Zelden zat een boek over zelfmoord zo vol levenslust
In Finland gaat Arto Paasilinna al jaren mee, in Nederland kreeg hij pas enige bekendheid in 1993 toen zijn roman Haas uit 1975 in vertaling uitkwam. En sindsdien zijn nog zeker vijf andere romans van hem in het Nederlands vertaald. De zelfmoordclub, die mij vanwege de titel en het hilarische verhaalidee altijd heeft gefascineerd, is er daar een van.
Paasilinna verstaat de kunst om van een thema dat loodzwaar is iets luchtigs en hilarisch te maken. Haas vertelt het onwaarschijnlijke verhaal van een cynische journalist die besluit samen met een haas de natuur in te trekken en zijn oude leven te ontvluchten. De zelfmoordclub, een boek uit 1990 dat in 2004 in Nederland verscheen, verhaalt over een groep Finnen die zich van het leven wil beroven. Ze komen samen om het leed te delen en zinnen op een collectieve zelfmoord.
Ondernemer Onni Rellonen besluit op de vroege morgen na de midzomernacht om zich door het hoofd te schieten. Zijn zoveelste faillissement heeft hem zijn zin in het leven ontnomen en zijn slechte huwelijk is ook geen reden meer om te blijven leven. Als hij zich terugtrekt in een boerenschuur om in eenzaamheid te sterven, ziet hij een man in de weer met een touw. Precies op het moment dat de man zich verhangt, grijpt Rellonen in.
De man blijkt kolonel Hermanni Kemppainen te heten en vanaf dat moment realiseren beiden zich dat ze niet alleen zijn. Hun ontmoeting is reden de geplande zelfmoord nog even uit te stellen. Al pratende vatten ze het idee op om met andere suïcidalen een club te beginnen. En dat is het startschot van een slapstick over levensmoeie Finnen die samen op pad gaan om zich in een spectaculaire, gezamenlijke daad van het leven te beroven. Aanvankelijk is het plan nog om in een touringcar bij de Noordkaap de zee in te rijden, maar
steeds als het afgesproken doel is gehaald, stellen de suïcidalen hun plannen bij.
Paasilinna laat het onwaarschijnlijke tot leven komen en laat zich in zijn fantasie niet remmen. Daarmee wordt dit een onwerkelijk verhaal, dat desondanks toch iets over het echte leven zegt. Het boek leest als een road movie - de snel wisselende scènes doen erg filmisch aan - waarbij steeds nieuwe verwikkelingen ervoor zorgen dat de Finnen
hun leven steeds meer gaan waarderen. Zelden was een boek over zelfmoord zo levenslustig.
Hoe origineel ook en hoe makkelijk en losjes Paasilinna zijn verhaal ook schrijft, heel ver boven de middelmaat stijgt het boek toch niet uit. Hij haalt er veel te veel personages bij, die daardoor lang niet allemaal uit de verf komen. De hilarische toon maakt het ook lastig echt mee te voelen met de hoofdpersonen.
Maar mijn grootste bezwaar is het verloop van het verhaal zelf. Mij komt het tamelijk willekeurig over hoe Paasilinna de scènes aan elkaar plakt. Dan weer beleeft de groep dit, dan weer dat, totdat de tweehonderdveertig pagina's bereikt zijn. Al snel is duidelijk waar hij heen wil, en
dat er van collectieve zelfmoord niets komt, voel je al direct aan je water. Daarom had de auteur zich beter wat ingehouden met alle zijlijnen en grappige anekdotes. Een puntig verhaal en uitgediepte karakters hadden dit boek stukken sterker gemaakt.