Analyticus en verhalenverteller botsenin Vals licht
Joost Zwagerman is de meester van het actuele commentaar en van de column. Hij weet als geen ander verrassende verbanden te leggen en (door)ziet dingen op een heel oorspronkelijke manier. Zo kan hij verrassen met zijn kijk op politiek, maar net zo goed op muziek en schilderkunst. Hij is in staat het heden direct in een historische en maatschappelijke context te plaatsen. Daarom ben ik een groot bewonderaar van zijn bijdrages in kranten en vind ik hem bijna altijd sterk als observator en commentator in De wereld draait door.
Maar Zwagerman is in eerste instanties natuurlijk een romancier. En als boekenweekauteur van 2010 wilde hij zich nadrukkelijk weer zo presenteren. Hij kreeg redelijk goede recensies, maar NRC-recensent Arnold Heumakers riep de Nederlandse kranten op Zwagerman zo snel mogelijk weer een wekelijkse column te geven, want als literator kan Zwagerman gemist worden, als commentator niet.
De boekenweek bracht wel weer de reeks succesromans van Zwagerman onder de aandacht. Reden genoeg om een van zijn toppers eens te lezen. Vals licht verscheen in 1991, twee jaar na het grote succes Gimmick!. In Vals licht belandt student Simon Prins in de wereld van de prostitutie. Hiij is niet alleen gefascineerd door hoeren en hun rol in de maatschappij, maar hij ontwikkelt zich ook tot een doorgewinterde hoerenloper. Tijdens een van zijn bezoekjes ontmoet hij Lizzie, een mooie, jonge prostituee en zij raken al snel verliefd op elkaar.
Maar echte liefde is in het leven van een hoer ingewikkeld. Hoe verhouden de betaalde en geveinsde liefde en de werkelijke liefde zich tot elkaar? Is een meisje dat haar lichaam verkoopt voor geld nog wel in staat datzelfde lichaam opnieuw weg te geven, maar dan aan de man van haar dromen? In Vals licht schuurt dat enorm, maar Simon is zo gek op Lizzie dat hij alle begrip opbrengt. Hij wil niets liever dan in haar aanwezigheid zijn.
Vervolgens ontwikkelt Vals licht zich niet zozeer als een schets van de wereld van de prostitutie, maar de roman wordt eerder een spannend boek dat stap voor stap naar een plot toewerkt. Lizzie blijkt namelijk een mysterieus meisje dat veel geheimen kent. Zwagerman laat Simon Prins die geheimen een voor een ontdekken. De vraag is dan of hun relatie al deze geheimzinnigheid kan overleven.
Hier zit de zwakte van het boek. Want de plots en subplots blijven zich maar opstapelen. Is het ene verhaal onthult, dan volgt een tijdje later het andere. Verhaaltechnisch zit dat allemaal wel knap in elkaar, het eindplaatje laat alle puzzelstukjes op zijn plaats vallen. Maar deze aanpak maakt de karakters er niet per se interessanter op. Op den duur tel je als lezer de bladzijden af, wachtend op het moment dat alles duidelijk is.
Daar waar het boek wel een schets is van het leven aan de Amsterdamse wallen, is het verhaal wel geslaagd. Maar ook hier botsen Zwagerman de verteller en Zwagerman de analyticus. Hij vertelt zijn verhaal helder en beeldend, maar kan het niet laten er zo nu en dan een duidende alinea tussen te stoppen. Die duiding is niet bepaald vloeiend verwerkt. Dat is jammer, want de observaties van Zwagerman over het hoerenleven, de invloed daarvan op de meisjes en de rol van hoeren in de maatschappij zijn absoluut de moeite waard.