Inderdaad een onderdeel van de serie van de oorlog van de grote scheuring, maar daar heeft het niets mee van doen. Voor zover ik weet was die oorlog al afgerond in Magiër en de nasleep in het spectaculaire derde deel. Prince of the Blood is een boek dat prima op zichzelf gelezen kan worden. Alleen in de eerste hoofdstukken kom je nog personages tegen die je kent van eerdere boeken. Eenmaal op pad vind ik Robbert ook vrij inwisselbaar en is niet meer de Robbie de Hand vroeger. Bovendien draait het vierde deel om de prinsen Borric en Erland, waarvan we weinig wisten, én gaan we eindelijk eens het grote keizerrijk Kesh in.
Het begin is niet bijster sterk. De prinsen halen een hoop streken uit en er volgt een voetbalwedstrijd (huh? ja...) en dat alles gebeurt op zo'n achtbaanwijze, dat Feist ongetwijfeld hoopte op een verfilming. Nee, Prince of the Blood wordt eigenlijk pas in de tweede helft interessant. Eenmaal in Kesh komt de vaart er in, al heeft Feist er echt moeite mee om onderscheidende hoofdpersonen neer te zetten. Ze zijn allemaal ruw, aardig en/of ondeugend en zijn allemaal ongelooflijk getalenteerd in zwaardvechten/magie beoefenen/dievenpraktijken. Ik ken de recentere boeken van Feist niet, maar ik verwacht wel alleen maar van dit soort personages tegen te komen.
Toch, leuk verhaal weer. Feist lees je vanwege de jongensboekenromantiek. Het is aardig kitscherig als je het vanuit een volwassenenperspectief bekijkt, maar hier valt wel degelijk good old fun aan te beleven. De avonturen aan het Keshische hof zijn gewoon erg leuk en het is het laatste gebied waar ik nog graag wat over te weten wilde komen. Het komt niet in de buurt van Duisternis over Sethanon en al helemaal niet Magiër, maar als vrijblijvend avontuurtje best geslaagd.