Mja, laat ik maar even een tegengeluid geven.
Ook ik begin aarzelend te lezen. De Onnoembare duikt op. Ook ik erger me aan de gekunstelde structuur. Vertelling - brief - vertelling- sms'verkeer godbetert… even denk ik aan 'bladvulling'. De nodige theatraliteit met het verschijnen van mijnheer Carradori. Het is wel duidelijk dat we hier te maken hebben met de schrijver van 'Kalme chaos', ook al geen doordeweeks verhaal met een behoorlijk hoge dosis absurditeit.
Maar dan is er toch een kantelmoment. Met name in hoofdstuk weetikniemeer waar Marco's vrouw Marina - aanvankelijk weggezet (dacht ik) als een doortrapte golddigger - plots haar ware contouren krijgt als een tragisch figuur dat gewoon zenuwziek is. Op dat moment verdwijnt het heen en weer springen naar de achtergrond en drijft de diepmenselijkheid boven. Het verhaal moge absurd zijn, de mensen en gevoelens zijn wel degelijk waarachtig.
Veronesi legt zijn puzzel en laag na laag onthult hij een verhaal dat cirkelt om lotsbestemming, lijden en zingeving. Hij kiest daarvoor een rare weg, wanneer kleindochter, hangmat en de Onnoembare terug samenkomen in een premature finale, maar ik vind het steeds spannender en boeiender worden. Alles wordt scherper, het boek wordt steeds beter en ik begin zelf steeds langere passages te lezen.
Een keihard pamflet tegen de oppervlakkigheid, vluchtigheid en egoïsme van deze tijden. In het laatste (of voorlaatste ?) hoofdtuk over de nieuwe mens Miraijin, misschien iets té expliciet voor sommigen, want daar IS het een pamflet, maar van mij mag het wel eens gezegd worden.
Een boek vol interessante figuren en observaties. Een boek dat ik tevreden dichtklap en waarvoor ik graag ga staan om te applaudisseren. Ik ben niet eens onder de indruk van de taal of schrijfstijl zelf, maar het boek raakt me wel, wat ik aanvankelijk totaal niet zag komen. Het boek is waar.