menu

Wuthering Heights - Emily Brontë (1847)

Alternatieve titels: Woeste Hoogten | De Woeste Hoogte | De Barre Hoogte | Wilde Hoogten

mijn stem
3,94 (163)
163 stemmen

Engels
Romantiek

416 pagina's
Eerste druk: Thomas Cautley Newby, Londen (Verenigd Koninkrijk)

Op het afgelegen landgoed Wuthering Heights ontstaat een warme vriendschap tussen Heathcliff, de ruwe en onhandelbare vondeling, en Catherine, de dochter des huizes. Toch kiest Catherine niet Heathcliff, maar de verfijndere Edgar Linton als echtgenoot. In Heathcliff brandt dan een verschrikkelijke woede los, die tenslotte alle bewoners van Wuthering Heights zal treffen.

zoeken in:
avatar van liv2
'Wat noem je relatief kort? '


Dat vind ik ook een moeilijk gegeven. Boeken waarderen is inherent aan je levensvisie en heel tijdsgebonden. Sinds ik hier op boekmeter ben verschijnen soms boeken die ik wel ooit gelezen heb maar waarop ik moeilijk een eerlijke stem kan op uitbrengen juist omdat het zo lang geleden is. En herlezen? nee, dat doe ik niet , er is ook zo veel te ontdekken.

3,0
Wuthering Heights, een ware klassieker, maar kan ie z'n status waarmaken? Zo vervelend als het bekende nummer van Kate Bush vond ik het in ieder geval niet. Toch heb ik het gevoel dat de klassiekerstatus deels wel ontleend is aan het feit dat het vrij controversieel en gewaagd was toen het uitkwam, plus het feit dat ze één van de befaamde Brontë-zussen is (ben benieuwd of Jane Eyre z'n klassiekerstatus wel waar weet te maken), en ten slotte het feit dat ze vrij snel na het schrijven van dit boek overleed. Een slecht boek is het niet, daar niet van, maar écht goed vond ik hem nou ook weer niet.

Het verhaal wordt als een raamvertelling verteld. Heel aardig, maar ik zie de toegevoegde waarde totaal niet. Het begint en eindigt met meneer Lockwood, die komt wonen in de buurt van Wuthering Heights, het landgoed van Heathcliff, en dus een woning van hem huurt. Meneer Lockwood gaat in het begin en in het einde even langs bij Wuthering Heights en verder is zijn enige rol in het verhaal dat hij degene is die het verhaal te horen krijgt, van een van de werksters. Ik zie geen enkele toevoeging van meneer Lockwood of het feit dat het een raamvertelling is aan het verhaal, dus blijft het een soort van gimmick.

Het verhaal zelf is in eerste instantie best interessant, alhoewel bij vlagen wel wat aan de verwarrende, onduidelijke kant. Op een gegeven moment begon ik me echter af te vragen of het nog ergens heenging, maar dat bleek niet het geval. Het is gewoon een opeenvolging van verliefdheden, ziektes, sterfgevallen, verhuizingen, etc. Het gaat blijkbaar meer om de personages zelf, en om het pyschologische karakter. Dat is overigens vrij goed gedaan. Hoewel een aantal personages nogal oppervlakkig blijven, heeft het zeker wat interessante personages, en de wisselwerking tussen de personages komt goed uit de verf.

Sowieso is het een sterk geschreven boek, en daarmee hebben we ook meteen het sterkste punt van het boek. De schrijfstijl maakt het interessant om te lezen, en door haar manier van omschrijven kon ik me soms best wel in het boek verliezen. Het nadeel is dat ik totaal geen emotionele band met het boek of met de personages kreeg. Ik vond het wel aardig om te lezen, maar het liet me verder koud, en echt meeleven deed ik niet. En als het verhaal dan ook nog eens matig is en nergens heengaat... dan jou je toch niet een al te bijzonder boek over.

avatar van stefan dias
Heb net de film uit 1939 gezien met een weergaloze Laurence Olivier: inderdaad nors, onverzettelijk, koudhartig. Maar wat een sex appeal!
Ik ga dus toch maar eens dit boek lezen, hoewel ik niet zo stuk was van (de wat tuttige) Jane Eyre.
Benieuwd…

Tabula Rasa
Sterk geschreven epos over liefde, haat, jaloezie, wraak, huichelarij, minachting, trots, verdriet, angst, woede, lafheid, kruiperigheid, naieviteit, gluiperigheid, blindheid, ontrouw, en uiteindelijk toch weer liefde.
Magistraal in zijn eenvoud en stijlvastheid.

avatar van PeterW
PeterW (crew)
Arrie schreef:


Het verhaal wordt als een raamvertelling verteld. Heel aardig, maar ik zie de toegevoegde waarde totaal niet. Het begint en eindigt met meneer Lockwood, die komt wonen in de buurt van Wuthering Heights, het landgoed van Heathcliff, en dus een woning van hem huurt. Meneer Lockwood gaat in het begin en in het einde even langs bij Wuthering Heights en verder is zijn enige rol in het verhaal dat hij degene is die het verhaal te horen krijgt, van een van de werksters. Ik zie geen enkele toevoeging van meneer Lockwood of het feit dat het een raamvertelling is aan het verhaal, dus blijft het een soort van gimmick.


Iemand moet het verhaal vertellen, en de hoofdpersonages zijn daar niet toe in staat, dus waarom niet iemand van buiten af? Ik vind het knap dat ze alle ingewikkelde lijnen aan elkaar heeft weten te breien; daar had ik eerst een hard hoofd in.

Tabula Rasa
PeterW schreef:
(quote)


Iemand moet het verhaal vertellen, en de hoofdpersonages zijn daar niet toe in staat, dus waarom niet iemand van buiten af? Ik vind het knap dat ze alle ingewikkelde lijnen aan elkaar heeft weten te breien; daar had ik eerst een hard hoofd in.


Lockwood is natuurlijk niet echt de verteller, hij is de overbrenger naar de lezer. De echte verteller van het verhaal is Nelly Dean (behalve dan de eerste en de laatste bladzijden en hier en daar een losse opmerking van Lockwood tussendoor). Nelly Dean had iemand nodig om het verhaal tegen te vertellen, een toehoorder, en daarvoor wordt Lockwood erbij gehaald.

avatar van manonvandebron
5,0
Emily Brontë werd slechts dertig jaar oud, maar haar enige roman doet haar in de herinnering voortleven. Het een gothic novel of griezelroman, maar ook een familiekroniek en een dagboekroman. Het speelt zich af in West Yorkshire, waar ze zelf leefde. De heide vormt een achtergrond van ongetemde natuur, prachtig in de lente en de zomer, maar met genadeloze stormen in de herfst en de winter. Het dichtsbijzijnde dorp is het fictieve Gimmerton, wellicht gebaseerd op Haworth. Penistone Crag is een rotsformatie waar elfjes zouden kunnen wonen.

De twee huizen hebben een tegengesteld karakter. Wuthering Heights ("woeste hoogten") staat voor wilde natuur; Thrushcross Grange voor koele gereserveerdheid. Die tegenstelling bestaat ook tussen de twee bewoners Heathcliff en Edgar. Heathcliff heeft een ongetemd, stormachtig karakter; Edgar kijkt op hem neer als een snob. De twee Catherines schipperen heen en weer tussen deze twee uitersten. Cathy ziet Heathcliff als haar zielsverwant, maar trouwt met Edgar uit sociale conventie.

Heel bijzonder is de vertelstructuur. Wat we lezen, is het dagboek van Mr Lockwood, maar hij is slechts een buitenstaander die enkele maanden op de heide komt logeren op zoek naar afzondering. Hij beschrijft de periode vanaf oktober 1801, maar dat is vooral omkadering voor de familiegeschiedenis van de voorbije dertig jaar. Z'n eerste confrontatie met het verleden zijn de dagboeken van Cathy, maar het grootste deel krijgt hij te horen van huishoudster Nelly. Ook binnen haar relaas zitten nog veranderingen van perspectief. Gebeurtenissen die ze niet zelf meegemaakt heeft, worden beschreven in brieven van Isabella of Linton, of in mondelinge getuigenissen van Catherine Jr. of Heathcliff zelf.

Heathcliff wordt binnengehaald als arm straatjongetje, mogelijk afkomstig van zigeuners of Indiase zeelui. Hij groeit op als een vuile stalknecht, maar met Cathy kent hij momenten van jeugdige onbezorgdheid en kalverliefde. De grote ommekeer volgt wanneer hij te horen krijgt dat hij niet goed genoeg is om met haar te trouwen. Alle huwelijken, geboorten en sterfgevallen die daarna volgen, leiden ertoe dat Heathcliff zich wreekt door zelf eigenaar van de twee huizen te worden en door zijn zoon met Cathy's dochter te doen trouwen. Hij wordt hardvochtig en verbitterd, en gaat zich als een tiran gedragen.

Ongelukkige huwelijken, ziekte en dood domineren het verhaal. Niemand wordt ouder dan veertig, behalve de personeelsleden. De knecht Joseph is puriteins en spreekt een moeilijk leesbaar dialect. De familieleden neigen meer naar bijgeloof. Voor Cathy en haar gelijknamige dochter zijn lezen en schrijven belangrijk. Open ramen zijn een terugkerend motief: bij het bezoek van Cathy's geest, kort voor Cathy's dood, bij Catherines ontsnapping en bij Heathcliffs dood. Ze staan symbool voor het contact tussen deze wereld en gene zijde, waar rusteloze geesten ronddolen. Het is een romantisch en tragisch verhaal dat bijna twee eeuwen later nog steeds tot de verbeelding spreekt.

Jan Koster
De thematiek is aansprekend. Het verloop van een liefde die diepe wonden slaat is misschien wel het voornaamste. Het ben ik te min gevoel van Heathcliff die transformeert in een wraakzuchtige duivel is een goede tweede.

Het zijn ook de onvergetelijke karakters die Emily Brontë heeft weten te creëren. Dit zijn hoofdpersonen die in je geheugen gegrift zullen blijven. De sfeer klopt, past helemaal bij het verhaal. De desolate omgeving van de moerassen in Yorkshire waar het leven, zeker toen, hard was en de weersomstandigheden heel grimmig konden zijn.
Het is ook de manier waarop het is verteld. Het is een raamvertelling. Woeste hoogten is ook een roman die het genre van de Gothic novel, toen nog niet zo oud, naar een hoger plan tilt.

Ook taalkundig valt er genoeg te genieten. Neem alleen al de slotalinea:

“Ik bleef daar nog wat talmen onder die weldadige hemel; ik keek naar de nachtvlinders die tussen de hei en de grasklokjes fladderden, luisterde naar de zachte adem van de wind door het gras en vroeg me af hoe iemand ooit kon denken dat een onrustige sluimering het deel zou zijn van wie sliep in deze rustige aarde.”

Er is één ding dat ik lastig vond. Het duurt even voordat je weet hoe het zit met de verschillende personages. Hiervoor is een eenvoudige remedie. Maak aantekeningen, vanaf het begin, herlees desnoods de eerste drie hoofdstukken (geen straf) en het komt helemaal goed.

Lees meer: Woeste hoogten – Emily Brontë - JKleest

avatar van misterfool
4,5
Een klassieker uit de Engelse literatuur die al langer mijn interesse wekte. Desalniettemin bevreemd de status van dit boek als liefdesverhaal mij wel enigszins; daar Wuthering Heights eerder een maalstroom aan geweld tracht te duiden. Aanjager van dit geweld is Heathcliff wier wraakzucht voor menig naargeestig moment zorgt. Dit doet hij niet geheel zonder reden: als kind wordt hij immers op wrange wijze wegens zijn afkomst achtergesteld. Nochtans handelt hij zo disproportioneel dat hij als door een duivel bezeten lijkt.

Bepaald geen sprookjesachtige materie met andere woorden. Dat ik geen rozengeur en maneschijn zou aantreffen, was mij gelukkig verklapt. De gelaagdheid van dit boek had ik echter niet verwacht. Deze diepte is gelegen in het slimme gebruik van perspectief. Huishoudster Nelly Dean is hier immers met name aan het woord. Zij oogt een neutrale toeschouwer, maar de doortastende lezer bemerkt dat ze zich gemakkelijk van blaam disculpeert en bepaalde karakters sympathieker acht. Het blijft daarom onduidelijk of de horrorachtige wijze waarop zij Heathcliff beschrijft accuraat is of wordt vervormd door haar eigen schuldgevoelens. Ondanks dat we, via onder meer brieven, enkele feiten vanuit andere personages beschouwen, blijft de waarheid hieromtrent diffuus. Het is mijns inziens de grootse kracht van dit boek.

De subjectiviteit van de narratief versterkt immers ook de thematiek. Emily Bronté lijkt vergeving naast wraak te willen zetten. De neiging om andere mensen een hak te zetten, volgt ogenschijnlijk uit een onvermogen tot zelfreflectie (bepaalde personages zien/herkennen geen spiegelbeeld). De ander wordt steeds bezien vanuit een bepaald frame (gesymboliseerd door een raam), wat dikwijls geen recht doet aan de gehele situatie.

Deze thematiek lijkt eerder te passen bij modernistische literatuur dan bij een boek uit de 19de eeuw. Buitengewoon indrukwekkend! Het is dan ook spijtig dat dit het enige boek van Bronté is dat bewaard is gebleven. Een diepgravend, beklemmend verhaal dat na de laatste pagina nog even nazindert.

avatar van misterfool
4,5
....en toen drukte ik per ongeluk op verwijderen i.p.v. wijzigen. grrr. Mobieltjes

4,5
Emily Jane Brontë

Emily Jane Brontë (1818-1848) was de op één na jongste kind van de Ierse (hulp)priester en dichter Patrick Brunty (die z’n naam wijzigde in Brontë) en Maria Branwell. De literaire familie werd geplaagd door ziekte, met name tuberculose, en vroege dood. Maria stierf toen ze 38 was, waarschijnlijk aan baarmoederkanker, en haar zes kinderen, die toen nog klein waren zodat ze hun moeder nauwelijks hebben gekend, werden verder opgevoed door haar jongere zus Elizabeth (‘aunt Branwell’). Hun eerste kind Maria en hun tweede kind Elizabeth leden aan tuberculose en stierven aan deze ziekte op respectievelijk 11- en 10-jarige leeftijd nadat ze buiktyfus op hadden gelopen op school, waarna de andere kinderen van school werden gehaald door Patrick en thuis les kregen. Het derde kind Charlotte stierf toen ze 38 was met phthisis (het wegteren dus tering ofwel tuberculose) als officiële doodsoorzaak en was een succesvolle auteur met onder andere de klassieker Jane Eyre (1847) op haar naam. Een aantal jaren eerder waren kort na elkaar het vierde kind Branwell (de enige jongen) op 31-jarige leeftijd, het vijfde kind Emily Jane op 30-jarige leeftijd en het zesde en laatste kind Anne op 29-jarige leeftijd gestorven, allen aan tuberculose waarbij Branwell ook verslaafd was aan alcohol en laudanum (een mix van alcohol en opium) en Emily Jane zo was weggeteerd dat de timmerman opmerkte nooit eerder zo’n kleine doodskist (van amper 40 cm breed) te hebben gemaakt. Anne was eveneens een begiftigd auteur met enkele Engelse klassiekers op haar naam: Charlotte, Emily en Anne staan wel bekend als de Brontë-sisters in de literaire wereld. De zusters schreven onder pseudoniemen, respectievelijk Currer Bell, Ellis Bell en Acton Bell waarmee de initialen van de echte namen werden behouden, die moesten verhullen dat ze vrouwen waren – ze vreesden niet serieus genomen te worden als bekend zou zijn dat hun werken zijn geschreven door vrouwen – maar na de dood van Emily en Anne heeft Charlotte hun echte namen en daarmee hun geslacht bekend gemaakt.

Wuthering Heights

Emily heeft maar één roman geschreven (naast wat gedichten), Wuthering Heights (1847), maar dat werk heeft vooral later veel waardering gekregen waarmee ze, meer dan haar zusters, haar tijd vooruit was en het werk in haar eigen tijd als schokkend werd gezien: men erkende dat het was geschreven met veel “power of imagination” waardoor het verhaal fascineerde maar men vond ook de stijl vulgair, de personages vreselijk en het verhaal inconsistent (zoals The Examiner schreef: “it is wild, confused, disjointed, and improbable; and the people who make up the drama, which is tragic enough in its consequences, are savages ruder than those who lived before the days of Homer.”). Men beoordeelde de roman als onder meer strange, passionate en grotesque en daarmee meer een inhoud bevattend voor een ballad dan een novel. Sinds het einde van de 19de eeuw heeft de roman veel waardering gekregen omdat Emily een wereld in chaos heeft weten te verbinden. Aan de ene kant combineert de roman de Griekse tragedie, Shakespeare’s toneel – onder meer Romeo and Juliet maar met name ook het stuk King Lear heeft vergelijkbare thema’s als Wuthering Heights: de oudste dochters proberen door list het bezit van hun vader, Koning Lear, in handen te krijgen en gaat (net als Frankenstein) onder meer over waanzin, dood en de desintegratie en val van de adel – en de gothic novel met een haunted house en ghosts en ook exotische invloeden van bv. Duizend-en-een-Nacht, aan de andere kant is de roman kenmerkend voor het genre van Dark Romanticism en heeft het enige postmoderne elementen zoals dat we slechts de verschillende perspectieven van enkele onbetrouwbare vertellers krijgen zonder een objectieve verteller en dus coherente vertelling: de roman behoudt aldoor een zekere ambiguïteit waarbij de werkelijkheid slechts bemiddeld door het (gekleurde) perspectief en dus de verbeelding wordt gegeven. In dat opzicht is de roman weliswaar een vreemde, afwijkende roman binnen de Engelse literaire traditie maar sluit ze wel goed aan bij de Amerikaanse literatuur van die tijd zoals van Edgar Allan Poe en Herman Melville. De ambiguïteit of bemiddeling door het perspectief of de verbeelding voedt op zijn beurt de gotische inhoud van de roman ofwel het ondoordringbare mysterie van de duistere wereld die wordt gepresenteerd. Een bijzondere eigenaardigheid van het boek is dat de roman in eerste instantie over de stormachtige liefde tussen Heathcliff en Catherine lijkt te gaan, maar dat halverwege Catherine al sterft, er onder meer een sprong wordt gemaakt van 12 jaar en we opeens in een geheel nieuwe situatie zitten: het boek lijkt uit twee losse delen te bestaan en mogelijk heeft Emily het tweede deel geschreven als een minder schokkende versie van het eerste deel zoals Mary Shelley een tweede, minder romantische en schokkende versie van haar Frankenstein schreef. Zo ook lijkt het tweede deel van Wuthering Heights een imitatie van het eerste deel maar dan minder romantisch en in die zin minder schokkend voor het publiek van die tijd. Voor ons is juist het tweede deel schokkender omdat Heathcliff er wreed en niet meer zo charismatisch is. De twee delen verhouden zich – om het wat grotesk uit te drukken – als het Oude Testament en het Nieuwe Testament: vol tegenstellingen maar zeer met elkaar verbonden in thematiek (en met in het tweede deel een happy end).

Gotiek

Wuthering Heights speelt zich af op de woeste heidegronden van Yorkshire, Engeland, en het bespookte huis dat Wuthering Heights heet wordt “old and dark” genoemd, is hoger gelegen dan Thrushcross Grange en het dorp en is omgeven door the moors: het verwijst naar de traditie van de haunted castle sinds The Castle of Otranto (1794) van Horace Walpole, dat wordt beschouwd als de eerste gothic novel door z’n combinatie van medievalism en terror en waaraan Walpole de subtitel A Gothic Story toevoegde bij de tweede editie. Niet voor niets speelt het verhaal zich aldus grotendeels af in een huis dat afgezonderd ligt van de bewoonde, beschaafde wereld en aan de moors, waar de natuurlijke krachten en ook de fantasie vrij spel hebben (men vergelijke de eindeloze zee in Herman Melville’s Moby Dick (1851) of het hoge Noorden in Mary Shelley’s Frankenstein (1818)). De naam van het huis – Wuthering Heights (wuthering verwijst naar het loeien van de wind) – verwijst al naar de storm, dus natuurkrachten, die niet alleen de natuur erbuiten maar ook de bewoners – als een soort kinderen van de storm – in hun innerlijk bepaalt en onderling verdeelt (tegenover Thrushcross Grange dat voor cultuur, rust en de decadente civilisatie staat). Door het literaire werk van de zusters Brontë zou Yorkshire een centrum van de gotiek worden dat tot op de dag van vandaag doorwerkt. Bram Stoker schreef Dracula (1897) toen hij in Yorkshire verbleef en zelfs de gothic metal is er in de eerste helft van de jaren ’90 van de vorige eeuw ontstaan.

Gothic novel

Net als bij de Amerikaanse gotische romantiek maar ook Frankenstein is Wuthering Heights een spel van tegenstellingen der extremen, zoals liefde en haat of leven en dood, die slechts kunnen worden opgelost in de dood maar waarbij ook de grenzen ertussen, met name die tussen leven en dood, worden overschreden. Wel vinden de passies en de door hen opgewekte verbeelding in Wuthering Heights niet plaats in een “out of space – out of time” zoals bij Edgar Allan Poe, maar in het dagelijkse leven en beslommeringen zonder dat de roman overigens veel historische of sociale context biedt: de roman is zo vrij letterlijk een gothic novel dat het middeleeuwse genre van romance (avontuur, fantasie) en het moderne genre van novel (een beschrijving van het dagelijks leven) en daarmee Romantiek en Realisme combineert. De roman is zo ook exemplarisch voor de ‘new school’ die in die tijd opkwam en die laat zien hoe de romantiek van het grote gebaar of de monomania van z’n hoofdpersonage (Heathcliff’s obsessieve liefde voor Catherine in Wuthering Heights, Ahabs obsessieve jacht op de walvis in Moby Dick, Frankensteins obsessieve werk om het wetenschappelijke mysterie van het leven op te lossen in Frankenstein, etc) het gewone leven ontwricht. Romantiek en realisme vormen zo zelf een tegenstelling die levens verwoest; zo beschouwd is reeds Cervantes’ Don Quichot (1605/1615), de eerste moderne roman, een voorloper hiervan.

Autobiografische elementen

De roman lijkt veel autobiografische elementen te bezitten, niet in de laatste plaats omdat ook in de roman veel personen ziek worden, wegteren en vroeg sterven, welke centrale plaats van dood en verval ook het genre Dark Romanticism kenmerkt. De roman draait om de mysterieuze Heathcliff en ook Emily Brontë zelf geldt als een mysterieus en in vergelijking met haar zusters een zonderling, teruggetrokken figuur, in haar geval omdat zij extreem verlegen zou zijn en menselijk contact vermeed. Volgens haar zuster Charlotte zocht Emily nooit met iemand contact maar bestudeerde ze mensen op een afstand welk scherp waarnemen terug komt in haar roman dat immers een immense mensenkennis etaleert. Buiten haar zusters had ze geen vrienden en ze bleef ook ongehuwd. Als kind schiep ze met haar zussen en broer een fantasiewereld die ze Angria noemden en op 13-jarige leeftijd scheidde ze zich met Anne af om de nieuwe fantasiewereld Gondal te scheppen met helden, gemodelleerd naar de Scottish Highlander als Britse versie van Rousseaus ‘nobele wilde,’ die nobeler, moediger en gepassioneerder zijn dan de ontaarde beschaafde mens. Het is niet moeilijk hierin een basis van Wuthering Heights te zien maar ook een reflectie van haar eigen karakter. Bovenal hield Emily van dieren en van de natuur zoals de moors en niet van de menselijke beschaving: als een vrouwelijke versie van de nobele maar ook visionaire wilde die als kluizenaar van de maatschappij afgekeerd leeft, wordt ze wel de ‘the mystic of the moors’ genoemd. Er werd wel getwijfeld aan haar geestelijke gezondheid en later zou haar roman het publiek schokken als “a tale of unchecked primal passions, replete with savage cruelty and outright barbarism”.

De stijl

Passend bij de realistische gerichtheid, met de romantiek als vrij letterlijk de niet tastbare geest achter het alledaagse, is de stijl van de roman evenzeer alledaags en weinig bijzonder dus zelfs wat saai. De stijl is weinig poëtisch of romantisch: er zijn weinig metaforen en expressies van grote gevoelens of gebaren en ook is er geen uitgekiend spel met woorden waarbij het woord niet alleen verwijst maar ook als woord een functie heeft. De roman vertelt ‘gewoon’ een verhaal waarbij, zoals romanschrijvers plegen te doen maar dat ook past bij het realisme, veel oog is voor detail. Wat dat betreft leent haar roman zich goed voor verfilming, hetgeen dan ook vaak is gebeurd, hetgeen de lezer de energie bespaart zelf de beelden erbij te construeren op grond van de gegeven informatie. Wel vergt de wijze van beschrijven in het boek een ietwat actieve houding van de lezer: de lezer moet vaak zelf de verbanden leggen. Zo wordt er bv. graag verteld in een trant als ‘Ik stond voor de poort. Ik sprong over de ketting.’ zodat je zelf als lezer moet bedenken waar die ketting zich dan bevindt ten opzichte van de poort en op dezelfde manier moet je bij de hoeveelheid van personen die spreken of een rol in het verhaal spelen voortdurend – bij bijna elke zin – zelf bedenken welke persoon wordt bedoeld met de vrijwel constant niet-specifieke aanduidingen van de personen (bv. “her cousin”). Ook schrijft ze – meer dan haar tijdgenoten zoals Mary Shelley en Edgar Allan Poe – in een wat oubollig Engels met een wat afwijkende zinsopbouw en woordkeuze (bij het exemplaar van Wordsworth Classics dat ik las zit zelfs een woordenlijst om de moderne lezer te helpen met de oud-Engelse woorden of dialecten). Soms lees je een zin twee keer: niet om de kracht of schoonheid ervan te ervaren na de betekenis te hebben begrepen, maar simpelweg om de betekenis volledig te vatten.

De wijze van vertellen is wel beslist eloquent: er is een rijke woordenschat en alles wordt op een bijzondere, bewust toegesneden manier verteld, bv. “gathering fresh grief from reflection, and flinging herself into my arms for refuge from the idea”, hetgeen ook een zekere schoonheid van woordkunst meebrengt, maar ik weet niet goed of dat vooral Emily’s eigen kunst is of dat talen sowieso de neiging hebben te versimpelen zodat het Engels van die tijd gewoon wat rijker of dieper dan de hedendaagse versie voelt, bv. “(…) his accidental merriment expiring quickly in his habitual moroseness”. Tegelijk is – zoals gezegd – Emily Brontë een scherp waarnemer en weet ze alle gemoedstoestanden, situaties en handelingen scherp te verwoorden waardoor haar personages psychologische diepte krijgen en het verhaal meeslepend wordt omdat door haar precieze vertelling als het ware elke zenuw aangesproken wordt. In dat verband komt haar wijze van vertellen wel bijna aldoor in de buurt van poëzie, bv. “Your cold blood cannot be worked into a fever; your veins are full of ice water; but mine are boiling, and the sight of such chillness makes them dance.” Zoals uit de voorbeelden blijkt is ze erg sterk in het uitdrukken van psychologische processen en subtiliteiten die dan weer niet makkelijk verfilmd kunnen worden, bv. “my resolution melted into air before it was properly formed”. De natuur of het weer worden niet uitvoerig beschreven en dienen vooral – net als in bv. Frankenstein – om de gevoelens en stemmingen van de personen uit te drukken of te verhelderen.

De vertelstructuur

Net als Frankenstein, met wie het allereerst ook thema’s als familie, opvoeding en eenzaamheid deelt, is de roman een raamvertelling – vaak letterlijk omdat er veel door een raam wordt gekeken in het verhaal hetgeen een metafoor lijkt voor de opsluiting van vrouwen in huis waardoor zij slechts door het raam de wereld kunnen zien – waarbij er wel een verschil in perspectief maar niet veel verschil in toon zit tussen de verschillende vertellers (met uitzondering van Joseph die in een nauwelijks verstaanbaar lokaal dialect spreekt). Bij dat perspectief zit ook een eigen interpretatie van of zelfs vervorming door de verteller die ook zelf een rol speelt in het verhaal en vaak antipathie voelt voor een of meer andere personen, zodat het in wezen onbetrouwbare vertellers zijn. De gothic novel maakte veel gebruik van zo’n (onbetrouwbaar) getuigenverslag om het verhaal spannender of mysterieuzer te maken (zie bv. de verhalen van Edgar Allan Poe), maar Emily Brontë’s gebruik van meerdere vertellers welke verschillende perspectieven het verhaal zelfs enigszins incoherent maken schept een ‘postmodernistisch’ effect dat het publiek in de 19de eeuw afstootte. De raamvertelling maakt het soms ook wat moeilijk te volgen want de verteller maakt niet zelf alles mee, welke gaten dan weer achteraf worden opgevuld doordat anderen vertellen wat er is gebeurd. In het begin is de vertelstructuur bijzonder verwarrend want erg antichronologisch omdat de vertelling met grote sprongen terug gaat in de tijd zodat je van kinderen naar hun ouders gaat die toen kind waren etc.

Nelly

Het verhaal wordt verteld door Lockwood die echter vooral (na)vertelt wat Nelly Dean, de dienstmeid, tegen hem heeft verteld. Nelly wil duidelijk een goede indruk maken: ze presenteert zichzelf als een hardwerkend en plichtsgetrouw mens en als de stabiele factor in het hele verhaal die moreel en rationeel reageert op de andere, in haar ogen niet zo morele of rationele personen. Ook qua vertelling houdt zij aldus het verhaal bij elkaar, maar doet dat ook bewust op een nuchtere, rationele manier: niet alleen de stijl is alledaags maar ook de – romantische – inhoud wordt zo nuchter en werelds mogelijk verteld. Reeds haar functie, die maakt dat ze letterlijk de handen uit de mouwen moet steken om het alledaagse leven mogelijk te maken, maakt dat ze een nuchtere, wereldse indruk maakt: ze heeft geen tijd of status om te kunnen dromen. Veelzeggend is dat als Catherine haar in een romantische ontboezeming vertelt dat Heathcliff alles voor haar is en zij aldus hem is (“Nelly, I am Heathcliff”), Nelly dat dan ook “nonsense” noemt. Vanwege haar opstelling kabbelt het verhaal vaak maar wat door in de vorm van een wat saaie familiekroniek. Maar haar rol is beslist partijdig en manipulatief, zowel als actor in het verhaal als als de verteller ervan, hetgeen wordt verhuld door haar morele zelfrechtvaardiging.

Lockwood

De eerste of echte verteller van het verhaal, de welgestelde jongeman Lockwood, lijkt passiever en op die manier neutraler: hij is meer de toehoorder, neemt dan ook meer afstand en vat Nelly’s verhaal op als een amusante volksvertelling of ballad. Maar ook hij is niet objectief, al was het maar doordat hij oppervlakkig is en evenmin als Nelly de relatie tussen Heathcliff en Catherine kan begrijpen. Veelzeggend is dat hij naar het platteland is gekomen omdat hij is gevlucht toen zijn verliefdheid werd beantwoord. Hij deinst aldus terug voor passie (en betrokkenheid) en grijpt daarom met spijt ook niet zijn kans om de mooie (jonge) Catherine te veroveren en te redden van Heathcliff. Hij wil aan de samenleving ontsnappen maar ontdekt snel dat hij een stuk “more sociable’ is dan Heathcliff en besluit later terug te keren naar de stad (London). Qua raamvertelling doet Wuthering Heights in zekere zin het omgekeerde als Frankenstein waarin een krankzinnig geworden Frankenstein het eigenlijke verhaal vertelt (zoals in Wuthering Heights de quasi-rationele Nelly het eigenlijke verhaal vertelt) waardoor je je kunt afvragen of Frankensteins verhaal niet een fantasie van een gestoorde brein is dan wel hij krankzinnig is geworden omdat zijn verhaal echt is gebeurd, maar het verhaal van de ‘meta’-verteller Robert Walton suggereert dat het monster en dus het verhaal van Frankenstein waargebeurd is. In Wuthering Heights suggereert de goedopgeleide ‘meta’-verteller Lockwood dat het sterke geloof van Heathcliff en de dorpelingen – dus in wezen de slechtopgeleide mensen met hun dwaas volksgeloof – in ghosts in de zin dat mensen na hun dood kunnen blijven ‘spoken’ maar onzin is door middel van de slotzin van de roman:

“and wondered how any one could ever imagine unquiet slumbers, for the sleepers in that quiet earth.”.

De dichterlijke formulering verbeeldt echter precies wat het ontkent, namelijk dat het heel goed voorstelbaar is dat de doden in hun graf uit hun ‘slaap’ kunnen ontwaken omdat het kenmerkend is voor de slaap dat die onrustig kan zijn en dat je eruit kunt ontwaken. In feite wordt hier gesuggereerd dat achter de rustige, wereldse verschijning van dingen een onrustige, spirituele wereld schuilgaat die gevoelige naturen door middel van hun verbeeldingskracht kunnen opmerken, zoals Heathcliff gek werd doordat hij overal de aanwezigheid van Catherine kon voelen zonder haar te kunnen zien. Lockwood is bang voor zijn gevoelens en daarom ook voor de nacht: hij zoekt geruststelling bij het daglicht en de rust van de natuur bij het graf. Voor hem betekent iets niet kunnen zien dat het niet bestaat. Maar tegelijk getuigt nota bene Lockwood in de roman van het bovennatuurlijke maar dan juist aan het begin als hij in de kamer waar Catherine is gestorven droomt dat zij via het raam wil binnenkomen. Dat is weliswaar slechts een droom maar het is precies wat ook Heathcliff voelt als hij in die kamer is, hetgeen suggereert dat het niet slechts een droom is maar echt. Aldus is de roman bewust open of dubbelzinnig of het spoken van dode mensen fantasie of werkelijkheid is. Net zoals de gotische verhalen van Edgar Allan Poe vaak dubbelzinnig zijn waarbij het eigenlijk niet uitmaakt of je de natuurlijke of bovennatuurlijke verklaring kiest omdat we uiteindelijk altijd de werkelijkheid interpreteren door middel van de verbeelding (zelfs in de wetenschap).

Het bovennatuurlijke als verdieping van het natuurlijke

Maar Wuthering Heights lijkt bovenal nog een andere visie op het bovennatuurlijke te willen uitdrukken en daarmee de paradox of dubbelzinnigheid te willen opheffen. Waar de naam ‘Lockwood’ een opsluiting in het natuurlijke suggereert – Lockwood is als het ware een exponent van de Verlichting – is de naam ‘Heathcliff’ eveneens werelds maar suggereert in dit natuurlijke domein de vrijheid om zowel horizontaal (heath: heide) als verticaal (cliff: klif) te kunnen bewegen. Het bovennatuurlijke is bij Emily Brontë niet het onnatuurlijke of onrealistische maar het onrealistische in de werkelijkheid. Of eigenlijk: wat de Romantiek, in de roman belichaamd door Heathcliff (en Catherine), toevoegt is niet een ‘transcendente’ werkelijkheid boven de natuur maar een verdieping van de natuur zelf (men herinnere Emily Brontë’s eigen diepe liefde voor de natuur). Net als in Shakespeare’s MacBeth is het bovennatuurlijke nog steeds de natuur maar op een hoger, mysterieuzer niveau. In dat verband is het van belang dat de geest van Catherine in Lockwoods droom bloedt: de geest is niet langer een geest maar een lichaam dus natuur. Wat Heathcliff dan ook Edgar Linton verwijt is diens gebrek aan diepte in zijn liefde:

“If he loved with all the powers of his puny being, he couldn’t love as much in eighty years as I could in a day. And Catherine has a heart as deep as I have.”

Ook Lockwood is oppervlakkig in zijn passies: hij ontbeert diepte en ontkent daarom het bovennatuurlijke terwijl het zelfs bij hem aanwezig is en hem in de vorm van een droom intense terror doet beleven.

Dark Romanticism

Maar zoals we zagen is Wuthering Heights geen ode aan de Romantiek maar wil het laten zien hoe romantiek het ‘echte’ leven verwoest. Nelly heeft een punt als ze Catherine onverantwoordelijk en egoïstisch noemt: Heathcliff en Catherine zijn verwaarloosd als kind en hebben na de dood van de oude Earnshaw geen opvoeding genoten waardoor ze opgroeiden tot “savages”. De Romantiek was gefascineerd door dergelijke ‘wolfskinderen’ die buiten elk contact met de menselijke beschaving opgroeiden en één met de natuur waren; Rousseau’s oproep om terug te keren naar de natuur en het concept van de ‘nobele wilde’, mede geïnspireerd door Daniel Defoe’s Robinson Crusoe (1719), sloegen aan terwijl bv. Hegel de Romantiek daarom ‘barbaars’ noemde. In de psychoanalytische termen van Jacques Lacan hebben Heathcliff en Catherine nooit echt de symbolische fase van wet en taal bereikt waarin het kind zaken leert onderscheiden of zelfs de imaginaire fase waarin het kind leert dat het een eenheid is (als het zichzelf herkent in de spiegel): voor hen is er slechts hun verlangens die ook het onderscheid tussen binnen en buiten of het zelf en de ander niet kennen of respecteren. Op romantische wijze zijn ze aldus vrij en één met de natuur en kosmos maar ook narcistisch en asociaal. Net als bij Edgar Allan Poe (en Plato) kan na de splitsing de oereenheid slechts worden hersteld door een eenheid van leven en dood (zoals ook vampier- en zombieverhalen doen) dat in Wuthering Heights met name de lugubere vorm krijgt van necrofilie (dat verwant is aan Poe’s obsessie voor het levend begraven worden), nu Heathcliff het graf van Catherine opent om haar nog eenmaal te omhelzen en zij beiden ten diepste verlangen om als lijken bij elkaar te liggen – “my cheek frozen against hers” – zodat ze in de dood (maar op natuurlijke wijze) eeuwig zijn verbonden. In dat verband is er ook een associatie met vampirisme: als Heathcliff vreemd genoeg opgewekt zijn dood tegemoet gaat door niet meer te eten en slapen en een bleke verschijning wordt die nachtelijke uitstapjes maakt, vraagt Nelly zich af “Is he a ghoul, or a vampire?” waarbij ze ook reflecteert op zijn mysterieuze oorsprong. Het is wel geopperd dat Heathcliff en Catherine beiden vampieren zijn die daarom na hun dood rond blijven spoken.

Religie

Religie in formele vorm lijkt geen grote rol te spelen in de roman. Wel valt Joseph op, de knecht die aldoor de Bijbel op de eerste plaats stelt maar een zeer onaangenaam, haatdragend en hypocriet persoon is waarmee in ieder geval zijn fundamentalistisch christelijk geloof, het methodisme, wordt bekritiseerd. Methodisme is een protestantse stroming die vooral in de Angelsaksische wereld aanhangers heeft (en de Brontë-zusters kregen een methodistische opvoeding van Aunt Branwell hetgeen Emily blijkbaar slecht is bekomen). Het rekruteerde vooral onder de lagere klassen – waarbij het onder andere alcoholabstinentie preekte omdat alcoholmisbruik een grote bron van ellende in de arbeidersklasse was – en in de VS onder de slaven (de stroming was ook abolitionistisch). Heathcliff is tegengesteld aan Joseph is de zin dat hij geen waarde lijkt te hechten aan het christelijk geloof en dus ook niet in de christelijke hemel (“I tell you I have nearly attained my heaven; and that of others is altogether unvalued and uncoveted by me.”). Nelly is geschokt door z’n “godless indifference” (waarbij hij ook bij het sterven geen priester wenst) en volgens Nelly heeft Heathcliff een “selfish, unchristian life” geleid en mede daarom acht ze hem een devil. Het benadrukt zijn exotische, mysterieuze afkomst waarbij hij zelf benadrukt dat hij sterk in geesten gelooft, al is dat ook het volksgeloof in het plaatselijke dorp of streek. Nelly wijst dat bijgeloof af als onchristelijk maar is er toch bang voor: “I believe the dead are at peace, but it is not right to speak of them with levity.”. Er is wel geopperd dat de hele roman in wezen over het religieuze gaat, maar dan niet over de kerkelijke dogma’s maar over de voor-rationele religieuze ervaring en het daemonische (de daemon als geest die inspiratie geeft) die een belangrijke rol speelden in de Romantiek. Zo ook spelen hemel en hel een belangrijke rol in de roman maar in een natuurlijke vorm: het alledaagse leven op Aarde is een hel voor Heathcliff maar hij vindt de hemel in de armen van Catherine. De hemel is een ervaring van lichamelijke extase en dierlijke passie en is een redding van deze wereld maar ze is niet de transcendente, rustige – mede door Plato’s Ideeënleer geïnspireerde – hemel van het christendom. Catherine wijst die christelijke hemel expliciet af: “If I were in heaven, Nelly, I should be extremely miserable”. Haar hemel is de energie en de natuur van de woeste heide en van Heathcliff (en niet de kalme beschaving van Edgar Linton):

“I dreamt, once, that I was there (…) heaven did not seem to be my home; and I broke my heart with weeping to come back to earth; and the angels were so angry that they flung me out, into the middle of the heath on the top of Wuthering Heights, where I woke sobbing for joy.”

Heathcliff

Heathcliff heeft een mysterieuze afkomst: de oude mr. Earnshaw komt op een dag na een reis thuis met een baby die hij in Liverpool, de haven, heeft ‘gevonden’. Hij wordt beschreven als een “dark-skinned gipsy” en wordt ook om z’n donkere huidskleur geminacht en gediscrimineerd door met name de Linton-familie. Ze noemen hem Heathcliff met daarin de associatie met heathen (heiden). Emily Brontë lijkt bewust een aantal stereotypen van of vooroordelen over de zigeuner in Heathcliff te hebben gestopt zoals z’n hevig temperament, z’n onrustig rondzwerven, z’n geweld, z’n manipulaties, z’n vaardigheid om te winnen bij gokspelen, etc. Bovendien deelt Heathcliff zijn mysterieuze afkomst met de zigeuners als volk die bv. zelf wel beweerden dat ze uit de Bohemen kwamen zodat ze bohémiens werden genoemd. En hij blijkt later een eigen geloof te hebben en het christendom te verwerpen. Overigens, terwijl de zigeuners wel werden beschuldigd van kinderroof zou dan juist een zigeunerkind worden geroofd waarmee Emily Brontë dat vooroordeel omkeert. Mogelijk is het een illegaal door mr. Earnshaw verwekt kind bij een zigeunervrouw, hetgeen verklaart waarom hij zo veel liefde voor het kind voelt. Maar niettegenstaande de warme gevoelens van Earnshaw voor het kind staat Heathcliff in poststructuralistische termen voor de Ander: degene die niet wordt begrepen of ingesloten maar zelfs in tegenstelling tot het eigene staat. Hij is als zodanig een bedreiging door zijn liefde voor macht, vrijheid en door zijn seksuele stoutmoedigheid welke in de roman wordt gesymboliseerd door z’n hardheid en dat hij overal zonder te kloppen naar binnen stormt. Het maakt hem niet alleen verwant aan de villain-hero van de gotiek maar ook aan de daemon lover van eeuwenoude Schotse liederen.

De Victoriaanse familie en Heathcliffs wraak

Heathcliff vertegenwoordigt ook de lagere, bezitloze en vernederde klasse maar in plaats van zijn positie te accepteren neemt hij wraak door van de onderdrukte te transformeren tot de onderdrukker. In die Victoriaanse tijd werd de familie geacht de commonwealth ofwel beschaving in miniatuur te zijn, maar in Wuthering Heights is zelfs de Linton-familie in Thrushcross Grange onbeschaafd en verdeeld onder de geciviliseerde oppervlakte en bovenal heeft de welvaart hen zwak, soft en lusteloos gemaakt, zodat ze een prooi zijn voor de sterke, harde en energieke Heathcliff – men herkent de Scottish Highlander of Rousseau’s nobele wilde die vitaler is dan de ontaarde beschaafde mens (maar nobel kan de duivelse Heathcliff niet worden genoemd) – waarmee tegelijk de onteigenaars worden onteigend: het kapitalisme wordt ontmaskerd als een roofideologie zodat de bohémien als rover het prototype van de (wrekende) socialist is die slechts de oude onderdrukking vervangt door zijn eigen, nog wredere onderdrukking. Bovenal gebruikt Heathcliff de strategie van de adel – het arrangeren van huwelijken om de eigen macht en het eigen kapitaal uit te breiden – om wraak te nemen op de landgoedbezitters en hun rijkdom af te nemen (de families in Wuthering Heights zijn overigens niet van adel maar behoren als landgoedeigenaars eveneens tot de niet-werkende klasse) waarbij hij tegelijk als een – zoals Nelly het zegt – cuckoo de rechtgeaarde opvolgers van het kapitaal uit het nest gooit.

Waar in Frankenstein de Frankenstein-familie wel voldoet aan het Victoriaanse ideaal en op zelfs karikaturale wijze harmonieus en liefdevol is, maar met daarin het incestueuze gif van de relatie tussen Frankenstein en Elizabeth, is de familie in Wuthering Heights in alles het tegendeel van een harmonieuze en liefdevolle familie: wij zouden het een ‘disfunctionele’ familie noemen. De personages zijn van elkaar vervreemd en staan elkaar zelfs naar het leven: door de verstoorde familieverhoudingen zijn de leden op zichzelf en asociaal met “violent dispositions” door welke conflictueuze situatie en de voortdurend dreiging van (dodelijk) geweld de roman z’n spanning krijgt. Als de Victoriaanse maatschappij hypocriet is en de schone schijn de ware aard moet verbloemen, zijn ze ook hierin het tegendeel: ze doen niet eens moeite hun asociale aard te verbergen, waardoor de passant Lockwood geïnteresseerd raakt in deze opmerkelijke familie en Nelly de gelegenheid krijgt de familiegeschiedenis te vertellen zodat we kunnen begrijpen waarom de familie zo vreemd en disfunctioneel is. We leren dat Hindley Earnshaw na het overlijden van zijn vader als nieuwe master van het huis Heathcliff en Catherine verwaarloost die daardoor ook verstoken blijven van onderwijs, Heathcliff systematisch afranselt en na de dood van zijn vrouw verslaafd raakt aan alcohol en een ware tiran wordt die voortdurend iedereen naar het leven staat (waarschijnlijk werd Emily mede geïnspireerd door haar verslaafde broer). Onder al dit geweld trekken Heathcliff en Catherine naar elkaar toe en ontwikkelen een diepe liefde voor elkaar – hetgeen als stiefbroer en -zus eveneens een incestueuze tint heeft – terwijl Heathcliff tegelijk een diepe haat jegens Earnshaw ontwikkelt. Zowel Catherine en Heathcliff weten apart van elkaar het huis te ontvluchten waardoor ze iets van beschaving leren – en ze op Victoriaanse wijze in ieder geval de schone schijn kunnen ophouden (maar zelfs Catherine blijft angst inboezemen vanwege haar opvliegend karakter dat wel met munitie wordt vergeleken: “the gunpowder lay as harmless as sand, because no fire came near to explode it”) – waarna Heathcliff terugkeert om zich te wreken en Hindley financieel ruïneert door middel van kaartspel. Nadat Hindley zich heeft doodgedronken – na nog een moordaanslag op Heathcliff te hebben gepleegd die mislukte – neemt Heathcliff Wuthering Heights in. Tegelijk raakt hij Catherine kwijt aan de beter gestelde maar zwakke Edgar Linton, waardoor hij ook wraak neemt op dat huis.

Feminisme

Bij dit alles valt op dat de mannelijke autoriteit in de (Victoriaanse) familie absoluut is: vrouwen, kinderen en bedienden zijn volledig aan hem onderworpen. In hun werk leveren de Brontë-zusters hier veel kritiek op. In Wuthering Heights is niet alleen de bezitloze en vertrapte Heathcliff veel sterker dan de zwakke masters van de huizen die slechts legaal alles bezitten maar welke wet Heathcliff tot eigen voordeel benut (en anders dan zijn zusters die zich nog richtten op de hogere, beschaafde kringen, richt Emily zich volgens het realistische genre meer op de lagere kringen en laat ze het verhaal zelfs door een dienstmeid en dus vanuit haar perspectief vertellen), maar ook zijn de vrouwen er sterker dan de mannen hetgeen de roman een feministisch karakter geeft (al doet bv. Nelly ook haar best om het patriarchale systeem in stand te houden). Mannen hebben niet alleen legaal de macht maar dragen ook veelal wapens die in de roman ook voor de seksuele macht van de man over de vrouw lijken te staan: Lockwood merkt in zijn droom dat hij geen wapen heeft terwijl Hareton aldoor in de weer is met wapens waarmee de roman anticipeert wie van hen (de jonge) Catherine krijgt (en overigens de lezer op het verkeerde been kan zetten als die denkt dat de wapens de dood van Heathcliff anticiperen).

Nu is er in de roman nog een belangrijke derde verteller in de zin dat een lange brief van Isabella wordt gelezen. Hierin vertelt ze dat ze tegen haar wil in met Heathcliff is getrouwd en eenzaam opgesloten zit in Wuthering Heights dat een ware hel blijkt met de gewelddadige, verslaafde Hindley Earnshaw, de duivelse Heathcliff en de nare Joseph die z’n wrede masters helpt. “I assure you, a tiger, or a venomous serpent could not rouse terror in me equal to that which he wakens”. zegt ze over Heathcliff. Bovendien zijn al haar rechten ontnomen. Mogelijk is dit inhoudelijk de kern van de roman als feministische aanklacht tegen hoe in die Victoriaaanse tijd vrouwen met weinig meer respect dan dieren worden behandeld en hoe hun (gedwongen) huwelijk weinig meer is dan een gevangenis, hetgeen zowel een thema was van het toen opgekomen feminisme (bv. Mary Wollstonecraft) als van de gothic novel die het aldus levend begraven van de vrouw door middel van het huwelijk bij wijze van horror-verhaal uitdrukkelijk onder de aandacht brengt (met vergelijke bv. Edgar Allan Poe’s The Fall of the House of Usher (1839)). Niet alleen ontpopt Heathcliff zich in zijn wraak als een superkapitalist maar ook als supervrouwenonderdrukker: niet alleen wordt Isabella door hem opgesloten maar later valt ook de jonge Catherine hetzelfde lot ten deel. De oude Catherine heeft daarentegen niet het karakter zich te onderwerpen waardoor zij Heathcliffs geliefde kon zijn: zij is te wild waarbij zij zichzelf niet onder controle heeft. Maar zij gaat ten onder aan haar hypersensibiliteit als gebrek aan beheersing waarna haar dochter Catherine (ook wel Cathy genoemd) uiteindelijk een relatie lijkt te krijgen (met Hareton) die gelijkwaardig is. Daarbij laat ook de jonge Catherine zich niet zomaar onderdrukken en toont ze zich een ‘sterke’ vrouw: ze rebelleert tegen haar ontvoerder Heathcliff ondanks zijn geweld terwijl Hareton, die al z’n hele leven was onderdrukt en vernederd door Heathcliff, dat niet kon. Hareton “was attached by ties stronger than reason could break—chains, forged by habit, which it would be cruel to attempt to loosen.”, hetgeen natuurlijk ook voor de meeste vrouwen gold. De geest van de dode Catherine spookt niet alleen bij Heathciff en Lockwood maar in die zin door de hele roman, ten langen leste resulterend in het einde van de vrouwenonderdrukking (als tenminste de observaties van Nelly inzake Hareton en Catherine waar zijn).

Racisme

Dat de hoofdpersoon, Heathcliff, donker en exotisch is maakt ook racisme een onmiskenbaar thema van de roman. Allereerst wordt zijn donkere huidskleur telkens benadrukt en altijd in sinistere zin: zijn ogen zijn donker en dus dreigend, Nelly noemt Heathcliff onder meer een “black villain” en Earnshaw beschrijft hem als “as dark almost as if it came from the devil”. Zijn wraak op de families is niet alleen de wraak van de bezitloze op de bezittende klasse of de hiërarchische standenmaatschappij maar misschien nog wel meer de wraak van de slaaf of de Ander op de Westerse kolonialist (men vergelijke Edgar Allan Poe’s The Fall of the House of Usher). Nelly vertelt hoe de knechten bv. in de keuken in plaats in de salon moeten zitten en zo letterlijk in een inferieure positie worden geplaatst, maar ze laat ook zien dat de knechten de morele corruptie van hun meesters overnemen zoals dat Joseph samenspant met de meesters om Heathcliff te vernederen. Marx zou later beamen dat de ideeën van de dominante klasse immer de dominante ideeën zijn en wellicht voorzag Emily Brontë het gemak waarmee de lagere klassen kunnen worden opgezet tegen de immigrant als ‘indringer’ in plaats van tegen hun uitbuiters. Ook Nelly zelf lijkt niet vrij van racistische opvattingen waarmee wordt onderstreept hoe weinig betrouwbaar haar verhaal is: mogelijk heeft zij de demonische kwaliteiten van Heathcliff overdreven vanuit haar racisme. In ieder geval is het effect van de roman in dat opzicht het omgekeerde: het kan zijn dat zigeuners of andere immigranten misdadig en leugenachtig zijn maar de roman laat zien dat dat vooral voortkomt uit hun slechte behandeling door hun masters.

Nature en nurture

De roman is ook een tragedie in de zin dat de personen weinig macht dus vrijheid lijken te hebben om hun lot af te wenden: in hoge mate worden de personen en hun leven en toekomst bepaald door hun achtergrond, zowel qua nature als qua nurture. Dat de roman familiegeschiedenissen van verschillende generaties vertelt laat ons de nature ofwel de erfelijke bepaaldheid van schoonheid, gezondheid en karakter van de personen begrijpen. Maar de roman benadrukt ook aldoor het belang van onderwijs voor de vorming van ‘nobele’ karakters, waarmee de standenmaatschappij wordt bekritiseerd: je wordt niet als heer of als knecht geboren maar daartoe gemaakt, hetgeen past in het optreden van sociale mobiliteit als gevolg van de industriële revolutie en het opkomen van nieuwe rijken en een nieuw soort gentlemen in die tijd. Volgens de roman – wellicht vooral in de ogen van de zelfonderwezen en daarmee gebrekkig onderwezen Nelly – werkt dat zelfs op een lichamelijke manier door: Heathcliff gaat er uitzien als een achterlijke wanneer hij verstoken wordt van onderwijs en keert met een intelligent gezicht terug. En hetzelfde gebeurt met Hareton als hij les krijgt van Catherine: “His brightening mind brightened his features, and added spirit and nobility to their aspect.”. We zien in de roman aldus het Verlichtingsidee naar voren treden dat onderwijs de mens verheft (en omgekeerd het gebrek aan onderwijs de mens degradeert tot een beest), zowel qua rede als qua deugd, waarbij voor het eerst in de geschiedenis de technologie het mogelijk maakte dat iedereen kon lezen zodat de universele rede ook bij iedereen door middel van onderwijs kon worden aangesproken (resulterend in het ontstaan van een leescultuur in de 19de eeuw). Het is veelzeggend dat Hareton en (de jonge) Catherine gezworen vijanden waren maar verenigd en zelfs verliefd worden in het proces van lezen: het idee gaat gepaard met het optimistische geloof dat ontwikkeling van de rede – door middel van ‘industry’ en ‘labour’ – de mensheid kan verbroederen door iedereen nobel te maken.

Opvoeding bepaalt zo ook deels je karakter en in ieder geval je voorkomen: Heathcliff neemt wraak door Hareton te degraderen tot de ongeletterdheid en daarmee ruwheid en zwijgzaamheid van een domme knecht terwijl hij z’n eigen zoon opvoedt tot the superior and the gentleman “above his associatives”. Omgekeerd wordt Heathcliff maar deels z’n duivels karakter (“a most diabolical man, delighting to wrong and ruin those he hates”) verweten door Edgar Linton vanwege de afwezigheid van elke vorm van opvoeding: “not that I was ignorant of your miserable, degraded character, but I felt you were only partly responsible for that.” Maar zelfs Heathcliff geeft z’n wraakplan, gedreven door z’n demonische, egoïstische energie, op als hij wordt geconfronteerd met de verheffende, socialiserende energie van de leesclub van Catherine en Hareton.

Tegelijk is er een verachting – in ieder geval bij Catherine – van boeken omdat die de echte passie en dus het echte leven in de weg staan: de zwakke Edgar Linton vlucht in z’n boeken omdat hij de werkelijkheid niet aankan en Lockwood leest het dagboek van Catherine als een soort masturbatie omdat hij niet de moed heeft haar zelf te benaderen. Boeken en hun verheffing geven zo ook letterlijk een ontaarding bij de ‘beschaafde’ mens. Een dramatisch hoogtepunt van de roman is het moment waarop de boeken van Catherine in het vuur worden gegooid terwijl al het andere haar al is ontnomen: met haar boeken verliest ze niet alleen haar ontsnappingsroute uit haar helse werkelijkheid maar ook haar laatste restje menselijke waardigheid.

Toch geven de boeken in de roman uiteindelijk de uitweg uit de standenmaatschappij en vrouwenonderdrukking naar een bijkans utopisch ideaal van gelijkwaardigheid waardoor een samenleving pas echt mogelijk wordt en ook het romantische streven naar vrijheid wordt omgebogen naar een sociale vorm. Ook Heathcliff lijkt dan te beseffen dat zijn agressief egoïsme en wreed onderdrukken tot het verleden behoort, al zal zijn geest, samen met die van Catherine, nog lang blijven spoken in de maatschappij.

Romantiek en de desintegratie van de familie

De roman vertelt meerdere familiegeschiedenissen waarbij twee families – de Earnshaws van Wuthering Heights en de Lintons van Thrushcross Grange – worden geïntegreerd door middel van huwelijken, eerst onder dwang door Heathcliff om zo het bezit van beide huizen in handen te krijgen maar uiteindelijk door middel van de gelijkwaardige en liefdevolle verbintenis tussen Hareton en Catherine waarmee een start wordt gemaakt met een universele verbroedering in plaats van imperialisme. Maar de roman gaat ook over de desintegratie van families. In dat verband is de roman gotisch in z’n gerichtheid op de duistere zijde van het (quasi-)romantisch Victoriaans conservatisme dat de organische eenheid van de familie – met de Staat als familie en de familie als Staat – bejubelde als kern van natuurlijke verbondenheid en liefde tegenover het kille, abstracte concept van de ‘mensheid’ van de Verlichting die alle mensen gelijk maakte. Zoals de Verlichtingsdenker Montesquieu schreef: “A truly virtuous man would come to the aid of the most distant stranger as quickly as to his own friend. If men were perfectly virtuous, they wouldn't have friends.”. De Romantiek verzette zich tegen zo’n universele broederschap of familie die in feite elke natuurlijke, speciale relatie vernietigt ten gunste van een rationeel of moreel ‘respect’ jegens de willekeurige ander. In Frankenstein wordt heel romantisch de familie Frankenstein nog geïdealiseerd op het incestueuze af dat echter gruwelijk mis gaat waarbij de hele familie wordt uitgemoord en kan aldus als een voorbode worden opgevat van de ware ‘Frankenstein’-familie van Wuthering Heights waar de familieleden volledig van elkaar zijn afgekeerd en op elkaars vernietiging uit zijn.

De Romantiek stelt de passie boven de rede en melancholie boven realisme, resulterend in de idealisering van het verleden, het pastorale, de natuur, heldendom en de liefde. Het stelt ook het individu en de sterke wil boven de maatschappelijke of burgerlijke normen en verbanden en het wil zich één voelen met de ander, natuur, kosmos en God in plaats van de rationele vereniging op grond van wederzijds nut of contract (zoals het huwelijk), maar zoals Aristoteles al schreef: “Wie niet in staat is deel te nemen in een gemeenschap, of daaraan geen behoefte heeft omdat hij zichzelf genoeg is, maakt geen deel uit van een polis, en is dus ofwel een beest of een god.”. De romanticus acht zichzelf zowel dat beest als die god (zoals we zagen kan dit psychoanalytisch worden begrepen als een regressie naar de kindertijd of zelfs de tijd in de baarmoeder).

John Miltons Paradise Lost

Romantische dichters zochten dan ook naar helden die ingaan tegen de sociale, burgerlijke conventies en voor deze bespreking richt ik me op met name Lord Byrons interpretatie van John Miltons Paradise Lost (1667). Miltons episch gedicht verhaalt de rebellie van Lucifer (Satan) tegen God en zijn verleiding van Eva, resulterend in de zondeval. Het portretteert Satan als een klassieke, tragische held (waar epische gedichten, bv. die van Homerus, altijd over gaan): sterk, moedig, trots, strijdend tegen zijn onderdrukker (“Better to reign in Hell than serve in Heaven”), wraakzuchtig, behept met grote verleidingskunst maar gedoemd de strijd te verliezen (uiteindelijk zijn het de goden die beslissen). In feite verleidt Milton’s Satan ook de lezer, zeker de romantische lezer, omdat zijn strijd tegen de almachtige God sympathie opwekt: zijn argument voor z’n rebellie is verleidelijk (“to explain the hypocrisy of God”: zijn plan is evengoed Gods plan zodat als hij slecht is God dat zeker ook is) maar bovenal is hij menselijker – hij is noch mens noch God, noch puur kwaad noch puur goed, zowel held als antiheld en vervuld van passie en ambitie – dan God zodat we ons in hem kunnen herkennen (om dezelfde reden hadden de helden in de klassieke tijd veel aantrekkingskracht op het publiek). Zeker in het revolutionaire Europa sinds de Franse Revolutie herkende men de opstand van volkeren tegen hun onderdrukkers in Satans strijd tegen God bij Milton en bv. de dichter Percy Shelley nam ondubbelzinnig partij voor Satan in diens strijd voor vrijheid en tegen de orde van God (zijn vrouw Mary zou in Frankenstein een genuanceerdere houding aannemen jegens Miltons Satan maar het werk speelt er wel een centrale rol in).

Byron en de byronic hero

De dichter Lord Byron zou een type held scheppen op grond van Miltons Satan, die ook zijn eigen persoonlijkheid zou weerspiegelen en die in de meeste van zijn werken zou optreden. Deze zogeheten byronic hero heeft een mysterieus verleden dat hem kwelt, plaatst zich buiten/boven de samenleving, doet waar hij zin in heeft en strijdt eenzaam tegen onderdrukking. Het is een variant van de romantische held: na de teleurstelling die Napoleon als held had gegeven (zie bv. Ludwig van Beethovens Derde Symfonie die hij Sinfonia Eroica noemde), kwam de romantische reactie van een held die onmaatschappelijk en amoreel buiten de samenleving leeft, vaak door verbanning, en die de natuur representeert tegenover de ontaarde menselijke beschaving (men vergelijke Rousseaus zelfvoorzienende natuurmens die nog in eenheid met de natuur en zichzelf verkeert en zijn kritiek op de beschaving die ontstaat door de verscheurende amour-propre). Byrons magnum opus is zelf ook een episch gedicht: Don Juan (1819), naar de Spaanse legende, welk gedicht het publiek schokte als sociale satire waarmee het de samenleving en allerlei publieke personen op de hak neemt en als hypocriet bekritiseert (overigens, Don Juan als seksuele verleider is zelf een romantische of byronic hero maar in Byrons spottende versie is niet Don Juan maar de cynische verteller de byronic hero). De humeurigheid en het cynisme van de byronic hero, waarmee de samenleving of de ander wordt geminacht en bespot, weerspiegelen het falen van de idealistische Franse Revolutie met z'n Verlichtingsgeloof in rede en vooruitgang. De byronic hero zou de 19de eeuwse literatuur gaan domineren en zelfs de hoofdpersonen van wellicht de meeste Hollywoodfilms zijn nog steeds typische byronic heroes (men beschouwe de uitgebreide opsomming van eigenschappen van de byronic hero op de Wikipedia-pagina: Byroniaanse held) - Wikipedia - nl.wikipedia.org, hetgeen aantoont dat de byronic hero nog steeds het publiek kan verleiden en aantrekken. Sommige kunstenaars belichamen – net als Byron – ook zelf de byronic hero zoals de gekwelde, humeurige, onmaatschappelijke, destructieve, ambitieuze en hartstochtelijke Ludwig van Beethoven.

Heathcliff: de Satan en byronic hero van Wuthering Heights

Heathcliff – de hoofdpersoon van Wuthering Heights – is eveneens een belangrijk voorbeeld uit de literatuur van een byronic hero: hij belichaamt grote passie, is humeurig en gekweld, heeft minachting voor sociale instituties en status, is zelfverbannen (in de roman over Heathcliff: “The master was too gloomy to seek companionship with any people, good or bad”) en zelfdestructief, alle verwijzend naar een trauma of diep verscheurde ziel. Heathcliff heeft een gewelddadige, traumatiserende en mensonwaardige jeugd gehad hetgeen hem zelf onmenselijk hard en wreed heeft gemaakt, waardoor hij meerdere malen een devil of diabolic wordt genoemd en de roman z’n spanning en ook in die zin horror verkrijgt. Immers, als Catherine, die alles voor hem is, hem wordt ontzegd omdat de masters Heathcliff als minderwaardig beschouwen en behandelen, explodeert zijn woede en wraakzucht tot een alles verzengende – maar evengoed koel en geraffineerd uitgevoerde – missie om wraak te nemen en de families die hem dwarszaten te vernietigen. Zijn wraak is nietsontziend want hij ruïneert ook onschuldigen om z’n zin te krijgen en z’n wraakzucht te stillen. Met name het nageslacht van zijn boosdoeners moeten het ontgelden, gelijk God die het nageslacht straft voor de zonde van Adam en Eva (de erfzonde). Zijn grootste slachtoffer is de jonge Catherine die niet op zijn medelijden hoeft te rekenen omdat zijn geliefde, de oude Catherine, immers stierf nadat ze haar had gebaard. Het lot van Catherine – en dat van Isabella die Catherine’s martelgang en helende kracht of leraar voorafschaduwt zoals Lazarus en Johannes de Doper Jezus voorafschaduwden – is exemplarisch voor de vreselijke macht die mannen over vrouwen hadden waarbij Heathcliff als een ware duivel de vrouwen ontvoert, hen van alle rechten of gemakken berooft en hen geheel isoleert van de wereld. Ik wees hiervoor al op de vrouwonvriendelijke tijd waarin de vrouw een gevangene is, waarbij de vergelijking met het levend begraven worden tevens een opstand maar ook een opstanding anticipeert (men vergelijke opnieuw Poe’s The Fall of the House of Usher (1839)), waarbij de jonge, naïeve maar goede Catherine als een Jezus een nieuwe, positieve energie brengt en een nieuwe tijd van verbroedering en vooruitgang aankondigt die zelfs de duivel Heathcliff heelt en van z’n wraakplannen doet afzien.

De mens als het getemde dier

Aan het romantische verzet tegen de beschaving of maatschappij zit een opvallend biologisch aspect. Aan de ene kant is er een theorie van de mens als het dier dat – naast de wolf tot hond ook – zichzelf domestificeerde die stelt dat de mens de succesvolle aap is geworden omdat de zwakkere mannen zijn gaan samenspannen om het gewelddadige en asociale alfamannetje te elimineren (later hem op grond van een rechtssysteem ter dood te veroordelen), waardoor beschaving mogelijk werd, welke vooruitgang dan wel degeneratie door onder meer de hierboven bedoelde nieuwe tijd wordt gesymboliseerd. Maar aan de andere kant blijkt uit onderzoek dat gewelddadige mannen veel succesvoller dan andere mannen zijn in hun voortplanting doordat zij vaak bij meerdere vrouwen kinderen verwekken (die dan zonder vader opgroeien), zelfs als ze het grootste deel van hun leven in de gevangenis doorbrengen, zodat vrouwen in die zin vanuit hun dierlijke aantrekkingskracht tot ‘foute’ mannen juist de aanwas van asociale mannen bevorderen. Ik merk op dat de kern van het belangwekkende feministische betoog van Mary Wollstonecraft in A Vindication of the Rights of Woman uit 1792 is dat de vrouw inderdaad haar emoties en seksualiteit niet onder controle heeft, zoals algemeen werd gesteld in die tijd, maar dat dit komt doordat de vrouw niet een aan de man gelijke recht op onderwijs heeft en daarom haar rede (en dus zelfbeheersing) niet kan ontwikkelen (zoals bv. Thomas Hobbes leerde is het de rede die de mens uit zijn natuurtoestand verheft). In Wuthering Heights is Catherine zo’n vrouw met overgevoelige zenuwen (hypersensibiliteit), die zichzelf niet onder controle heeft, zodat op dokters advies haar omgeving haar op geen enkele manier (negatief) mag prikkelen omdat zij een eerste de beste krenking of zelfs weerwoord niet zou overleven. En zelfs in het brave, burgerlijke maar daarom ook naïeve meisje Isabella bespeurt Heathcliff een lust tot het wrede – waardoor ze verliefd werd op Heathcliff – waarbij ze slechts naïef hoopte zelf gespaard te zullen worden: “But no brutality disgusted her: I suppose she has an innate admiration for it, if only her precious person were secure from injury!”.

Nietzsche’s Übermensch

De Byronic hero zou onder meer Nietzsche tot zijn begrip van de Übermensch inspireren. Nietzsche verafschuwde de mens als gedomestificeerd dier zoals die tot uitdrukking komt in bv. de utilitaristische ethiek die streeft naar het grootste geluk voor de meeste mensen en aldus naar het vermijden van pijn en daarmee naar veiligheid en comfort. Volgens Nietzsche resulteert deze ‘decadentie’ ofwel verzwakking van de mens tot de Laatste Mens, de mens die zo klein is geworden dat hij als het ware verdwijnt in onbenulligheid. Grootse dingen kunnen daarentegen slechts door grote pijn worden voortgebracht. In dat verband wijst Nietzsche hartstochtelijk het christendom af dat in een perverse vorm een moraal van medelijden en daarmee van ultieme verzwakking maar fundamenteler een nihilistische wil tot niets leert: de moraal, zoals door Kant filosofisch gefundeerd, is een leugen van de zwakkere om de sterke natuur te bedwingen door hem een schuldgevoel te leren, ondersteund door metafysische leugens van God, ziel en hiernamaals. Nietzsche poneert daarom een ethiek ‘voorbij goed en kwaad’ die uitdrukkelijk niet voor alle mensen is maar voor de sterke natuur die de moed heeft de waarheid te accepteren, die zijn hartstocht tot persoonlijke deugd maakt, die zichzelf overwint (in tegenstelling tot het zelfbehoud en de decadentie van het utilitarisme) en welke zelftranscendentie de vorm van zelfschepping door middel van de wil tot macht heeft waarmee vrijheid of autonomie wordt gerealiseerd door zichzelf en de omgeving naar de eigen wil te ordenen (zoals een kunstenaar werkt). Er is geen vrijheid in christelijke of Kantiaanse zin die de moraal mogelijk maakt en metafysisch fundeert – we zijn gevormd door onze omgeving en afkomst – maar we verwerven vrijheid door de wereld en onszelf te accepteren (amor fati) in een ‘ja-zeggen’, resulterend in een soort Hegeliaanse zelfherkenning, zelfverantwoordelijkheid en zelfverwerkelijking in een dynamische vorm omdat het ‘zelf’ geen eenheid of wezen is maar een krachtenspel dat zo ruimte geeft aan zelfschepping.

Zoals Byrons held een ‘gevallen engel’ is, presenteert Nietzsche zich als de antichrist: het is ontleend aan het christendom dat bv. ook zelftranscendentie leert – de Übermensch verwees traditioneel naar de mens op weg naar het goddelijke zodat omgekeerd Christus als mensgeworden God een Übermensch was die de zonden van alle mensen op zich had genomen om deze weg te nemen – maar keert dat om zodat de Übermensch het aangetroffene accepteert en integreert in zijn schepping van zijn leven en zijn wereld waarmee het zich boven de maatschappij en haar universalistische normen plaatst. Volgens Confucius is een groot mens hard voor zichzelf en een klein mens hard voor anderen: zowel Christus als Nietzsche’s Übermensch zijn zo grote mensen. Beiden lijden intens maar waar Christus de menselijke zelftranscendentie in het hiernamaals poneert, wil de Übermensch die in dit leven. In de woorden van Heathcliff: “I tell you I have nearly attained my heaven; and that of others is altogether unvalued and uncoveted by me.”. En waar het christendom de machtige onschadelijk wil maken door moraal en recht, is de Übermensch bedreigend in de zin dat het op macht en wraak in plaats van gelijkheid en gerechtigheid zint. In zijn afwijzing van moraal en recht, die zijn gebaseerd op nihilisme (het nee-zeggen) en ressentiment, accepteren de Übermensch en ook Heathcliff hun situatie en ondergang, nemen er zelfs verantwoordelijkheid voor en hebben ze nergens spijt van. In de woorden van – de onchristelijke, duivelse – Heathcliff als hij stervende is: “I’ve done no injustice, and I repent of nothing”. Hun natuurlijke kracht en furie boezemen angst maar ook bewondering in: Heathcliff en de Übermensch zijn het sublieme in de zin dat Edmund Burke het begrip bedoelde en dat Burke mogelijk ontleende aan Miltons Satan. Het is de duisternis die ons dat ontzag als combinatie van terror en awe inboezemt zoals de duistere Satan, de donkere Heathcliff en de Übermensch als de ondergaande Zon (in tegenstelling tot Jezus als de opgaande Zon).

Hercules

Zoals uiteengezet is Miltons Satan en daarmee de byronic hero en de Übermensch gemodelleerd naar de (voorchristelijke) klassieke Griekse held en zelf vergelijkt Heathcliff zich tot twee maal toe met Hercules, de Griekse held met een enorme kracht maar ook sluwheid, die in opdracht van koning Eurystheus twaalf grootse werken (daden) deed. Hercules is overigens de Latijnse benaming voor Herakles. Er zijn veel overeenkomsten tussen Herakles en Heathcliff of de byronic hero: niet alleen was Herakles buitengewoon sterk, moedig en sexy of viriel maar ook slim, speels en extreem gepassioneerd waardoor hij zowel alles voor z’n vrienden deed als wraakzuchtig en meedogenloos voor zijn vijanden was. En wat bijzonder opvalt is dat ook Herakles een getormenteerd leven had, nu hij vanaf z’n geboorte het doelwit was van Hera’s wraak omdat hij was geboren uit overspel van haar echtgenoot Zeus (en de naam Herakles verwijst naar een mislukte poging om Hera te bedaren), dat ook Herakles was behept met een koud, wreed karakter en dat zijn krankzinnigheid verband zou houden met zijn onmaatschappelijkheid: Hera zou hem gek hebben gemaakt waardoor hij in een aanval van waanzin zijn vrouw en kinderen vermoordde waarna Hera hem boete liet doen door alles te moeten doen voor zijn aartsvijand Eurystheus, resulterend in de ‘werken van Herakles’. Zowel zijn heldendom als waanzin maakten hem ongeschikt voor een rationeel, maatschappelijk leven; volgens Seneca gaf Herakles de voorkeur voor het extreem gewelddadige leven van een held boven het gepacificeerde leven in de maatschappij, waardoor hij werd geplaagd door geesten (hallucinaties) die zijn karakter en gedrag bepaalden. Het is niet moeilijk in dit alles Heathcliff te herkennen, al lijkt Heathcliff zich met name te vergelijken met Herakles wat de werken betreft omdat ook Heathcliff ‘grootse’ werken moet verrichten om zijn wraakplan te laten slagen.

Identiteit en tegenstelling

Zoals reeds in het begin van deze bespreking opgemerkt heeft de roman een vreemde structuur: aanvankelijk lijkt de roman te gaan over de stormachtige liefdesrelatie tussen Heathcliff en Catherine, maar op het midden van het verhaal sterft Catherine en kabbelt het verhaal daarna verder over de lotgevallen van de andere personen in het verhaal zodat de roman meer een familiekroniek lijkt – of eigenlijk twee familiekronieken die door elkaar heen gaan lopen omdat leden van de ene familie huwen met leden van de andere familie – waarover dan wel Heathcliffs wraak wordt afgewikkeld. Vanaf het begin is het lastig om alle familierelaties scherp voor ogen te houden, hetgeen wel noodzakelijk is om het verhaal te kunnen volgen, mede omdat de auteur aldoor indirect via de familierelatie naar de personen verwijst (bv. “Miss Linton”) en om het nog verwarrender te maken heet de dochter van Catherine ook Catherine. Maar dit blijkt ook een literaire reden te hebben: de jonge Catherine is in wezen de literaire dubbelganger van de oude Catherine zodat het tweede deel over de jonge Catherine zowel een herhaling als een omkering van het eerste deel over de oude Catherine is. Door middel van de familierelaties, die als zodanig erfelijke overeenkomsten in karakter geven, en de invloed van opvoeding en omgeving, die in de roman sterk variëren en daarmee ook verschillen opleveren, blijkt de familiekroniek bovenal een geraffineerd spel van identiteiten en tegenstellingen in de verschillende karakters te geven. Omdat de personen zo worden bepaald door hun afkomst en omgeving is er – zoals al opgemerkt – van veel vrije wil geen sprake: de roman is welbeschouwd een tragische heldenepos, waarbij het er meer om gaat om de personen te begrijpen dan te veroordelen (welk amoraliteit het publiek schokte). Omgekeerd is er ook geen lofzang op de antimaatschappelijke Heathcliff als bohémien die – gelijk de byronic hero of Übermensch – z’n eigen wetten maakt zoals sommige kunstenaars en non-conformisten wel de vrije levensstijl van de bohémien nastreefden.

Heathcliff en (de oude) Catherine

De geliefden Heathcliff en Catherine zijn beiden ongecultiveerd en representeren aldus de natuurkrachten. Ze hebben beiden een sterke wil – hij dreigend en gewelddadig en zij explosief met woede-uitbarstingen – en een hartstochtelijke liefdesrelatie met elkaar. Ze zijn alles voor elkaar en hebben ook alleen elkaar want de buitenwereld is hun vijand. Hun liefde berust erop dat ze zich in elkaar herkennen: ze zijn in zekere zin identiek (zoals Catherine zegt: “he’s more myself than I am” en “I am Heathcliff”). Wij zouden zeggen dat ze soulmates zijn en hebben daarom een onverbrekelijke band die zelfs de dood niet kan verbreken. Als Catherine bezwijkt omdat ze gescheiden worden, neemt Heathcliff wraak door de jonge Catherine, de dochter van Edgar en Catherine, te koppelen aan Linton, de zoon van hemzelf en Isabella. Hij wreekt zich zo op Edgar door zijn landgoed via het huwelijk in bezit te krijgen – en indirect zo ook op de standenmaatschappij die Heathcliff onwaardig achtte voor Catherine omdat het huwelijk er op kapitaal en sociale positie in plaats van liefde wordt gebaseerd – maar in zekere zin brengt hij zo ook alsnog de verbinding tussen hem en de oude Catherine tot stand via hun beider kinderen als proxy’s (al is het hem daar niet om te doen). Catherine zelf is echter niet identiek met zichzelf (ze is geen eenheid) zoals ze zichzelf niet herkende in de spiegel: ze is vrije emotie die naar buiten stroomt en identificeert zich met Heathcliff en tegelijk voelt ze zich aangetrokken tot de beschaving van Edgar Linton die representeert wat ze wil zijn maar niet is.

Linton en (de jonge) Catherine

Linton en de jonge Catherine zijn tegengestelden: hij is ziekelijk (hij lijkt tuberculose te hebben), zwak en humeurig (hij heeft het zwakke lichaam van z’n moeder maar de tirannieke persoonlijkheid van Heathcliff die hem “little tyrant” noemt en in dat verband ironisch op z’n kindness – van hetzelfde type, handelend vanuit z’n natuur – wijst) en zij is levenslustig, sterk en lief. In haar eigen woorden: “He wanted all to lie in an ecstasy of peace; I wanted all to sparkle and dance in a glorious jubilee.”. Ze heeft de schoonheid en wilde persoonlijkheid van haar moeder maar in beschaafde en onderwezen dus beheerste vorm en dus zonder de furious woede en fierce liefde. Volgens Heathcliff is Linton een waardeloos jong, ondanks z’n goede opvoeding, en hij contrasteert Hareton aldus met Linton: “one is gold put to the use of paving-stones, and the other is tin polished to ape a service of silver”. Maar net als Heathcliff is Linton een ‘foute’ egoïstische man en in ieder geval bepaald geen fijn gezelschap: niet alleen is hij ziek en zwak maar hij is ook asociaal want selfish en vol zelfbeklag en hij zegt over zichzelf “I am worthless, and bad in temper, and bad in spirit”. De vraag rijst waarom een mooie vrouw verliefd wordt op zo’n onaangename man. Niet alleen zal meespelen dat de vrouwen min of meer worden opgesloten op het landgoed dus nauwelijks mannen kunnen ontmoeten, zodat ze hun hoop om te trouwen wel moeten stellen in zo’n beetje de eerste de beste man die ze tegenkomen, maar in het geval van de jonge Catherine lijkt de aantrekkingskracht juist te zitten in het verschil in plaats van de identiteit zoals bij de oude Catherine. Omdat Linton alle negatieve eigenschappen heeft, geeft hij de jonge, trotse Catherine de gelegenheid om al haar goede eigenschappen naar voren te brengen: omdat hij ziek is kan zij hem verzorgen, omdat hij kwetsbaar is kan zij hem beschermen, omdat hij humeurig is kan zij hem opvrolijken maar ook omdat hij zwak is kan hij haar bewonderen en kan zij domineren (“he would not be beyond her control”). Waar de gevaarlijke, sterke Heathcliff, die iedereen vernedert, vrouwen aantrekt omdat z’n dominantie mannelijke kracht uitstraalt, trekt de zwakke Linton vrouwen aan omdat zij door hem zich waardig kunnen voelen en zelf kunnen domineren in plaats van gedomineerd te worden. In beide gevallen is de keuze van de vrouw voor de ‘foute’ man gegrond in het (culturele) gegeven dat de vrouw niet gelijkwaardig is aan de man, zodat de vrouw zich kan onderwerpen (aan een man als Heathcliff) of de man (zoals Linton) kan onderwerpen aan haarzelf. De relatie van de jonge Catherine met Linton is niet alleen omgekeerd of geperverteerd qua dominantie, maar de aard ervan is dat evenzeer: niet voor niets lijkt er van seksuele aantrekkingskracht nauwelijks sprake, beschouwt en behandelt Catherine Linton als een pet en spreekt ze uit dat ze zou wensen dat Linton haar broer is omdat volgens haar familiaire liefde de sterkste liefde is (ik merk op dat ook Wollstonecraft passies tussen man en vrouw afraadde omdat die vriendschap en dus gelijkheid in de weg zouden staan). Haar liefde is aldus meer een moederlijke dan erotische liefde.

Hareton en (de jonge) Catherine

Ook in Hareton vindt (de jonge) Catherine een mindere: Heathcliff heeft Hareton tot een ongeletterde, zwijgzame brute of zelfs dier gemaakt. Catherine minacht hem: “'He's just like a dog, is he not, Ellen?' she once observed, 'or a cart-horse? He does his work, eats his food, and sleeps eternally!”. Maar nadat zij ook zelf, gelijk Hareton, is geruïneerd en geïsoleerd door Heathcliff, zet ze zich over haar trots heen en is ze contact gaan zoeken met Hareton. Ze leert hem spreken, lezen en aldus beschaving en haalt zo het goud in hem naar boven want onder zijn ruwe uiterlijk en “clouds of ignorance and degradation in which it had been bred” zit een knappe man en – in de woorden van Nelly – een “honest, warm and intelligent nature”. Hareton en Catherine hebben aldus hetzelfde karakter, erfelijk zijn ze verwant – Nelly merkt op dat ze beiden trekken hebben van de oude Catherine en dat “their eyes are precisely similar” hetgeen ook zal beduiden dat ze zielsverwant zijn – en zij groeien naar elkaar toe, zodat ze gelijk aan elkaar worden en er tussen hen een gezonde, evenwichtige relatie ontstaat. Als hun liefde diep gaat dan is ze niet stormachtig en destructief zoals die tussen Heathcliff en de oude Catherine maar rustig en constructief. Heathcliff herkent zichzelf in Hareton als die opbloeit door de aandacht van Catherine:

“Hareton's aspect was the ghost of my immortal love; of my wild endeavours to hold my right; my degradation, my pride, my happiness, and my anguish”.

Niet Linton en Catherine maar Hareton en Catherine vormen het ideale liefdeskoppel dat Heathcliff wegens zijn herkenning tot inkeer brengt (“I have lost the faculty of enjoying their destruction”): het nieuwe koppel is het tegendeel van zijn turbulente relatie met (de oude) Catherine maar het is het soort relatie dat hij had willen hebben en dat ze misschien ook hadden kunnen hebben als hij en (de oude) Catherine niet waren verwaarloosd als kind.

De roman als damesroman

De roman werd min of meer uitgevonden om vrouwen bezig te houden en werd dan ook met name bij vrouwen populair in de 18de eeuw toen vrouwen meer vrije tijd kregen: zoals gezegd leefden vrouwen als gevangenen en waren ze verstookt van onderwijs of werk buiten huis, waardoor de roman voor veel vrouwen hun venster op de wereld was (en nog steeds zijn het vooral vrouwen die fictie lezen), zoals ook de vrouwen in Wuthering Heights opgesloten in huis zitten en vaak letterlijk vanuit een venster naar de wereld kijken. De roman was dan ook moralistisch – de vrouw moest leren de goede zeden te volgen – en romantisch, welk laatste aspect volgens Friedrich Engels en Karl Marx was bedoeld om de vrouw monogaam te maken – ze moest geloven in romantische liefde – zodat haar echtgenoot erop kon vertrouwen dat ze niet vreemd ging en haar kinderen ook zijn kinderen waren, zodat zijn kapitaal niet naar een bastaard ging. Wuthering Heights shockeerde het publiek in die tijd, precies omdat het al deze conventies (bewust) overtrad: het gedrag van de hoofdpersonen is uitgesproken immoreel, de romantische liefdesrelatie tussen Heathcliff en Catherine is woest en destructief en precies het bastaardkind Heathcliff weet al het kapitaal te erven. Zoals eerder aangestipt is verteller Nelly in de roman precies de conventionele, morele stem die haar afgrijzen over dit alles uitspreekt, hetgeen de roman nog wel een quasi-morele en -conventionele toon geeft waarmee het boek ‘verkoopbaar’ werd dan wel de auteur – zelfs onder pseudoniem – zich lijkt te beschermen.

Wuthering Heights als damesroman

Vrouwen zijn meer op relaties gericht dan mannen: waarschijnlijk is het biologisch bepaald dat mannen meer gericht zijn op competitie om zichzelf als individu te bewijzen (om te domineren en zich als geschikte paringspartner te presenteren) en dat vrouwen zichzelf meer definiëren in verhouding tot de ander, hetgeen sowieso historisch onder meer de vorm kreeg van de vrouwelijke identiteit als ‘de vrouw van’ waarbij de vrouw ook de naam van haar echtgenoot kreeg. Ook de morele en romantische dimensie van de roman staat in dat teken en in ieder geval staan damesbladen nog steeds vol met relatieproblematiek. Al kon men in die tijd het zich niet voorstellen dat een vrouw zo’n gewelddadige roman kon schrijven, ook Wuthering Heights is in die zin een typische damesroman want de roman beschrijft pagina na pagina praktisch alleen maar (familie)relatieperikelen, waardoor ik als man het wat moeilijk vond de roman door te komen: de intensieve gerichtheid van de roman op de intermenselijke relaties met al hun details en ontwikkelingen (met bijna alleen maar gepraat), verleent aan de roman ook enigszins het karakter van een soap.

De foute man

Nu ontstaat veel zware problematiek in de liefdessfeer – en zeker ook in deze roman – doordat vrouwen geneigd zijn om op egoïstische en gewelddadige ofwel ‘foute’ mannen te vallen van wie je weet dat ze je pijn gaan doen (een extreem voorbeeld is dat serieverkrachters en -moordenaars stapels liefdesbrieven van vrouwen ontvangen in de gevangenis), hetgeen mij als man bevreemdt maar opvallend weinig aandacht krijgt in de damesbladen of media waar – ik neem aan om victim blaming te voorkomen – de illusie lijkt te worden gekoesterd dat je als vrouw slechts ‘pech’ hebt om in een relatie met een foute man te zitten. Wellicht is de populariteit van Wuthering Heights zelf bijzonder illustratief: deze roman over zo’n ‘toxic’ relatie met een gewelddadige, duivelachtige man is door middel van een Britse peiling – je mag aannemen dat vooral vrouwen hebben gestemd – in 2007 nog gekozen tot “greatest love story of all time”. Nu zijn er makkelijk biologische – evolutionair gedreven – verklaringen te bedenken voor dit ‘vreemde’ want zelfdestructieve gedrag van vrouwen (Heathcliff is een typische ‘alfa-man’ die zelfs vanuit een ondergeschikte positie weet te domineren), maar de roman moet niet zozeer vanuit biologische dus ‘platte’ drijfveren (zoals dat kracht en (seksuele) energie aantrekt; we zagen al dat de byronic hero zoals Heathcliff veel seksuele energie uitstraalt, of dat vrouwtjesapen een voorkeur hebben voor mannetjes buiten de eigen groep zoals de exotische Heathcliff, waarmee de genenpool wordt vergroot, hetgeen overigens weer een racistische reactie bij de eigen mannetjes genereert) maar zeker ook vanuit romantische dus ‘sublieme’ drijfveren worden begrepen: zoals bv. in Frankenstein de mannelijke wetenschappers onweerstaanbaar worden aangetrokken tot het mysterie waarvan de kennis kan worden verworven door middel van een pact met de duivel in de vorm van onder meer verwoestende experimenten en een reis naar het hoge Noorden waar het leven slechts ontberingen kent en de kans op overleven klein is, zo lijkt vanuit eenzelfde verlangen naar avontuur, gevaar en kennis van het mysterie meegaan met de ‘foute’ man een onweerstaanbare aantrekkingskracht op (romantische) vrouwen uit te oefenen. De wetenschap dat zo’n relatie slechts ontberingen zal kennen en de kans dat hij je zal vermoorden groot is, geeft ook in zo’n gevaarlijke verhouding met de duivel himself juist de zekerheid dat je als vrouw het burgerlijke, saaie leven ontstijgt naar een duister en subliem mysterie. In dit verband speelt ook mee dat de vrouw min of meer in huis werd opgesloten: niet alleen maakt dat zowat elke man een mysterie maar zal ook de aantrekkingskracht van het mysterie dus romantische gevoelens hebben versterkt.

De romantische delusion

Bovenstaande betreft met name de situatie waarin Isabella zich laat verleiden door de donkere, krachtige, mysterieuze maar ook gewelddadige Heathcliff die daarover zelf schamper opmerkt:

“She abandoned them under a delusion (…) picturing in me a hero of romance, and expecting unlimited indulgences from my chivalrous devotion.”

Daarbij merkt hij cynisch op dat haar romantische verwachtingen nooit realistisch zijn geweest omdat hij zijn wreedheid niet bepaald heeft verborgen voor haar zodat ze er zelfs toe moet zijn aangetrokken:

“But no brutality disgusted her: I suppose she has an innate admiration for it, if only her precious person were secure from injury!”.

De roman bevestigt zo bovenstaande alinea over het curieuze seksuele instinct van vrouwen waarbij een zekere perverse lust voor het wrede echter wordt gekoppeld aan een naïviteit of blindheid – de verwachting dat de gewelddadige man haar als enige zal sparen – en de ironie is in zekere zin dat veel (vrouwelijke) lezers dezelfde lust en naïviteit tentoonspreiden door ‘verliefd’ te worden op Heathcliff c.q. de roman tot grootste liefdesverhaal te verkiezen want ook zij worden blijkbaar niet afgestoten door Heathcliffs wreedheid en duivels karakter.

De romantische liefde

Nu betreft die adoratie van lezers uiteraard niet de relatie tussen Heathcliff en Isabella maar die tussen Heathcliff en (de oude) Catherine, maar dat neemt niet weg dat lezers in dezelfde val zouden trappen als Isabella omdat ze nu eenmaal niet de positie van Catherine maar wel die van Isabella zouden innemen welke onbereikbaarheid van het romantische ideaal, zoals belichaamd door Heathcliff en Catherine, dan weer precies de romantische aantrekkingskracht versterkt. Deze bijzondere liefdesverhouding tussen Heathcliff een Catherine overstijgt immers het ‘gewone’ en is daarbij ook uitdrukkelijk het tegendeel van de burgerlijke verhouding (het huwelijk), die door Heathcliff minachtend shallow cares “from duty and humanity. From pity and charity” wordt genoemd waarmee de waarden van zowel de Verlichting als het christendom worden bespot: de romantische liefde is stormachtig, intens en diep – vol geweld èn tederheid, vol brandende pijn en alles verzengende passie – en trekt zich niets aan van sociale of burgerlijke normen. De liefde is zelfs onverschillig jegens de wereld en zelfs het leven: “I wish I could hold you till we were both dead!”, aldus (een stervende) Catherine. Zoals reeds geciteerd, beschrijft Heathcliff de intensiteit en diepte van deze liefde onder meer als: “If he loved with all the powers of his puny being, he couldn’t love as much in eighty years as I could in a day.”.

Bovenal is het een liefde die één maakt – zodat Catherine zich herkent in Heathcliff en zij zich identificeert met Heathcliff – en die aldus tegenover of eigenlijk boven een liberaal of modern ‘contract’ tussen autonome individuen een diepe verbinding hervindt: het kan Catherine niet schelen hoeveel zijzelf of hoeveel Heathcliff lijdt, als ze maar samen lijden want zij is Heathcliff en zij kunnen daarom niet gescheiden worden: “he’s more myself than I am”, “I am Heathcliff” en “he’s in my soul”. En zoals Heathcliff zegt: “You loved me – then what right had you to leave me?”. Daarom maakt het ook niet uit of de ander een duivel is en de relatie alleen maar pijn brengt want het gaat er niet om dat je voordeel hebt aan de ander – dat hij je goed behandelt – maar dat je samen één bent: nadat het heelal ijzingwekkend groot bleek te zijn, God nog slechts een idee was geworden en het (autonome) individu de grondslag van moraal en politiek werd, moest wel het verlangen groeien om de gevoelde eenzaamheid in een kille, oneindige wereld te ontsnappen door jezelf hartstochtelijk te verliezen in je geliefde of het volk, in God of de kosmos, voorbij elke moraal, fatsoen of welbevinden (reeds de oude Grieken verwierpen overigens een utilitaristisch motief voor vriendschap ten gunste van een hoger geachte vriendschap op grond van de ander als jouw alter ego: de pijn en vreugde van de ander is jouw pijn en vreugde). Wellicht de meest geciteerde passage als uitdrukking van deze diepe verbinding is die waarin Catherine haar liefde uitlegt aan Nelly:

“If all else perished, and he remained, I should still continue to be; and if all else remained, and he were annihilated, the universe would turn to a mighty stranger: I should not seem a part of it. Nelly, I am Heathcliff! He's always, always in my mind: not as a pleasure, any more than I am always a pleasure to myself, but as my own being.”

Niet alleen drukt de laatste zin ondubbelzinnig uit dat diepe liefde niet aangenaam hoeft te zijn – Heathcliff hoeft haar niet te sparen – , maar zoals Simone de Beauvoir opmerkt, laat deze passage in combinatie met de hiervoor geciteerde zinnen zien dat de verbinding niet symmetrisch is: hij heeft haar vurig lief en kan niet zonder haar leven, maar het is Catherine die zich volledig identificeert met Heathcliff die letterlijk alles voor haar is zodat zij zelf als het ware niet meer bestaat. Heathcliff daarentegen blijft een autonoom individu, zoals in de mystiek de mens streeft naar eenwording met God maar God zelf onafhankelijk blijft. In die zin is het wellicht schokkend dat vrouwen deze absolute onderwerping aan de man nog steeds zien als het summum van (vrouwelijke) romantische liefde.

De dood

Het transcendente of sublieme van de liefdeservaring brengt ook altijd de dood nabij als seculier substituut van de hemel waar men eeuwig met elkaar is verbonden, zoals Heathcliff vertelt hoe ze in de dood verenigd kunnen worden:

“No! she has disturbed me, night and day, through eighteen years - incessantly - remorselessly - till yesternight; and yesternight I was tranquil. I dreamt I was sleeping the last sleep by that sleeper, with my heart stopped and my cheek frozen against hers.”

De dood is ook waar de pijn van het niet samen kunnen zijn toe moet leiden: scheiden is doodgaan, dat wil zeggen een leven in de hel: “existence after losing her would be Hell”. Heathcliff zegt in dit verband ook: “I forgive what you have done to me. I love my murderer – but yours! How can I?”. Catherine sterft daadwerkelijk, ogenschijnlijk omdat de pijn van de liefde haar te veel wordt, maar haar dood is voor Heathcliff niet het einde waarbij hij haar zelfs in de dood geen rust gunt:

“May she wake in torment!" (…) Catherine Earnshaw, may you not rest as long as I am living! You said I killed you – haunt me, then! (…) Be with me always – take any form – drive me mad! only do not leave me leave in this abyss, where I cannot find you! (…) I cannot live without my life! I cannot live without my soul!”.

Hij krijgt zijn zin want hij voelt haar aanwezigheid overal en herkent haar in alles:

“what is not connected with her to me? and what does not recall her? I cannot look down to this floor, but her features are shaped in the flags! In every cloud, in every tree - filling the air at night, and caught by glimpses in every object by day - I am surrounded with her image! The most ordinary faces of men and women - my own features - mock me with a resemblance. The entire world is a dreadful collection of memoranda that she did exist, and that I have lost her!”

Hij wordt echter gek doordat alles aan haar herinnert maar zij zelf – zijn liefdesobject – er niet is. “She showed herself, as she often was in life, a devil to me!”, zegt Heathcliff paradoxaal omdat zij zich juist niet toont: als hij in haar kamer op Wuthering Heights z’n ogen sluit voelt hij haar via het raam naar binnen komen maar als hij dan z’n ogen opent ziet hij haar niet (men vergelijke de droom van Lockwood waarin hij haar wel ziet). Alleen het openen van haar graf om haar tastbare lichaam te omhelzen zal hem rust kunnen brengen.

Conclusie

Wuthering Heights werd in zijn eigen tijd gezien als een vreemde roman, niet passend in de literaire traditie, maar als de gothic novel de fantasie van de 19de eeuwse Romantiek (medievalism) en de beschrijving van het alledaagse leven in de 18de eeuwse novel combineert, dan is Wuthering Heights bij uitstek een gothic novel. Maar anders dan veel andere werken in dat genre wordt de kwade impuls niet belichaamd door een bovennatuurlijke wezen (zoals Edgar Allan Poe zo’n wezen in bv. The Imp of the Perverse (1845) wel opvoert maar ook deconstrueert), maar toegeschreven aan het natuurlijke product van inborst en omgeving. Hemel en hel bestaan maar als de ervaring van diepe naturen en niet als transcendente rijken boven de natuur: het leven op Aarde kan de hel zijn met het wenkend perspectief van de dood als de hemel.

De wereld van Wuthering Heights is wreed en vol strijd en onderdrukking, maar geeft ook aan dat de sterke naturen onder de onderdrukten zich zullen kunnen wreken waarbij uiteindelijk hoop gloort voor een vreedzame, meer egalitaire samenleving waar mensen als gelijken samenwerken en vooruitgang kunnen boeken. De romantische, ‘barbaarse’ impuls om ten koste van alles naar vrijheid – negatief als vrij van de maatschappelijke normen en verhoudingen en positief als de vrijheid als zelfverwerkelijking en zelfherkenning in de wereld – te streven is nodig om te rebelleren en beheerst het eerste deel van de roman, waarna in het tweede deel de beschaving een samenleving, niet in de laatste plaats tussen man en vrouw, van wederzijds respect mogelijk maakt. Maar de geesten van de oude wereld zullen nog wel een poos blijven spoken.

4,5
Ik heb er dus weer een heus werkstukje van gemaakt. Dat ik dat doe is mijn mannelijk kant, weet ik sinds kort: zie Interessante stukjes (artikelen / essays / ...) - BoekMeter.nl.

avatar van Raskolnikov
3,0
Bovenstaande post is met zijn omvang al haast een boek op zichzelf, en zou dan natuurlijk een melding op BM verdienen. In dat geval zou ik naar eer en geweten kunnen stemmen (want geheel gelezen) en zeker een ster hoger uitkomen dan de besproken roman zelf! Behalve een compliment aan De Filosoof, zegt het ook wat over Wuthering Heights: het is voor mij een leukere roman om óver te lezen, dan te lezen. Zeker rijk aan thema’s en invalshoeken en ook de bijzondere tweedeling in de roman werkt wonderwel. Aan het eind komt de roman toch nog mooi rond, iets waar ik niet zoveel vertrouwen meer in had.

Toch heb ik aan het lezen zelf maar weinig plezier beleefd. Heel veel plot en opeenstapeling van heftige gebeurtenissen; er is weinig ruimte voor rust en introspectieve momenten. Dat komt ook wel door de vertelvorm, die een afstandelijkheid met zich meebrengt. Positieve keerzijde daarvan is dat het duistere en mystieke sfeertje er sterker door naar voren komt. Toch werkt het voor mij niet helemaal. Dat het vertelperspectief subjectief is, voegt wat mij betreft niet zoveel toe, aangezien Nelly uiteindelijk maar een vlak bijpersonage is; het is niet Nelly die we psychologisch willen duiden aan de hand van haar blik op de gebeurtenissen. Ook stilistisch vind ik het nog wat onvolgroeid. Het verhaal bij monde van Nelly is eigenlijk veel te literair verwoord voor haar personage, wat ook geldt voor de personages die zij soms aan het woord laat over gebeurtenissen waar ze zelf niet bij was. Helemaal vreemd wordt het met een ingelaste brief van Isabella, wat gewoon een lap verhaal inclusief dialogen is, waarbij zelfs Josephs dialect intact is gelaten. Het zou nog wel een paar decennia duren voordat stijl en verteller (als personage) natuurlijker samenvielen. Jammer, want die generieke stijl maakt het in potentie spannende experiment van de fragmentarische overlevering toch wat krachteloos.

4,5
Raskolnikov schreef:
Bovenstaande post is met zijn omvang al haast een boek op zichzelf, en zou dan natuurlijk een melding op BM verdienen. In dat geval zou ik naar eer en geweten kunnen stemmen (want geheel gelezen) en zeker een ster hoger uitkomen dan de besproken roman zelf!


Wauw, ik ben diep onder de indruk! In de eerste plaats dat je m'n bespreking hebt gelezen (je bent waarschijnlijk de eerste) en dan ook nog vier sterren voor mijn verhaal! Geweldig compliment!

En ik ben helemaal voor dat sommige van mijn teksten (vooral mijn langere filosofische werken over onderwerpen als het postmodernisme, het feminisme en Hegel) ook een eigen entry op Boekenmeter krijgen, want ik denk dat een aantal zeker de moeite waard zijn om te worden gelezen en beoordeeld!

avatar van Raskolnikov
3,0
De Filosoof schreef:
In de eerste plaats dat je m'n bespreking hebt gelezen (je bent waarschijnlijk de eerste)

Laat het je er niet van weerhouden vaker zulke stukken te plaatsen, ik hou wel van jouw kijk op literatuur.

avatar van the Cheshire cat
4,0
Out on the wily, windy moors
We'd roll and fall in green
You had a temper like my jealousy
Too hot, too greedy


avatar van JJ_D
3,0
Wat Raskolnikov zegt: de raamvertelling is in die mate doorzichtig opgezet, dat ze de plot dient doch daarvoor min of meer overbodige personages opvoert. Lockwood is geestig en trekt de lezer in de vertelling, doch wie is hij? En waarom is hij er, afgezien van zijn rol als spreekwoordelijke ceremoniemeester van het verhaal? Dat Nelly als verteller optreedt vanuit alwetende anekdotiek, doet bovendien gekunsteld aan, zeker wanneer zij ineens briefwisseling uit het hoofd lijkt te gaan citeren – inderdaad met bizarre accenten en dialogen incluis. Dat onvolmaakte perspectief op het narratief maakt het lastig tot zelfs onmogelijk om helemaal in de handeling te worden gezogen.

Nog een euvel punt: Emily Brontë brengt het negatieve in de mens wel heel erg naar de voorgrond. Zowat ieder personage is uit evenwicht: ofwel door en door slecht, of op z’n minst manipulatief, ofwel goed maar eerder zwak – zodoende zijn de personages nergens levensecht, toch niet in die mate dat identificatie mogelijk wordt. Noem het een keuze eigen aan de gothic novel – akkoord, maar het neemt niet weg dat er literair potentieel mee verloren gaat.

Tot slot doet de vertaling veel, heel veel zelfs. Die van Akkie de Jong (gelezen!) kabbelt aardig weg, doch de editie van Frans Kellendonk lijkt wat moderner en dichter bij de grimmige sfeer te zitten – te meer omdat de Jong de dynamische interpunctie (toch een wezenlijk stijlmiddel dat Brontë’s roman voortstuwt?) om onduidelijke redenen achterwege heeft gelaten. Ook zo trouwens voor de vertaling van Frans van Oldenburg Ermke, die formeler en stijver aandoet, en daarmee de intuïtief-duistere kracht van Brontë geen eer aandoet.

Kortom, aardig om lezen, maar wat mij betreft het epitheton “meesterwerk” niet waard. Hoewel ondergetekende het boek over pakweg anderhalf decennium nog eens in de vertaling van Frans Kellendonk zou willen herlezen.

3,25*

avatar van mjk87
3,5
Bijzonder boek wel. Alleen al het perspectief. Het boek is steeds in de ik-vorm geschreven maar is soms wel 3 lagen diep. De officiële verteller komt maar kort in beeld en de feitelijke verteller vertelt haar verhaal aan hem. Maar achter die tweede laag zitten ook weer brieven of langere monologen van personages die ook in de ik-vorm staan. Soms verwarrend, maar als geheel vind ik dit sterk gedaan en redelijk uniek.

Verder sfeervol, boeiende personages, een aardig inkijkje in het leven aldaar. Echter, voor ongeveer 2/3 is dit een sterk boek en voor ruim 1/3 een heel stuk zwakker (vanaf het moment dat het verhaal enkele jaren verder gaat en Heathcliff terugkeert). Dan draait het enkel nog om plot en gaat van drama naar drama. Niet omdat dit echt voortkomt uit het verhaal maar voor mijn gevoel omdat de auteur dat zo wil. Het voelt allemaal weinig echt aan. Die laatste 150 pagina's zijn dan wat plichtmatig uitlezen en ook vervelend.

Toch wel een dikke voldoende vanwege de goede punten en omdat de roman ook na 1,5 week nog zeker naborrelt. 3,5*.

Gast
geplaatst: vandaag om 05:44 uur

geplaatst: vandaag om 05:44 uur

Let op: In verband met copyright is het op BoekMeter.nl niet toegestaan om de inhoud van externe websites over te nemen, ook niet met bronvermelding. Je mag natuurlijk wel een link naar een externe pagina plaatsen, samen met je eigen beschrijving of eventueel de eerste alinea van de tekst. Je krijgt deze waarschuwing omdat het er op lijkt dat je een lange tekst hebt geplakt in je bericht.

* denotes required fields.

Let op! Je gebruikersnaam is voor iedereen zichtbaar, en kun je later niet meer aanpassen.

* denotes required fields.