menu

The True History of the Elephant Man: The Definitive Account of the Tragic and Extraordinary Life of Joseph Carey Merrick - Michael Howell en Peter Ford (1980)

Alternatieve titel: De Elephant Man: De Ware Geschiedenis van het Engelse 'Gedrocht' Joseph Carery Merrick (1862-1890)

mijn stem
4,50 (1)
1 stem

Engels
Historisch / Waargebeurd

213 pagina's
Eerste druk: Allison & Busby, Londen (Verenigd Koninkrijk)

Joseph Carey Merrick was een misvormd mens uit de 19e eeuw. De 'freak', bijgenaamd de Elephant Man, leefde van 1862 tot voorjaar 1890. De gruwelijke misvormingen van huid en beendergestel, met vooral aan de rechterzijde steeds groter wordende, gezwelachtige vergroeiingen, waarvan de uitwassen aan de huid van een olifant deden denken, begonnen enkele jaren na zijn geboorte in een naargeestige buurt in Leicester. Zijn vader verstootte hem. Toch lukte het zijn moeder de jongen enkele jaren onderwijs te laten volgen. Geestelijk was Joseph Merrick volstrekt normaal en toonde hij zich een bijzonder zachtaardig mens met een heel creatieve fantasie. De zware last van zijn schrikwekkende uiterlijk werd op den duur dermate choquerend voor de Victoriaanse fijngevoeligheden, dat hij gedoemd leek meer als dier dan als mens te moeten sterven. Toen gebeurde het wonder: Joseph werd gered door de Engelse chirurg Sir Frederick Treves (1853-1923), die er voor zorgde dat Joseph de laatste jaren van zijn leven aangenaam en menswaardig in een Londense kliniek kon doorbrengen.

zoeken in:
avatar van the Cheshire cat
4,5
In 1923 schreef Frederick Treves (eind 19e, begin 20e eeuw verbonden als arts aan het Royal London Hospital, Whitechapel) het boek The Elephant Man and Other Reminiscences, een bundeling verhalen over chirurgie aan het einde van de negentiende eeuw en het titelverhaal gewijd aan Joseph Merrick (beter bekend als The Elephant Man) die Treves aan het begin van zijn carrière onder zijn hoede nam. Dat boek had ik ook wel willen lezen, maar is in geen enkele Nederlandse bibliotheek te verkrijgen. Het verhaal over Merrick is overigens in zijn geheel opgenomen in deze biografie uit 1980 en nog goed geschreven ook!
Na mijn ziekenhuisopname vorig jaar had ik op het web wat informatie opgezocht over chirurgie in het verleden, blindedarmoperaties met name, en daardoor verkeerde ik een poosje in de veronderstelling dat Frederick Treves de eerste geslaagde appendectomie in de wereld heeft uitgevoerd. Maar dat bleek na het lezen van het boek Onder het Mes: De Beroemdste Patiënten en Operaties uit de Geschiedenis van de Chirurgie van Arnold van de Laar heel iemand anders te zijn. Een of andere Amerikaan. Wel voerde Treves de eerste (geslaagde) blindedarmoperatie in Engeland uit. Vandaar misschien mijn vergissing. Treves was gespecialiseerd in buikoperaties, zijn jongste dochter Hetty is tragisch genoeg op haar achttiende overleden aan de gevolgen van een acute blindedarmontsteking.

De film van David Lynch uit 1980 is gebaseerd op een eerdere biografie: The Elephant Man: A Study in Human Dignity van Ashley Montagu (1971) én op het verhaal van Treves over Merrick en dus niet op deze biografie, die er overigens wel net iets eerder was dan de film. Grappig om te ontdekken waarin de film verschilt van het bronmateriaal; in de film krijgt Merrick regelmatig bezoekjes van de toen zeer beroemde actrice Madge Kendal, maar in het echt hebben die twee elkaar nooit ontmoet. Wel ontving hij zo nu en dan prinses Alexandra van Denemarken, later de Koningin van Engeland door haar huwelijk met Koning Edward VII. Ook de spullenbaas in wiens freakshow Merrick jaren is tentoongesteld, zogezegd, wordt door Lynch geportretteerd als een ploert met losse handjes, maar dat lag in werkelijkheid heel anders. Volgens Merrick waren de circusmensen juist goed voor hem en had hij voor hen in ieder geval niets te vrezen. Voor Merrick kwam aan het einde van zijn leven nog een droom uit, op touw gezet door Treves. Die had vrienden van hem bereid gevonden hun cottage aan te bieden en Merrick mocht zodoende een paar lange weken ongestoord doorbrengen op het Engelse platteland, waar hij vriendschap sloot met een kennelijk onstuimige en drukke hond. Ook dit zie je in de film niet terug. Lynch zal zo zijn redenen wel hebben gehad en het blijft hoe dan ook een meesterwerk, maar jammer is het wel.

Het leven van Joseph Merrick was allerminst gemakkelijk natuurlijk. Hij leed verschrikkelijk onder zijn mismaaktheid en de reacties op zijn uiterlijk waren verre van vriendelijk. Maar het ergste wat hem is overkomen, zo zei hij zelf, was de dood van zijn moeder Mary Jane die op de dag van haar 36e verjaardag overleed aan een longontsteking, toen Joseph nog geen elf jaar oud was. Een jaar daarvoor was zijn broertje, William Arthur, door roodvonk getroffen en overleden en werd slechts vijf jaar oud. Dat gaat een moeder natuurlijk niet in de kouwe kleren zitten. Treves schreef daar het volgende over, een zin die me zeer ontroerde: Hoewel het verlies van een jong kind toen geen ongewone gebeurtenis was, zou het dwaasheid zijn te denken dat dit maatschappelijk verschijnsel van die tijd haar smart ook maar enigszins kon verlichten. Aanvankelijk werd aangenomen dat Merrick door zijn moeder in de steek gelaten was, maar daar is dus niets van waar.

Het boek biedt tevens een interessante kijk op het Victoriaanse circus- en kermisleven, de freakshow met name, die rond die tijd op steeds meer weerstand kon rekenen. Ik lees op dit moment 'De Vulkaan' van Klaus Mann, daarin komt toevallig ook een passage met een freakshow voorbij.
Een bizar verhaal over ene Wombwell, de beroemdste naam in de annalen van de Engelse kermishistorie en baas van een rondreizende menagerie. In Londen was de drukbezochte Bartholomew Fair in volle gang en toen Wombwell na een lange reis met zijn dierenkaravaan aankwam in de hoofdstad viel zijn olifant bij aankomst dood neer. Zijn concurrent Atkins greep onmiddellijk zijn kans en liet Londen weten dat hij 'de enige levende olifant op de jaarmarkt had', gevolgd door een tegenaanval van Wombwell met de kreet 'De enige dode olifant op de jaarmarkt!' Die tactiek wierp vruchten af, want een 'dode' olifant was een veel grotere zeldzaamheid dan een levende en de voorstelling zat derhalve elke dag van de jaarmarkt stampvol, terwijl die van Atkins betrekkelijk onbezocht bleef.

De schilder Francis Bacon maakte in zijn leven verschillende prachtige zelfportretten die merkwaardige gelijkenissen vertonen met het gelaat van Joseph Merrick. Vanwege zijn uiterlijk had Merrick niet alleen last van starende blikken en gillende dames, hij moest ook nog eens oppassen niet onder de voet gelopen te worden door hordes mensen die allemaal een glimp van hem wilden opvangen. Toen hij op uitnodiging van Treves een bezoek bracht aan het theater werd hij daarom uit voorzorgsmaatregelen vervoerd in een geblindeerde koets. Hij vond dat avondje theater trouwens fantastisch, een uitvoering van De Gelaarsde Kat, en raakte er maar niet over uitgepraat. De dokter had nog nooit iemand zo geboeid naar een voorstelling zien kijken als Joseph Merrick. Daarentegen reageerde hij wel met de nodige pret, toen de waardigheid van de politieagent krachtig ondermijnd werd door een slag in het gelaat, waardoor de man achterover tuimelde. Wat hij aan politiebemoeizucht, tegen de freakshows gericht, heeft meegemaakt, zal zeker een rol hebben gespeeld bij zijn vrolijke reactie op dit voorval.

Kwam de hulp die de dokter bood aan Merrick voort uit eigenbelang? Ik vind die vraag niet zo interessant eigenlijk. Hoe je het ook wendt of keert, dankzij de dokter heeft Merrick een deel van zijn leven een menswaardig bestaan kunnen leiden. Volgens Treves was Merrick een van de gelukkigste en meest tevreden schepsels die hij ooit heeft gekend. Je zou verwachten dat iemand als Merrick een wrokkige en kwaadaardige misantroop zou zijn geworden, vol giftige haat jegens de medemens, maar hij was een vriendelijk, toegenegen en beminnelijk wezen, zonder een spoor van cynisme of wrok, zonder een onvriendelijk woord voor wie dan ook en Treves heeft hem nooit ook maar een klacht horen uiten.
Joseph Merrick las ook graag; aan het einde van zijn leven bezat hij zelfs een bescheiden bibliotheek. Helaas wordt nergens vermeld wat zijn lievelingsboeken waren en welke boeken hij zoal bezat, afgezien van de bijbel en Emma van Jane Austen. Onder andere de pet die Merrick droeg om een deel van zijn gelaat mee te bedekken alsmede de kartonnen replica van de Dom van Mainz die Merrick zelf heeft gemaakt, hij was ook zeer creatief, zijn nog altijd te bewonderen in het Royal London Hospital Museum. Merrick schreef ook veel brieven die helaas allemaal verloren zijn gegaan. Een korte levensbeschrijving van eigen hand is nog wel bewaard gebleven en terug te vinden in dit boek. Daarin citeert Merrick het gedicht False Greatness van Isaas Watts dat eindigt met de regels:

I would be measured by the soul
The mind's the standard of the Man.

Gast
geplaatst: vandaag om 03:23 uur

geplaatst: vandaag om 03:23 uur

Let op: In verband met copyright is het op BoekMeter.nl niet toegestaan om de inhoud van externe websites over te nemen, ook niet met bronvermelding. Je mag natuurlijk wel een link naar een externe pagina plaatsen, samen met je eigen beschrijving of eventueel de eerste alinea van de tekst. Je krijgt deze waarschuwing omdat het er op lijkt dat je een lange tekst hebt geplakt in je bericht.

* denotes required fields.

Let op! Je gebruikersnaam is voor iedereen zichtbaar, en kun je later niet meer aanpassen.

* denotes required fields.