Tijd is de vriend en de vijand van de historicus. Vanuit de overzichtelijke zetel van het heden is al datgene wat in het verre verleden gebeurde een gegeven. Verbindingen dienen zich aan, oorzaak en gevolg vloeien in elkaar over en decennialange vraagstukken hebben in een paar pagina’s een antwoord gevonden. Hoe dichter echter de tijd de historicus nadert, hoe troebeler het zicht. Feiten en gebeurtenissen laten zich nog soepel beschrijven, maar consequenties zijn steeds moeilijk te overzien. Geert Mak zelf weet dit maar al te goed. Al vroeg in het boek beschrijft hij over de slimme geschiedenisstudent uit 2069 die over onze tijd zal gaan schrijven. Hij zou zo graag meekijken met hem. Wat schrijft hij over de tijd van nu? We ondergaan onze tijd, we doen wat we doen en de toekomst zal haar oordeel over ons vellen.
De voorganger op deze In Europa eindigde hoopvol, optimistisch. Het ging overal goed. Er lag een nieuwe eeuw vol voorspoed voor ons. We konden eindelijk afscheid nemen van de treurnis van de 20e eeuw. Slechts sporadisch werd er over het klimaat gesproken, mensen konden niet voorstellen dat ze een mobiele telefoon nodig zouden hebben, om van het terrorisme, de stroom van vluchtelingen en de bankencrisis nog maar te zwijgen. Toch waren de zaadjes al gepland, maar waren het slechts enkelingen die iets konden vermoeden van wat komen zou. En dan is het toch de overzichtelijke blik van de historicus die het heden kan verklaren en misschien is dat wel het rijke van dit boek. Het beslaat de periode van 1999 tot nu, 2019. Natuurlijk slechts een zucht in de lange geschiedenis die Europa rijk is, maar het is een belangrijke zucht, een diepe ademhaling. Onze wereld is drastisch aan het veranderen, het zijn interessante tijden waar die geschiedenisstudent zich in 2069 met zekerheid zal gaan buigen. Geert Mak wil hem op weg helpen, wil hem, door het schrijven van dit boek, een inkijkje geven in het Europa van nu en van de afgelopen twintig jaar en hij hoop daarmee ons ook te helpen om zicht te krijgen op de tijd waarin we leven, om enige orde in de chaos te scheppen.
Mak begint met het leggen van verbindingen van verleden naar heden, hoe de Tweede Wereldoorlog generaties heeft beïnvloed, hoe Amerika generaties heeft gefascineerd, hoe de vrije markt ons politieke denken infiltreerde om al snel te belanden bij die historische 11e september. Zoals in het vorige In Europa laat Geert Mak ook nu Europeanen hun verhaal vertellen. Dat werkt opnieuw goed omdat gebeurtenissen van wereldbelang opeens zichtbaar worden in de kleine levens van mensen. Zo schrijft de Deen Aydin, Iraniër van oorsprong, dat kinderen na 9/11 niet meer naar etnische afkomst keken. “Geen Pakistani, geen Iraniërs, geen Irakezen, nee: we zijn moslims”. De Irak oorlog volgde en dan is er de blik van de historicus: “De Irakese inval van 2003 was tot op zekere hoogte te vergelijken met de onbezonnen Russisch-Japanse oorlog van 1904. Een eeuw later viel het Westen opnieuw van een voetstuk, vanaf grote hoogte, met alle gevolgen van dien.” Nieuwe termen ontstonden, ook in Nederland: “’krachtig’, ‘ferm’, ‘eigen’ tegenover ‘week’, ‘soft’, ‘politiek correct’ en ‘multicultureel’. Handelaars in angst grepen hun kans”. Mak deed het denken aan Heinrich Böll die schreef over oude en beladen etiketten uit de jaren dertig. Hoeveel zijn we in een eeuw opgeschoten, vraag je je als lezer af.
Mak gaat meerdere landen en thema’s af. Hij zoomt in op de vluchtelingen- en de bankencrisis, op Oost Europa, Rusland, Duitsland, Groot Brittannië met haar Brexit. Verschillen inzichten verhelderen huidige strubbelingen. Een kleine greep:
“Vanuit het Westen werd de val van de Muur vooral gezien als overwinning van het liberalisme, als ‘the end of history’. Voor veel Europeanen in het voormalige Oostblok – met name Polen en Hongaren – was de ineenstorting van het Sovjet-imperium echter in de eerste plaats een nationalistisch feest, een nieuw begin voor duizend en één nationale ambities. Vergeet niet, veel Midden-Europese landen leefden tot 1918 onder het Oostenrijks-Hongaarse Rijk of onder de Ottomanen, daarna onder het nazi-imperium, na de Tweede Wereldoorlog onder de Sovjets.” Mak schrijft niet voor niets dat we niet moeten vergeten, want is dat niet wat er gebeurd? Vergeten we niet te veel? Is dan gek dat ze niet opnieuw ingekaderd willen worden?
Mak zoomt in op de vluchtelingen, laat de duizelingwekkende aantallen van doden zien en maakt ze mens, geeft ze namen, leeftijden en reden van dood en je vraagt je af hoe die geschiedenisstudent oordeelt over de huidige generatie die dit heeft laten gebeuren.
En dan de Brexit. Hoe kijkt Europa naar de Britten en andersom en hoe was dit vanuit een historisch oogpunt? “De Britten beschouwden zichzelf sinds 1945 (…) als overwinnaars. (…) Dit soort triomfantelijke gevoelens kende de rest van Europa nauwelijks. De oprichting van de EU werd daar gezien als een belangrijk onderdeel van een vredes- en verzoeningsproces. (…) Voor het Verenigd Koninkrijk was de EU vooral een handelsblok met een verguld randje, gevoelsmatig bleven de Britten er altijd met één been buiten.” Natuurlijk, er zijn meer aspecten die van belang zijn, maar is vanuit dit oogpunt een Brexit nog wel zo onbegrijpelijk? En in hoeverre gaat het in de huidige loopgravendiscussies aan de overkant van het Kanaal over deze gevoelens?
De bankencrisis wordt natuurlijk ook behandeld. Hoe is het gekomen dat we de grote verantwoordelijkheid van bedrijven van doorslaggevend belang voor ons welzijn in de handen hebben kunnen geven van narcistische, op winst beluste managers? Komt Trump dan helemaal uit de lucht vallen? Als je moet constateren dat in Nederland het aantal zelfdodingen na 2008 van negen naar elf per honderdduizend inwoners is gestegen en als ook in andere landen vanaf 2008 het aantal zelfmoorden met duizenden is gestegen, is het niet ondenkbaar dat de crisis hier een grote rol in heeft gespeeld. “Het was een van de psychologische gevolgen van het neoliberalisme: in het geweld van de vrije markt werd het leven van een mens klein en futiel. En die gevoelens konden vaak worden samengevat in een paar woorden: ‘Laten we naar huis gaan. Naar huis, terug naar de goede dagen van weleer.’ Naar iedere leider die beloofde zijn kiezers naar huis te brengen werd graag geluisterd. Alleen bestond dat huis nergens meer.” Als je dan verderop moet lezen dat er uiteindelijk niet veel is veranderd, dat een nieuwe crisis niet uit te sluiten is, dan vraag je je af hoe lang het nog moet duren voordat de vrije markt definitief bankroet raakt. “Door bij de bankencrisis de schuldenlast behendig te verschuiven naar belastingbetalers werd een kwestie uit de private sector opeens een publieke zaak, en dat niet alleen: ze werd daarmee ook nog eens in allerlei nationale keurslijven geperst. (…) De oude geesten, na 1945 met zoveel moeite weggeduwd, waren weer helemaal terug.” Slik.
Mak schrijft vernietigend over bestuurlijk Europa en verwijt de politici een “westerse blindheid”. “Iedere natie is een historisch product, een ‘verbeelde gemeenschap’ van talloze herinneringen en verhalen, een lotsverbondenheid van gedeelde ervaringen, generatie na generatie, een solidariteit door de tijd heen.” Hoe vaak is daar rekening mee gehouden in Europese regelgeving? De vraag stellen is het beantwoorden. Het verklaart ook, tragisch genoeg, de massale opkomst van het populisme, overal in Europa.
Over de, laat ik het zo maar noemen, waarheidscrisis: “Het is niet meer liegen, het is meer: feiten doen er niet meer toe”. Over hoe Amsterdam, een van de winnaars van de globalisering, kampt met de uithollende gevolgen van de globalisering. “Het cement van de stad begon los te raken, mysterie, verrassing, verbondenheid verdwenen, mijn oude Amsterdam loste langzaam op. E rond het jubelende hart groeiden langzaam ringen van bitterheid.” Mak zoomt in op Friesland, op zijn woonplaats Jorwert om maar aan te tonen dat overal, tot in de diepste krochten van de provincie, het systeem zich lijkt op te dringen vergetend waar het werkelijk over gaat. Leeuwarden werd culturele hoofdstad van Europa, maar voor een inbreng van de Friezen was weinig ruimte. Pas toen het programma niet rond kwam, kwamen de Friezen in actie. Nu vooral vanuit eigen beweging, iets waar het eerder aan ontbrak.
Aan het einde van de boek blijven vooral veel vragen over. Hoe nu verder? Met het klimaat? Met het neoliberalisme? De EU? Het zijn vragen die we met elkaar moeten beantwoorden en waar veel scenario’s mogelijk zijn. De geschiedenisstudent uit 1969 zal met antwoorden komen. Geert Mak heeft zijn werk gedaan. “Zo ligt Europa er nu bij. (…) “Het wordt (…) de hoogste tijd om afscheid te nemen. Vanaf nu weet u, lezer, meer dan ik.” Dan sluit hij passend af, in Boedapest, met een cognacje, proostend op de toekomst. De historicus is weer in het heden beland en moet de tijd afwachten, leven met het onzekere heden. Hij laat mij, de lezer achter. Vanaf nu, weet ik meer dan hij. En ik vraag peinzend af wat het is dat ik nu weet.