Gebeurtenissen van historische betekenis en van buitengewoon belang voor de mensheid, of het nou immense rampen zijn of taferelen van uitzonderlijk geluk, komen zelden uit het niets. Zelden komen ze onaangekondigd. Er is altijd wel iemand die het noodlot ziet aankomen, iemand met een vooruitziende blik, iemand die de signalen oppikt. Het vervelende is dat we, als mensheid, diegene vaak pas naderhand kunnen aanwijzen. Of misschien treffender: durven aanwijzen. Er zijn voorbeelden te over, de een wezenlijker dan de ander: de kernramp van Chernobyl, de Watersnoodramp, de zaak Armstrong, de opkomst van het nationaal socialisme en de daaropvolgende Holocaust. Pas na afloop, als het kwaad geschied is, kan het hele verhaal geschreven worden, is het opeens duidelijk wie goed was en wie als de geschiedenisboeken ingaat als de schuldige.
In realiteit is het nooit zo simpel om aan te wijzen wie het gelijk aan zijn zijde heeft. In de alledaagse werkelijkheid hangt alles nauw met elkaar samen en rolt het verhaal zich uit door de acties van individuen die de waarheid gezamenlijk bepalen. Karl Ove Knausgård wijdt in Vrouw, zijn laatste boek uit de Mijn Strijd-reeks, bijna driehonderd pagina’s aan het leven van Hitler totdat hij de macht kreeg. Met de wetenschap van nu kunnen we nauwelijks nog objectief kijken naar de jonge man die een monsterlijke Führer zou gaan worden. Maar Knausgård doet een poging en schetst het beeld van een ongelukkige jongeman die in een context leeft waarin er door een ongelukkige samenloop van omstandigheden ruimte ontstaat voor het beest wat hij zou gaan worden. Alleen door hem op deze manier weer menselijk te maken, door haarfijn te kijken naar wat hem tot zijn wandaden dreef, door op deze manier te erkennen dat het in de toekomst weer zou kunnen gebeuren, kunnen we mogelijk een nieuwe tiran voorkomen.
Ook nu is er onrust. Velen konden nauwelijks geloven dat Trump president van de Verenigde Staten zou kunnen worden, zelfs op de dag van de verkiezingen was menigeen ervan overtuigd dat hij nooit zou kunnen winnen. We zijn vergeten te luisteren naar de signalen die er zijn. Geert Mak zei in een interview onlangs dat Trump het slechts het resultaat is van onze eigen fascinatie met narcisme. Oftewel: je kunt de leider niet los zien van de tijdsgeest. Wat heeft dit allemaal met dit boek over klimaatverandering te maken, zul je je afvragen. Wel, alles. Ik zal proberen uit te leggen waarom en daarin begin ik bij mezelf.
Jaren geleden, in 2006, sloeg dankzij Al Gore de ongemakkelijke waarheid bij mij in als een bom. Nooit eerder had ik me zorgen hoeven maken over de opwarming van de Aarde, maar ineens hadden we er een immens probleem bij. Door het fantastische werk van David Attenborough en de BBC is steeds vaker de desastreuze impact van klimaatverandering op de natuur zichtbaar. Inmiddels is klimaatverandering een, vergeef me mijn woorden, hot issue. Je kunt geen krant openslaan, geen nieuwssite openen of je stuit op nieuws over de opwarming van onze Aarde. En, zoals dat gaat bij een veelvoud aan informatie, wordt je je er zo mee om de oren geslagen dat het je bijna verdoofd met als gevolg dat je niet weer waar je moet beginnen als je je erin wilt gaan verdiepen. Daarbij komt dat we in een snelle wereld van oneliners leven, een wereld van likes, feelgood en instant pleasure waar nauwelijks ruimte is óm je echt te verdiepen in een complex onderwerp als ons veranderde klimaat. En dan is er dat inmiddels eeuwenoude, permanente geloof in de Vooruitgang, nu vertegenwoordigd in de kracht van de vrije markt en bovenal in de wetenschap dat we als mens in staat zijn om de natuur naar onze hand te zetten. We zien onszelf hierbij vertegenwoordigd door optimistische politici als Trump die met een positieve boodschap de opwarming van de Aarde zelfs durven en kunnen ontkennen of bagatelliseren. Sterker nog, de wetenschappelijke waarheid staat wereldwijd ter discussie omdat mensen het er gewoon niet mee eens zijn. En ze komen er mee weg! Ik ben vast niet de enige die zich aan de huidige tijdsgeest irriteert, maar ik moest voor het lezen van dit boek erkennen dat ik zelf deelgenoot ben. Ook ik kende de mogelijke gevolgen en de schrijnende situatie onvoldoende.
Het eerste hoofdstuk was daarom ook om depressief van te worden. Ik keek naar mijn onschuldige, spelende kinderen en was me opeens pijnlijk bewust dat zij de zorgeloze tijd waarin hun grootouders en ouders nu nog leven hoogstwaarschijnlijk niet gaan meemaken. Om terug te komen op het begin: Jelmer Mommers zou best eens een van de mensen kunnen zijn die een noodlot zien aankomen. Hij stelt heel duidelijk: we gaan een hittetijd tegemoet. We kunnen alleen de schade nog beperken. Mocht je, doordat stompzinnige politici je nog zand in de ogen hebben gestrooid of dat je je er gewoon nog niet zo in hebt verdiept, nog twijfelen aan klimaatverandering en de noodlottige rol hierin van de mens, dan zul je tijdens het lezen van de eerste hoofdstukken ervaren hoe het is als de grond onder je voeten weg wordt geblazen. Maar het boek staat vol openbaringen waar we ons allen bewust van zouden moeten zijn als we onze planeet willen beschermen. Zo waarschuwden de eerste mensen in 1850 al dat we voorzichtig met de natuur moesten omgaan, dat er een balans is tussen alles wat leeft en dat we daar respect voor zouden moeten hebben. Zo wordt maar weer eens genoemd dat ook de vervuilers al decennia weten hoeveel schade ze aanrichten. Al in de jaren ’60 van de vorige eeuw wisten oliemaatschappijen dat ze schade toebrachten aan het milieu. Mommers toont maar weer eens dat het probleem van CO₂ in de atmosfeer ons eeuwenlang zal blijven achtervolgen. En dan is er nog dit feitje: “Trump (…) heeft een muur van grasbalen laten bouwen aan de rand van zijn Ierse golfbaan. Om het steeds hoger kruipende zeewater tegen te houden. In de bouwaanvraag verwees Trumps golfbedrijf expliciet naar wetenschappelijk studies over de wereldwijde opwarming en stijgende zeespiegel”.
Mommers beschrijft vervolgens twee scenario’s voor de situatie in 2050. Het eerste is een gruwelijk scenario, eentje die angstvallig realistisch overkomt en lijkt op de situatie van nu, maar dan on steroids. “De samenleving onder hoogspanning.” Nee, er zullen zich geen apocalyptische taferelen voordoen. De Aarde zal niet zó snel vergaan. Doomsday zal nog lang niet komen. Wat dan wel? De vluchtelingencrisis van nu is een lachertje bij wat er gaan komen. Zomers zullen er vele doden kunnen vallen door de hitte. Extreme weersomstandigheden van nu zullen ieder jaar intensiveren. Nederland zou een regenseizoen kennen. Vele diersoorten zullen uitsterven. Moet ik nog verder gaan? Maar voordat je je meteen aan je testament begint, Mommers heeft ook een optimistisch scenario geschreven. Hierbij zijn het met name de technologische ontwikkelingen die een rol zullen spelen. Welk scenario is het meest aannemelijk? Dat is Afhankelijk van de keuzes die wij in de komende periode gaan maken.
Waar veel boeken stoppen, bij het inkaderen van het probleem, gaat Mommers door. Hij biedt mogelijke oplossingen. En hij raakt hierbij een aantal sterke punten. Zo spuugt hij op klimaatbeleid dat veelal wordt gevoerd: er zit geen visie achter. “De enige boodschap die we nu voortdurend horen is dat er iets gaan verdwijnen. Niet omdat het leuk is, maar omdat het moet, omdat Nederland anders onder water komt te staan. Dat is geen aantrekkelijk perspectief”, zegt de schrijver. “Dat is wanhoop.” We hebben een nieuw verhaal nodig en een duidelijk “nee” tegen de huidige, gevaarlijke weg. Er zijn volgens Mommers een miljoen goede redenen om te kiezen voor “het groene toekomstverhaal”. Hij schetst er vele en ze klinken heel aannemelijk en bovenal zijn ze positief. Daar ligt een oplossing zodat het politieke speelveld niet kan worden gekaapt door een de ontkenning. Want hoe gemakkelijk is het om te zeggen dat klimaatverandering een leugen is? En hoe fijn is het om dat iemand te horen zeggen? Dan hoef je je opeens geen zorgen meer te maken. Maar dat is niet het eerlijke verhaal. Er is wel een probleem, maar er zijn oplossingen, zegt Mommers. Oplossingen waar iedereen van kan profiteren, ook de grote bedrijven die nu nog in een impasse zitten en afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen. Maar Mommers is ook realistisch en schetst duidelijk waarom het voor deze partijen, ook al willen ze graag, lastig is om de transformatie te maken. Ze hebben daarbij overheden nodig en ook consumenten die keuzes maken.
Het boek wordt in stijl afgesloten door af te rekenen met twaalf gangbare misverstanden en onwaarheden die vaak naar voren komen in klimaatdebatten. Een voorbeeld: “Het klimaat verandert altijd, dus de huidige opwarming is niet erg.” Mommers: “Dat is alsof je je auto in de fik steekt en daarna zegt dat de temperatuur van de motor weleens eerder is veranderd.” Bam! Nog eentje dan: “Geld uitgeven aan klimaatbeleid is zonde: wat als het meevalt met die opwarming?” De reactie: “De betere vraag is: wat als het tegenvalt? Dan hebben we geen tweede planeet.” Bam!
Ik kan nog veel meer woorden aan dit boek vuil maken. Laat ik dat niet doen. Misschien ben je al afgehaakt. Was er niet die instant pleasure en nam je genoegen met een snelle like. Laat me de cirkel nog wel even rondmaken. Hoe gaan we dit uitleggen, luidt de titel. Om maar eens voor mezelf antwoord te geven: na het lezen van dit boek moet ik mijn verantwoordelijkheid nemen. Mommers bood daarvoor ook oplossingen (eet minder vlees, bekijk je pensioenfonds kritisch etc.). Maar ook dit: ik ga over dit boek praten, ik schrijf er nu over en ik hoop dat jij hierover leest. Ik blijf me verdiepen, ik blijf luisteren naar diegene die denken dat ze het noodlot zien naderen. Ik wil niet alleen achteraf kunnen verklaren hoe de rampen die zich steeds meer gaan voltrekken hebben kunnen gebeuren. Ik wil doen wat in mijn macht ligt en ik wil zeker geen schuldige zijn. Daarvoor is de Aarde en de toekomst van mensheid mij te kostbaar.