tweede belangrijke thema is dat van de liefde en de spanning ervan met het huwelijk, met daarbij veel aandacht voor psychologie. Dat laatste aspect doet mij erg denken aan Dostojevski. Opvallend vind ik hierbij dat het uitgerekend Oblomov is, de oud-Russische ziel, die uiteindelijk in het meest modern aandoende nieuw-gezinsverband belandt. Ook hier geen kritiek, enkel beschrijving en reflectie.
En die beschrijving zelf is ook typisch Russisch, ten voeten uit: er wordt geen punt gemaakt, het kabbelt voort en neemt de lezer per paragraaf mee van de ene emotie in de tegenovergestelde, zonder behoefte aan ploit of rechtlijnigheid.
Risico is dan natuurlijk wel de kans op langdradigheid, tenminste voor de moderne lezer, zoals blijkt uit vele voorgaande reacties. Maar ook dat is typisch Russisch: vergelijk bijvoorbeeld maar met Gogol, Boelgakov of zelfs met sommige Dostojevki's.
Naarmate de roman vordert, vind ik wel dat de frisheid en kracht afneemt. Het wordt soms een wat moraliserende en pathetische, soms ook wat kinderlijk gecomponeerde mooischrijverij, waarbij ik dan de scherpte van een Dostojevski of Tolstoj wel ging missen...
Op weergaloze wijze begeleidt Gontsjarov je doorheen het verhaal met zijn psychologische en filosofische uiteenzettingen over liefde, vriendschap, de zin van het leven, etc. aan de hand van aparte personages die tegelijkertijd irriteren en intrigeren.
Gontsjarov zou voordat het boek gepubliceerd werd blijkbaar zo tevreden zijn geweest met het resultaat dat hij het bleef herlezen. Ik wou aan het eind dat het niet nog niet uit was, zo goed was dit. De rol van de schrijver in het laatste hoofdstuk sluit het dan ook op onverbeterelijke wijze af.
“Wat is dan jouw levensideaal? Wat is dan geen Oblomovisme? Streeft dan niet iedereen hetzelfde na als ik? Neem me niet kwalijk! Maar is het doel van al jullie drukte, hartstochten, oorlogen, handel en politiek dan niet het zoeken van rust, het vinden van het verloren paradijs?” - 'Hem kennen, is hem voor eeuwig liefhebben, nietwaar?'

Voor de goed orde: ik kom elke dag mijn bed uit, een landgoed bezit ik niet, laat staan dat ik mijn jeugd als idyllisch heb ervaren. Mijn 'Olga' ben ik nog aan het zoeken.
Kan er dus verder niet veel over zeggen.