Een plot dat nauwelijks 24 uur bestrijkt. Pedro, grote broer van André, haalt hem in het eerste deel van het boek op uit een pension om terug te keren naar de boerderij en zijn traditioneel levende familie waarvan hij weggelopen was. In het tweede deel keren ze terug, wordt André emotioneel verwelkomd door zijn familie, en de volgende dag is er een buurtfeest te ere van zijn terugkeer. Dat is niet echt een inspirerend plot over de "verloren zoon" te noemen, ware het niet dat deze 24 uur opgetekend zijn in intens(ief) voortstuwend proza waar grote familiethema's en nog grotere familiezonden op een prachtige poetische wijze beschreven worden, veelal in verhitte monologen van André waarin heden en herinnering door elkaar heen lopen. En dat is in de meeste van de 30 hoofdstukken zo goed gedaan dat dit boek ook bij mij het label van een hallucinerende roman krijgt. Toegegeven, het poetische taalgebruik is even een paar hoofdstukken wennen en niet alles is daardoor te plaatsen, maar het overgrote deel dat wel binnen kwam, geeft (juist ook daardoor) zoveel om van te genieten. Als je van dubbelzinnige ladingen houdt tenminste: esthethische beschrijvingen van verschrikkelijke dingen zijn compleet verwarrend voor het innerlijke gevoelsleven
Iets wat me nog aan de vorm opviel: de hoofdstukken van het eerste deel, die verhalen over het vertrek van André, zijn allemaal opgetekend in een alinea van een enkele chaotische zin. In de hoofdstukken van het tweede deel, met logische uitzondering van de laatsten, is er veel meer orde in de zin- en alineastructuur. De vorm valt hier in het geheel samen met de filosofie van de centraal staande vader over het belang van de orde van het gezin en de chaos die ontstaat als die orde bedreigd wordt, in dit geval door de verloren zoon.