The Once and Future King had al mijn interesse voordat ik wist waar het boek om ging - vanwege de titel en vanwege het feit dat Magneto het leest in
X-Men United (ik lees soms boeken om rare redenen...). Toen het om King Arthur bleek te gaan, was ik meteen overstag. Ik heb in mijn boekenkast nog een oud exemplaar van Rosemary Sutcliffs
The Sword and the Circle staan waar ik letterlijk geen genoeg van kan krijgen, dus bijna 700 pagina's meer King Arthur waren mij bijzonder welkom.
En al hadden al die redenen niet gegolden, dan nog zou
The Once and Future King veel indruk op mij hebben gemaakt. Ik houd sowieso wel verhalen die een hele levensloop bestrijken, en Arthurs levensloop is zo veelbewogen dat het zonde zou zijn om niet het complete verhaal te vertellen. White begint dan ook bij Arthur als jongen. De toon is nog relatief licht en de avonturen zijn absurd; als een collectie fabels waarin Arthur Wijze Lessen leert door in allerlei dieren te worden veranderd. Zodra het zwaard echter uit de steen is, begint de tragiek naar binnen te sluipen.
Het tweede deel houdt de lichte toon gedeeltelijk vast, en is bij vlagen zelfs hilarisch (Pellinore is onweerstaanbaar grappig). Tegelijkertijd introduceert White de gebroeders Orkney. Het was mij aanvankelijk niet helemaal duidelijk hoe dit verhaal nu met het grote geheel in verband staat, maar dat kwam later wel. Zo is er die geschiedenis met de eenhoorn waarin je in korte tijd heel veel inzicht krijgt in de karakters van de vier broers, die later nog zo'n grote rol gaan spelen.
In deel drie valt er weinig meer te lachen. Er zijn gelukkig nog genoeg queesten en dwaze avonturen, maar het grote drama komt steeds meer op de voorgrond, en dat in de vorm van de klassieke driehoeksverhouding Arthur - Guinevere - Lancelot. White slaagt er in om de driehoek perfect gelijkzijdig te maken. Het is meer een officieus huwelijk dan een affaire tussen Guinevere en Lancelot, en Arthur is er nog eerder van op de hoogte dan zijzelf. Ondertussen heeft de koning het moeilijk genoeg met zijn enorme verantwoordelijkheden, de arme ziel, en het wordt steeds duidelijker dat de dingen de verkeerde kant op gaan.
Het drama voltrekt zich in het laatste deel, dat qua toon zoveel zwaarder is dan het eerste deel dat het bijna niet te geloven is dat ze een geheel vormen. Weinig van wat Arthur met pijn en moeite heeft opgebouwd, blijft overeind staan. Maar toch is er iets van hoop, en dat is Arthur zelf. Hij heeft 'iets onoverwinnelijks in zijn hart, iets van grootheid in eenvoud.' Ik kan het niet zo mooi zeggen als White, maar ik snap wel dat Arthur zo iemand is van wie mensen nog altijd stiekem hopen dat hij op een dag terug zal komen.
The Once and Future King is niet alleen sterk als het gaat om plot, maar ook psychologisch. De personages hebben een diepgang die je niet verwacht in een verhaal over ridders. Guinevere is 'een echt mens' en dus niet te verklaren, volgens de schrijver. Lancelot is er heilig van overtuigd dat hij een slecht mens is, en gedraagt zich juist daarom het best - maar hij kan Guinevere niet opgeven. Arthur is een held in een veel completere betekenis van het woord dan normaliter. Daarnaast zijn er nog vele bijfiguren die toch allemaal een eigen gezicht krijgen.
Ik kan nog wel veel meer over
The Once and Future King zeggen; ik ben nog niets eens over de rare stijl vol anachronismen begonnen. Voor nu lijkt dit me voldoende. Ongetwijfeld zullen me een heleboel andere dingen opvallen bij een volgende leesbeurt. Ik kijk er nu al naar uit. Er zijn weinig boeken waarbij ik daadwerkelijk gelachen (hardop!) en gehuild heb. Dit is een van mijn nieuwe favorieten.