Ja, dit is helemaal mijn ding, al heb ik er ook wel het een en ander op aan te merken.
Die verwachting die ik hierboven schreef, dat het me een kruising tussen
House of Leaves en de werken van Thomas Pynchon leek, bleek inderdaad heel dicht in de buurt te komen bij wat deze roman is. Qua vorm lijkt het op
House of Leaves; een anonieme auteur heeft een manuscript van de biografie over een verdwenen kunstenaar gevonden en levert commentaar op het werk dat biograaf Daniel James heeft achtergelaten. Het boek bestaat uit delen biografie van Ezra Maas (de verdwenen kunstenaar), delen autobiografie van Daniel James, interviews met mensen die Maas gekend zouden hebben, transcripten van telefoongesprekken, recensies, columns, alles komt voorbij. En voetnoten, heel veel voetnoten. Uiteindelijk meer dan 500. En ik heb ze niet allemaal gelezen, dat geef ik maar meteen toe.
Qua inhoud komt het erg dicht in de buurt van Pynchon. Eigenlijk heb ik het hele boek gelezen als een soort liefdesbrief aan Pynchon (en enkele andere schrijvers, zoals Beckett en Burroughs), zeker ook omdat echt tientallen keren letterlijk naar zijn werk verwezen wordt (de achternaam 'Maas' die ook de achternaam is van het hoofdpersonage uit
The Crying of Lot 49 is slechts de meest in het oog springende). Net zoals in het werk van Pynchon draait alles om een detective (in dit geval schrijver James) op zoek naar een verloren gewaande persoon (of een andere zaak die omgeven is met zeer veel mysterie en tegenstrijdigheden), net zoals in het werk van Pynchon vervaagt al snel de grens tussen fictie en realiteit en net zoals in het werk van Pynchon probeert James om een extra dimensie toe te voegen aan de geschiedenis zoals wij die kennen.
Het resultaat is een bij vlagen zinderende roman, maar ook eentje die niet loskomt van de overduidelijke inspiratiebronnen van de schrijver. Daarnaast komt het boek heel erg diepzinnig over, met al die verwijzingen naar kwantumtheorie en filosofische theorieën over feit en fictie en auteurschap, maar zegt uiteindelijk heel weinig, in ieder geval niet iets wat niet al honderd keer eerder is gezegd. Maar toch, als je dit boek leest als een spannende meta-detective en veel van wat James schrijft met een korreltje zout neemt, valt er wel heel erg veel plezier aan te beleven.
The Guardian omschreef het eigenlijk perfect:
This fractured, disparate narrative can feel like a lecture from a stoner undergraduate - but it’s also a lot of fun
Ik heb door dit boek vooral heel erg veel zin gekregen om weer eens een Pynchon op te pakken die ik nog niet (uit)gelezen heb.