
We Leven Nog - Simon Carmiggelt (1963)
Nederlands
Verhalenbundel
Sociaal
127 pagina's
Eerste druk: De Arbeiderspers,
Amsterdam (Nederland)
In deze bundel zijn 33 ‘Kronkels’, ofwel: eerder in Het Parool verschenen korte verhaaltjes, opgenomen. In ‘Weekend in Brussel’ loopt de verteller als gevolg van de regen met zijn vrouw het eerste het beste hotel binnen. Ondanks de feitelijke naam van het hotel, beseft hij gelijk dat ze in de aap zijn gelogeerd: te veel gegalonneerde mannetjes, een portier met een kop van een ontspoorde bankdirecteur, een luxe die ver-ielt naarmate men steeds verder op de hogere etages komt. ‘De Jonker’ beschrijft hoe de ik-persoon steeds een zekere wroeging voelt, als hij op straat een adelborst tegenkomt. De oorzaak ligt in een gebeurtenis in zijn jeugd. Samen met zijn vriend Kees was hij lid van de Jongeren Vredes Actie, terwijl de broer van Kees adelborst was… In ‘Napolitaans’ zit de verteller met zijn vrouw een bord spaghetti te eten. Zijn verhaal over Napels begint met een misverstand. Hij geeft een Franciscaanse monnik, die een gift verwacht, een hand in plaats van geld. In ‘Willem Elsschot’ is de verteller met zijn vrouw in Antwerpen te gast bij Walter de Ridder en diens vrouw Jeanne. Walter de Ridder is de oudste zoon van Willem Elsschot en zit vol anekdotes over zijn vader. Zoals bijvoorbeeld wie er model heeft gestaan voor Boorman, de duivelse directeur van het Wereldtijdschrift, uit Elsschots roman ‘Lijmen’.